Nieuw Nederlands 6e ed - Hoofdstuk 6 - Vakantie oefentoetsen & antwoorden

1) onderwerp2) bron3) taalgebruik4) lay-out Het Noorderlicht in Lapland Informerend, omdat het echt gaat om een specifieke trip met tips. Het is niet zomaar een amuserend reisdagboek. Voor mensen die geïnteresseerd zijn in reizen of zelf naar Lapland willen om het Noorderlicht te zien. Het onderwerp: Het Noorderlicht in Lapland, de bron: een reiswebsite, taalgebruik is geschikt voor iedereen die zelfstandig kan reizen, lay-out is aantrekkelijk door de foto’s. Je wil meteen de reis boeken als je dit ziet als  geïnteresseerde. Poollicht, Aurora borealis en dansende groene wolken. Een hoge breedtegraadOnbewolkte hemelGeen lichtvervuilingHerfst en winter Waar. Een spreekwoord is een onveranderlijke hele zin met een bepaalde wijsheid. Bijvoorbeeld: De morgenstond heeft goud in de mond of Kleren maken de man.Een uitdrukking is een vaste woordgroep met een figuurlijke betekenis, zoals platzak zijn, een hondenleven hebben. De betekenis vind je in het woordenboek onder de kern: ‘hond’ – een slecht leven hebben. Je kunt delen van de zin dus aanpassen, maar de woordgroep moet altijd bij elkaar blijven staan. a) Na regen komt zonneschijn. = Een spreekwoord. Je mag niets in de zin veranderen. De hele zin staat vast. b) Mijn zusje bekijkt iedere dag van de zonnige kant, ondanks haar ziekte. = Een uitdrukking. Iets van de zonnige kant bekijken staat vast, maar de rest van de zin kun je veranderen. Hier staat dus alleen de woordgroep vast.c) Één zwaluw maakt nog geen zomer. = Een spreekwoord. Je mag niets in de zin veranderen. De hele zin staat vast.d) Een goed begin is het halve werk! = Een spreekwoord. Je mag niets in de zin veranderen. De hele zin staat vast.e) De aanhouder wint. = Een spreekwoord. Je mag niets in de zin veranderen. De hele zin staat vast. Eigen antwoord, maar een voorbeeld kan bijvoorbeeld zijn:Spreekwoord: De appel valt niet ver van de boom.Uitdrukking: Ben je nou helemaal van de pot gerukt?  a) Mijn auto is beveiligd tegen diefstal met een goed slot.b) Mijn vriend lijkt erg op Jan Smit.c) De VN streven naar een duurzamere wereld in 2030.d) De horeca kampte met een personeelstekort na corona.e) Een voetbalteam bestaat uit 11 spelers. a) Aangedurfd (Voltooid deelwoord, dus hele werkwoord – en = aandurv. De laatste letter, de v, zit niet in ’t ex-kofschip, dus je schrijft een d aan het eind)b) Voedt(Hij-vorm tegenwoordige tijd, dus je schrijft ik-vorm + t  voedt)c) Ontbonden (Sterk werkwoord verandert van klank. Dit is een leerwoord. Er zijn geen regels voor de vervoeging)d) Letten (Wij-vorm verleden tijd, dus je schrijft ik-vorm + ten, omdat er al een t staat  letten)e) Gebeurt (Hij-vorm tegenwoordige tijd, dus je schrijft ik-vorm + t  gebeurt)f) Gedeletet (Voltooid deelwoord. Engelse werkwoorden vervoeg je zoals je doet bij Nederlandse werkwoorden, dus hele werkwoord – en = delet. De laatste letter, de t, zit in ’t ex-kofschip, dus je schrijft een t aan het eind. Daarnaast is de eind-e onmisbaar in de stam en daarom laat je deze staan  gedeletet)g) Leidt (Hij-vorm tegenwoordige tijd, dus je schrijft ik-vorm + t  leidt)h) Kleefde (Hij-vorm verleden tijd, dus je schrijft ik-vorm + de  kleefde. Je hebt hier ’t ex-kofschip niet nodig, omdat je goed hoort dat er een d moet komen als je het woord langer maakt)i) Bestraatten (Wij-vorm tegenwoordige tijd, dus je schrijft ik-vorm +ten  bestraatten.)j) Knoeit (Hij-vorm tegenwoordige tijd, dus je schrijft ik-vorm + t  knoeit)k) Testte (Wij-vorm verleden tijd, dus je schrijft ik-vorm + te, omdat er al een t staat  testte)l) Groef (Ik-vorm verleden tijd. Een sterk werkwoord verandert van klank. Dit is een leerwoord. Er zijn geen regels voor de vervoeging)m) Nagespeeld (Voltooid deelwoord, dus hele werkwoord – en = naspel. De laatste letter, de l, zit niet in ’t ex-kofschip, dus je schrijft een d aan het eind)n) Gesandwicht (Voltooid deelwoord, dus hele werkwoord – en = sandwich. De laatste letter, de h, zit in ’t kofschip, dus je schrijft een t aan het eind)o) Beweert (Hij-vorm tegenwoordige tijd, dus je schrijft ik-vorm + t  beweert)p) Zwaaiend (Tegenwoordig deelwoord = hele werkwoord + d of de. In dit geval +d)q) Meld (Gebiedende wijs, dus je schrijft de ik-vorm)r) Bereid (Ik-vorm, want jij staat achter de pv)s) Gebarbecued (Voltooid deelwoord. Engelse werkwoorden vervoeg je zoals je doet bij Nederlandse werkwoorden, dus hele werkwoord – en = barbeque. De laatste letter, de e, is een klinker en dan eindigt het  voltooid deelwoord altijd op een d. Check: maak het langer en je hoort de d ook.t) Beleeft (Hij-vorm tegenwoordige tijd, dus je schrijft ik-vorm + t  beleeft) a) kroket -> kroketten (Je plakt - en achter het woord en voegt een medeklinker toe vanwege de korte klank bij “ket-”)b) tarief → tarieven (Je plakt -en achter het woord en de f verandert in een v vanwege de uitspraak)c) slimmerik → slimeriken (Bij woorden eindigend op -ik, -es, -et, -el plak je -en achter het woord zonder dubbele medeklinker als de klemtoon valt op de eerste of middelste lettergreep)d) krokodil → krokodillen (Je plakt - en achter het woord en voegt een medeklinker toe vanwege de korte klank bij “dil-”)e) operatie → operaties (Je plakt -s achter het woord als deze eindigt op een medeklinker of -e.)f) melodie → melodieën (Je plakt -ën achter woorden die eindigen op -ie en waarbij de klemtoon ook op de laatste lettergreep valt.)g) fee → feeën (Je plakt -ën achter woorden die eindigen op -ee. )h) typograaf → typografen (langere woorden op -aaf en -oof houden (vaak) de ‘f’ in het meervoud. )i) horloge → horloges (Je plakt -s achter het woord als deze eindigt op een medeklinker of -e.)j) display → Display’s (Je plakt –’s achter het woord als deze eindigt op: -a, -o, -u, -i of -y als de uitspraak in gevaar komt. In andere gevallen noteer je een -s. Dus ook bij -e.)