Humboldt 1e ed - Hoofdstuk 5 - Vormingen van landschappen oefentoetsen & antwoorden

a) Materiaal dat door een gletsjer is afgezet. b) Laag gebied in het landschap waar vroeger het ijs de bodem heeft weggedrukt. c) Gedroogd veen, dat gebruikt kan worden als brandstof. d) Polder die is ontstaan door het droogmalen van een meer of stuk zee.   Mechanische verwering als gevolg van temperatuurverschillen Mechanische verwering door bevriezend water in scheuren (vorstverwering) Mechanische verwering door plantenwortels   b)   a) Deze werden gekapt om plaats te maken voor akkers. b) Ze hielden schapen voor de mest. c) De uitvinding van de kunstmest.   Hoe hoger de stroomsnelheid, hoe groter de verweringsmaterialen die in het water worden meegenomen. Als een rivier vertraagt, dan worden eerste de grootste verweringsmaterialen gesedimenteerd/neergelegd; eerst de grotere stenen, wat later de kiezels, en naarmate de rivier nog meer vertraagt, uiteindelijk ook het zand en tot slot klei.   a) Niet waar b) Niet waar c) Waar d) Waar   a) Een strandwal is ontstaan doordat de wind langs de kust zandafzet. Een stuwwal is ontstaan doordat oprukkend landijs de grond voor zich uit duwt en laat ophopen.   a) 1: Door het graven van sloten werd het veen ontwaterd, waardoor het ging inzakken; 2: Doordat het veen werd ontwaterd, konden de plantenresten waaruit het veen bestond gaan rotten, waardoor het ging inzakken. b) Inklinking   1) Dode planten vallen in het water 2) Bovenop dode planten groeiden nieuwe planten 3) Zeespiegel stijgt ten opzichte van het land 4) Veenlaag wordt steeds dikker   a) Deze stenen zijn tijdens de voorlaatste ijstijd met het landijs vanuit Scandinavië meegenomen. Toen het landijs zich terugtrok, zijn de stenen achtergebleven. b) Glaciaal sediment c) Fluviatiel, marien, eolisch   Deze grot is ontstaan door chemische verwering in een kalksteenlaag in de bodem, waarbij het kalksteen in water wordt opgelost en wordt afgevoerd.   a) In het buitengebied zie je een lage dichtheid, waarbij de bebouwing zich rondom de wegen bevindt. In de stad zie je een hogere dichtheid, en de bebouwing is gelijkmatig verspreid. b) Regelmatige blokverkaveling   a) Eolische sedimentatie b) Mechanische verwering door temperatuurverschillen c) Mechanische verwering door platenwortels, want er groeien in dit landschap geen planten. Ook goed is: chemische verwering, want het klimaat is hier niet vochtig genoeg.