BuiteNLand 4e ed - Hoofdstuk 5 - Migratie oefentoetsen & antwoorden

Arbeidsmigratie.      Mensen die weer terug migreren naar het land waar ze oorspronkelijk vandaan komen.      Mensen die tijdelijk naar een ander land verhuizen om daar te werken.   Een vluchteling is iemand die is gevlucht voor de oorlog en om die reden asiel krijgt in een ander land. Een asielzoeker is iemand die nog niet erkent is als vluchteling, maar vraagt om erkenning als vluchteling.     Het vertrekken van veel hoger opgeleiden naar een ander land.     Bij gezinsvorming zoekt een migrant zijn of haar partner in het land van herkomst. Bij gezinshereniging had de migrant al een partner in het land van herkomst en komt hij of zij later mee.     Emigratie     Pakistaanse koloniale migranten (vanaf jaren ‘50). Italiaanse arbeidsmigranten (vanaf begin jaren ‘60). Marokkaanse arbeidsmigranten (vanaf later ‘60). Poolse arbeidsmigranten (vanaf ‘89). Joegoslaafse vluchtelingen (vanaf jaren ‘90).   a) Omdat Nederland een laag geboortecijfer heeft, wordt de bevolking steeds ouder. De instroom van jonge migranten kan er dan voor zorgen dat er genoeg jonge (werkende) mensen wonen in Nederland. b) Arbeidsmigratie zorgt voor een goedkope arbeidskrachten, maar laagopgeleiden verliezen daardoor sneller hun baan. c) Als migranten uit een nieuw land aankomen, leidt dat tot kettingmigratie / inspireren zij anderen uit het herkomstland om ook te migreren. d) De Nederlandse tuinbouw heeft veel laagopgeleide arbeid nodig, dat veel Nederlanders niet willen doen. e) Bij de integratie van migranten, passen beide culturen zich aan elkaar aan, waardoor de cultuur van een wijk verandert. Toelichting: De dikgedrukte onderdelen moeten (met vergelijkbare woorden) in je antwoord voorkomen.     De definitie van allochtoon is iemand die in het buitenland is geboren of waarvan minimaal één van de ouders of grootouders in het buitenland is geboren (tweede of derde generatie allochtoon). De uitdrukking “iemand met een migratieachtergrond” is wellicht minder verwarrend als deze persoon in Nederland is geboden.     Nadeel: niet elk land denkt hetzelfde over migratie / het kan onderlinge spanningen versterken.   Voordeel: Migranten kunnen beter verspreid worden over de verschillende lidstaten.     Goede antwoorden zijn: Duitsland is al veel langer gewend aan migratie. De economie van Duitsland heeft veel meer baat bij migratie.     Mensen gaan eerder migreren zodra ze aspiraties en mogelijkheden hebben. Iemand met een opleiding heeft doorgaans meer aspiraties en kansen om meer met zijn leven te doen.     Emigratie is voor arme landen voordelig omdat de emigranten vaak geld sturen naar hun familie in het herkomstland. Acculturatie. Tip: Bij Acculturatie ontstaat er iets nieuws (zoals een nieuwe snack) door het mengen van twee culturen en bij integratie passen de migranten zich (grotendeels) aan aan de dominante cultuur.   a) Segregatie b) De ‘blauwe’ wijken / de wijken met (overwegend) afro-amerikaanse inwoners. c) Meerdere antwoorden kunnen goed zijn: Kennismigranten / studiemigranten / hoogopgeleide migranten     a) Zowel aspiraties als mogelijkheden. b) Wel aspiraties, geen mogelijkheden. c) Geen aspiraties en ook geen mogelijkheden. d) Geen aspiraties, maar wel mogelijkheden.     c  - b - a - d     a) Nee, want bij alle achtergronden zie je minder migratiehuwelijk in de tweede generatie / het gele balkje is bij de tweede generatie kleiner. b) Ja want de tweede generatie trouwt meer met Nederlandse partners / minder met dezelfde herkomst.     Surinamers en Antillianen.   Huwelijkspartnerkeuze naar achtergrond en generatie in 2017  Bron: https://www.cbs.nl/nl-nl/publicatie/2018/47/jaarrapport-integratie-2018     a) In de randstad / in de grote steden / in het West-Nederland. b) Omdat daar veel werk was / de fabrieken stonden.