Biologie voor Jou MAX (release 8.2) deel B - Thema 5 - Erfelijkheid en evolutie oefentoetsen & antwoorden

b) Gen b) 46 a) = genotype  b) = invloeden uit het milieu b) Niet waar   Een man heeft (op het 23e chromosomenpaar) een X- en een Y-chromosoom, en een vrouw 2 keer een X-chromosoom. Meiose  d) A en T / C en G  Onjuist. Mutaties hebben het meeste effect in de geslachtscellen. b) Evolutie  1=  Sedimenten bedekken resten van het organisme2= Bacteriën krijgen geen kans om de resten van het organisme af te breken3= De sedimenten verstenen4= Het fossiel blijft bewaard Noem twee van de volgende:Verstandskiezen bij de mens Kippenvel bij de mens  Staartwervels bij de mens ‘’Vliesjes’’ tussen de vingers en tenen bij de mens  Het aanbrengen van eigenschappen bij organismen. DNA-sequentie b) Transcriptie Heterozygoot Het DNA wordt tijdens de celdeling als het ware gekopieerd. Door geslachtelijke voortplanting ontstaat variatie in genotypen bij de nakomelingen. Individuen kunnen bij een bepaalde variatie bijvoorbeeld beter overleven dan bij de andere. c) 3. 1. 2x het ene allel, 2. 2x het andere allel, 3. 1x het ene en 1x het andere allel  Een goedaardige tumor is alleen een gezwel van snel delende cellen, maar heeft de bouw van het weefsel nog niet verstoord. Een kwaadaardige tumor heeft de bouw van het weefsel verstoord. Bij het operatief verwijderen moet het stuk weefsel dan ook worden verwijderd en het is dan lastig om genoeg gezond weefsel te laten zitten.   Door natuurlijke selectie planten dieren die goed aangepast zijn aan hun milieu/omgeving zich voort, terwijl dieren die minder goed aangepast zijn zich niet goed voort kunnen planten.  De genetische informatie van de dieren die dus wel goed aangepast zijn worden overgedragen aan de nakomelingen.  De genetische informatie van de niet goed aangepaste dieren verdwijnt langzaam uit de soort.  Deze organen zijn dan niet meer nodig en bieden soms geen voordeel meer. Hierdoor verdwijnen ze uit de populatie. a) DNA-test Een cel gebruikt alleen de genen die hij nodig heeft. Bijvoorbeeld: een huidcel heeft andere eigenschappen nodig dan een cel in je lever. Daarom activeert de huidcel andere genen dan de levercel.    bb a) 3. De planten hebben alleen hetzelfde genotype  b) Door invloeden uit het milieu 1. Zonnestraling is mutageen.2.  Met meer zonuren of een grotere intensiteit van de zon kunnen dan voor meer mutaties in de cellen van de huid zorgen3.  Hierdoor kan er makkelijker huidkanker ontstaat. In het DNA in de genen die de celdeling regelen. Juist. Soms ontstaan er ondersoorten of rassen die door die ontwikkelingen zo ver van de oorspronkelijke soort af komen te staan, dat ze geen nakomelingen meer kunnen krijgen met de oorspronkelijke soort en dus een aparte soort gaan vormen. De vleugel van de kolibrie en de arm van een mens zijn uit dezelfde grondvorm ontstaan, waardoor er van dezelfde botten twee vergelijkbare structuren (arm en vleugel) zijn ontstaan. Genetische modificatie in de voedselindustrie kan zorgen voor verbeterde voedselopbrengst, betere bestandheid tegen schimmels, bacterien en ziektes en gezonder eten. Sommige mensen zijn het hier niet mee eens omdat ze vinden dat de mens niet het recht heeft om eigenschappen van organismen te veranderen of zomaar nieuwe soorten te kweken.  Van de DNA- sequentie kan een cel een eiwit maken. Om amylase te maken wordt de DNA-sequentie gekopieerd via transcriptie, dit wordt RNA. De cel leest de code en maakt het juiste eiwit, in dit geval amylase. Hierna wordt amylase naar je speeksel vervoerd en is het werkzaam als enzym. Heterozygoot. Als hij homozygoot zou zijn, zou hij de ziekte of niet hebben, of zou de ziekte juist tot uiting komen.