Toets Wiskunde

Moderne Wiskunde AC 12e ed/FLEX deel 2 - Hoofdstuk 8A - De afgeleide oefentoetsen & antwoorden

12e editie

Onderwerpen: helling, stijgen en dalen, differentiequotiënt, hellinggrafiek, afgeleide, differentiëren, extreme waarden (domein D3)

Moderne Wiskunde AC 12e ed/FLEX deel 2
Toets Wiskunde
Moderne Wiskunde AC 12e ed/FLEX deel 2
Online maken
Toets afdrukken
$\frac{\triangle f}{\triangle x} = \frac{f(b) - f(a)}{b-a}$De grootte van het interval is meestal $0.001$Toevoeging: de formule om de helling in een punt te benaderen wordt dan $\frac{\triangle f}{\triangle x} = \frac{f(x + 0.001) - f(x)}{0.001}$ Als de hellinggrafiek negatief is, dus onder de $x$-as ligt daalt de oorspronkelijke grafiek.Dat is op het interval $\langle -2, 1 \rangle$.Als de raaklijn horizontaal loopt is de helling daar $0$.De hellinggrafiek zit op twee punten op hoogte $0$.De gebeurt in de punten met $x = -2$ en $x = 1$.De grafiek van de afgeleide functie is even op hoogte $y = 0$, dus de raaklijn loopt daar even horizontaal.Om dit punt heen is de grafiek van de afgeleide functie negatief, dus de grafiek van de oorspronkelijke functie blijft daar dalen.We hebben dus te maken met een buigpunt (1) in een dalende (2) grafiek.De afgeleide functie bij $x = 1$ is positief en wordt steeds groter.De grafiek van de oorspronkelijke functie stijgt dus en de helling neemt toe.Er is dus een toenemende stijging bij $x = 1$ in de grafiek van de oorspronkelijke functie. $f(x)$ is een horizontale lijn.Daarvan is de helling $0$.$f’(x) = 0$Alternatieve aanpak: $f(x) = 4$ mag je ook schrijven als $f(x) = 4 \cdot x^0$ (want $x^0 = 1$)Om de afgeleide functie te bepalen van een machtsfunctie zet je de exponent er voor en verlaag je de exponent met $1$.$f’(x) = 4 \cdot 0 \cdot x^{-1}$Hier wordt vermenigvuldigd met $0$, dus de uitkomst is $0$.$f’(x) = 0$De functie beschrijft een rechte lijn. Het hellingsgetal is het getal voor de $x$.De hellingfunctie of afgeleide functie is $g’(x) = 2$.Alternatieve aanpak: de functie $g(x)$ is te schrijven als de som van twee functies:$g(x) = p(x) + q(x)$Met $p(x) = 2x$ en $q(x) = 3$Hiervan zijn de afgeleide functies$p’(x) = 2$$q’(x) = 0$Volgens de somregel: $g’(x) = p’(x) + q’(x)$Dus $g’(x) = 2 + 0 = 2$$g’(x) = 2$Bij een machtsfunctie: exponent er voor zetten en de exponent daarna zelf verlagen met $1$.$h’(x) = 7x^6$We kunnen de somregel toepassen: $k(x) = p(x) + q(x)$$p(x) = x^3$$q(x) = x^2$De afgeleide functies van de termen zijn dan$p’(x) = 3x^2$$q’(x) = 2x$De afgeleide functie van $k(x)$ is dan$k’(x) = 3x^2 + 2x$ Het differentiequotiënt  is een benadering van de helling in een punt. We nemen dan een klein interval waar we de helling uitrekenen, in dit geval $[4, 4.001]$$f(4) = 4\sqrt{4} = 8$$f(4.001) = 4.001 \sqrt{4.001} = 8.0030…$$\frac{\triangle y}{\triangle x} = \frac{f(4.001) - f(4)}{0.001} = \frac{8.0030… - 8}{0.001} = \frac{0.0030…}{0.001} = 3.00018… \approx 3.0$ $f(x)$ daalt als $f’(x) < 0$$f’(x) < 0$ op $\langle \leftarrow , -2 \rangle$$f’(x) < 0$ op $\langle 0, 2 \rangle$$f(x)$ daalt dus op $\langle \leftarrow ,  -2 \rangle$ en $\langle 0 , 2 \rangle$Bij een maximum gaat een grafiek over van stijgend in dalend.$f(x)$ stijgend, betekent dat $f’(x) > 0$$f(x)$ dalend, betekent dat $f’(x) < 0$$f’(x)$ gaat één keer over van positief naar negatief, namelijk bij $x = 0$$f(x)$ heeft één maximum. De $x$-coördinaat daarvan is $x = 0$De grafiek van $g(x)$ stijgt tot $x =3$, en daarna ook weer. Alleen in $x = 3$ loopt de raaklijn aan deze grafiek even horizontaal.De grafiek van $g’(x)$ is tot $x = 3$ en daarna positief, want daar stijgt de grafiek van $g(x)$.In $x = 3$ is de helling even $0$, dus daar is $g’(x) = 0$. De grafiek van $g’(x)$ raakt daar dus aan de $x$-as.Samengevat: de grafiek van $g’(x)$ raakt de $x$-as in $x = 3$ en ligt verder overal boven de $x$-as. De helling van de grafiek in een punt bereken je door de afgeleide te berekenen en de xxx-coördinaat van dat punt in te vullen.f(x)=12x4f(x) = \frac{1}{2}x^4f(x)=21​x4, dus f’(x)=4⋅12x3=2x3f’(x) = 4 \cdot \frac{1}{2} x^3 = 2x^3f’(x)=4⋅21​x3=2x3f’(3)=2⋅33=54f’(3) =2 \cdot 3^3 = 54f’(3)=2⋅33=54g(x)=8x+1g(x) = 8x + 1g(x)=8x+1 is samengesteld uit de termen 8x8x8x en +1+1+1Bij een som van twee functies mag je de functies apart differentiëren.g’(x)=8+0=8g’(x) = 8 + 0 = 8g’(x)=8+0=8h(x)=3x4−2x2+4h(x) = 3x^4 - 2x^2 + 4h(x)=3x4−2x2+4 is ook samengesteld.Bij een som met meerdere functies mag je de functies apart differentiëren.h’(x)=4⋅3x3−2⋅2x1+0h’(x) = 4 \cdot 3x^3 - 2 \cdot 2x^1 + 0h’(x)=4⋅3x3−2⋅2x1+0h’(x)=12x3−4xh’(x) = 12x^3 - 4xh’(x)=12x3−4xIn de extreme waarde van p(x)p(x)p(x) geldt dat p’(x)=0p’(x) = 0p’(x)=0 én p’(x)p’(x)p’(x) wisselt van teken.p’(x)=2⋅7x1=14xp’(x) = 2 \cdot 7x^1 = 14xp’(x)=2⋅7x1=14xLos op 14x=014x = 014x=0x=0x=0x=0p’(x)=14xp’(x) = 14xp’(x)=14x wisselt inderdaad van teken in x=0x = 0x=0, wantKies links en rechts van x=0x = 0x=0 een xxx die je invult in p’(x)p’(x)p’(x)p’(−1)=14⋅−1=−14p’(-1) = 14 \cdot -1 = -14p’(−1)=14⋅−1=−14p’(1)=14⋅1=14p’(1) = 14 \cdot 1 = 14p’(1)=14⋅1=14De afgeleide gaat van negatief naar positief, dus de grafiek van p(x)p(x)p(x) gaat van dalend naar stijgend.De grafiek van p(x)p(x)p(x) heeft dus een minimum in x=0x = 0x=0x=0x = 0x=0 invullen in p(x)p(x)p(x) om de yyy-coördinaat te vinden.p(0)=7⋅02=0p(0) = 7 \cdot 0^2 = 0p(0)=7⋅02=0p(x)p(x)p(x) heeft dus een minimum in (0,0)(0,0)(0,0)In de extreme waarde van q(x)q(x)q(x) geldt dat q’(x)=0q’(x) = 0q’(x)=0 én q’(x)q’(x)q’(x) wisselt van teken.q’(x)=4−3⋅3x2=4−9x2q’^{(x)} = 4 - 3 \cdot 3x^2 = 4 - 9x^2q’(x)=4−3⋅3x2=4−9x2Los op 4−9x2=04 - 9x^2 = 04−9x2=0−9x2=−4-9x^2 = -4−9x2=−4x2=49x^2 = \frac{4}{9}x2=94​x=−23∨x=23x = - \frac{2}{3} \vee x = \frac{2}{3}x=−32​∨x=32​Onderzoeken of p’(x)p’(x)p’(x) van teken wisseltLinks van x=−23x = - \frac{2}{3}x=−32​ kiezen we x=−1x = -1x=−1p’(−1)=4−9⋅(−1)2=4−9=−5p’(-1) = 4 - 9 \cdot (-1)^2 = 4 - 9 = -5p’(−1)=4−9⋅(−1)2=4−9=−5NegatiefTussen x=−23x = - \frac{2}{3}x=−32​ en x=23x = \frac{2}{3}x=32​ kiezen we x=0x = 0x=0p’(0)=4−9⋅02=4p’(0) = 4 - 9 \cdot 0^2 = 4p’(0)=4−9⋅02=4PositiefRechts van x=23x = \frac{2}{3}x=32​ kiezen we x=1x = 1x=1p’(1)=4−p⋅12=4−9=−5p’(1) = 4 - p \cdot 1^2 = 4 - 9 = -5p’(1)=4−p⋅12=4−9=−5Negatiefp’(x)p’(x)p’(x) wisselt steeds van tekenEr is dus een minimum in x=−23x = - \frac{2}{3}x=−32​Er is dus een maximum in x=23x = \frac{2}{3}x=32​Nu de coördinaten berekenenMinimum: p(−23)=4⋅(−23)−3⋅(−23)3p(- \frac{2}{3}) = 4 \cdot (- \frac{2}{3}) - 3 \cdot (-\frac{2}{3})^3p(−32​)=4⋅(−32​)−3⋅(−32​)3p(−23)=−83−3⋅(−827)p(-\frac{2}{3}) = - \frac{8}{3} - 3 \cdot (- \frac{8}{27})p(−32​)=−38​−3⋅(−278​)p(−23)=−83+2427=−7227+2427=−4827p(-\frac{2}{3}) = - \frac{8}{3} + \frac{24}{27} = - \frac{72}{27} + \frac{24}{27} = - \frac{48}{27}p(−32​)=−38​+2724​=−2772​+2724​=−2748​Maximum: p(23)=4⋅(23)−3⋅(23)3p(\frac{2}{3}) = 4 \cdot (\frac{2}{3}) - 3 \cdot (\frac{2}{3})^3p(32​)=4⋅(32​)−3⋅(32​)3p(23)=83−3⋅(827)p(\frac{2}{3}) = \frac{8}{3} - 3 \cdot (\frac{8}{27})p(32​)=38​−3⋅(278​)p(23)=83−2427=7227−2427=4827p(\frac{2}{3}) = \frac{8}{3} - \frac{24}{27} = \frac{72}{27} - \frac{24}{27} = \frac{48}{27}p(32​)=38​−2724​=2772​−2724​=2748​Er is een minimum met de coördinaten (−23,−4827)( -\frac{2}{3}, - \frac{48}{27})(−32​,−2748​)Er is een maximum met de coördinaten (23,4827)(\frac{2}{3}, \frac{48}{27})(32​,2748​) De $x$ staat in de exponent. Daarvoor hebben we nog geen regels gehad hoe die kan worden gedifferentieerd.De helling moet dus nu met het differentiequotiënt worden bepaald.We kijken naar het interval $\langle 2, 2.001 \rangle$$f(2) = 3 \cdot 2^2 = 12$$f(2.001) = 3 \cdot 2^{2.001} = 12.0083…$$\frac{\triangle y}{\triangle x} = \frac{f(2.001) - f(2)}{0.001} = \frac{12.0083… - 12}{0.001} = 8.32 … \approx 8.3$De helling is dus ongeveer $8.3$. Zie de tekening hieronder.De hellinggrafiek (blauw) is op hoogte nul waar de grafiek van $f(x)$ een minimum of maximum heeft. Zie de grijze stippellijnen.De hellinggrafiek heeft een minimum of maximum waar de grafiek van $f(x)$ het snelste daalt of stijgt.De hellinggrafiek is negatief (onder de $x$-as) waar de grafiek van $f(x)$ daalt.De hellinggrafiek is positief (boven de $x$-as) waar de grafiek van $f(x)$ stijgt. De helling is $-6$, dus moet gelden $f’(x) = -6$$f’(x) = 3 \cdot \frac{1}{3}x^2 - 2 \cdot 2 \frac{1}{2}x^1$$f’(x) = x^2 - 5x$Nu oplossen $f’(x) = -6$$x^2 - 5x = -6$$x^2 - 5x + 6 = 0$$(x-2)(x-3) = 0$$x-1 = 0 \vee x - 3 = 0$$x=2 \vee x = 3$De $x$-coördinaten zijn gevonden, nu de bijbehorende $y$-coördinaten.$x=2$ geeft$f(2) = \frac{1}{3} \cdot 2^3 - 2 \frac{1}{2} ]cdot 2^2$$f(2) = \frac{1}{3} \cdot 8 - 2 \frac{1}{2} \cdot 4$$f(2) = \frac{8}{3} - 10 = - \frac{22}{3} = - 7 \frac{1}{3}$$x = 3$ geeft$f(3) = \frac{1}{3} \cdot 3^3 - 2 \frac{1}{2} \cdot 3^2$$f(3) = \frac{1}{3} \cdot 27 - 2 \frac{1}{2} \cdot 9$$f(3) = 9 - 22 \frac{1}{2} = - 13 \frac{1}{2}$De coördinaten van de punten zijn $(2, - 7 \frac{1}{3})$ en $(3, -13 \frac{1}{2})$ $f(x) = px^3 + qx + r$, dus bepalen we eerst de afgeleide$f’(x) = 3px^2 + q$Tegelijk moet gelden $f’(x) = 3x^2 + 2$Kijk naar de factor voor de $x^2$$3p = 3$$p=1$Kijk naar de losse term$q=2$Invullen geeft: $f(x) = 1x^3 + 2x + r$Gegeven is $f(1) = 4$$f(1) = 1 \cdot 1^3 + 2 \cdot 1 + r = 4$$1+2+r = 4$$r=1$Antwoord: $p=1$$q=2$$r=1$ Voor de oppervlakte hebben we de lengte en de breedte van de bodem nodig.Van de maten van het karton wordt aan beide kanten $x$ cm afgetrokken om tot de maten van de bodem te komen.$lengte_{bodem} = 30 - 2x$$breedte_{bodem} = 15-2x$$oppervlakte_{bodem} = lengte \cdot breedte$$oppervlakte_{bodem} = (30-2x)(15-2x)$$oppervlakte_{bodem} = 450 - 60x - 30x + 4x^2$$oppervlakte_{bodem} = 450 - 90x + 4x^2$Inderdaad is $oppervlakte_{bodem} = 4x^2 - 90x + 450$Als we de formule voor de inhoud hebben kunnen we met behulp van de afgeleide het maximum berekenen.$inhoud_{bakje} = oppervlakte_{bodem} \cdot hoogte_{bakje}$$inhoud_{bakje} = (4x^2 - 90x + 450) \cdot x$$inhoud_{bakje} = 4x^3 - 90x^2 + 450x$De afgeleide van de inhoud is dan$inhoud’_{bakje} = 3 \cdot 4x^2 - 2 \cdot 90x + 450$$inhoud’_{bakje} = 12x^2 - 180x + 450$In het maximum is de afgeleide $0$.$inhoud’_{bakje} = 0$$12x^2 - 180x + 450 = 0$$2x^2 - 30x + 75 = 0$ABC-formule$a = 2$, $b = -30$, $c = 75$$D = b^2 - 4ac = (-30)^2 - 4 \cdot 2 \cdot 75 = 900 - 600 = 300$$x = \frac{-(-30) + \sqrt{300}}{2 \cdot 2} \vee x = \frac{-(-30) - \sqrt{300}}{2 \cdot 2}$$x = 11.83… \vee x = 3.16 …$De eerste oplossing voldoet niet, omdat dat niet zal passen in de breedte.De inhoud van het bakje is dus maximaal bij $x \approx 3.2$ cm.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in