Toets Wiskunde

Moderne Wiskunde B 12e ed/FLEX deel 2 - Hoofdstuk 9 - Afstanden en hoeken oefentoetsen & antwoorden

12e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: Gelijkvormigheid, Sinusregel, Cosinusregel, Meetkunde in de ruimte, Een aanpak kiezen 

Examendomein: C Meetkundige berekeningen (subdomeinen C1 en C2).

Moderne Wiskunde B 12e ed/FLEX deel 2
Toets Wiskunde
Moderne Wiskunde B 12e ed/FLEX deel 2
Online maken
Toets afdrukken
De ene driehoek is een vergroting van de andere. Overeenkomstige hoeken zijn even groot.De overeenkomstige zijden staan in een gelijke verhouding  Teken de volgende driehoek ABC.De sinusregel luidt: $\frac{a}{\sin(\alpha)} = \frac{b}{\sin(\beta)} = \frac{c}{\sin(\gamma)}$.Zie de figuur bij de vorige uitwerking. Er geldt:$a^2=b^2+c^2-2bc\cos(\alpha)$$b^2=a^2+c^2-2ac\cos(\beta)$$c^2=a^2+b^2-2ab\cos(\gamma)$Er geldt dat de richtingscoëfficiënten met elkaar vermenigvuldigd gelijk zijn aan -1, oftewel $rc_l \cdot rc_m=-1$.         e. De afstand is $\sqrt{(x_B-x_A)^2+(y_B-y_A)^2}$. We willen $\angle \alpha$ berekenen, dus we nemen de cosinusregel: $a^2=b^2+c^2-2bc\cos(\alpha)$Invullen geeft: $142=10^2+11^2-2\cdot 10\cdot 11\cdot \cos(\alpha)$$196=100+121-220\cos(\alpha)$$-25 = -220 \cos(\alpha)$ (links en rechts 221 eraf)$\cos(\alpha) = \frac{-25}{-220} = \frac{5}{44}$ (links en rechts delen door -220)$\alpha = \cos^{-1}(\frac{5}{44}) = 83,5 \degree$ (om $\alpha$ te berekenen nemen we de inverse). De sinusregel zegt dat  $ \frac{a}{\sin(\alpha)} = \frac{b}{\sin(\beta)}$.Invullen geeft: $\frac{14}{\sin(83,5)} = \frac{10}{\sin(\beta)}$.Kruislings vermenigvuldigen geeft $14\sin(\beta) = 10\sin(83,5)$.Dus $\sin(\beta) = \frac{10}{14}\sin(83,5) \approx 0,7097$.Dat geeft: $\beta = \sin^{-1}(0,7097) = 45,2 \degree$.  We zien dat △ABC⋍△ADB\triangle ABC \backsimeq \triangle ADB△ABC⋍△ADB want ∠A=∠A\angle A = \angle A∠A=∠A en ∠B=90°\angle B = 90 \degree∠B=90°. Hieruit volgt ook dat ∠C=∠B\angle C = \angle B∠C=∠B. We kunnen daarom de volgende verhoudingstabel maken:△ABC\triangle ABC△ABCABBCAC△ADB\triangle ADB△ADBADBDABInvullen van de gegevens geeft△ABC\triangle ABC△ABC161220△ABD\triangle ABD△ABDADBD16BDBDBD kan nu worden berekend. Er geldt dat 2016=12BD\frac{20}{16} = \frac{12}{BD}1620​=BD12​.Kruislings vermenigvuldigen geeft: 20⋅BD=12⋅16=19220 \cdot BD = 12 \cdot 16 = 19220⋅BD=12⋅16=192.Deel links en rechts door 16: BD=19216=9,6BD = \frac{192}{16} = 9,6BD=16192​=9,6. CDCDCD kan worden berekend met de stelling van Pythagoras: BD2+CD2=BC2BD^2+CD^2=BC^2BD2+CD2=BC2Invullen van de gegevens geeft  9,62+CD2=1229,6^2+CD^2=12^29,62+CD2=122Dus CD2=122−9,62=144−92,16=51,84CD^2 = 12^2-9,6^2 = 144 - 92,16 = 51,84CD2=122−9,62=144−92,16=51,84Dus CD=51,84=7,2CD = \sqrt{51,84} = 7,2CD=51,84​=7,2.    Maak eerst een schets van de situatie. Teken ook een horizontale lijn door het snijpunt van de twee lijnen. De hoek van lijn lll met deze horizontale lijn noemen we α\alphaα en de hoek van lijn mmm met de horizontale lijn noemen we β\betaβ.Er geldt dat tan⁡(α)=rcl=2\tan(\alpha)=rc_l=2tan(α)=rcl​=2. Hieruit volgt dat α=tan⁡−1(2)≈63,43°\alpha=\tan^{-1}(2)\approx 63,43 \degreeα=tan−1(2)≈63,43°.Er geldt dat tan⁡(β)=rcm=−3\tan(\beta)=rc_m=-3tan(β)=rcm​=−3. Hieruit volgt dat β=tan⁡−1(−3)≈−71,57°\beta=\tan^{-1}(-3)\approx -71,57 \degreeβ=tan−1(−3)≈−71,57°. Hieruit volgt dat de hoek tussen de twee lijnen gelijk is aan α−β≈135°\alpha - \beta \approx 135 \degreeα−β≈135° (of α+∣β∣≈ +135°\alpha + |\beta|\approx  +135 \degreeα+∣β∣≈ +135°). Omdat deze hoek groter is dan 90°90 \degree90° en we altijd de kleinste hoek tussen de lijnen willen weten, doen we: 180°−135°=45°180\degree-135\degree=45\degree180°−135°=45°.Werkwijze: Kies twee punten AAA en BBB, een op de ene lijn en een op de andere lijn. Zie tekening. Het snijpunt van de twee lijnen noemen we SSS. We kiezen A(2,0)A(2,0)A(2,0) en B(2,8)B(2,8)B(2,8). (Andere keuzes zijn ook mogelijk). We berekenen eerst zijdes SBSBSB en SASASA in de driehoek om vervolgens met de cosinusregel hoek SABSABSAB tussen de twee lijnen te berekenen.De coördinaten van het snijpunt SSS krijgen we door de vergelijking 2x+4=−3x+62x+4=-3x+62x+4=−3x+6 op te lossen. Alle xxx naar links en de rest naar recht geeft 5x=25x=25x=2 oftewel x=0,4x=0,4x=0,4.De yyy-waarde is dan 2⋅0,4+4=4,82\cdot 0,4+4=4,82⋅0,4+4=4,8 (invullen in de lijn).De zijdes van de driehoek zijn: SB=(xB−xS)2+(yB−yS)2=(2−0,4)2+(8−4,8)2=12,8=3,58.SB=\sqrt{(x_B-x_S)^2+(y_B-y_S)^2}=\sqrt{(2-0,4)^2+(8-4,8)^2}=\sqrt{12,8}=3,58.SB=(xB​−xS​)2+(yB​−yS​)2​=(2−0,4)2+(8−4,8)2​=12,8​=3,58.SA=(xA−xS)2+(yA−yS)2=(2−0,4)2+(0−4,8)2=25,6=5,06SA=\sqrt{(x_A-x_S)^2+(y_A-y_S)^2}=\sqrt{(2-0,4)^2+(0-4,8)^2}=\sqrt{25,6}=5,06SA=(xA​−xS​)2+(yA​−yS​)2​=(2−0,4)2+(0−4,8)2​=25,6​=5,06AB=8De cosinusregel geeft AB2=SA2+SB2−2⋅SA⋅SB⋅cos⁡(α)AB^2 =SA^2+SB^2-2\cdot SA\cdot SB\cdot \cos(\alpha)AB2=SA2+SB2−2⋅SA⋅SB⋅cos(α).Invullen geeft:  82=5,062+3,582−2⋅5,06⋅3,58⋅cos⁡(α)8^2=5,06^2+3,58^2 -2\cdot 5,06\cdot 3,58\cdot \cos(\alpha)82=5,062+3,582−2⋅5,06⋅3,58⋅cos(α)cos⁡(α)=64−12,8−25,6−2⋅5,06⋅3,58≈−0,706\cos(\alpha)=\frac{64-12,8-25,6}{-2\cdot 5,06\cdot 3,58} \approx -0,706cos(α)=−2⋅5,06⋅3,5864−12,8−25,6​≈−0,706Hieruit volgt dat α=cos⁡−1(−0,706)=135°\alpha=\cos^{-1}(-0,706) =135 \degreeα=cos−1(−0,706)=135°, dus de hoek tussen de lijnen is 180°−135°=45°180 \degree - 135 \degree = 45 \degree180°−135°=45° (opnieuw willen we de kleinste hoek).  Eerst berekenen we de basis $b=AB$. Dit kan met de stelling van Pythagoras, of direct met de formule voor de afstand: $AB=\sqrt{(x_B-x_A)^2+(y_B-y_A)^2}$.De formule invullen geeft: $AB=\sqrt{(6-2)^2+(5-2)^2}=\sqrt{16+9}=5$.  De hoogte $h$ die er loodrecht op moet staan kan op dezelfde manier worden berekend: $CD=\sqrt{(x_D-x_C)^2+(y_D-y_C)^2}$.$C$ ligt op het midden van $AB$ dus de coördinaten zijn $C(4;3,5)$.Dit geeft $CD=\sqrt{(1-4)^2+(7,5-3,5)^2}=\sqrt{9+16}=5$.De oppervlakte van de driehoek is: $0.5\cdot b \cdot h=0,5\cdot 5 \cdot 5=12,5$. Veel informatie hebben we niet (dus we gaan straks een zijde $x$ stellen), maar aangezien het een rechthoek betreft hebben we te maken met rechte hoeken.De diagonaal AC kan worden berekend met de stelling van Pythagoras: $AB^2+BC^2=AC^2$. Invullen van de gegevens geeft:$12^2 +5^2=AC^2$$AC^2 =144+25=169$$AC=\sqrt{169}=13$.We zien dat $\triangle ABF \backsimeq \triangle CEF$ want $\angle A=\angle C$ (z-hoek) en $\angle E= \angle B$ (z-hoek). Hieruit volgt dat ook $\angle CFE=\angle AFB$ want de som van de hoeken in een driehoek is $180 \degree$.We kunnen de volgende verhoudingstabel maken:$\triangle ABF$ABBFAF$\triangle CEF$CEEFCFInvullen van de gegevens geeft$\triangle ABF$12BFAF$\triangle CEF$2,5EFCFWe hebben nu te weinig gegevens om $AF$ te kunnen berekenen. Maar we weten wel dat $AC=AF+FC=13$. Stellen we nu de gevraagde zijde $AF$ gelijk aan $x$ (de meest logische keuze voor een zijde om $x$ te stellen is meestal de zijde die je wilt berekenen), dan geldt dat $FC=13-x$. Vullen we dit in in de tabel dan krijgen we$\triangle ABC$12BF$x$$\triangle ADB$2,5EF$13-x$We kunnen nu alsnog $AF$, oftewel $x$, berekenen omdat de volgende verhouding geldt: $\frac{12}{2,5}=\frac{x}{13-x}$.Kruislings vermenigvuldigen geeft (vergeet de haakjes niet): $12\cdot (13-x)= 2,5x$Haakjes uitwerken geeft: $156-12x= 2,5x$.Dit geeft: $156= 14,5x$Links en rechts keer 2: $312= 29x$Links en rechts delen door 29 geeft $x=\frac{312}{29}=10\frac{22}{29}$Conclusie: $AF=10\frac{22}{29}$. Er geldt: $\sin(\alpha)=\frac{overstaande \ zijde}{schuine \ zijde} = \frac{h}{AC}$.Dit kan worden geschreven als: $AC\cdot \sin(\alpha)=h$.Uit de introductie van de opgave weten we dat $Opp(\triangle ABC)=\frac{1}{2} \cdot AB\cdot h$. Substitueer $h=  AC\cdot \sin(\alpha)$ in deze formule.Dit geeft inderdaad: $\frac{1}{2} \cdot AB \cdot AC \cdot \sin(\alpha)$. De sinusregel zegt: $\large \frac{AC}{\sin(\beta)}=\frac{BC}{\sin(\alpha)}$.Dit kan worden herschreven als: $\large AC=\frac{BC \cdot \sin(\beta)}{\sin(\alpha)}$.Substitueren we dit in de formule van vraag a, dan geeft dit $\large \frac{1}{2} \cdot AB\cdot \frac{BC\cdot \sin(\beta)}{\sin(\alpha)} \cdot \sin(\alpha)=\frac{1}{2} \cdot AB\cdot BC \cdot \sin(\beta)$. De sinusregel zegt: $\large \frac{AC}{\sin(\beta)}=\frac{AB}{\sin(\gamma)}$.Dit kan worden herschreven als: $\large AB = \frac{AC \cdot \sin(\gamma)}{\sin(\beta)}$.Substitueren we dit in de formule van vraag a geeft dit: $\large \frac{1}{2} \cdot AC \cdot \frac{AC \cdot \sin(\gamma)}{\sin(\beta)} \cdot \sin(\beta)=\frac{1}{2} \cdot AC^2\cdot \frac{\sin(\gamma)\cdot \sin(\alpha)}{\sin(\beta)}$. Werkwijze: De cosinusregel luidt $a^2=b^2+c^2-2bc\cos(\alpha)$, waarbij in dit geval in $\triangle MKT$ zijde $KT = a$, $MK = b$ en $MT = c$. Druk eerst de zijdes van de driehoek uit in $r$ en vul daarna de cosinusregel in om de gevraagde regel aan te tonen. Gebruik de figuur om de zijdes $MK$, $KT$ en $MT$ van $\triangle$ uit te drukken in $r$. Er geldt: $MK=MA-KA=4-1=3$.Er geldt ook dat $KT=KV+VT=1+r$.En er geldt dat $MT=MU-TU=4-r$.We kunnen nu de cosinusregel opschrijven voor $\triangle MKT$: $KT^2=MK^2+MT^2-2\cdot MK\cdot MT \cdot \cos(\alpha)$.Invullen van de gegevens van de zijdes levert:$(1+r)^2=3^2+(4-r)^2-2\cdot 3\cdot (4-r)\cdot \cos(\alpha)$.Dit schrijven we om zodat we de gevraagde regel kunnen aantonen:Werk de haakjes uit: $1+2r+r^2 =9+16-8r+r^2 -(24 -6r)\cdot \cos(\alpha)$$-24+10r=-(24-6r)\cdot \cos(\alpha)$De min wegwerken door alles te delen door $-1$: $24-10r=(24-6r)\cdot \cos(\alpha)$Links en rechts delen door de term $(24-6r)$ geeft: $\cos(\alpha)=\frac{24-10r}{24-6r}$Alle termen in de breuk kunnen worden gedeeld door 2. Daarmee tonen we het aan: $\cos(\alpha)=\frac{12-5r}{12-3r}$. Stel lijn $f: y=ax+b$.Begin met de richtingscoëfficiënt. De lijn $AC$ heeft als richtingscoëfficiënt $\frac{\Delta y}{\Delta x} =\frac{-3}{4}$, want om van $A$ naar $C$ te komen gaan we $4$ naar rechts en $-3$ naar beneden. Er geldt dat $rc_{AC}\cdot rc_{CD}=-1$, want de zijden $AC$  en $CD$  staan loodrecht op elkaar. Dus $rc_{CD}=\frac{4}{3}$.Bereken vervolgens $b$. Lijn $f$ kan nu geschreven worden als $y=\frac{4}{3}x+b$.Aangezien deze lijn door punt $C(12,4)$ gaat, moet gelden dat $4=\frac{4}{3} \cdot 12+b$, ofwel $4=16+b$.Er volgt nu dat $b=-12$.Dat geeft $f: y=\frac{4}{3}x-12$.De afstand tussen $A$ en $D$ is $\sqrt{(x_D-x_A)^2+(y_D-y_A)^2}$.Invullen geeft: $AD = \sqrt{(18-8)^2+(p-7)^2}=\sqrt{100+p^2-14p+49}=\sqrt{p^2-14p +149}$. Kies zelf je aanpak. Manier 1: met de richtingscoëfficiënten. Werkwijze: Om de hoek tussen $f$ en $g$ te kunnen bepalen, teken je een horizontale lijn door het snijpunt van de twee lijnen $f$ en $g$. Dan kun je met de tangens de hoek tussen lijn $g$ en de horizontale lijn berekenen, en vervolgens de hoek tussen $f$ en $g$.Trek lijn $AD$ door aan de kant van $D$ en teken een horizontale lijn vanuit $D$. Zie onderstaande tekening. Er geldt dat $\tan(\alpha+\beta)=rc_{CD}=\frac{4}{3}$. Hieruit volgt dat $\alpha + \beta = \tan^{-1}(\frac{4}{3})\approx 53,13 \degree$.Voor $\angle \beta$ hebben we eerst de richtingscoëfficiënt van lijn $g$ nodig.De lijn $AD=g$ heeft als richtingscoëfficiënt $\frac{\Delta y}{\Delta x} =\frac{5}{10}$, want om van $A$ naar $D$ te komen gaan we $10$ naar rechts en $5$ naar boven.Er geldt dan dat $\tan(\beta)=rc_{AD}=\frac{5}{10}$. Hieruit volgt dat $\beta=\tan^{-1}(\frac{5}{10})\approx 26,57 \degree$.Nu is $\alpha=(\alpha+\beta)-\beta \approx 53,13\degree -26,57\degree=26,56 \degree$.  Manier 2: met de cosinusregel. Werkwijze: Voor de cosinusregel werken we in $\triangle ACD$. We berekenen de lengtes van alle zijdes en vullen vervolgens de cosinusregel in om hoek $\alpha$ te berekenen. Met de coördinaten $A(8,7)$, $C(12,4)$ en $D(18,12)$ bereken we de lengtes van de zijden van $\triangle ACD$:$AD =  \sqrt{(x_D-x_A)^2+(y_D-y_A)^2} = \sqrt{(18-8)^2+(12-7)^2}=\sqrt{100+25}=\sqrt{125}$.$CD =  \sqrt{(x_D-x_C)^2+(y_D-y_C)^2} = \sqrt{(18-12)^2+(12-4)^2}=\sqrt{36+64}=\sqrt{100}=10$.$AC =  \sqrt{(x_C-x_A)^2+(y_C-y_A)^2} = \sqrt{(12-8)^2+(4-7)^2}=\sqrt{16+9}=\sqrt{25}=5$ (je had ook meteen mogen zien dat $AC$ de straal is van cirkel $c$).De cosinusregel voor $\triangle ACD$ luidt:$AC^2=CD^2+AD^2-2\cdot CD \cdot AD \cdot \cos(\alpha)$.Invullen en uitwerken geeft:$25 = 100 + 125 - 2 \cdot 10 \cdot \sqrt{125}\cdot \cos(\alpha)$$-200 = -20 \sqrt{125}\cdot \cos(\alpha)$$\cos \alpha = \frac{-100}{-20 \sqrt{125}} = 0,8944…$Dus $\alpha = \cos^{-1}(0,8944…) \approx 26,56 \degree$.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in