Toets Wiskunde

Kern Wiskunde deel A+B - Hoofdstuk 1 - Getallen oefentoetsen & antwoorden

1e editie

Onderwerpen: getallen, priemgetallen, rekenvolgorde, rekenregels, breuken, wortels, wetenschappelijke notatie

Kern Wiskunde deel A+B
Toets Wiskunde
Kern Wiskunde deel A+B
Online maken
Toets afdrukken
a)  Delers zijn alle getallen waardoor je een getal kunt delen. Priemfactoren zijn delers die ook een priemgetal zijn. Er zijn dus altijd minder priemfactoren dan delers. Een voorbeeld: delers van 12 zijn 1, 2, 3, 4, 6 en 12; maar bij ontbinding van 12 in priemfactoren zijn alleen 2 en 3 de priemfactoren.  b) $a^b \cdot a^c = a^{b+c}$ $\frac{a^b}{a^c}= a^{b-c}$ c) Haakjes, machtsverheffen en worteltrekken, delen en vermenigvuldigen en optellen en aftrekken. Tip: hiervoor is een ezelsbruggetje: Hoe Komen We Van De Onvoldoendes Af - Haakjes, Kwadrateren (en dus Machtsverheffen), Worteltrekken, Vermenigvuldigen, Delen, Optellen, Aftrekken. d) $(\sqrt{a})^2 = a$. (En overigens is ook: $\sqrt{a^2} = a$). e) Ja, dat klopt: $\frac{\sqrt{a}}{\sqrt{b}}=\sqrt{\frac{a}{b}}$. f) Een miljard is $1 \cdot 10^9$. Een duizendste is $1 \cdot 10^{-3}$.   a) Het getal 13 kun je alleen delen door 1 en door zichzelf en is daarom een priemgetal. Het getal 90 kun je delen door 1 en door zichzelf maar ook door bijvoorbeeld 2 en is daarom geen priemgetal. b) $90 = 2 \cdot 3 \cdot 3 \cdot 5 = 2 \cdot 3^2 \cdot 5$. c) Even getallen kun je altijd delen door 2. De enige uitzondering is het getal 2 zelf: dat kun je alleen delen door 1 en 2 (dus door zichzelf) en daarom is 2 een priemgetal.   a) Bijvoorbeeld: $2^3 \cdot 2^5 = 2^8$. Er zijn uiteraard meerdere antwoorden mogelijk. b) We schrijven het helemaal uit: $(-a)^4=-a \cdot -a \cdot -a \cdot -a = a^4$, want $ - \times - = +$. c) Een kwadraat betekent dat je iets keer zichzelf doet. Als we dat hier uitschrijven krijgen we: $(a^3)^2 = a^3 \cdot a^3 = a^{3+3} = a^6$.   a) Nee, je kunt alleen wortels bij elkaar optellen als de wortels gelijksoortig zijn, dus hetzelfde getal onder de wortel hebben. b) Nee, je kunt alleen wortels bij elkaar optellen als de wortels gelijksoortig zijn, dus hetzelfde getal onder de wortel hebben. c) Ja, wortels kun je altijd keer elkaar doen. Hier geeft dat: $\sqrt{15} \cdot \sqrt{7} = \sqrt{105}$. d) Nee, je kunt $\sqrt{131}$ niet verder herleiden, want $131$ is een priemgetal.   a) $10^5 = 100 000$ (5 nullen), dus $2,5 \cdot 10^5 = 250 000$ (de komma schuift 5 plekken naar rechts). b) 1 miljard is $10^9$, dus het antwoord is: $7,2 \cdot 10^9$. c)  Eerste manier: 1 millimeter is 1/1000 meter, dus $10^{-3}$ 24,6 millimeter is dus $24,6 \cdot 10^{-3}$ Let op! Er mag maar één getal vóór de komma. Het eindantwoord is dus: $2,46 \cdot 10^{-2}$. Tweede manier:  24,6 millimeter = 0,0246 m (komma drie plekken naar rechts) Dat is $2,46 \cdot 10^{-2}$ m. Tip: het is $10^{-2}$ omdat er twee nullen vóór het eerste getal, dus vóór de 2, staan.  a) Veelvouden van 4 zijn: 4, 8, 12, … Veelvouden van 12 zijn: 12, 24, … Het kleinste getal dat van zowel 4 als 12 een veelvoud is, is 12. Dus kgv(4, 12) = 12. b)  Veelvouden van 8 zijn: 8, 16, 24, 32, 40, … Veelvouden van 20 zijn: 20, 40, 60, … Dus kgv(8, 20) = 40. c)  De delers van 30 zijn: 1, 2, 3, 5, 6, 15, 30. De delers van 75 zijn: 1, 3, 5, 15, 25, 75. Het grootste getal dat een deler is van zowel 30 als 75 is 15. Dus ggd(30, 75) = 15. d)  Bij drie getallen werkt het precies hetzelfde: De delers van 12 zijn: 1, 2, 3, 4, 6, 12. De delers van 32 zijn: 1, 2, 4, 8, 16, 32. De delers van 56 zijn: 1, 2, 4, 7, 8, 14, 28, 56. Dus ggd(12, 32, 56) = 4. a)  Eerst alle grondtallen gelijk maken. Gebruik dat $25 = 5 \cdot 5 = 5^2$: $5^{-3} \cdot 5^2 \cdot \frac{5}{5^3}$ Nu de breuk. Let op dat $5 = 5^1$! $5^{-3} \cdot 5^2 \cdot \frac{5^1}{5^3}$ $5^{-3} \cdot 5^2 \cdot 5^{-2}$ Nu de machten optellen en aftrekken: $5^{-3 +2-2}=5^{-3}$ b)  $\frac{1}{3} = 3^{-1}$, dus je krijgt: $3^{-1} \cdot 3^{4} = 3^3$. c)  $(1,3)^5 \cdot \frac{(1,3)^2}{(1,3)^3}$ Eerst de breuk: $(1,3)^5 \cdot (1,3)^{-1}$ Machten optellen: $(1,3)^4$ d)  We gaan alles als grondtal 2 schrijven, omdat zowel 4 als 8 een macht van 2 is. $8 = 2^3$ en $\frac{1}{4} = \frac{1}{2^2} = 2^{-2}$, dus: $8 \cdot \frac{1}{4} \cdot 2^4$ = $2^3 \cdot 2^{-2} \cdot 2^4$ =  $2^5$.     a)  $0,9^2 = 0,81$ Daarom is inderdaad $\sqrt{0,81}=0,9$. b) Deze klopt niet, want je kunt niet de wortel trekken van een negatief getal. $\sqrt{-4}$ bestaat niet. c) Deze klopt, want: $7 = \sqrt{49} = < \sqrt{60}$, en ook is $\sqrt{60} < \sqrt{64} = 8$. d)  $\sqrt{1 \frac{9}{16}} = \sqrt{\frac{25}{16}} = \frac{5}{4} = 1 \frac{1}{4}$. Dus dit klopt niet. (Je had ook mogen uitleggen dat $(1 \frac{1}{5})^2 = (\frac{6}{5})^2 = \frac{36}{25} = 1 \frac{11}{25}$, en niet $1 \frac{9}{16}$). e) Deze klopt niet: $\sqrt{4^2+5^2} = \sqrt{15 + 25} = \sqrt{41} \isnot 9$. In het algemeen is natuurlijk wel $\sqrt{a^2} = a$, maar als er meerdere getallen onder de wortel staan klopt het niet meer. f) Deze klopt: want de wortel van een getal dat kleiner is dan 1, is zelf ook kleiner dan 1. (En omgekeerd is de wortel van een getal groter dan 1, zelf ook groter dan 1).    a)  $\sqrt{6}(\sqrt{20}+5\sqrt{2})$ $\sqrt{120} + 5\sqrt{12}$ $\sqrt{4 \cdot 30} + 5 \sqrt{4 \cdot 3}$ $2 \sqrt{30}+10 \sqrt{3}$ b)  $\sqrt{2}{5} \cdot \frac{\sqrt{15}}{\sqrt{6}}$ $\frac{\sqrt{2}}{\sqrt{5}} \cdot \frac{\sqrt{15}}{\sqrt{6}}$ $\frac{\sqrt{2} \cdot \sqrt{15}}{\sqrt{5} \cdot \sqrt{6}}$ $\frac{\sqrt{30}}{\sqrt{30}}$ $\frac{1}{1}=1$ c)  $\frac{\sqrt{450}}{\sqrt{3}}$ $\sqrt{150}$ $\sqrt{25 \cdot 6}$ $5 \sqrt{6}$ d)  $(2\sqrt{2}-\sqrt{3})^2$ Schrijf eerst de  haakjes uit: $(2\sqrt(2)-\sqrt{3})(2\sqrt{2}-\sqrt{3})$ $2\sqrt{2} \cdot 2 \sqrt{2} - 2\sqrt{2} \cdot \sqrt{3} - \sqrt{3} \cdot 2 \sqrt{2} + \sqrt{3} \cdot \sqrt{3}$ $4 \cdot 2 - 4 \sqrt{6} + 3$ $11 - 4 \sqrt{6}$   $\frac{1 \cdot \sqrt{2}}{\sqrt{2} \cdot \sqrt{2}} = \frac{1}{\sqrt{2}} \frac{\sqrt{2}}{\sqrt{2}} = \frac{1}{\sqrt{2}} \frac{1}{1} = \frac{1}{\sqrt{2}}$. d)  $\frac{1}{\sqrt{3}}$ is gelijk aan $\frac{1}{3}\sqrt{3}$. Vermenigvuldig daartoe boven en onder met $\sqrt{3}$: $\frac{1 \cdot \sqrt{3}}{\sqrt{3} \cdot \sqrt{3}} = \frac{\sqrt{3}}{3} = \frac{1}{3} \sqrt{3}$.   a)  $7 \cdot 15 = 105$ nanometer. $105$ nanometer $= 105 \cdot 10^{-9}$ meter (een nanometer is één miljardste meter). $105 \cdot 10^{-9} = 1,05 \cdot 10^{-7}$ meter. De $7$ staafjes zijn samen dus $1,05 \cdot 10^{-7}$ meter breed. b) We moeten het antwoord geven in nm/s, dus we rekenen eerst de maten om in nm en s. 20 cm = 0,20 m = $0,20 \cdot 10^9$ m 2 dagen = 2 x 24 uur x 60 minuten x 60 seconden = 172 800 seconden Deel door elkaar om nm/s te krijgen: 1157 nm/s. (Dit mag ook met een verhoudingstabel). 

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in