Toets Wiskunde

Moderne Wiskunde B 12e ed/FLEX deel 3 - Hoofdstuk 17 - Goniometrische functies oefentoetsen & antwoorden

12e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: Goniometrische functies; herleiden, vergelijkingen, differentiëren, primitiveren.

Examendomein: D

Moderne Wiskunde B 12e ed/FLEX deel 3
Toets Wiskunde
Moderne Wiskunde B 12e ed/FLEX deel 3
Online maken
Toets afdrukken
Zoals je in de afbeelding hierboven zien moeten we de functie $\sin(x)$ een $\frac{1}{2}\pi$ naar links verschuiven om hem samen te laten vallen met de functie $\cos(x)$. Een functie naar links verschuiven geeft $x+p$ waarbij $p$ het aantal stappen naar links is. Dus, om $\sin(x)$ samen te laten vallen met $\cos(x)$ doen we $\sin(x+\frac{1}{2}\pi)$ en dan is hij dus gelijk aan $\cos(x)$. In $x=\frac{1}{2}\pi+k\cdot \pi$ is $\cos(x)$ gelijk aan 0. $\tan(x)=\frac{\sin(x)}{\cos(x)}$, dus in de punten $x=\frac{1}{2}\pi+k\cdot \pi$ krijgen we $\tan(x)=\frac{\sin(x)}{0}$, maar we kunnen niet delen door 0, dus is de functie niet gedefinieerd in deze punten en hebben we een asymptoot als de x-waarde $x=\frac{1}{2}\pi+k\cdot \pi$ nadert. De standaardfunctie is $u=a\sin(2\pi f t)$ waarbij $a$ de amplitude is en $f$ de frequentie. $a=0.3$, de amplitude is 0.3 mm.$2\pi f=122\pi$ Dus de frequentie $f=\frac{122\pi}{2\pi}=61$ hertz.De trillingstijd is $T=\frac{2\pi}{2\pi f}=\frac{2\pi}{122\pi}=0.0164$ seconden. Stap 1: We gebruiken de toppen. We weten het hoogste en het laagste punt. Namelijk $y=6$ (hoogste) en $y=-8$ (laagste). Hiermee kunnen we de evenwichtsstand en amplitude berekenen. Evenwichtsstand: $a=\frac{6+-8}{2}=-1$De evenwichtsstand ligt precies tussen het hoogste en het laagste punt, door deze op te tellen en te delen door twee vinden we dit midden. Amplitude: Manier 1: $b=\frac{6--8}{2}=7$ of manier 2: $6--1=7$De amplitude is de afstand van het hoogste tot het laagste punt delen door twee. (manier 1)De amplitude is de afstand van de evenwichtsstand tot het hoogste/laagste punt. Daarom trekken we de evenwichtsstand van het hoogste punt af. (manier 2)Stap 2: We hebben de x-coördinaten van het hoogste en het laagste punt. Namelijk $x=2$ (hoogste) en $x=5$ (laagste) Hiermee kunnen we de periode berekenen.Periode: $5-2=3$ is een halve periode. Dus de periode is $3\cdot 2=6$, $c=\frac{2\pi}{periode}=\frac{2\pi}{6}=\frac{\pi}{3}$.Omdat één periode pas voorbij is wanneer we terug zijn op de hoogte waar we zijn gestart, zijn we als we van het hoogste ($x=2$) naar het laagste punt ($x=5$) zijn gegaan nog maar op een halve periode.Door eerst te berekenen hoeveel een halve periode is en dit te vermenigvuldigen met twee krijgen we de lengte van een hele periode. Tot slot wordt de formule voor het berekenen van $c=\frac{2\pi}{periode}$ gebruikt.Stap 3: Het is het makkelijkste om een functie op te stellen van de vorm $y=a+b\cos(c(x-d))$ op te stellen. We hebben namelijk al het hoogste punt, dat is waar de cosinusoïde start. Dit geeft ons $d=2$.Conclusie: $y=-1+7\cos(\frac{\pi}{3}(x-2))$. Alternatieve stap 3: We kun ook een functie opstellen van de vorm $y=a+b\sin(c(x-d))$. Het beginpunt van een sinusoïde vinden we waar de sinusoïde stijgend door de evenwichtsstand gaat. Voordat de sinusoïde bij het maximum $(2, 6)$ kwam moet hij stijgend door de evenwichtsstand zijn gegaan. Dit is een kwart periode voor het hoogste punt. Een kwart periode is $6:4=1\frac{1}{2}$ (de hele periode delen door 4)$2-1\frac{1}{2}=\frac{1}{2}$ (we zoeken naar het punt een kwart periode voor het hoogste punt)$d=\frac{1}{2}$. Alternatieve conclusie: $y=-1+7\sin(\frac{\pi}{3}(x-\frac{1}{2}))$Stap 1: We kunnen de y-coördinaten van het hoogste en het laagste punt aflezen. Namelijk $y=5$ (hoogste) en $y=1$ (laagste). Hiermee kunnen we de evenwichtsstand en amplitude berekenen. Evenwichtsstand: $a=\frac{5+1}{2}=3$De evenwichtsstand ligt precies tussen het hoogste en het laagste punt, door deze op te tellen en te delen door twee vinden we dit midden. Amplitude: Manier 1: $b=\frac{5-1}{2}=2$ of manier 2: $5-3=2$De amplitude is de afstand van het hoogste tot het laagste punt delen door twee. (manier 1)De amplitude is de afstand van de evenwichtsstand tot het hoogste/laagste punt. Daarom trekken we de evenwichtsstand van het hoogste punt af. (manier 2)Stap 2: We hebben de x-coördinaten van het hoogste en het laagste punt. Namelijk $x=5$ (hoogste) en $x=1$ (laagste). Hiermee kunnen we de periode berekenen.Periode: $5-1=4$ is een halve periode. Dus de periode is $4\cdot 2=8$, $c=\frac{2\pi}{periode}=\frac{2\pi}{8}=\frac{\pi}{2}$.Omdat één periode pas voorbij is wanneer we terug zijn op de hoogte waar we zijn gestart, zijn we als we van het laagste ($x=5$) naar het hoogste punt ($x=1$) zijn gegaan nog maar op een halve periode.Door eerst te berekenen hoeveel een halve periode is en dit te vermenigvuldigen met twee krijgen we de lengte van een hele periode. Tot slot wordt de formule voor het berekenen van $c=\frac{2\pi}{periode}$ gebruikt.Stap 3: Het is het makkelijkste om een functie op te stellen van de vorm $y=a+b\cos(c(x-d))$ op te stellen. We hebben namelijk al het hoogste punt, dat is waar de cosinusoïde start. Dit geeft ons $d=5$.Conclusie: $y=3+2\cos(\frac{\pi}{2}(x-5))$. Alternatieve stap 3: We kun ook een functie opstellen van de vorm $y=a+b\sin(c(x-d))$. Het beginpunt van een sinusoïde vinden we waar de sinusoïde stijgend door de evenwichtsstand gaat. We lezen af dat dit in $x=3$ is.Alternatieve conclusie: $y=3+2\sin(\frac{\pi}{2}(x-3))$ Uit de translatie van de grafieken volgt $\sin(x)=\cos(x-\frac{1}{2}\pi)$. Dit geeft:$\sin(2x+\frac{1}{3}\pi)=\cos(2x+\frac{1}{3}\pi-\frac{1}{2}\pi)=\cos(2x+\frac{2}{6}\pi-\frac{3}{6}\pi)=\cos(2x-\frac{1}{6}\pi)$Uit de translatie van de grafieken volgt $\cos(x)=\sin(x+\frac{1}{2}\pi)$. Dit geeft:$-\cos(3(x-\frac{1}{4}\pi))=-\sin(3(x-\frac{1}{4}\pi)+\frac{1}{2}\pi)=-\sin(3x-\frac{3}{4}\pi+\frac{1}{2}\pi)=-\sin(3x-\frac{1}{4}\pi)$Gebruik $-\sin(x)=\sin(x+\pi)$$-\sin(3x-\frac{1}{4}\pi)=\sin(3x-\frac{1}{4}\pi+\pi)=\sin(3x+\frac{3}{4}\pi)$ Gebruik $\sin^2(x)+\cos^2(x)=1$, substitueer hierin $\cos(x)=\frac{5}{36}$ geeft:$\sin^2(x)+(\frac{5}{7})^2=1$$\sin^2(x)+\frac{25}{49}=1$$\sin^2(x)=1-\frac{25}{49}$$\sin^2(x)=\frac{24}{49}$$\sin(x)=\sqrt{\frac{24}{49}} \vee \sin(x)=-\sqrt{\frac{24}{49}}$$\sin(x)=\frac{\sqrt{24}}{\sqrt{49}} \vee \sin(x)=-\frac{\sqrt{24}}{\sqrt{49}}$$\sin(x)=\frac{2\sqrt{6}}{7} \vee \sin(x)=-\frac{2\sqrt{6}}{7}$Voor $\frac{1}{2}\pi<x<\pi$ is $\sin(x)$ positief dus $\sin(x)=\frac{2\sqrt{6}}{7}$ Om de vergelijking op te lossen moeten we een uitdrukking van de vorm $\sin(A)=\sin(B)$ krijgen.De $-$ aan de rechterkant werken we dus weg:$\sin(x+\frac{1}{5}\pi)=\sin(2x+\pi)$ (gebruik $-\sin(x)=\sin(x+\pi)$)$x+\frac{1}{5}\pi=2x+\pi+k\cdot 2\pi \vee x+\frac{1}{5}\pi=\pi-(2x+\pi)+k\cdot 2\pi$$x-2x =\pi-\frac{1}{5}\pi+k\cdot 2\pi \vee x+2x=-\frac{1}{5}\pi+k\cdot 2\pi$$-x=\frac{4}{5}\pi+k\cdot 2\pi \vee 3x=-\frac{1}{5}\pi+k\cdot 2\pi$$x=-\frac{4}{5}\pi+k\cdot 2\pi \vee x=-\frac{1}{15}\pi+k\cdot \frac{2}{3}\pi$Om de vergelijking op te lossen moeten we een uitdrukking van de vorm $\cos(A)=\cos(B)$ of $\sin(A)=\sin(B)$ hebben. We kiezen ervoor om het rechterlid naar $\cos$ te schrijven.$\cos(\frac{1}{2}x-\pi)=\cos(2x+\frac{3}{4}\pi-\frac{1}{2}\pi)$ (gebruik $\sin(x)=\cos(x-\frac{1}{2}\pi)$)$\cos(\frac{1}{2}x-\pi)=\cos(2x+\frac{1}{4}\pi)$$\frac{1}{2}x-\pi=2x+\frac{1}{4}\pi+k\cdot 2\pi \vee \frac{1}{2}x-\pi=-(2x+\frac{1}{4}\pi)+k\cdot 2\pi$$-1\frac{1}{2}x=1\frac{1}{4}\pi+k\cdot 2\pi \vee 2\frac{1}{2}x=\frac{3}{4}\pi)+k\cdot 2\pi$$x=-\frac{10}{12}\pi+k\cdot \frac{4}{3}\pi \vee x=\frac{6}{20}\pi)+k\cdot \frac{4}{5}\pi$$x=-\frac{5}{6}\pi+k\cdot \frac{4}{3}\pi \vee x=\frac{3}{10}\pi)+k\cdot \frac{4}{5}\pi$Gebruik $\sin^2(x)+\cos^2(x)=1$ geeft $\sin^2(x)=1-\cos^2(x)$$3\cos^2(2x)=2-(1-\cos^2(2x))$$3\cos^2(2x)=2-1+\cos^2(2x)$$2\cos^2(2x)=1$$\cos^2(2x)=\frac{1}{2}$$\cos(2x)=\sqrt{\frac{1}{2}} \vee \cos(2x)=-\sqrt{\frac{1}{2}}$$\cos(2x)=\frac{1}{2}\sqrt{2} \vee \cos(2x)=-\frac{1}{2}\sqrt{2}$$2x=\frac{1}{4}\pi+k\cdot \frac{1}{2}\pi$$x=\frac{1}{8}\pi+k\cdot \frac{1}{4}\pi$Gebruik $\sin^2(x)+\cos^2(x)=1$ geeft $\cos^2(x)=1-\sin^2(x)$$\cos^2(x)=-1-\sin(x)$$1-\sin^2(x)=-1-\sin(x)$$-\sin^2(x)+\sin(x)+2=0$$\sin^2(x)-\sin(x)-2=0$Stel $p=\sin(x)$$p^2-p-2=0$$(p-2)(p+1)=0$$p=2$ (voldoet niet) $\vee p=-1$$\sin(x)=-1$$x=1\frac{1}{2}\pi+k\cdot 2\pi$Omdat de $\sin$ en $\cos$ beide hetzelfde tussen de haakjes hebben staan is het hier het handigst om de regel $\tan(x)=\frac{\sin(x)}{\cos(x)}$ te gebruiken. Deze regel kun je ook alleen gebruiken als hetzelfde tussen de haakjes staat!$\sin(\frac{2}{3}\pi x)=-\frac{1}{\sqrt{3}}\cos(\frac{2}{3}\pi x)$ (beide leden delen door $\sqrt{3}$$\frac{\sin(\frac{2}{3}\pi x)}{\cos(\frac{2}{3}\pi x)}=-\frac{1}{\sqrt{3}}$$\tan(\frac{2}{3}\pi x)=-\frac{1}{\sqrt{3}}\cdot \frac{\sqrt{3}}{\sqrt{3}}$ (beide leden herschrijven)$\tan(\frac{2}{3}\pi x)=-\frac{1}{3}\sqrt{3}$ (rechterlid de breuk in de noemer weggewerkt)$\frac{2}{3}\pi x=\frac{5}{6}\pi+k\cdot \pi$$x=\frac{15}{12} \cdot \frac{3}{2}$ Deze functie is een product van twee functies, namelijk van de functie $\cos^2(x)$ en $\sin(x)$. We hebben dus de productregel nodig. $\cos^2(x)$ is ook nog een samengestelde functie, hiervoor hebben we de kettingregel nodig.Kettingregel $\cos^2(x)$:$f(u)=u^2$ met $u=\cos(x)$$f’(u)=2u$ en $u’=-\sin(x)$$f’(x)=2\cos(x)\cdot -\sin(x)=-2\cos(x)\sin(x)$Productregel hele functie $g$$g’(x)=-2\cos(x)\sin(x)\cdot \sin(x)+\cos^2(x)\cdot \cos(x)$$g’(x)=-2\cos(x)\sin^2(x)+\cos^3(x)$De functie is een breuk dus we gebruiken de quotiëntregel. De noemer is een samengestelde functie, daarvoor gebruiken we de kettingregel. $f(u)=\sqrt{u}$ en $u=2\cos(x)-1$$f(u)=u^{\frac{1}{2}}$ en $u=2\cos(x)-1$$f’(u)=\frac{1}{2}u^{-\frac{1}{2}}$ en $u’=-2\sin(x)$$f’(x)=\frac{1}{2}(2\cos(x)-1)^{-\frac{1}{2}}\cdot -2\sin(x)=\frac{-2\sin(x)}{2\sqrt{2\cos(x)-1}}=\frac{-\sin(x)}{\sqrt{2\cos(x)-1}}$Gebruik de quotiëntregel.$h’(x)=\frac{\sqrt{2\cos(x)-1}\cdot 1-x\cdot \frac{-\sin(x)}{\sqrt{2\cos(x)-1}}}{2\cos(x)-1}$$h’(x)=\frac{\sqrt{2\cos(x)-1}+\frac{x\sin(x)}{\sqrt{2\cos(x)-1}}}{2\cos(x)-1}$Een breuk in een breuk werken we weg dus we vermenigvuldigen met de noemer van de breuk in de breuk.$h’(x)=\frac{\sqrt{2\cos(x)-1}+\frac{x\sin(x)}{\sqrt{2\cos(x)-1}}}{2\cos(x)-1}\cdot \frac{\sqrt{2\cos(x)-1}}{\sqrt{2\cos(x)-1}}$$h’(x)=\frac{2\cos(x)-1+x\sin(x)}{(2\cos(x)-1)\sqrt{2\cos(x)-1}}$We gebruiken de kettingregel:$k(u)=e^u$ met $u=\tan(x)$$k’(u)=e^u$ en $u’=1+\tan^2(x)$$k’(x)=e^{\tan(x)}\cdot (1+\tan^2(x))$ Zorg dat je compenseert voor de kettingregel.$G(x)=\frac{1}{2}\cdot 2x^2--\frac{1}{\frac{1}{3}\pi}\cdot 4\sin(3\pi-\frac{1}{3}\pi x)$$=x^2+\frac{12}{\pi}\sin(3\pi-\frac{1}{3}\pi x)$$H(x)=-\frac{1}{4\pi}\cdot \frac{1}{2}\pi\cos(4\pi x)$$=-\frac{1}{8\pi}\cos(4\pi x)$ Voor de snijpunten van de twee grafieken stellen we ze aan elkaar gelijk. We herschrijven het rechterlid naar $\cos$$\cos(\frac{1}{6}x+\frac{1}{2}\pi)=\sin(x-\frac{1}{7}\pi)$$\cos(\frac{1}{6}x+\frac{1}{2}\pi)=\cos(x-\frac{1}{7}\pi-\frac{1}{2}\pi)$ (gebruik $\sin(x)=\cos(x-\frac{1}{2}\pi)$)$\cos(\frac{1}{6}x+\frac{1}{2}\pi)=\cos(x-\frac{9}{14}\pi)$$\frac{1}{6}x+\frac{1}{2}\pi =x-\frac{9}{14}\pi+k\cdot 2\pi \vee \frac{1}{6}x+\frac{1}{2}\pi =-(x-\frac{9}{14}\pi)+k\cdot 2\pi$$-\frac{5}{6}x=-\frac{16}{14}\pi+k\cdot 2\pi \vee 1\frac{1}{6}x=\frac{1}{7}\pi+k\cdot 2\pi$$x=\frac{96}{70}\pi+k\cdot \frac{12}{5}\pi \vee x=\frac{6}{49}\pi+k\cdot \frac{12}{7}\pi$$x=\frac{6}{49}\pi \vee x=\frac{96}{70}\pi \vee x=\frac{90}{49}\pi$Voor de richtingcoëfficiënt van de raaklijn hebben we de afgeleide nodig van de functie $f$. Hierin vullen we vervolgens het raakpunt in. De functie $f$ is een samengestelde functie dus we moeten de kettingregel gebruiken.$f(x)=\cos(\frac{1}{6}x+\frac{1}{2}\pi)$$f(u)=\cos(u)$ met $u=\frac{1}{6}x+\frac{1}{2}\pi$$f’(u)=-\sin(u)$ en $u’=\frac{1}{6}$$f’(x)=-\sin(\frac{1}{6}x+\frac{1}{2}\pi)\cdot \frac{1}{6}$$f’(x)=-\frac{1}{6}\cdot \sin(\frac{1}{6}x+\frac{1}{2}\pi)$Invullen van het raakpunt $x=-\frac{1}{4}\pi$ geeft:$f’(-\frac{1}{4}\pi)=-\frac{1}{6}\cdot \sin(\frac{1}{6}(-\frac{1}{4}\pi) +\frac{1}{2}\pi)=-\frac{1}{6}\cdot \sin(-\frac{1}{24}\pi+\frac{1}{2}\pi)= -\frac{1}{6}\cdot \sin(\frac{11}{24}\pi)=0.165$Conclusie: De richtingscoëfficiënt van de raaklijn is $0.165$.We gebruiken een integraal. De ondergrens en bovengrens hebben we bij a berekend: $x=\frac{6}{49}\pi \vee x=\frac{96}{70}\pi$. $g$ ligt boven $f$ dus we trekken $f$ van $g$ af.$O(V)=\int_{\frac{6}{49}\pi}^{\frac{96}{70}\pi} g(x)-f(x) dx$$=\int_{\frac{6}{49}\pi}^{\frac{96}{70}\pi} \sin(x-\frac{1}{7}\pi)- \cos(\frac{1}{6}x+\frac{1}{2}\pi) dx$$=\bigg[-\cos(x-\frac{1}{7}\pi)-6\sin(\frac{1}{6}x+\frac{1}{2}\pi)]_{\frac{6}{49}\pi}^{\frac{96}{70}\pi}$ (primitiveren, houdt rekening met het compenseren van de kettingregel)$=-\cos(\frac{96}{70}\pi-\frac{1}{7}\pi)-6\sin(\frac{1}{6}(\frac{96}{70}\pi )+\frac{1}{2}\pi)-(-\cos(\frac{6}{49}\pi-\frac{1}{7}\pi)-6\sin(\frac{1}{6}(\frac{6}{49}\pi)+\frac{1}{2}\pi))$ (grenzen invullen)$=3.22$

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in