Toets Duits

Trabitour 4e ed/ FLEX deel A + B - Kapitel 5 - Richtung Zukunft oefentoetsen & antwoorden

4e editie
Trabitour 4e ed/ FLEX deel A + B
Toets Duits
Trabitour 4e ed/ FLEX deel A + B
Online maken
Toets afdrukken
a) der Klassensprecher (vrouwelijk: die Klassensprecherin) b) ehrenamtlich (in geval van vrijwilligerswerk) c) die Verwaltung d) die Oberstufe (onderbouw = Unterstufe) e) schwach f) der Unterricht g) der Freizeitpark (uitzonderin op de regel “het = das”) h) die Begeisterung (-ung, dus vrouwelijk)   a) de carrière b) de douane c) kennis verwerven / zich eigen maken d) het Duitse leger (na 1955) e) de (VWO-)examenkandidaat f) serieus nemen (nehmen: sterk werkwoord met “e” in de stam: er nimmt mich nicht ernst. Zie Kapitel ) g) de stage h) de kapper (vrouwelijk: die Friseurin)   a) de bekwaamheid, iets kunnen b) vermoeiend c) de conclusie d) eigenaardig, raar, vreemd e) beschikbaar f) misschien (synoniem: vielleicht, en dat wordt veel vaker gebruikt) g) raar, vreemd h) abwechslungsreich i) erstaunlich (staunen = ergens van staan te kijken) j) klug (synoniem: schlau) k) der Herstellen (herstellen = produceren)   a) die Wege (mannelijk meervoud: +e) b) die Leidenschaften (vrouwelijk meervoud: + (e)n c) die Arbeitstage (zie a) d) die Fußballspieler (mann. en onzijdig eindigend op -el/-er/-en = onveranderd in het meervoud: der Kuchen→ die Kuchen, der Löffel → die Löffel) e) die Arbeitgeber (zie d) f) die Bewerbungen (zie b) g) die Rollen (zie b)   a) zich redden (→ ich schlage mich durch die Hausaufgaben (4e naamval)) b) onderwijzen, lesgeven (→ der Lehrer unterrichtet (stam eindigt op een -t, dus extra e) ) c) in dienst nemen (→ die Firma heuert 20 neue Arbeitskräfte an) d) oplossen (problemen, maar ook bijv. in een vloeistof iets oplossen: der Zucker löst sich im warmen Wasser auf) e) bepalen  f) organiseren (eine Veranstaltung = een evenement)   a) Als Journalist muss man immer kreativ und zuverlässig sein. (“je” algemeen gebruikt, dus niet JIJ, wordt in het Duits altijd vertaald met “man”.) b) In neun Jahren sehe ich mich als Krankenschwester im Ausland. (wo? in dem Ausland, in + 3e naamval) c) Ja, ich habe einen Nebenjob: ich arbeite als Aushilfe im Supermarkt (wo? in dem Supermarkt, in +3e naamval). Das ist sehr beliebt bei meinen Freunden (bei + 3, denk aan de -n achter Freunde). Manchmal ist es etwas/ein bisschen anstrengend.    a) Verdient man (mit der Arbeit) als Automechaniker gut?  b) Wenn ich Schule habe kann ich nur am Wochenende (arbeiten), aber in den Ferien kann ich jeden Tag arbeiten. c) Was gefällt dir so an dem Job/der Arbeit als Friseur. d) Mein Traumberuf ist Sportlehrer, weil ich Sport toll finde / gerne Sport mache  und ich Ausdauer habe. Tip: Maak eerst de vraag en vertaal die naar het Duits.    a) ob b) obwohl c) weil na onderschikkende voegwoorden verandert de woordvolgorde in de zin. In een hoofdzin (geen vragende zin) is de volgorde: onderwerp - persoonsvorm - lijd.vw. Na een onderschikkend voegwoord (of, voordat, toen, nadat etc.) gaat de persoonsvorm naar het eind van de bijzin.   a) door (door toedoen van iets/iemand) (von +3e naamval) b) naar (naar een persoon) (zu +3e naamval) c) naar (naar een gebouw) (in +4e naamval) d) voor (plaatsbepaling) (waar staat de auto? vor +3e naamval) na onderschikkende voegwoorden verandert de woordvolgorde in de zin. In een hoofdzin (geen vragende zin) is de volgorde: onderwerp - persoonsvorm - lijd.vw. Na een onderschikkend voegwoord (of, voordat, toen, nadat etc.) gaat de persoonsvorm naar het eind van de bijzin.   a) b) c) In de hoofdzin is de woordvolgorde: Onderwerp - persoonsvorm (- rest-) a) b) c) In de bijzin is de woordvolgorde: voegwoord -  onderwerp ( - rest - ) - persoonsvorm. De persoonsvorm staat in de bijzin dus helemaal achteraan.   a) zu (+3e naamval; naar een persoon) b) vor (+3e of 4e naamval; plaatsbepaling.) c) für (+4e naamval; ten behoeve van iets/iemand, bestemd voor iets/iemand) d) durch (+4e naamval; doorheen)   a) vor (+3e of 4e, hangt af van de vraag wo/wann? of wohin?) b) durch (+4e) c) zu (+3e) d) nach (+3e, maar bij vertaling naar = nach, gebruik je alleen als er geen lidwoord staat, dus die 3e naamval is nergens te herkennen. Nach Berlin, nach rechts, nach Norden, nach unten.)   a) in (+ landen namen met een lidwoord in de eigennaam “die Vereinigten Staaten” is de naam van het land. ) b) von (door iets/iemand gedaan) c) für  (ten behoeve van, bestemd voor iets/iemand) d) nach ( bij het aangeven van richtingen)   a) Lebenslauf b) Feierabend c) Gebiet d) Klassensprecher e) Berufswunsch  ter info: Er blijven over der Hersteller / der Arbeitstag   a) ein Interview geführt b) gestaltet (gestalten → de stam eindigt op een -t, dus voor de werkwoordsuitgang bij er/sie/es komt een extra e. Er gestaltEt) c) in dem (im) öffentlichen Dienst (de uitgang “öffentlichen” is nog niet behandeld) d) keine Zukunfstpläne (lijd. vw, 4e naamval, meervoud, kijk in het schema voor de uitgang achter kein-e) e) ein … Bauer f) setze mich mit (dieser Aufgabe) auseinander. (Ken je de wederkerende werkwoorden nog? ich schäme mich, du schämst dich, er schämt sich etc.)   Vorm eerst de zin die je wilt gaan vertalen. a) Der Abiturient schwankt zwischen einer Stelle als Physiklehrer oder Krankenpfleger. (schwanken vgl. het Nederlandse zwenken = heen en weer gaan) b) Wenn man Automechaniker werden will, muss man ein Praktikum machen. (“je” algemeen gebruikt = “man”) / wenn man … = de bijzin, de persoonsvorm WILL staat achteraan in de bijzin) c) Wir hoffen, dass wir angeheuert werden werden. (hoofdzin, bijzin. Bijzin = “dass wir angeheuert werden werden. In het Nederlands staat eerst de persoonsvorm, daarna  het hele werkwoord. zullen worden. Wij zullen =onderwerp - persoonsvorm. zullen worden = gezegde). In het enkelvoud is dit gemakkelijker te herkennen. Ik hoop, dat ik aangenomen zal worden. Ich hoffe, dass ich angeheuert werden werde. ⇒ zie vraag 10) en 11)   a) Kannst du die Redensart “Übung macht den Meitser” ins Niederländische übersetzen? (in + 4e, want hier wordt bedoeld “naar”, dus beweging, verandering) b) Ich kenne mich mit Marktforschung aus. c) Er schlägt sich durch den Arbeitstag. (schlagen = sterk werkwoord met a in de stam, zie hoofdstuk 1. Durch + 4e naamval, dus Arbeitstag staat in de 4e naamval; kijk in het schema in je boek voor de juiste vorm) TIP: Lukken de woordjes bij de opdrachten 1, 2, 3 wél, maar niet bij de vertalingen? Maak dan tijdens het leren zelf zinnetjes met de te leren woordjes. Combineer zelf eens woordjes uit de woordenlijst, voorzetsels en werkwoordsvervoegingen. De zinnetjes hoeven heus niet allemaal logisch te zijn, als je maar “speelt” met de grammatica.   a) Wir haben vor einem Monat eine Berufsmesse veranstaltet / organisiert (organisieren = werkwoord op -ieren, het volt. deelwoord wordt zonder “ge-” gevormd) b) Der Mann steht vor der Tür und ist aufgedreht. (vor +3e/4e naamval. Hier kun je vragen “wo” steht der Mann? En daarom volgt de 3e naamval) c) Seid ihr auch so gespannt auf die Attraktion im Freizeitpark? (gespannt auf: geen wo/wann/wohin-vraag mogelijk en daarom krijg je de 2/7 regel, waarbij auf en über de 4e naamval krijgen en de andere 7 voorzetsels de 3e naamval krijgen. In dem Freizeitpark: hier kun je wél vragen “wo gibt es die Attaktion?”  en dus volgt de 3e naamval) d) Ich habe meine ideale berufliche  Laufbahn, wenn er mich wählt,. Unterrichten ist meine Leidenschaft. (wenn = voegwoord en leidt een bijzin in. Het werkwoord “wählt” staat daarom achteraan.)   TIP 1 woordenschat:  Steeds meer woordjes (ook uit oude hoofdstukken) behoren inmiddels tot je basiswoordenschat. Vooral woordjes zoals vandaag, gisteren, nooit, soms, vaak, meestal, de dagen van de week, maanden van het jaar, getallen, goed, leuk, maar ook vaak voorkomende werkwoorden, bovendien, ooit, de mensen (zie opdracht 3!)  zullen steeds weer blijven terugkomen. Ook nadat dit hoofdstuk afgerond is.    TIP2 vertaalzinnen:  Bij (langere) vertalingen werk je via een stappenplan:  Eerst noteer je alle woordjes die je kent in het Duits. noteer de werkwoorden als infinitief (het hele werkwoord) lidwoorden etc. laat je nog even open (noteer alleen de eerste letter en laat daarachter wat ruimte over) zet bij zelfstandig naamwoorden erbij of het m/v/o/mv is (mannelijk/vrouwelijk/onzijdig/meervoud) staan er voorzetsels in? Zet daar meteen bij welke naamval erbij hoort (+2, +3, +4) daarna ga je alles aanvullen/invullen (pak het schema/Spick-o-thek/Spickzettel erbij) staan alle woordjes erin (vooral tijdsaanduidingen en bijwoorden worden nog wel eens vergeten)

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in