Forum - Hoofdstuk B3 - Monniken & ridders oefentoetsen & antwoorden

a) Uitwisseling van goederen door te ruilen of door met geld te betalen.b) Groep mensen die voorrechten heeft boven gewone mensen en zich daarom beschouwt als stand. De stand van de adel bestaat uit grootgrondbezitters. De leden zijn edelenc) Behorend tot de eerste helft van de middeleeuwen: tijdvak 3, de tijd van 500 - 1000 n.C. d) Iets wat iemand moet doen.e) Groot gebouw waarin monniken samenwonen. Een klooster had ook grootgrondbezit.f) Gewapende ruiter. In de middeleeuwen meestal een edelman. g) Iemand die een landgoed of domein voor de eigenaar beheert. h) Edele grootgrondbezitter die de baas was in een bepaald domein. i) Onbewerkt, niet beplant.j) Iets mogen wat een ander niet mag. Beter behandeld worden dan anderen. Antwoord d is juist. Antwoord b is goed. Antwoord b is goed. Antwoord d is goed. Antwoord a is goed. De huizen hadden muren van hout en leem.  Antwoord a én d passen bij deze afbeelding.Extra info: https://www.youtube.com/watch?v=34EeWj207HQ&t=35s Na de ondergang van het Romeinse Rijk werd het reizen steeds moeilijker en gevaarlijker. Daardoor verdween de handel. Dat was een keerpunt. De mensen moesten nu helemaal voor zichzelf zorgen omdat er niets meer werd aangevoerd. Elk domein werd daardoor een autarkie, dat betekent dat het zelfvoorzienend was.  Het begrip dat bij deze uitspraak hoort is: herendiensten. Dit zijn taken die een horige moest uitvoeren op een domein. Dat konden verschillende soorten taken zijn zoals bijvoorbeeld helpen met het aanleggen van een weg, het repareren van hekken en ook zoals in deze bron het kappen van hout voor de heer. Tip: Begin je antwoord met het uitleggen van het begrip daarna vertel je hoe je dit terugziet in de bron. Antwoord c is goed.  De beste bronnen voor een onderzoek zijn altijd bronnen uit de tijd zelf. (directe bronnen) Maar die zijn niet altijd bewaard gebleven. In dit geval is een vroegmiddeleeuwse boerderij nagemaakt (indirecte bron). Hier is gebruik gemaakt van restanten die van zo’n boerderij gevonden zijn. Om zeker te weten of dit zorgvuldig is gedaan kan je vragen hoe ze dit hebben gedaan, of er gespecialiseerde archeologen aan hebben meegewerkt en hoe ze aan informatie zijn gekomen. Mocht er zorgvuldig onderzoek zijn gedaan, dan kan je deze bron gebruiken. Maar daarnaast zul je ook nog andere bronnen moeten zoeken want ‘één bron is geen bron’.  Deze afbeelding gaat over het drieslagstelsel. Op één derde van het land werd zomergraan (gezaaid in de lente, geoogst in het najaar) verbouwd en op één derde wintergraan (in het najaar gezaaid, in het volgend voorjaar geoogst). Eén derde lieten de boeren braak liggen: daar werd niets verbouwd. Door deze afwisseling werd de vruchtbaarheid van de grond beter. Extra info: https://www.google.com/search?q=drieslagstelsel&sxsrf=AJOqlzWH5Nmbq04bT75osDtQdURte0p6rg:1674490358523&source=lnms&tbm=vid&sa=X&ved=2ahUKEwjwn__Xit78AhU3g_0HHWdnC7IQ_AUoA3oECAEQBQ&biw=1600&bih=789&dpr=1#fpstate=ive&vld=cid:3b46279f,vid:a77tS26_htg Vikingen uit Scandinavië overvielen de weinige plaatsen waar nog kooplieden waren, zoals Dorestat (zie afbeelding). Na de laatste aanval bleef er niks meer van Dorestat over. De mensen moesten nu voor zichzelf zorgen want er werd niks meer aangevoerd.  Afbeelding 3 past niet bij de andere twee afbeeldingen. Op afbeelding 1 zie de tweede stand: de adel, op afbeelding 2 zie je de eerste stand: de geestelijkheid. Zij hadden bepaalde voorrechten boven de rest van de bevolking. Deze rest van de bevolking (95%) waren bijna allemaal boeren. Die zie je op afbeelding 3. Omdat zij die voorrechten niet hadden past afbeelding 3 niet bij de andere twee. Extra info: https://www.youtube.com/watch?v=EbybjKVkWgk Dit is een sociale vraag (b) want je doet onderzoek naar de manier waarop mensen samen leefden en met elkaar omgingen. Een economische vraag gaat vooral over de manier waar mensen van leefden enz.