Tropisch regenwoud klimaat. Belangrijkste kenmerken: véél neerslag (meer dan 2000mm neerslag per jaar) en het is er altijd warm (gemiddeld warmer dan 18ºC). Lage breedte.Toevoeging: met lage breedte bedoelen we de breedtegraden dicht bij de evenaar, oftewel dichtbij 0°. Hieronder vallen bijvoorbeeld 20° N.B., maar ook 20° Z.B.Met hoge breedte bedoelen we breedtegraden dichter bij de noord- en zuidpool, dus in de buurt van 90° N.B. en 90° Z.B. a) Ervoor zorgen dat iets altijd blijft bestaan. Oftewel, dat we het nu kunnen gebruiken, zonder dat toekomstige generaties het niet meer kunnen gebruiken.b) Herbebossing (direct weer jonge bomen aanplanten, zodat het bos in stand blijft). Wanneer je 1000m stijgt, zal de temperatuur 6°C zakken.Toevoeging: oftewel als je 100m stijgt daalt de temperatuur 0,6°C. Dit is een regeltje dat je uit je hoofd moet leren. Hoe meer reliëf (oftewel hoogteverschil in een gebied) hoe lager de bevolkingsdichtheid (oftewel hoe minder mensen er wonen).(Ook goed: hoe minder reliëf, hoe hoger de bevolkingsdichtheid.) Irrigatie. a) Landijs is vaak eeuwige sneeuw op het land die steeds dikker wordt en wordt samengeperst tot ijs. Zee-ijs bestaat uit bevroren zeewater, dat vaak als ijsschotsen aan elkaar vastzit (pakijs) of ze drijven los in de zee (drijfijs).b) Nee, niet allebei. Als zee-ijs smelt, stijgt de zeespiegel niet. Als landijs smelt, komt dat gesmolten water vanaf het land in de zee terecht, en stijgt daardoor het zeewater wel. Alleen smeltend landijs draagt dus bij aan zeespiegelstijging. Taiga. Iso = gelijk, thermos = warmte, oftewel een isotherm geeft een lijn van gelijke warmte aan. De lijn van 10ºC is de lijn die de boomgrens aangeeft, want als het kouder is dan die temperatuur groeien er geen bomen meer. De bevolkingsconcentratie is een opeenhoping van mensen (dus een hele hoge bevolkingsdichtheid). Die is veel hoger in grote steden zoals Amsterdam, dan is kleinere steden (of dorpen) zoals Sneek. Op hogere breedte vallen de zonnestralen schuin in op de aarde en moeten ze dus een groter gebied verwarmen met dezelfde hoeveelheid energie als bij de evenaar.Op hogere breedte leggen zonnestralen een langere weg af door onze dampkring heen dan bij de evenaar. Hierdoor verliezen ze al veel energie (warmte) tijdens de lange toch door de dampkring. ‘’Op 21 maart begint de lente, en staat de zon recht boven de evenaar. Op 21 juni begint de zomer en staat de zon recht boven de (Kreefts)keerkring (23,5° N.B.) Op 21 september begint de herfst en staat de zon recht boven de evenaar. Op 21 december begint de winter en staat de zon recht boven de (steenboks)keerkring (23,5° Z.B.)’’ a) Het grote verschil zit hem in de hoeveelheid neerslag. Van nat naar droog is het Savanne (de meest natte), dan steppe (500 tot 250mm neerslag) en woestijn (de meest droge, minder dan 250mm neerslag).b) Op de Savanne groeie lange grassen met hier en daar een boom. Op de steppe groeien vooral grassen en doornachtige struiken (die goed tegen droogte kunnen). In de woestijn groei bijna niets meer, enkel cactussen.c) Regentijd past bij de savanne. De Savanne is namelijk een tropisch klimaat, waarbij sprake is van een regentijd (nat half jaar) en een droge tijd (droog half jaar). Ontbossing is het kappen van bossen. Dit gebeurt in het tropisch regenwoud vooral om twee redenen. Ten eerste voor de natuurlijke hulpbronnen die het oplevert. Het gekapte hout kan namelijk voor een goede prijs verkocht worden. Daarnaast zitten er onder het (tropisch) bos ook natuurlijke hulpbronnen zoals goud en uranium, waarvoor het bos eerst gekapt moet worden anders kan je er niet bij.Ten tweede zijn er grootschalige veebedrijven (en akkerbouwbedrijven zoals sojaplantages) die veel grond nodig hebben. Ze kappen (tropisch) bos, om de vrijgekomen ruimte te gebruiken voor deze bedrijven. Extensieve veeteelt. Waarom? Omdat de outback het (zeer) droge binnenland van Australië is. Hier groeien alleen wat grassen en valt weinig neerslag. Bij extensieve veeteelt zijn er per hectare maar weinig dieren en is de opbrengst per hectare laag. Dit kan niet anders in de outback omdat het gebied zo droog is en dieren veel ruimte moeten hebben om rond te trekken op zoek naar plekken waar nog wèl gras/plantjes te eten zijn. Toelichting: Bij intensieve veeteelt heb je veel dieren op een klein gebied met een hoge opbrengst. (Door bijvoorbeeld veel irrigatie met water. Dat is dus niet mogelijk in het droge binnenland.) In de zomer smelt de permafrost. De permafrost is de (bijna) altijd bevroren bodem. In de korte zomertijd dooit/smelt de bovenste laag van het permafrost. Omdat de grond daaronder wel bevroren blijft kan het water niet wegzakken. Omdat het ook niet warm genoeg is voor verdamping, verdampt het water ook niet. Er blijft dus een drassige ondergrond achter (totdat deze vanaf de herfst weer bevriest). Loofboomgordel, naaldboomgordel (taiga), alpenweiden, rotsgordel, eeuwige sneeuw/ijs. a) Tropisch regenwoud: omdat het dichtbegroeid is èn omdat de grond er onder onvruchtbaar is (en dus niet toepasbaar voor landbouw).b) Taiga’s: veel te dichtbegroeid met dichte naaldbossen.c) Sahara: veel te droog (is de grootste woestijn ter wereld).d) Himalaya: berggebied, dus veel te veel reliëf/hoogteverschil en veel te koud.e) Noord-Rusland: bestaat grotendeeld uit toendra (of taiga), dus veel te koud, permafrost (altijd bevoren bodem). De linker klimaatgrafiek is van een woestijnklimaat (BW-klimaat), dit zie je omdat de neerslag minder dan 250mm per jaar is (namelijk 220mm/jaar).De middelste klimaatgrafiek is van een steppeklimaat (BS-klimaat), dit zie je omdat de neerslag 355mm/jaar is (en dus tussen 250 en 500mm/jaar in zit).De rechter klimaatgrafiek is van een savanneklimaat, dit zie je omdat de temperatuur het hele jaar door gemiddeld boven de 18ºC is, èn omdat er zowel een regentijd als droge tijd zijn. Dit is kenmerkend voor een savanneklimaat. 1 = woestijnklimaat2 = tropisch klimaat3 = gematigd klimaat (zeeklimaat)4 = poolklimaat (sneeuwklimaat) ‘1’ is een woestijnklimaat, ‘4’ een poolklimaat. Dit komt vooral door het verschil in hoogteligging. De Himalaya (gebied ‘4’) is een gebergte tot ruim 8km hoogte. Hoe hoger, hoe kouder, dus daarom kom je daar een poolklimaat tegen. De bovenste 4 (dichtbij de noordpool) heeft in de zomer héél lang licht, soms wel 24 uur per dag, omdat dit gedeelte van de aarde dan naar de zon staat toegekeerd. Terwijl dit gedeelte een half jaar later heel donker is (soms wel 24 uur per dag). De onderste 4 (de Himalaya, op lagere breedte), heeft minder verschil in de lengte van dag en nacht tussen de seizoenen. a) 7°C (op zeeniveau is de temperatuur 19°C. Je kent de regel dat het per 1000m stijgen 6°C kouder wordt. 2000m stijgen betekent dus 12°C kouder. 19-12 = 7°C).b) 2,2°C (Je stijgt vervolgens nog 800m meer. Per 100m wordt het 0,6°C kouder. 8x0,6 = 4,8. 7-4,8 = 2,2°C).c) gletsjer. Een mogelijk goed antwoord is:Nederland ligt aan zee, terwijl grote gedeeltes van Canada niet aan zee liggen. Nederland heeft hierdoor een matigend effect van de zee, waardoor onze temperaturen nooit erg laag zullen worden.Nederland ligt aan een warme zeestroom (de Golfstroom) waardoor de wind die hier overheen waait ook warmer zal zijn dan de wind die bij Canada waait (daar is een koudere zeestroom).In Nederland hebben wij vooral een aanlandige wind, vanaf zee dus, waardoor zeker in de winter de temperaturen niet zo ver zullen dalen. In Canada is er voornamelijk een aflandige wind, waardoor grote gedeelte van het land erg koud kunnen worden, zeker in de winter.Toelichting: een antwoord dat in gaat op de breedtegraad is fout. Het is namelijk een feit dat we op dezelfde breedtegraad liggen, dus dan kan dat geen verklaring zijn voor een verschil in temperatuur. a) Temperatuur (vanwege het verschil in breedteligging zal Maastricht warmer zijn).b) Neerslag (vanwege het verschil in hoogteligging zal Zuid-Limburg natter zijn).c) Wind (omdat het aan de kust harder waait zal het in zeeland krachtiger waaien). Als je niet wisselt van schaalniveau, kan je dat niet uitleggen. Het verschil in bevolkingsdichtheid in Nederland kan je niet uitleggen met de factor klimaat. Het verschil in bevolkingsdichtheid van Europa kan je moeilijk uitleggen met de factor werkgelegenheid. Andersom kan het echt wel goed:In Europa is West-Europa dichter bevolkt dan Noord-Europa, vanwege de factor klimaat. Noord-Europa is (te) koud voor veel mensen om zich te vestigen.In Nederland is de Randstad (West-Nederland) dichterbevolkt dan noord-Nederland, omdat er veel meer werkgelegenheid in de Randstad is.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.