Toets Wiskunde

Moderne Wiskunde 12e ed deel B - Hoofdstuk 12B - Lijnen en cirkels oefentoetsen & antwoorden

12e editie

Deze toets behandelt de volgende onderwerpen: Lijnen en cirkels: stelsel van vergelijkingen, vergelijkingen van lijnen, substitueren, vergelijking van een cirkel opstellen, middelpunt, straal, snijpunt tussen lijn en cirkel.

Moderne Wiskunde 12e ed deel B
Toets Wiskunde
Moderne Wiskunde 12e ed deel B
Online maken
Toets afdrukken
 Eerst de vergelijkingen herleiden tot de vorm $y=ax+b$. Vervolgens kun je de vergelijkingen gelijkstellen om de $x$ te vinden.De laatste stap is om de gevonden $x$ in te vullen bij één van de vergelijkingen om de $y$ uit te rekenen.$(x-a)^2+(y-b)^2=r^2$.Schrijf $x^2 + 6x$ om tot: $(x+3)^3 - 9$. (Let op dat je ook de $-9$ noteert!) Schrijf de vergelijking van de lijn in de vorm $y=...$ of $x=...$Substitueer de vergelijking van de lijn in die van de cirkel.Los de vergelijking op en bereken zo de x- of y-coördinaten van de snijpunten.Vul de gevonden coördinaten in de formule van de lijn in om de andere coördinaten te vinden.De discriminant kan gelijk zijn aan $0$, of $<0$ zijn of $>0$:$D=0$ betekent dat lijn en cirkel elkaar raken$D>0$ betekent dat ze elkaar snijden (in twee snijpunten)$D<0$ betekent dat ze geen enkel punt gemeenschappelijk hebben. Herleid de eerste vergelijking tot de vorm $y=ax+b$. (Je mag natuurlijk ook de tweede vergelijking herleiden en daarmee verder oplossen).$2x-y=4$$-y=-2x+4$$y=2x-4$Substitueer de gevonden uitdrukking voor $y$ in de tweede vergelijking. Dit geeft:$-2x +\frac{1}{2} \cdot (2x-4) = -3$$-2x+x-2=-3$$-x-2=-3$$-x=-1$$x=1$Vul de gevonden waarde $x=1$ in de uitdrukking $y=2x-4$. Dit geeft:$y=2\cdot 1 -4 =-2$.De oplossing is $x=1$ en $y=-2$.Herleid de eerste vergelijking tot de vorm $y=ax+b$. (Je mag natuurlijk ook de tweede vergelijking herleiden en daarmee verder oplossen).$2y=x+2$$y=\frac{1}{2}x+1$, enSubstitueer in de tweede vergelijking:$2x-(\frac{1}{2}x+1)=2$$2x - \frac{1}{2}x - 1 =2$$1\frac{1}{2}x = 3$$x=2$Vul de gevonden $x$ in bij een vergelijking om $y$ te vinden:$y=-2+2x = -2+2\times 2=2$Dus oplossing is $x=2, y=2$. $x^2 + y^2 +10x - 4y + 10 = 0$Twee keer kwadraat afsplitsen geeft: $(x+5)^2-25 + (y-2)^2-4 +10 = 0$ (vervang $x^2 + 10x$ door $(x+5)^2 -25$, en op dezelfde manier $y^2-4y$ door $(y-2)^2-4$)Herleiden tot de standaard vorm: $(x+5)^2 + (y-2)^2 -25 -10 + 10 = 0$$(x+5)^2 + (y-2)^2 -25 = 0$$(x+5)^2 + (y-2)^2 = 25$Dus de straal is $r = \sqrt 25 = 5$ en het middelpunt is $(-5, 2)$ (let op de min!) (Toelichting: uit de algemene vorm (x-a)^2+(y-b)^2=r^2$ kun je de straal $r$ en de coördinaten van het middelpunt $(a,b)$ aflezen). $x^2 + y^2 - 5y + 4 = 0$Kwadraat afsplitsen (hoeft maar één keer, alleen voor $y$) geeft: $x^2 + (y-2\frac{1}{2})^2-6\frac{1}{4} +18 = 0$Herleiden tot de standaard vorm: $x^2 + (y-2\frac{1}{2})^2-2\frac{1}{4} = 0$$x^2 + (y-2\frac{1}{2})^2 =2\frac{1}{4}$Dus de straal is $r = \sqrt 2\frac{1}{4} = 1\frac{1}{2}$ en het middelpunt is $(0, 2\frac{1}{2})$ $x^2 + y^2 +6x - 14y= 0$Twee keer kwadraat afsplitsen geeft: $(x+3)^2-9 + (y-7)^2-49 = 0$Herleiden tot de standaard vorm: $(x+3)^2 + (y-7)^2 -58 = 0$$(x+3)^2 + (y-7)^2 =58$Dus de straal is $r = \sqrt 58 $ en het middelpunt is $(-3, 7)$. Schrijf de vergelijking van de lijn om zodat je deze bij de cirkel kunt substitueren:$x = 2y -1$ (Je mag ook omschrijven naar $y=...$, maar dat geeft in dit geval een lastigere vergelijking)Substitueer in de cirkelvergelijking:$(2y-1-3)^2 +(y+4)^2 = 17$Vereenvoudig de kwadratische vergelijking:$(2y-4)^2 + (y+4)^2=17$$4y^2-16y+16 + y^2+8y+16 = 17$$5y^2 - 8y + 32 = 17$$5y^2 -8y + 15 = 0$Bereken de discriminant:$a = 5, b=-8, c=15$ geeft $D = b^2 - 4ac = (-8)^2-4 \cdot 5 \cdot 15 = -236$Conclusie: $D<0$, dus de cirkel en de lijn hebben geen punten gemeenschappelijk. Schrijf de vergelijking van de lijn om zodat je deze bij de cirkel kunt substitueren:$2y = -6x +8$$y=-3x+4$ (Je mag ook omschrijven naar $x=...$, maar dan krijg je breuken)Substitueer in de cirkelvergelijking:$(x+2)^2 + (-3x+4)^2=30$Vereenvoudig de kwadratische vergelijking:$x^2 + 4x + 4 + 9x^2-24x+16 = 30$$10x^2 -20x + 20 = 30$$10x^2 -20x -10 = 0$$x^2-2x-1=0$Bereken de discriminant:$a = 1, b=-2, c=-1$ geeft $D = b^2 - 4ac = (-2)^2-4 \cdot 1 \cdot -1 = 8$Conclusie: $D>0$, dus de cirkel en de lijn snijden elkaar in twee punten. De tweede vergelijking staat al in de goede vorm. Vul deze vergelijking bij de eerste in, en let op haakjes:$-4 \cdot (-1-\frac{3}{4}x))-4=3x$$4+3x-4=3x$$0=0$ (alles valt tegen elkaar weg)Dus wat je ook invult voor $x$ en $y$, er staat altijd iets dat klopt. De conclusie is dat elke waarde van $x$ en $y$ een oplossing is. Deze twee lijnen zijn precies gelijk: ze vallen volledig samen. Dat kun je zien als je de eerste lijn herleidt:$-4y-4=3x$$-4y=3x+4$$y=-\frac{3}{4}x-1$, dus de eerste lijn heeft exact hetzelfde functievoorschrift als de tweede. Tip: maak voor je eigen begrip van de situatie eerst een schets van de situatie. Hieronder noemen we het middelpunt M en het gegeven punt A. De straal $r$ vinden we via Pythagoras:Maak een driehoek met als schuine zijde de straal $MA$De breedte horizontaal is $x_M - x_A = 3-2 = 1$ en de hoogte verticaal is $y_A - y_M = 4 –6 = 10$Dus $MA = \sqrt{1^2 + 10^2} = \sqrt{101}$Het middelpunt is $M(3, -6)$Invullen in de algemene formule voor een cirkel geeft: $(x-3)^2+(y+6)^2=101$. We beginnen opnieuw met een schets. Midden tussen $A$ en $B$ ligt het middelpunt $M$ en we schetsen ook alvast hoe de cirkel eruit ziet. De straal $r$ is de helft van de lengte van lijn $AB$, dus de straal is $5$.Middelpunt is $M(5,1)$.Een vergelijking van de cirkel is dus: $(x-5)^2+(y-1)^2=25$. Er zijn meerdere cirkels mogelijk met straal 2 die aan de assen raken, maar er is er maar één die aan de positieve $x$-as en $y$-as raakt. (Bedenk dat raken betekent dat de cirkel precies één punt gemeenschappelijk heeft; hieronder zie je de raakpunten $(0,2)$ en $(2,0)$.Van deze cirkel is de straal gegeven: $r=2$.Het middelpunt is $M(2,2)$.Dus een vergelijking van de cirkel is $(x-2)^2+(y-2)^2=4$. Vergelijking van de cirkel: straal is 555 en middelpunt (8.3)(8.3)(8.3), dus: (x−8)2+(y−3)2=25(x-8)^2 + (y-3)^2 = 25(x−8)2+(y−3)2=25.Aanpak: Berekenen de coördinaten van punten AAA en BBB (en we weten al dat y=0y=0y=0, want ze liggen op de x-as). Lengte ABABAB is dan het verschil tussen de yyy-coördinaten van de twee punten.Coördinaten van AAA en BBB: vul in de cirkel in dat y=0y=0y=0 en los op.(x−8)2+(0−3)2=25(x-8)^2 + (0-3)^2 = 25(x−8)2+(0−3)2=25(x−8)2+9=25(x-8)^2 + 9 = 25(x−8)2+9=25x2−16x+64+9−25=0x^2-16x+64 +9 - 25=0x2−16x+64+9−25=0x2−16x+48=0x^2 -16x + 48=0x2−16x+48=0(x−4)(x−12)=0(x-4)(x-12)=0(x−4)(x−12)=0 (of via de ABC-formule)x=4∨x=12x=4 \vee x=12x=4∨x=12Dus A(4,0)A(4,0)A(4,0) en B(12,0)B(12,0)B(12,0)Conclusie: De afstand AB=yB−yA=12−4=8AB = y_B - y_A = 12-4 = 8AB=yB​−yA​=12−4=8.Om de vergelijking van de cirkel op te kunnen stellen hebben we de straal en de coördinaten van het middelpunt nodig.Eerst de straal.Bedenk dat MMM op afstand 888 van de y−asy-asy−as ligt (want xM=8x_M = 8xM​=8). De straal van c1c_1c1​ is 555 (gegeven).Dus de diameter van cirkel c2c_2c2​ is 8−5=38-5 = 38−5=3. De straal is de helft van de diameter, dus r=112r=1\frac{1}{2}r=121​.Hiermee kunnen we ook het middelpunt vinden.Gegeven was al dat yN=yM=3y_N = y_M= 3yN​=yM​=3Het middelpunt moet midden tussen het raakpunt met de y-as en het raakpunt met de grote cirkel liggen, dus op x=112x=1\frac{1}{2}x=121​.Dus N(112,3)N(1\frac{1}{2}, 3)N(121​,3)Invullen in de standaard vergelijking voor een cirkel geeft: de vergelijking van c2c_2c2​ is (x−112)2+(y−3)2=214(x-1\frac{1}{2})^2 + (y-3)^2 = 2\frac{1}{4}(x−121​)2+(y−3)2=241​.Tip: Als je het lastig vindt om zo’n opgave op te lossen, maak dan zelf een schets en zet alle gegevens erin. Zo kun je beter zien wat de situatie is. In dit geval is het bijvoorbeeld handig om het raakpunt (dat hebben we SSS genoemd) tussen de twee cirkels aan te geven, en wordt het er ook duidelijker van als je op ruitjespapier het assenstelsel tekent: Werkwijze: Stel eerst de vergelijking van de cirkel op. Stel vervolgens de vergelijking op van de lijn door $A$ en $C$. Punt $F$ is het snijpunt tussen de cirkel en de lijn.De vergelijking van de cirkel:De straal vinden we door de afstand tussen $M$ en $A$: met Pythagoras geeft dat $\sqrt{(4-3)^2 + (0-2)^2} = \sqrt{1^2 + (-2)^2} = \sqrt{5}$.Middelpunt is gegeven: $M(3,2)$Dus de vergelijking is $(x-3)^2 + (y-2)^2 = 5$De vergelijking van de lijn: Een lijn is $y=ax+b$$a$ is de helling: bereken deze bijvoorbeeld via $a = \frac{\Delta y}{\Delta x} = \frac{x_C - x_A}{y_C-y_A} = \frac{0 - 4}{4-0} = \frac{-4}{4} = -1$ $b$ is de beginwaarde. Deze is gelijk aan $4$, vanwege de ligging van punt $C$ (of je kunt $b$ berekenen door punt $A$ of punt $C$ in de lijn in te vullen)Dus de vergelijking van de lijn is $y=-x+4$.Nu vinden we punt $F$ door de snijpunten tussen de lijn en de cirkel te vinden:De lijn staat al in de vorm $y=...$, dus deze kunnen we direct in de vergelijking van de cirkel substitueren:$(x-3)^2 + (y-2)^2 = 5$ met $y=-x+4$$(x-3)^2 + (-x+4-2)^2=5$$(x-3)^2+(-x+2)^2=5$Los de vergelijking op om $x$ te vinden:Eerst haakjes uitwerken: $x^2 -6x +9 + x^2 -4x +4 = 5$$2x^2 -10x +13 = 5$$2x^2 -10x +8 = 0$Deel elke term door 2 om makkelijker te kunnen oplossen (of gebruik direct de ABC-formule): $x^2 -5x +4 = 0$$(x-1)(x-4)=0$Dat geeft $x=1 \vee x=4$De $x$-coördinaat van $F$ is $1$ (want $x=4$ hoort bij punt $A$)Vul de gevonden $x$-coördinaat in bij de lijn om de $y$ te vinden:$y = -x + 4 = -1 + 4 = 3$Conclusie: de coördinaten van $F$ zijn $(1, 3)$. We moeten laten zien dat $P(0,1)$ op de cirkel ligt. Dat kun je doen door de coördinaten in de cirkelvergelijking in te vullen en te controleren dat het klopt:$(x-3)^2+(y-5)^2=25$ met $x=0$ en $y=1$ geeft:$(0-3)^2 + (1-5)^2 = 9 + 16 = 25$.Dat klopt, dus we hebben aangetoond dat $P$ inderdaad op de cirkel ligt. Om aan te tonen dat de lijn de cirkel precies raakt vullen we de vergelijking van de lijn in bij de cirkel en laten we zien dat $D=0$.$y=-\frac{3}{4}x+1$ invullen bij de cirkel en vereenvoudigen:$(x-3)^2 + (-\frac{3}{4}x +1-5)^2 = 25$$x^2 -6x +9 + (-\frac{3}{4}x -4)^2 = 25$$x^2 -6x + 9 + \frac{9}{16}x^2 + 2 \cdot -\frac{3}{4} \cdot -4 x + 16 = 25$ (Twee breuken vermenigvuldigen doe je met teller x teller en noemer x noemer, dus $(-\frac{3}{4})^2 =- \frac{3}{4} \cdot -\frac{3}{4} = \frac{-3 \cdot -3}{4 \cdot 4} = \frac{9}{16}$)$1 \frac{9}{16}x^2 -6x + 6x +9 -9 = 0$$1 \frac{9}{16}x^2 = 0$Dus $a=1\frac{9}{16}, b=0, c=0$. De discriminant is $D = 0^2 - 4 \cdot 1\frac{9}{16} \cdot 0 = 0$.Dus de lijn raakt inderdaad de cirkel.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in