Tijd voor Geschiedenis
- Hoofdstuk 3 - In de loopgraven (Eerste Wereldoorlog)
oefentoetsen & antwoorden
1e editie
klas 3|Havo/vwo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: Oorzaken, verloop en nasleep van de Eerste Wereldoorlog inclusief Russische Revolutie, loopgravenoorlog, communisme, nationalisme, isolationisme.
Toets Geschiedenis
Tijd voor Geschiedenis
Online maken
Toets afdrukken
a) centralen (2) = Bondgenootschap in de Eerste Wereldoorlog met als belangrijkste landen Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijkb) herstelbetalingen (4) = Geld dat Duitsland volgens het Verdrag van Versailles aan de geallieerden moest betalen i.v.m. de oorlogsschade.c) isolationisme (4) = de VS bemoeien zich in hun buitenlandse politiek niet met Europad) nationalisme (2) = Trots zijn op en liefde voelen voor je eigen land/volk. Bij volken die worden bestuurd door een ander land/volk gaat nationalisme vaak samen het streven naar onafhankelijkheid. e) schlieffenplan (3) = Duitse militaire strategie om eerst in het westen snel Frankrijk te verslaan om daarna het leger over te brengen naar Rusland.f) shellshock (3) = Ernstige psychische klachten als gevolg van de loopgravenoorlog.Tip!Om begrippen te leren bestaan er verschillende online tools die je kunt gebruiken, bijvoorbeeld om flipkaartjes te maken. Alleen helpt het je bij geschiedenis niet zoveel verder als je begrippen uit je hoofd op kunt zeggen. Als je bijvoorbeeld de betekenis van ontzuiling weet, maar niet kan uitleggen waarom de toegenomen welvaart in de jaren zestig daaraan bijdroeg, heb je weinig aan die kennis. Daarom is een woordweb bij geschiedenis vaak beter. Dan leer je de samenhang tussen begrippen zien. Alleen de woordjes die je maar niet in je hoofd krijgt, kun je met een flipkaartje oefenen. De juiste combinaties zijn: a-4 b-1 c-5 d-3 Je houdt 2 over. a) Wilhelm II was de Duitse keizer tussen 1888 en 1918. Hij vergrootte de Duitse vloot en voerde een agressieve buitenlandse politiek / was uit op oorlog.b) Nicolaas II was de laatste tsaar (keizer) van Rusland die in 1917 moest aftreden na felle opstanden in het land.c) Woodrow Wilson was de president van de Verenigde Staten (1913 - 1921) die besloot tot Amerikaanse deelname aan de Eerste Wereldoorlog (en bij het Verdrag van Versailles probeerde te voorkomen dat Duitsland de schuld kreeg).Tip: Ga bij jezelf na of je kunt aangeven waarom het belangrijk is om bij dit onderwerp deze personen te kennen. Als je dat kunt, is dat een aanwijzing dat je de stof al wat beter begrijpt. Net als bij losse begrippen heb je er bij geschiedenis weinig aan als je het uit je hoofd op kan zeggen, maar niet echt weet waar het mee te maken heeft. De juiste volgorde is: 5-2-4-6-1-3Tip: zet op een kladblaadje de cijfers 1 t/m 6 en vul daarachter de jaartallen in die je kent. Tip: probeer oorzaak-gevolg-relaties te ontdekken a) (Ik weet dat…) Frankrijk en Rusland hadden een bondgenootschap, zodat zij Duitsland aan de west- en oostzijde konden insluiten / Duitsland gedwongen was tot een oorlog op twee fronten. (Ik lees dat …) Ludendorff heeft het over de politieke toestand die Duitsland dwingt tot een front aan twee zijden. (En dus…) Dat zijn dus de west- en oostzijde van Frankrijk en Rusland.b) Frankrijk was beter bewapend en lag dichterbij Duitsland (en wilde wraak voor de verloren oorlog uit 1871), waardoor Duitsland daar moest aanvallen. Rusland lag verder weg en had een zwakker leger / minder wapens, zodat Duitsland daar kon verdedigen.Tip: bij A) Je ziet schuingedrukt tussen haakjes vaste zinnetjes (formuleringen) die je kunt gebruiken bij vragen met een stukje tekst als informatie of bron. Stap 1 is opschrijven wat je al weet / geleerd hebt (over het bondgenootschap tussen Frankrijk en Rusland). Stap 2 is duidelijk verwijzen naar de informatie of bron. Stap 3 is de conclusie. Je laat daarbij een stukje van de vraag in je antwoord terugkomen.Tip: bij B) Gebruik een landkaartje om de bondgenootschappen te leren. Doordat je ziet dat Duitsland tussen Frankrijk en Rusland in ligt en dat Rusland en Oostenrijk-Hongarije aan elkaar grenzen, kun je makkelijker onthouden welke landen bij elkaar horen en waarom. De oorzaken zijn: 1. Modern imperialisme is het streven van rond 1900 van Europese landen naar een zo groot mogelijk rijk dat bestaat uit kolonies. In deze gebeurtenissen zie je dat Frankrijk en Duitsland hun gebied in Marokko willen uitbreiden. 2. Een oorlog wordt (nu nog) voorkomen, omdat Frankrijk steun krijgt van bondgenoot Engeland als Duitsland zich te machtig opstelt met oorlogsschepen.Tip: De gebeurtenissen in Marokko zijn een voorbeeld bij het begrip modern imperialisme. Het is belangrijk dat je bij het leren een verschil maakt tussen de inhoud van een begrip (wat betekent het) en een voorbeeld ervan. Overleg met je leraar of je de voorbeelden uit het boek moet leren. a) Frankrijk en Rusland lagen aan weerszijden van Duitsland. Duitsland was rond 1900 de nieuwkomer in Europa en groeide snel uit tot een grootmacht. Frankrijk en Rusland konden Duitsland insluiten, zodat het in een geval van oorlog op twee fronten moest vechten.b) Frankrijk en Engeland hadden samen de meeste kolonies. Duitsland probeerde rond 1900 ook kolonies te veroveren. Om dat te voorkomen, trokken Engeland en Frankrijk samen op.c) Duitsland en Oostenrijk-Hongarije lagen centraal in Europa. Oostenrijk-Hongarije grensde aan Rusland. Duitsland vond het verstandig om met Oostenrijk-Hongarije samen te gaan, omdat Frankrijk en Rusland al bondgenoten waren.Tip: Gebruik een landkaartje om de bondgenootschappen te leren. Doordat je ziet dat Duitsland tussen Frankrijk en Rusland in ligt en dat Rusland en Oostenrijk-Hongarije aan elkaar grenzen, kun je makkelijker onthouden welke landen bij elkaar horen. Lenin sprak de volgende groepen aan:Vrede → soldaten, omdat zij al ruim drie jaar in de loopgraven zaten, zonder uitzicht op een overwinning.Brood → fabrieksarbeiders, omdat het voedsel in de steden (waar fabrieken staan) schaars was geworden.Land → boeren, omdat zij nu vaak als een halve lijfeigene op het land van een edelman werkten.Tip: In de leertekst staat wel dat soldaten, arbeiders en boeren blij waren met de belofte van Lenin, maar niet uitgelegd waarom. Uit het antwoord blijkt, dat Lenin goed over zijn belofte had nagedacht: hij wist precies wat voor grote groepen Russen een zwakke plek was. Dit schilderij verwijst naar de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871. Dat kun je zien aan (noem een van de volgende): De leraar toont zijn leerlingen dat Duitsland de vijand is (door de zwarte vlek) / het jaar waaruit dit schilderij stamt (tussen de Frans-Duitse oorlog van 1870-71 en de Eerste Wereldoorlog).Het nationalisme kun je zien aan (noem een van de volgende): De leerling die in een soldatenjasje rondloopt (alsof hij wil vechten voor Frankrijk) / de leerling met de medaille ter nagedachtenis aan zijn vader (trots op het offer dat zijn vader heeft gebracht / zijn vader willen wreken).Tip: 1) Gebruik de toelichting bij een bron! Vaak staan daarin de zaken waarvan ze willen dat het je opvalt (hier: de zwarte vlek / het soldatenjasje / de medaille). 2) Herhaal telkens eerst de vraag in je antwoord. Dat helpt je gericht antwoord te geven.3) Laat in je antwoord duidelijk blijken dat je iets op het plaatje hebt gezien. Dat kan eenvoudig door een zin te beginnen met “Dat kan je zien aan … (en dan noemen wat je hebt gezien)...” Dit gedicht geeft een goede beschrijving van het karakter van de Eerste Wereldoorlog, omdat:(Gebruik twee van de volgende argumenten)Het gedicht speelt zich af in een loopgraaf en geeft daarvan enkele details (ratten / klaprozen) en dat is kenmerkend voor de Eerste Wereldoorlog.Het gedicht is tijdens de Eerste Wereldoorlog geschreven door iemand die zelf aan het front diende. Het is dus een ervaring van hemzelf.Tip: het woord “karakter” in de vraagstelling is een beetje vaag. Als je twijfelt over de betekenis van een woord, kijk dan kort naar het onderwerp van de bron (hier: gedicht over een loopgraaf) en grijp terug op wat je geleerd hebt (hier: tijdens de Eerste Wereldoorlog speelden loopgraven een belangrijke rol en je weet dat het daar wemelde van het ongedierte, zoals ratten). Het communisme is een politieke stroming die zich afzet tegen de volgende groepen in de samenleving: Noem twee van de volgende:tsaar / vorsten (te zien aan de kroon en hermelijnen mantel)kapitalist / zakenman (te zien aan de hoge hoed en zak met geld)geestelijken / kerk (te zien aan de pauselijke kroon - tiara - rechtsboven)wetenschappers / professoren (te zien aan de zwarte mantel, linksonder).Tip: Beperk je tot het noemen van de tegenstanders! Je hoeft niet uit te leggen waarom het tegenstanders zijn. In de leertekst wordt er ook weinig over de ideeën van het communisme vertelt. (Ik weet ….) In het Zimmermann-telegram stond dat Duitsland Mexico zou steunen als zij enkele gebieden in het zuiden van de VS zouden heroveren. (Ik zie ….) Op de tekening zie je een Duitse hand die delen van de VS afsnijdt. Op de landkaart staat Voor mij (for me). Ook staat er Voor Mexico en Voor Japan.(En dus…) De tekenaar is bang dat als de VS niet eensgezind tegen Duitsland en / of Mexico zouden optreden, zij de kans liepen aangevallen te worden (door Duitsland) / land te verliezen aan Duitsland, Mexico of Japan.Tip!Je ziet schuingedrukt tussen haakjes vaste zinnetjes (formuleringen) die je kunt gebruiken bij vragen met een stukje tekst als informatie of bron. Stap 1 is opschrijven wat je al weet / geleerd hebt (over het Zimmermann-telegram). Stap 2 is duidelijk verwijzen naar de informatie of bron. Stap 3 is de conclusie. Je laat daarbij een stukje van de vraag in je antwoord terugkomen.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.