Getal en Ruimte wisA/C 12e ed deel 2
- Hoofdstuk 6 - Kansrekening
oefentoetsen & antwoorden
12e editie
Klas 4-5|Vwo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: Kansen, empirische kansen, vaasmodel, productregel, somregel, complementregel, pakken met en zonder teruglegging.
Examendomein: E4 - Kansbegrip
Toets Wiskunde
Getal en Ruimte wisA/C 12e ed deel 2
Online maken
Toets afdrukken
Deze bewering is onjuist. De experimenten zijn onafhankelijk.Deze bewering is onjuist. Er geldt $P\left( {{X}_{1}}\text{ en }{{X}_{2}} \right)=P\left( {{X}_{1}} \right)\cdot P\left( {{X}_{2}} \right)$ Het aantal mogelijke uitkomsten is ${{2}^{6}}=64$We zijn op zoek naar het aantal gunstige uitkomstenBijvoorbeeld: K M M K M M.Dit kan op $\binom{6}{4}=15$ manieren.De kans op vier keer munt is dan $P\left( 4\text{ keer munt} \right)=\frac{15}{64}\approx 0,167$Het aantal mogelijke uitkomsten is ${{2}^{6}}=64$Vaker munt dan kop, dus de gunstige uitkomsten zijn: 4 keer munt, 5 keer munt en 6 keer munt.Dit kan op $\binom{6}{4}+\binom{6}{5}+\binom{6}{6}=15+6+1=22$ manieren.De kans op meer keren munt dan kop is dan $P\left( \text{meer munt dan kop} \right)=\frac{22}{64}\approx 0,344$Of$P\left( \text{vaker munt dan kop} \right)=P\left( \text{4 keer munt} \right)+P\left( \text{5 keer munt} \right)+P\left( \text{6 keer munt} \right)$$=\frac{\binom{6}{4}}{64}+\frac{\binom{6}{5}}{64}+\frac{\binom{6}{6}}{64}=\frac{15}{64}+\frac{6}{64}+\frac{1}{64}\approx 0,344$Afwisselend kop en munt, dus de gunstige uitkomsten zijn: KMKMKM of MKMKMK$P\left( \text{KMKMKM} \right)=\frac{1}{2}\cdot \frac{1}{2}\cdot \frac{1}{2}\cdot \frac{1}{2}\cdot \frac{1}{2}\cdot \frac{1}{2}=\frac{1}{64}$ en $P\left( \text{MKMKMK} \right)=\frac{1}{2}\cdot \frac{1}{2}\cdot \frac{1}{2}\cdot \frac{1}{2}\cdot \frac{1}{2}\cdot \frac{1}{2}=\frac{1}{64}$$P\left( \text{KMKMKM} \right)+P\left( \text{MKMKMK} \right)=\frac{1}{64}+\frac{1}{64}\approx 0,031$ Drie paarse knikkers uit 32 paarse knikkers kan op $\binom{32}{3}$ manieren.Drie gele knikkers uit 12 paarse knikkers kan op $\binom{12}{3}$ manieren.Geen groene knikkers kan op $\binom{18}{0}=1$ manier.Zes knikkers uit 62 knikkers kan op $\binom{62}{6}$ manieren.Het aantal gunstige uitkomsten is dan $\binom{32}{3}\cdot\binom{12}{3}\cdot\binom{18}{0}$.Het totale aantal uitkomsten is $\binom{62}{6}$.$P\left ( \text{drie paars en drie geel} \right )=\frac{\binom{32}{3}\cdot\binom{12}{3}\cdot\binom{18}{0}}{\binom{62}{6}}\approx 0,018$$P\left ( \text{geen paars} \right )=\frac{\binom{30}{6}\cdot\binom{32}{0}}{\binom{62}{6}}\approx 0,010$Vier paarse knikkers uit 32 paarse knikkers kan op $\binom{32}{4}$ manieren.Vier paarse knikkers, dus twee knikkers van een andere kleur. We kunnen deze knikkers kiezen uit 12 gele en 18 groene knikkers, dus in totaal 30 knikkers.Dit kan op $\binom{30}{2}$ manieren.$P\left ( \text{vier paars} \right )=\frac{\binom{32}{4}\cdot\binom{30}{2}}{\binom{62}{6}}\approx 0,254$$P\left ( \text{1 groen, 2 geel, 3 paars} \right )=\frac{\binom{18}{1}\cdot\binom{12}{2}\cdot\binom{32}{3}}{\binom{62}{6}}\approx 0,096$Er is maar één vaas met rode knikkers. De groene knikker moet dus uit de vaas komen met 18 groene knikkers.$P\left( \text{1 groene en 1 rode} \right)=P\left( \text{gr} \right)=\frac{18}{62}\cdot \frac{6}{14}\approx 0,124$$P\left( \text{geen geel} \right)=P\left( \not{g}\not{g} \right)=\frac{50}{62}\cdot \frac{9}{14}\approx 0,518$ $P\left( \text{ }\!\!\acute{\mathrm{e}}\!\!\text{ }\!\!\acute{\mathrm{e}}\!\!\text{ n 4} \right)$=$P\left( 4\not{4}\not{4} \right)+P\left( \not{4}4\not{4} \right)+P\left( \not{4}\not{4}4 \right)$.$P\left( \text{ }\!\!\acute{\mathrm{e}}\!\!\text{ }\!\!\acute{\mathrm{e}}\!\!\text{ n 4} \right)=\frac{1}{4}\cdot \frac{5}{6}\cdot \frac{9}{10}+\frac{3}{4}\cdot \frac{1}{6}\cdot \frac{9}{10}+\frac{3}{4}\cdot \frac{5}{6}\cdot \frac{1}{10}=0,3625$$P\left( \text{twee keer 3} \right)=P\left( \text{33}\not{3} \right)+P\left( \text{3}\not{3}3 \right)+P\left( \not{3}\text{33} \right)$$P\left( \text{twee keer 3} \right)=\frac{1}{4}\cdot \frac{1}{6}\cdot \frac{9}{10}+\frac{1}{4}\cdot \frac{5}{6}\cdot \frac{1}{10}+\frac{3}{4}\cdot \frac{1}{6}\cdot \frac{1}{10}\approx 0,071$Eerst de verschillende mogelijkheden systematisch noteren:$4.6.8$ – $4.5.9$ – $4.4.10$$3.6.9$ – $3.5.10$$2.6.10$Er zijn dus zes uitkomsten mogelijk.De kans op elk van de zes uitkomsten is $\frac{1}{4}\cdot \frac{1}{6}\cdot \frac{1}{10}$$P\left( \text{18 ogen} \right)=6\cdot \frac{1}{4}\cdot \frac{1}{6}\cdot \frac{1}{10}=0,025$ We kijken in de rij van de 16-jarigen en we zien dat 21 leerlingen een leeftijd hebben van 16 jaar.
KlasH4AH4BH4C TotaalLeeftijd15121493516588211787419182046 Totaal27292581Het totale aantal leerlingen is 81.P(16 jaar)=2181≈0,259P\left( \text{16 jaar} \right)=\frac{21}{81}\approx 0,259P(16 jaar)=8121≈0,259 We weten al dat de leerling niet in H4A zit. We delen straks niet door de totale frequentie van 81 leerlingen, want we zoeken leerlingen uit een beperkte groep. Namelijk de leerlingen in H4B en H4C.In de klassen H4B en H4C zitten samen 29+25=5429+25=5429+25=54leerlingen.Van deze 54 leerlingen hebben 14+9=2314+9=2314+9=23 een leeftijd van 15 jaar.
KlasH4AH4BH4C TotaalLeeftijd15121493516588211787419182046 Totaal27292581P(Uit H4B/C is 15 jaar)=2354≈0,426P\left( \text{Uit H4B/C is 15 jaar} \right)=\frac{23}{54}\approx 0,426P(Uit H4B/C is 15 jaar)=5423≈0,426Deze opgave lijkt veel op de vorige, maar is net even anders. Bij de vorige opgave hebben we alleen gekeken naar de 54 leerlingen uit H4B en H4C, want we kijken naar de leerlingen die niet in H4A zitten. In deze opgave gaat het niet om een beperkte groep maar om alle leerlingen met als eis dat ze in H4B of H4C (want niet in H4A) zitten én de eis dat ze 15 jaar oud zijn.In de tabel zien we dat 14+9=2314+9=2314+9=23 leerlingen aan deze twee eisen voldoen.
KlasH4AH4BH4C TotaalLeeftijd15121493516588211787419182046 Totaal27292581P(Uit H4B/C en 15 jaar)=2381≈0,284P\left( \text{Uit H4B/C en 15 jaar} \right)=\frac{23}{81}\approx 0,284P(Uit H4B/C en 15 jaar)=8123≈0,284 Ook ditmaal hebben we te maken met een beperkte groep. We moeten kiezen uit de groep die jonger is dan 17 jaar. Oftewel, de 15- en 16-jarigen.Dit zijn in totaal 35+21=5635+21=5635+21=56 leerlingen.We willen nu de kans berekenen dat een leerling uit deze groep in klas H4C zit. KlasH4AH4BH4C TotaalLeeftijd15121493516588211787419182046 Totaal27292581In de tabel zien we dat 9+8=179+8=179+8=17 leerlingen in klas H4C 15 of 16 jaar zijn.P(15/16 jaar in H4C)=1756≈0,304P\left( \text{15/16 jaar in H4C} \right)=\frac{17}{56}\approx 0,304P(15/16 jaar in H4C)=5617≈0,304 3 van de 20 kan op $\binom{20}{3}=1140$ manierenElke manier heeft een kans van ${{0,3}^{3}}\cdot {{0,7}^{17}}$Dus $P(\text{3 met bijwerkingen})={\binom{20}{3}\cdot 0,3^3\cdot} 0,7^{17}\approx 0,072$Minder dan 4, dus 0, 1, 2 of 3 personen.$P(\text{0 met bijwerkingen})={\binom{20}{0}\cdot 0,3^0\cdot} 0,7^{20}$$P(\text{1 met bijwerkingen})={\binom{20}{1}\cdot 0,3^1\cdot} 0,7^{19}$$P(\text{2 met bijwerkingen})={\binom{20}{2}\cdot 0,3^2\cdot} 0,7^{18}$$P(\text{3 met bijwerkingen})={\binom{20}{3}\cdot 0,3^3\cdot} 0,7^{17}$$P(\text{minder dan 4})=\binom{20}{0}\cdot 0,3^0\cdot 0,7^{20} + \binom{20}{1}\cdot 0,3^1\cdot 0,7^{19} + \binom{20}{2}\cdot 0,3^2\cdot 0,7^{18} + \binom{20}{3}\cdot 0,3^3\cdot 0,7^{17}\approx 0,107$ Het is te veel werk om de kans op alle mogelijke prijscombinaties te berekenen. Het is handiger om de kans op geen enkele prijs te berekenen en dan de complementregel te gebruiken om de kans op minsten één prijs te berekenen.Let op! De enveloppen worden niet teruggelegd, de noemer wordt dus steeds één kleiner.De kans op geen prijs is:$P\left( \text{geen prijs} \right)=\frac{47}{50}\cdot \frac{46}{49}\cdot \frac{45}{48}=0,8272\cdots $Nu de complementregel gebruiken geeft:$P\left( \text{minstens }\!\!\acute{\mathrm{e}}\!\!\text{ }\!\!\acute{\mathrm{e}}\!\!\text{ n prijs} \right)=1-P\left( \text{geen prijs} \right)=1-0,8272\cdots \approx 0,173$
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.