Toets Wiskunde

Getal en Ruimte wisB 12e ed deel 2 - Hoofdstuk 7 - Lijnen en cirkels oefentoetsen & antwoorden

12e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: stelsels van vergelijkingen, hoek tussen twee lijnen, afstand tussen twee punten; lijn en een punt; lijn en een cirkel, loodrecht snijden, cirkelvergelijkingen, raaklijn aan een cirkel, snijpunt met een cirkel.

Examendomein: Domein C

Getal en Ruimte wisB 12e ed deel 2
Toets Wiskunde
Getal en Ruimte wisB 12e ed deel 2
Online maken
Toets afdrukken
$\frac{a}{p}=\frac{b}{q}\neq \frac{c}{r}$ in de formule $ax+by=c$ bepalen $a$ en $b$ de richtingscoëfficiënt van de lijn. $c$ bepaalt de ligging van de lijn. Aan $\frac{a}{p}=\frac{b}{q}$ kunnen we zien dat de richtingscoëfficiënt van lijn $l$ en $m$ gelijk zijn. Twee lijnen met eenzelfde richtingscoëfficiënt snijden elkaar niet als zij niet op dezelfde hoogte liggen. Aangezien de $\frac{c}{r}$ niet dezelfde verhouding heeft als de richtingscoëfficiënten weten we dat ze niet op dezelfde hoogte liggen en snijden de lijnen elkaar dus niet. De stelling van Pythagoras. Toelichting: Als we de afstand tussen twee punten willen berekenen tekenen we de rechthoekige driehoek met het lijnstuk tussen de twee punten als lange zijde. Vervolgens kunnen we de x-as en y-as gebruiken om de lengte van de korte- en lange rechthoekszijden te bepalen. Zie afbeelding.De lengte van $AB^2=(x_A-x_B)^2+(y_A-y_B)^2$Dus de lengte van $AB$, ook wel $d(A,B)=\sqrt{(x_A-x_B)^2+(y_A-y_B)^2}$.  Werkwijze: Vul het punt $(7,2)$ in in het stelsel en los de vergelijkingen op. Stap 1: Vul het punt $(7,2)$ in.$\begin{cases} 7a-2\cdot 2=ab \\ 7b-2=19 \end{cases}$Stap 2: $7b-2=19$$7b=21$$b=3$Omdat in de eerste vergelijking twee onbekenden zijn, $a$ en $b$ kunnen we deze niet oplossen. In de tweede vergelijking ($7b-2=19$) hebben we maar één onbekende namelijk $b$. Een vergelijking met één onbekende kunnen we wel oplossen. Stap 3: vul $b=3$ in in de eerste vergelijking en los deze op voor $a$.$7a-4=3a$$4a=4$$a=1$Stap 4: Dus voor $a=1$ en $b=3$ snijden de lijnen in het punt $(7,2)$.Voor samenvallen geldt $\frac{a}{p}=\frac{b}{q}=\frac{c}{r}$.Stap 1:$\frac{a}{9}=\frac{4}{b}=\frac{b}{ab}$.$\frac{a}{9}=\frac{b}{ab}$. Geeft $\frac{a}{9}=\frac{1}{a}$. ($b$ delen door $b$ is 1, dus we kunnen $b$ het tegen elkaar wegstrepen)Zowel de vergelijking $\frac{a}{9}=\frac{4}{b} als \frac{4}{b}=\frac{b}{ab}$ heeft twee onbekenden. We moeten dus een andere oplossing zoeken. De $b$ die we in de tweede vergelijking tegen elkaar weg kunnen strepen biedt de oplossing. Stap 2:$a^2=9$ (kruislings vermenigvuldigen)$a=3 \vee a=-3$ (worteltrekken)Stap 3: Waardes invullen om $b$ te berekenen:$a=3$: $\frac{3}{9}=\frac{4}{b}$$3b=36$$b=12$$a=-3$$\frac{-3}{9}=\frac{4}{b}$$-3b=36$$b=-12$Stap 4: Dus bij $a=3$ en $b=12$ of $a=-3$ en $b=-12$ vallen de lijnen samen. Werkwijze: Om de hoek tussen twee lijnen te berekenen we eerst de richtingshoek van beide lijnen met behulp van de richtingscoëfficiënt. Vervolgens trekken we de kleinste richtingshoek van de grootste af om de hoek tussen de twee lijnen te berekenen. Stap 1: $m$: $3y+x=9$ (in een functie van deze vorm kunnen we de richtingscoëfficiënt niet aflezen. Daarom herschrijven we hem naar de vorm $y=ax+b$)$3y=-x+9$$y=-\frac{1}{3}x+3$$rc_m=-frac{1}{3}$$tan(\angle\alpha)=rc_m$ (voor het gemak noemen we de richtingshoek van $m$ $\alpha$)$tan(\angle\alpha)=-\frac{1}{3}$$\angle\alpha=tan^-1(-\frac{1}{3})=-18,4/circ$ (we gebruiken de inverse van tangens om $\angle\alpha$ te berekenen)Stap 2: $l$: $y=2x-7$$rc_l=2$$tan(\angle\beta)=rc_l$ (voor het gemak noemen we de richtingshoek van $l \beta$$tan(\angle\beta)=2$$\angle\beta=tan^-1(2)=63,4$Stap 3: Trek de kleinste richtingshoek van de grootste af. $\alpha<\beta$ $63,4 - - 18,4=81,9 \circ$ (reken met je tussenantwoorden op je GR door, anders krijg je hier een afrondfout)Conclusie: De hoek tussen deze twee lijnen is $81,9\circ$. Werkwijze: Bereken $q$ door $y=-1$ in te vullen in lijn $l$. Als lijn $l$ lijn $k$ in dat punt snijdt moet datzelfde punt namelijk ook wel op $l$ liggen. Gebruik voor het bepalen van de richtingscoëfficiënt van lijn $l$ dat de lijnen onderling loodrecht zijn.Stap 1: $-1=-\frac{1}{2}x+\frac{3}{2}$$-2\frac{1}{2}=-\frac{1}{2}x$$5=x$Het snijpunt van lijn $k$ en $l$ is dus $(5,-1)$. Stap 2: bepaal de richtingscoëfficiënt van lijn $l$. Dit kan op twee manieren:1. Gebruik dat $rc_k \cdot rc_l=-1$ $-\frac{1}{2} \cdot rc_l=-1$$rc_l=2$. 2. Herschrijf de formule van $k$ tot de vorm $ax+by=c$(*) en gebruik dat $bx-ay=d$(**) loodrecht op deze staat. $y=-\frac{1}{2}x+\frac{3}{2}$$y+\frac{1}{2}x =\frac{3}{2}$ (in deze vorm willen we gehele getallen dus vermenigvuldig met 2)$2y+x =3$(*)Dus $l$: $x-2y=d$(**)Stap 3: Maak de formule af door $(5,-1)$ in te vullen. Verdere uitwerking per manier:1. $l$: $y=2x+b$ door $(5,-1)$$-1=2\cdot 5+b$$-1=10+b$$b=-11$$l$: $y=2x-11$2. $l$: $x-2y=d$ door $(5,-1)$$5-2\cdot -1=d$$5+2=7$$l$: $x-2y=7$ Tip: maak een schets! Zie hieronder.Omdat de straal van de cirkels 4 is en de cirkels de x-as raken moeten de y-waarden van de cirkels wel $y=4$ en $y=-4$ zijn.Met behulp van lijn $k$ kunnen we nu de coördinaten van de middelpunten vinden:$y=-4$ invullen in $k$ geeft:$x+2\cdot-4=6$$x-8=6$$x=14$Dus $M_1(14,-4)$Dat geeft $c_1: (x-14)^2+(y+4)^2=16$$y=4$ invullen geeft:$x+2\cdot 4=6$$x+8=6$$x=-2$Dus $M_2(-2,4)$Dan wordt de vergelijking: $c_2: (x+2)^2+(y-4)^2=16$. Werkwijze: Het middelpunt van de cirkel staat vast in bovenstaande vergelijking. Het enige waar we invloed op uit kunnen oefenen met het veranderen van $p$ is de straal van de cirkel. We gaan de straal dus zo kiezen zodat het punt $A(-1,1)$ binnen de cirkel valt.Stap 1: kwadraat afsplitsen om het middelpunt van de cirkel te vinden.  $x^2+4x+y^2+2y-p=0$$(x+2)^2-4+(y+1)^2-1=p$Om het kwadraat af te splitsen kijken we eerst naar de term voor de losse $x$, voor $4x$ dus, dit is $4$, deze delen we door $2$, dit is $2$. Vervolgens schrijven we $(x+2)^2$. Als we nu de papegaaienbekmethode toepassen krijgen we $(x+2)^2=x^2+4x+4$ Terwijl we alleen $x^2+4x$ in onze originele formule hebben staan. Daarom trekken we er nog $4$ af en wordt het $(x+2)^2-4$. Hetzelfde doen we voor $y^2+2y$. We nemen het getal voor de losse $y$, $2$ dus, delen deze door $2$, maakt $1$. Dit geeft ons $(y+1)^2$, we rekenen nu $+1$ teveel en trekken dit er weer af geeft $(y+1)^2-1$.$(x+2)^2+(y+1)^2=p+5$ De losse $4$, $1$ en $p$ verplaatsen we naar de rechterkant van de $=$. Deze bepalen onze straal.Het middelpunt van de cirkel is dus (-2,-1).Stap 2: De straal van de cirkel moet groter zijn dan de afstand van het middelpunt van de cirkel tot het punt $A(-1,1)$ om $A$ binnen de cirkel te laten liggen.De straal van de cirkel is $r=\sqrt{p+5}$.De afstand van het middelpunt tot $A$: $d(A,M)=\sqrt{(-1- -2)^2+(1- -1)^2}=\sqrt{(1)^2+(2)^2}=\sqrt{1+4}=\sqrt{5}$.Punt $A$ ligt op de cirkel als $r=\sqrt{5} oftewel $\sqrt{p+5}=\sqrt{5}$.$p+5=5$ (kwadrateren)$p=0$Punt $A$ ligt binnen de cirkel als $r\geq\sqrt{5}. Als de straal groter is dan de afstand van het punt $A$ tot het middelpunt van de cirkel moet de rand van de cirkel wel verder weg liggen dan $A$.Conclusie: dus $p>0$. Werkwijze: Eerst stellen we de cirkelvergelijking van $c$ op door de middellijn $BD$ te gebruiken. Vervolgens substitueren we lijn $m$ in de cirkelvergelijking om na te gaan wanneer de lijn de cirkel raakt. Stap 1: We stellen de cirkelvergelijking van $c$ op.Het midden $M$ van het lijnstuk $BD$ is $M(\frac{1}{2}(2+10),\frac{1}{2}(3+3))=M(6,3)$.Aangezien $BD$ de middellijn van de cirkel is kunnen we het middelpunt $M$ van de cirkel vinden door het midden van lijnstuk $BD$ te berekenen.$r=d(B,M)=\sqrt{(2-6)^2+(3-3)^2}=\sqrt{(4)^2+(0)^2}=\sqrt{16}=4$. De straal van de cirkel is de afstand van het middelpunt van de cirkel tot de een punt op de cirkel. Daarom berekenen we de afstand tussen $B$ en $M$.$c: (x-6)^2+(y-3)^2=16$$c: x^2-12x+36+y^2-6y+9=16$ (cirkelvergelijking herschrijven zodat we het snijpunt van de cirkel met de lijn kunnen vinden met behulp van substitutie)Dus $c: x^2-12x+y^2-6y+29=0$Stap 2: We substitueren lijn $m$ in de cirkel om te bepalen wanneer de lijn de cirkel raakt.$m: y=ax+7$Aangezien lijn $m$ door het punt $(0,7)$ gaat en dit het snijpunt met de y-as is ($x=0$), weten we dat $b=7$. Substitutie van $y=ax+7$ in $c: x^2-12x+y^2-6y+29=0$:Omdat we weten dat lijn $m$ de cirkel raakt, moeten lijn $m$ en de cirkel wel een snijpunt hebben, namelijk het raakpunt. Als we de y-waarde van $m$ invullen, namelijk $y=ax+7$, kunnen we het snijpunt vinden van de lijn en de cirkel.$x^2-12x+(ax+7)^2-6(ax+7)+29=0$$x^2-12x+a^2x^2+14ax+49-6ax-42+29=0$ (haakjes uitwerken)$ a^2x^2+x^2+14ax-6ax-12x+49-42+29=0$$(a^2+1)x^2+(8a-12)x+36=0$$D=0$ geeft $(8a-12)^2-4\cdot(a^2+1)\cdot 36=0$Een raaklijn en een cirkel hebben altijd maar één snijpunt (het raakpunt) dus de discriminant van deze vergelijking moet gelijk zijn aan $0$. Als de discriminant gelijk is aan nul hebben we namelijk één oplossing. $(8a-12)^2-4\cdot(a^2+1)\cdot 36=0$$64a^2-192a+144-(4a^2+4)\cdot 36=0$$64a^2-192a+144-144a^2-144=0$$-80a^2-192a=0$ (delen door -16)$5a^2+12a=0$$a(5a+12)=0$$a=0 \vee 5a+12=0$$a=o \vee 5a=-12$$a=0 \vee a=-\frac{12}{5}$De raaklijn is niet horizontaal (zie afbeelding) dus moet $a=-\frac{12}{5}$ wel de oplossing zijn die we zoeken.Dus $m: y=-\frac{12}{5}x+7$.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in