Toets Wiskunde

Moderne Wiskunde AC 12e ed/FLEX deel 2 - Hoofdstuk 8C - Vorm en ruimte oefentoetsen & antwoorden

12e editie

Onderwerpen: gelijkvormigheid, gulden snede, aanzichten, symmetrie, inhoud, schaalvergroting. Examendomein: G – Vorm en ruimte

Moderne Wiskunde AC 12e ed/FLEX deel 2
Toets Wiskunde
Moderne Wiskunde AC 12e ed/FLEX deel 2
Online maken
Toets afdrukken
a) Indien twee figuren gelijkvormig heten, wordt elke lengte uit de tweede figuur worden berekend door een lengte in de eerste figuur te vermenigvuldigen met een zelfde  (vergrotings)factor. b) Indien twee figuren gelijkvormig heten, dan is elke hoek in de tweede figuur precies even groot als elke overeenkomstige hoek in de eerste figuur. Er zijn drie vormen van symmetrie: lijnsymmetrie, draaisymmetrie en puntsymmetrie. Bij de lijnsymmetrie wordt de figuur gespiegeld in een lijn, bij draaisymmetrie wordt de figuur gedraaid om een punt en bij puntsymmetrie wordt de figuur gespiegeld in een punt, zodanig dat na spiegeling of draaiing de figuur samenvalt met de oorspronkelijke figuur.a) Er is sprake van draaisymmetrie bij een figuur wanneer je de figuur:om een bepaald punt (het draaipunt) kunt draaienover een bepaalde hoekwaarbij de figuur samenvalt met de oorspronkelijke figuurVoorbeeld: Vierhoek ABCD is een vierkant. Het punt M is het snijpunt van de diagonalen AC en BD. Wanneer het vierkant om punt M wordt gedraaid over een hoek van 90° dan valt elk punt van de figuur na draaiing over 90° samen met de oorspronkelijke figuur. In het bijzonder A wordt afgebeeld op D, B wordt afgebeeld op A, etc. De kleinste draaihoek waarover je de figuur kunt draaien om punt M is 90°.b) Er is sprake van puntsymmetrie bij een figuur wanneer:er bestaat een punt is (centrum van puntsymmetrie)waarbij je elk punt van de figuur kunt spiegelen in dat punten elk beeldpunt samenvalt met een punt op de figuurVoorbeeld: Het punt M is het centrum van puntsymmetrie. Elke willekeurig gekozen punt A van de figuur (de cirkel c) heeft een beeldpunt A' die ook weer op de figuur (de cirkel c) ligt.c) Er is sprake van lijnsymmetrie bij een figuur wanneer:Er één of meer lijnen bestaan (symmetrie-assen)Waarbij je elk punt van de figuur kunt spiegelen in de symmetrie-aszodanig dat elk beeldpunt samenvalt met een putn op de figuurVoorbeeld: Het vierkant ABCD heeft vier symmetrie-assen. Ga na dat bij elke symmetrie-as elk willekeurig punt op het vierkant na spiegeling in de symmetrie-as weer op het vierkant valt. a) De cilinder heeft een hoogte h=10h = 10h=10 cm en de straal r=5r = 5r=5 cm van het cirkelvormige grondvlak.  Maak een visuele voorstelling hiervan en zet er de maten bij.Het grond- en bovenvlak heeft de vorm van een cirkel. Voor de oppervlakte van het grondvlak GGG geldt: G=πr2G = \pi r^2G=πr2Voor de inhoud III van de cilinder geldt: I=G⋅g=πr2hI = G \cdot g = \pi r^2 hI=G⋅h=πr2hBerekening: I=π⋅52⋅10=250π≈785I = \pi \cdot 5^2 \cdot 10 = 250 \pi \approx 785I=π⋅52⋅10=250π≈785 cm3^33b) Twee stappen:Stel vast dat de twee cilinders gelijkvormig zijn. Immers elke afmeting van de tweede cilinder is twee keer groter dan van de eerste cilinder. De vergrotingsfactor is 2.Dan is de inhoud van de tweede cilinder 23=82^3 = 823=8 keer groter dan de inhoud van de eerste cilinder. Elke kubus heeft een breedte, diepte en hoogte.a) Bij het vooraanzicht teken je breedte en hoogte van de kubussen op de juiste schaal.b) Bij het bovenaanzicht teken je breedte en diepte van de kubussen op de juiste schaal.c) Bij het linkerzijaanzicht teken je diepte en hoogte op de juiste schaal. Het werkelijke schip en het schaalmodel zijn gelijkvormig. Tip: rangschik de bekende gegevens in een verhoudingstabel. a) De schaal is $1 : 200$. De lengte van het schaalmodel is $\frac{251 \, m}{200} = 125$ cm.b) De schaal is $1 : 200$. De werkelijke breedte en hoogte zijn 200 keer groter dan de breedte en hoogte van het schaalmodel:Werkelijke breedte: $200 \cdot 18 \, cm = 3600 \, cm = 36 \, m$Werkelijke hoogte: $200 \cdot 32 \, cm = 6400 \, cm = 64 \, m$ Bereken eerst de afmetingen van een kleine rechthoek in het kunstwerk. Bepaal de beide verhoudingen en vervolgens of zij aan elkaar gelijk zijn. Schrijf tot slot de conclusie op. Berekening afmetingen van kleine rechthoek In de hoogte bestaat het kunstwerk uit 41 rijen die gezamenlijk een hoogte hebben van $41.9$ cm. In de breedte bestaat het kunstwerk uit 83 kolommen met een gezamenlijke breedte $114.9$ cm.Korte zijde kleine rechthoek:$k = \frac{41.9}{41} \approx 1.02$ cmLange zijde kleine rechthoek:$l = \frac{114.9}{83} \approx 1.38$ cmBereken de verhouding: $k : l$$k : l = \frac{1.02}{1.38} \approx 0.74$Bereken de verhouding: $l : (k + l)$$l : (k + l) = \frac{1.38}{1.02 + 1.38} \approx 0.58$Dus de twee berekende verhoudingen zijn niet gelijk aan elkaar:$k : l \approx 0.74 \neq 0.58 \approx l : (k + l)$Conclusie: de kleine rechthoek heeft geen gulden-snede-verhouding. Bij het vooraanzicht teken je de lengte en de hoogte van de kast op de juiste schaal.De werkelijke lengte is $168$ cm. Getekend op een schaal $1:10$ wordt dit $16.8$ cm.De lengte van één deel is de helft van de totale, $84$ cm.Getekend op een schaal $1 : 10$ wordt dit $8.4$ cm.De werkelijke hoogte is $40$ cm.Getekend op een schaal $1 : 10$ wordt dit $4.0$ cm. Vormen van symmetrie: (1) lijnsymmetrie, (2) puntsymmetrie (3) draaisymmetrie(1) lijnsymmetrieLijnsymmetrisch in twee assenIn de schets zijn de twee symmetrie-assen met dunne lijnen aangegeven.(2) puntsymmetriePuntsymmetrischIn de schets wordt laten zien dat elk willekeurig punt van de figuur bij spiegeling in het punt van symmetrie $M$ een beeldpunt op dezelfde figuur oplevert.(3) draaisymmetrischKleinste draaihoek $180 \degree$ Het draaipunt is het punt $M$ en de kleinste draaihoek is $180 \degree$. a) Bepaal de vermenigvuldigingsfactor van het kleinste ten opzichte van de grootste poppetje. Bepaal de vermenigvuldigingsfactor door de hoogte vier keer achtereenvolgens te vermenigvuldigen met factor $r$. Vergelijk beide uitkomsten en bereken dan $r$. Rond tenslotte de uitkomst af op drie decimalen.De vermenigvuldigingsfactor van het kleinste ten opzichte van het grootste poppetje is $\frac{5}{18}$ De hoogte van het tweede poppetje wordt verkregen door de hoogte van de eerste te vermenigvuldigen met $r$, de hoogte van het derde poppetje wordt verkregen door de hoogte van het tweede poppetje te vermenigvuldigen met $r$, etc. Dus de hoogte van het vijfde poppetje kan uit de hoogte van de eerste worden verkregen door te vermenigvuldigen met $r^4$.Er geldt dus: $r^4 = \frac{5}{18}$waaruit volgt: $r = (\frac{5}{18})^{\frac{1}{4}} \approx 0.72597$ …Afgerond op drie decimalen is de waarde van de vermenigvuldigingsfactor $r \approx 0.726$.b) Zijn twee ruimtelijke objecten gelijkvormig met vergrotingsfactor $k$, dan geldt voor de inhoud een vergrotingsfactor $k^3$. Als de afmetingen van het ruimtelijk object $k$ keer zo groot worden, dan is de inhoud van het hierdoor ontstane ruimtelijke object $k^3$ keer zo groot. Omdat de poppetjes gelijkvormig zijn, bepalen we eerst de vergrotingsfactor $k$ van het derde poppetje ten opzichte van de eerste. Vervolgens is de inhoud van het derde poppetje $k^3$ zo groot als de inhoud van het eerste poppetje. Tot slot bepalen we het aantal keren dat het derde poppetje kleiner is dan de eerste.Bepaling vergrotingsfactor $k$ van het derde poppetje ten opzichte van de eerste.Alle afmetingen van het tweede poppetje zijn vermenigvuldigd met $r$ ten opzichte van de eerste. Alle afmetingen van het derde poppetje zijn vermenigvuldigd met $r$ ten opzichte van de tweede, dus met $r \cdot r = r^2$ ten opzichte van de eerste. De vergrotingsfactor is dus $k = r^2$.De inhoud van het derde poppetje is dus $k^3$ zo groot: $k^3 = (r^2)^3 = r^3 = 0.726^6$De inhoud van het derde poppetje is dus $\frac{1}{k^3} = \frac{1}{r^6} = \frac{1}{0.726^6} \approx 6.8$ zo klein (indien is gerekend met $r = 0.7$ is de verkleining 8.5 keer).

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in