Tijd voor Geschiedenis
- Hoofdstuk 4 - Nooit meer (WO II)
oefentoetsen & antwoorden
1e editie
klas 3|Havo/vwo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: De opkomst van Hitler, de ontwikkeling van Duitsland tot een totalitaire dictatuur, het verloop van WO II, de Holocaust en de bezetting van Nederland (1940 - 1945), nationaalsocialisme, indoctrinatie, genocide, holocaust/shoah, antisemitisme, bezetting.
Toets Geschiedenis
Tijd voor Geschiedenis
Online maken
Toets afdrukken
a) Asmogendheden = Duitsland, Italië en Japan: de landen die elkaar tijdens de Tweede Wereldoorlog als bondgenoten steunden.b) Collaboratie = samenwerking met de bezetter van een landc) Concentratiekamp = kamp waar mensen die volgens een regering niet thuishoren in de samenleving, zonder proces worden opgeslotend) Interneringskampen = kamp waar burgers of militairen zonder vorm van proces worden opgesloten om ze buiten de samenleving te houden; vergelijkbaar met een concentratiekamp, maar dan gebruikt voor Japanse kampen, bijvoorbeeld in Nederlands-Indiëe) Nazi's = Afkorting voor de aanhangers van de NSDAP en Hilter. Volledige naam is nationaalsocialisten. f) Shoah = een ander woord voor holocaust: De moord op zes miljoen joden in de Tweede Wereldoorlog. In het Hebreeuws betekent het letterlijk ‘ramp’.
Tip: Om begrippen te leren bestaan er verschillende online tools die je kunt gebruiken, bijvoorbeeld om flipkaartjes te maken. Alleen helpt het je bij geschiedenis niet zoveel verder als je begrippen uit je hoofd op kunt zeggen. Als je bijvoorbeeld de betekenis van nationaliseren weet, maar niet kan uitleggen wat het met communisme te maken heeft, heb je weinig aan die kennis. Daarom is een woordweb bij geschiedenis vaak beter. Dan leer je de samenhang tussen begrippen zien. Alleen de woordjes die je maar niet in je hoofd krijgt, kun je met een flipkaartje oefenen. De juiste combinaties zijn: a-5 b-1 c-2 d-3. Je houdt 4 over De juiste volgorde is: 4 - 6 - 1 - 5 - 3 - 2 Toelichting: 4) De beurskrach op Wallstreet is het begin van een wereldwijde economische crisis (1929)6) Tijdens het jaarlijks partijcongres van de NSDAP kondigt Hitler wetten tegen Joden aan (1935)1) Duitsland en Oostenrijk worden samengevoegd (1938)5) Japan valt de Amerikaanse marinevloot op Hawaï aan (1941)3) Vanuit de steden in de Randstad maken veel mensen hongertochten naar het platteland om geld of spullen te ruilen tegen voedsel (1944-1945)2) In zijn bunker onder Berlijn pleegt Hitler zelfmoord (1945) a) Bij het sluiten van het Verdrag van Versailles (gebeurtenis 1) zaten de betrokken politiek leiders nog vol haat richting Duitsland. Dat leidde tot een verdrag dat Duitsland vernederde. Dit leidde tot de kritiek dat Duitsland op den duur wraak zou willen nemen / de kans op een toekomstige oorlog toenam (gebeurtenis 2).b) Omdat de Engelsen wilden voorkomen dat Duitsland wraak zou nemen / er een nieuwe oorlog zou komen, steunde men de appeasement (gebeurtenis 3).Tips:- Houd de structuur van de vraag aan. In de vraag staan duidelijk drie gebeurtenissen genoemd. Die moet je in jouw antwoord dan ook duidelijk terugzien. Gebruik de gegeven informatie als uitgangspunt. Ga niet zelf hele theorieën bedenken of zelf nieuwe gebeurtenissen erbij halen. In dit geval: - Gebeurtenis 2 vormt een directe reactie op het vredesverdrag van Versailles (gebeurtenis 1). Deze kritiek is eigenlijk wel logisch: als je een land vernedert, is het te verwachten dat dat land wraak wil. - Tussen gebeurtenis 2 en 3 zit weliswaar twintig jaar, maar de vraag gaat over het verband tussen deze twee. Je hoeft dus niet in te gaan op alles wat er tussen 1919 en eind jaren dertig / 1938 is gebeurd. Als de westelijk geallieerden erin zouden slagen de Rijn over te steken, lag de weg naar het Ruhrgebied / industriële hart van Duitsland open. Als dat veroverd was, zou Duitsland geen oorlog meer kunnen voeren. Nadat de Duitsers de westelijk geallieerden bij Arnhem tegenhielden, vernielden zij veel wegen, bruggen, dijken in West-Nederland om de opmars van de geallieerden te vertragen. Gevolg was dat dit gebied geïsoleerd raakte en de Duitsers al het bruikbare materieel en veel voedsel naar Duitsland vervoerden.Tip: bij geschiedenis spelen jaartallen en gebeurtenissen een belangrijke rol. Die kun je net als je woordjes bij Frans of Duits uit je hoofd leren, maar je onthoudt ze beter als je ze in oorzaak-gevolg verband kunt zetten. Jaartallen worden dan geen losstaande feitjes, maar gebeurtenissen die met elkaar te maken hebben. Hitler wilde de Sovjet-Unie aanvallen, omdat hij ruimte zocht voor de ontwikkeling van een superieur (Germaans) ras. De beide uitspraken zijn juist:De aanval op de Sovjet-Unie was zeer riskant en is uiteindelijk mislukt. Het Duitse leger kon de verovering van de enorme Sovjet-Unie nooit volhouden.Hitler wilde voorkomen dat hij aan twee kanten werd aangevallen. Daarom pleegde hij eerst veroveringen in West-Europa, zodat hij daarna ongehinderd de Sovjet-Unie kon aanvallen.Tip: WO II staat bol van de veldslagen, veroveringen en aanvallen. Om daarover overzicht te krijgen, helpt het dat je de motieven van de betrokken partijen kent. In dit geval: als je goed weet dat Hitlers doel vooral was het opeisen van ruimte in het Oosten voor zijn superieure Germaanse ras, kun je als het ware met hem meedenken wat daarvoor nodig is. Op die manier kun je de andere gebeurtenissen makkelijker onthouden. Deze bron is geschikt als voorbeeld bij het KA over:a) moderne propaganda- en communicatiemiddelen, omdat de nazi’s de radio (als eerste regime) heel bewust inzetten voor deze doeleinden door de lage kosten / het spaarsysteem en het feit dat er alleen naar Duitse zenders geluisterd kon worden.b) het in praktijk brengen van een totalitair systeem, want de bevolking wordt geïndoctrineerd / gehersenspoeld, doordat de informatie die uitgezonden wordt onder controle van de regering staat.Tip: De kenmerkende aspecten bestaan uit nogal formele, ingewikkelde zinnen. Probeer het daarom voor jezelf eenvoudiger te maken. Koppel de begrippen uit die ingewikkelde zinnen aan wat je geleerd hebt. In dit geval herken je in het eerste kenmerkende aspect het woord propaganda. Daarvan weet je wat het is en dat de nazi’s er gebruik van maakten. In het verlengde daarvan zie je bij het tweede kenmerkende aspect het begrip totalitair. Ook daarvan ken je de betekenis en die koppel je aan de infor die bij de vraag gegeven wordt. Deze bron is gemaakt naar aanleiding van de militairen die Hitler naar het grensgebied met Frankrijk (het Rijnland) stuurde. Low bleek een vooruitziende blik te hebben, want zolang de leiders van de andere landen niet ingrijpen, gaat Hitler gewoon zijn gang, (zoals bij de samenvoeging van Oostenrijk en het inpikken van Tsjechoslowakije). De leiders die niet ingrijpen zie je liggen met het opschrift ruggengraatloze democratische leiders. Dat Hitler gewoon zijn gang gaat, zie je aan de lange neus die hij maakt en dat hij de Europese leiders onder de voet loopt.Tip: Gebruik de hele vraag: wellicht schrik je van het eerste deel van de vraag: hoe kun je nu uit je hoofd alle gebeurtenissen uit 1936 weten? Het kan dan helpen eerst de rest van de opgave te bekijken. Je ziet op de prent Hitler die een lange neus maakt en in de vraag staat dat de tekenaar een vooruitziende blik had (wist wat er ging gebeuren). Dat laatste kun je alvast beantwoorden: in de jaren voor de oorlog hield Hitler zich niet aan het Verdrag van Versailles en vergrootte hij zijn grondgebied. De voorbeelden die je daarbij kent zijn de soldaten in het Rijnland, oostenrijk en Tsjechoslowakije. Door het aanbrengen van deze tatoeages werden mensen alleen nog maar een nummer, zonder voor- of achternaam. De nazi’s gebruikten in de vernietigingskampen ook alleen deze nummers. Het indelen in groepen (om te werken, om naar de gaskamers te sturen, enz.) ging dan veel sneller en dat droeg bij aan de vernietiging van de joden.Tip: De holocaust of shoah is van zo’n grote omvang en zo kwaadaardig dat het moeilijk is je er een voorstelling van te maken. Iets wat daarbij helpt, is telkens het einddoel van de nazi’s als uitgangspunt te nemen. De nazi’s spraken over het Jodenvraagstuk dat moest worden opgelost. De term daarvoor was Endlösung, de eindoplossing (definitieve oplossing), als alle Europese joden zouden zijn uitgeroeid. Vanaf januari 1942 (Wannsee-conferentie) stonden alle maatregelen in dat teken. Aanpassing betekent dat de Nederlanders zich aanpasten aan de nieuwe situatie. In dit geval Nederlandse ambtenaren die door hun functie een opdracht van de bezetters moeten uitvoeren door de stippen te zetten. Collaboratie betekent het moedwillig / vrijwillig meewerken met de bezetter. Deze opdracht hielp de Duitsers wel, maar het is niet duidelijk of de ambtenaren dit moedwillig deden.Tip: Ken je definities! Leg eerst de begrippen aanpassing en collaboratie uit en verwijs daarna naar de bron. Je kunt hier een vast stappenplan gebruiken: 1) Ik weet dat aanpassing betekent …(vul in) … / Ik weet wat collaboratie betekent, … (vul in)... 2) In de bron zie ik dat Nederlandse ambtenaren de stippen hebben gezet. 3) Het onderscheid tussen aanpassing en collaboratie is onduidelijk, want …(vul in)...
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.