Biologie voor Jou MAX (release 8.0) Deel A - Thema 3 - Erfelijkheid en evolutie oefentoetsen & antwoorden

Genotype (erfelijke eigenschappen hebben met genen te maken) Gen ( het gen voor oogkleur bijvoorbeeld of voor haarkleur) Één (het ene allel kan zorgen voor bruin haar en de andere voor blond, bijvoorbeeld een van de twee chromosomen wordt doorgegeven aan de zaadcel. Zo kun jij dus anders zijn dan je broer of zus. Op iedere chromosoom liggen andere allelen)Fenotype ( wordt bepaald door het genotype in eerste instantie, maar is wel aan te passen door bijvoorbeeld je haar te verven of een tatoeage te nemen.  Er is geen dominant en geen recessief allel, je spreekt dan over intermediair fenotypeJe hebt twee dezelfde allelen voor blauwe ogen, je bent dan homozygoot voor de eigenschap blauwe ogen. Iemand heeft twee verschillende allelen, maar je ziet dat een allel sterker is en dus tot uiting is gekomen. Dit allel is dominant Iemand heeft twee verschillende allelen, maar je ziet dat een allel zwakker is en niet tot uiting is gekomen. Dit allel is recessief Je hebt een allel voor krullen haar en een allel voor stijl haar, je bent heterozygoot voor deze eigenschap.  ADe P van Parents (ouders) A CEen recessief allel wordt aangeduid met een kleine letter. Homozygoot staat voor twee keer hetzelfdeHomozygoot recessief dus voor twee keer een kleine letter en dus, gg Voorbeeld van juist antwoord: Door geslachtelijke voortplanting smelten twee geslachtscellen, ieder met een ander genotype, samen tijdens de bevruchting wat telkens weer een andere combinatie van genotype oplevert.  Als ze vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. Let op: het woord vruchtbaar moet erbij anders is het antwoord fout.  B  A D, heterozygoot dominant. Twee verschillende letters maken het heterozygoot en de hoofdletter A dominant.  De hoeveelheid voedingsstoffen (uit de tekst halen) en het genotype van de plant bepalen het fenotype ofwel de kleur.  Bruine ogen – blond haar – grote neus – een stengel met dorens – blauwe bloemblaadjes. De rest kan allemaal ontstaan gedurende het leven of door het maken van bepaalde keuzes. (§3.1)  Het roze fenotype B (recessief voor wit en recessief voor rood, geef roze)  Vrouwtje: wit (recessief) dus genotype: hh Mannetje: heterozygoot zwart dus genotype: HhIn je schema zie je dat twee nakomelingen het genotype: hh hebben. Alleen zij kunnen een witte vacht hebben omdat zwart dominant is. Wanneer er dus een H in het genotype zit is de nakomeling direct zwart. Twee van de vier = 2/4 = 50% De linker De rechter is onjuist omdat er uit twee ouders die recessief zijn voor de eigenschap geen kind kan komen die dominant is voor de eigenschap en dus zijn of haar tong wel dubbel kan vouwen.  C, ze hebben beide gelijk. Het beïnvloedt namelijk beide je uiterlijk.  Wanneer het is uitgezaaid moeten alle tumoren worden gevonden. Uitzaaiing betekent namelijk dat er een kankercel is losgelaten van de tumor en ergens anders weer een tumor kan vormen. Het alleen weghalen van de oorspronkelijke ‘bron’ is niet voldoende.  Nee, organismen horen pas tot een soort wanneer de nakomelingen ook vruchtbaar zijn.  Harde delen, zoals botten, blijven het langst liggen en worden dus een fossiel. Zachte delen, zoals vlees en huid, vergaan snel. Een naaktslak heeft geen harde delen en zal daarom snel in de bodem vergaan.   Ja, hier is zeker sprake van genetische modificatie. Het gen van de rat wordt namelijk veranderd door het inspuiten van een menselijk gen.  Alle nakomelingen van de F1 zijn grijs. Dit betekent dat grijs dominant is (H) en zwart recessief (h). Ouders: Hh x hh (want in de tekst staat dat een in de F2 ook grijze vliegen zitten, dat kan alleen wanneer de ouders Hh hebben) F1: Iedereen is Hh (teken een kruisschema!!) F1 gaat voortplanten dus: Hh x Hh In het kruisingsschema levert dat het volgende op voor F2: ¼ deel is heeft hh en is dus grijs. ¼ deel van 122 is ongeveer 40 dus antwoord B. Dit kan zowel van invloed van het milieu als van variatie in de genotype die ontstaan door geslachtelijke voortplanting.  RrVrouw: rr (recessief steil haar, zie tekst) Man moet heterozygoot zijn aangezien in de tekst staat dat kind P homozygoot is voor steil haar. De man moet dus een kleine r hebben wil dit kunnen gebeuren.Teken het voor jezelf uit in een schema dan zie je het.  Bepaal eerst genotype ouders: Hh x hhVeulen is bruin dus in ieder geval een grote H en een kleine van vader h dus genotype: Hh Weer kruising met witte merrie: Hh x hh Kruisingsschema tekenen: Je ziet dat de helft van de nakomelingen bruin (Hh)zal zijn en de ander helft wit (hh)Dus de verhouding is 2:2 ofwel 1:1