a) Er is sprake van vergrijzing als het aandeel ouderen in de totale bevolking toeneemt en de gemiddelde leeftijd van de bevolking stijgt.b) Het eigenwoningforfait is voor mensen die een eigen woning hebben. Zij moeten een bedrag dat afhankelijk is van de waarde van hun huis optellen bij je inkomen.c) De loonheffing bestaat uit:loonbelastingpremies volksverzekeringend) Een progressief belastingtarief is dat het belastingpercentage hoger wordt als het inkomen toeneemt.e) Het antwoord is Box 3. Vermogensrendementsheffing is ook wel belasting over inkomen uit vermogen, zoals spaargeld en beleggingen.f) Het profijtbeginsel betekent dat je betaalt voor het gebruik van goederen of diensten die de overheid levert. Dus als je van deze producten profiteert, moet je ervoor betalen. Een voorbeeld is motorrijtuigenbelasting. Deze belasting hoef je alleen te betalen als je in het bezit bent van een motorrijtuig als een motor of auto. Dan maak je gebruik van de wegen in Nederland die de overheid heeft aangelegd.g) Als de lage inkomens er in procenten meer op vooruitgaan dan de hoge inkomens, waardoor het verschil tussen arm en rijk kleiner wordt.h) Het deel van je vermogen waar je geen belasting over hoeft te betalen. a) Stap 1: Leg eerst de begrippen in de vraag uit:Nivellering is als de lage inkomens er in procenten meer op vooruit gaan dan de hoge inkomens, zodat het verschil tussen rijk en arm kleiner wordt. Denivellering is als de hoge inkomens er in procenten meer op vooruit gaan dan de lage inkomens, zodat het verschil tussen arm en rijk groter wordt.Stap 2: Geeft vervolgens antwoord op de vraag:Het is een nivellerende maatregel, want het inkomen wordt door de maatregel gelijkmatiger verdeeld over de bevolking en het verschil tussen arm en rijk wordt dus kleiner.b) Het is antwoord B: Draagkrachtbeginsel. Dit uitgangspunt houdt in dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Dus de mensen die het meeste verdienen ook de meeste belasting moeten betalen.c) Door belastingontduiking mist de overheid heel veel inkomsten en raken anderen mensen niet gedemotiveerd om wel belasting te betalen. d) Als je heel weinig verdient per jaar, minder dan €1500, hoef door de heffingskorting geen belasting te betalen. Als het belastingtarief naar beneden gaat, moet je ook bij heel weinig inkomen een deel belasting betalen.e) Plaatje 3, Stap 1: Leg eerst het begrip in de vraag uit:Een degressief belastingtarief betekent dat je in procenten minder belasting betaalt naarmate je meer verdient.Stap 2: Geef vervolgens antwoord op de vraag:Plaatje 3, hoe hoger het inkomen, hoe lager het belasting tarief.f) Stap 1: Leg eerst de begrippen in de vraag uit:De sociale zekerheid wordt mee bedoeld dat iedereen een bestaansminimum wordt gegarandeerd. Je hebt recht op een uitkering als je geen inkomen hebt, recht op onderwijs en gezondheidszorg.Het solidariteitsbeginsel is dat iedereen met een inkomen een deel daarvan af moet staan voor mensen zonder inkomen of een laag inkomen.Stap 2: Geef vervolgens antwoord op de vraag: In ons stelsel van sociale zekerheid is het zo geregeld dat werkenden premies en belasting betalen om de uitkeringen en voorzieningen te betalen voor mensen die niet werken of een laag inkomen hebben. g) Stap 1: Leg eerst de begrippen in de vraag uit:Vermogensrendementsheffing is een belastingpercentage over de rente van je spaargeld of de winst van je belegging.Een fictief rendement is niet een werkelijk rendement, maar een vooraf vastgesteld percentage.Stap 2: Geef vervolgens antwoord op de vraag:De belastingdienst stelt een fictief rendement op je vermogen van 2,6 % op de eerste €100.000 vermogen. Dat is een vooraf vastgesteld percentage, maar in werkelijkheid krijg je misschien 0,5% of moet je zelfs negatieve rente betalen op je vermogen. h) Stap 1: leg eerst de begrippen in de vraag uit:Actieven zijn de mensen die betaald werk doen.Inactieven zijn de mensen die geen betaald werk doen en een uitkering ontvangen.Stap 2: Geef antwoord op de vraag: De actieven staan een deel van hun inkomen af in de vorm van belasting en premies. De opbrengst van de belastingen en premies wordt gebruikt om de uitkeringen van de inactieven te betalen. De actieven betalen dus het inkomen van de inactieven. a) Stap 1: Noteer de formule voor het berekenen van het eigenwoningforfait:Eigenwoningforfait= WOZ-waarde : 100 x forfaitStap 2: Zoek het juiste forfait op in de tabel:Bij een WOZ-waarde van €430.000 hoort een forfait van 0,75%Stap 3: Bereken het eigenwoningforfait:€430.000 : 100 x 0,75%= €3225b) €340.000 : 100 x 3,8% = €12.920 rente per jaarc) 12% van €32.000= 32.000 : 100 x 12= €3840 bijtelling voor de autod) Stap 1: Noteer de formule voor het berekenen van het belastbaar inkomen in box 1:Belastbaar inkomen box 1= inkomen uit arbeid + eigenwoningforfait + bijtelling - aftrekpostenStap 2: Bereken het belastbaar inkomen box 1:€93.000 + €3225 + 3840 = €100.065€100.065 - €12.920 - €1.600=€85.545e) Stap 1: Bepaal in hoeveel schijven ze belasting moet betalen:Haar belastbaar inkomen is €85.545. Over de eerste €68.508 betaalt ze €37,1% belasting en dan valt een klein deel van het inkomen ook nog in de tweede schijf waar ze 49,5% belasting betaalt.Stap 2: Bereken de te betalen belasting in schijf 1:37,1% van €68.508= 68.508 : 100 x 37,1= € 25.416,468De getallen achter de komma laat de belastingdienst weg. Niet afronden dus. Het antwoord is dus €25.416 in schijf 1Stap 3: Reken eerst uit hoeveel inkomen er in schijf 2 zit:€85.545 - €68.508= €17037Stap 4: Bereken de te betalen belasting in schijf 2:49,5% van €17037= 17037 : 100 x 49,5= €8.433,315Ook hier geldt dat de getallen achter de komma wegvallen, dus het antwoord is €8.433.Stap 4: Tel de belasting van schijf 1 en schijf 2 bij elkaar op:Schijf 1: €25.416Schijf 2: € 8.433 + €33.849 is de totale te betalen belasting in box 1 a) Stap 1: Bereken het totale vermogen:Spaargeld + aandelen= €71.000 + 3.500 = €74.500Stap 2: Bereken het vermogen waarover je rendement moet rekenen:Totale vermogen - heffingsvrij vermogen= €74.500 - €50.000= €24.500.Stap 3: Bereken het belastbaar inkomen in box 3:1,9 % van €24.500= 24.500 : 100 x 1,9 = €465,50 fictieve rente ontvangen. Over deze fictief ontvangen rente moet je belasting betalen. De rente is dus het belastbaar inkomen in box 3.b) De belasting die je betaalt over de fictief ontvangen rente is 30%.30% van €465,50= €139,65. De belastingdienst laat de getallen achter de komma weg. Het antwoord is dus €139.c)Stap 1: Noteer de formule voor het berekenen van de totaal te betalen belasting: Te betalen belasting box 1 Te betalen belasting box 3 +Totale belasting box en box 3 Heffingskortingen - Totaal te betalen belastingStap 2: Bereken de totaal te betalen belasting: Te betalen belasting box 1 €48.241 Te betalen belasting box 3 + € 139 +Totale belasting box en box 3 €48.380 Arbeidskorting 3.223 Algemene heffingskorting - 2.254 - Totaal te betalen belasting €42.903 a) Stap 1: Leg eerst het begrip uit in de vraag:Ingehouden loonheffing is een maandelijks bedrag wat je aan loonheffing alvast betaalt. Het is een schatting op basis van je inkomen en situatie van de afgelopen jaren. Aan het eind van het jaar wordt gekeken wat je werkelijk moet betalen.Stap 2: Geef vervolgens antwoord op de vraag: Als men maar één keer per jaar belasting zou moeten betalen, voorziet de belastingdienst grote problemen. Het gaat vaak om enorme bedragen die mensen niet op de bank hebben staan.b) Om te bepalen of ze geld terug krijgt of bij moet betalen, kijk je naar wat ze werkelijk moet betalen en wat ze al heeft betaald aan ingehouden loonheffing. Werkelijk moet ze betalen €28970 en ze heeft al betaald €28655 aan loonheffing. Ze moet dus nog betalen: €28970 - €28655 = €€315. a) Je vergelijkt Mitch zijn inkomen met die van Koos, dus je deelt het inkomensverschil door het inkomen van Koos. Mitch verdient minder: €3960 - €2574= €1386 €1386 : €3960 x 100%= 35% minder inkomen heeft Mitch.b) Stap 1: Leg eerst het begrip uit in de vraag:Nivellering is als de lage inkomens er in procenten meer op vooruit gaan dan de hoge inkomens, zodat het verschil tussen rijk en arm kleiner wordt. Denivellering is als de hoge inkomens er in procenten meer op vooruit gaan dan de lage inkomens, zodat het verschil tussen arm en rijk groter wordt.Stap 2: Bereken hoeveel Mitch en Koos er procentueel op vooruit zijn gegaan:Mitch: 200 : 2574 x 100% = 7,77%Koos: 200 : 3960 x 100% = 5,05%Stap 3: Bepaal of er sprake is van nivellering of denivellering: Mitch verdient het minst en is er in procenten het meer op vooruit gegaan dan Koos. De loonsverhoging werkt nivellerend. Stap 1: Bereken het gemiddeld belastbaar vermogen per persoon:€1.600.000 - €50.000= €1.550.000Stap 2: Bereken het fictief rendement per persoon:Bij een vermogen van boven de €1.000.000 is een fictief rendement van 5,69% vastgesteld:5,69% van €1.550.000= 1.550.000: 100 x 5,69= €88.195Stap 3: Bereken de vermogensrendementsheffing per persoon:30% van €88195= €26.458,50Getallen achter de komma vallen weg bij de belastingdienst, dus het antwoord wordt €26.458.Stap 4: Bereken wat de overheid totaal ontvangt:Er zijn in totaal 278.000 miljonairs278.000 x €26.458= €7.355.324.000 ontvangt de overheid.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.