Toets Aardrijkskunde

De Geo LRN-line Wonen in Nederland (2024 en 2025) - Hoofdstuk 1 en 2 - Water oefentoetsen & antwoorden

LRN-line

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: De Lage Landen bij de zee en Grote rivieren in de Lage Landen

De Geo LRN-line Wonen in Nederland (2024 en 2025)
Toets Aardrijkskunde
De Geo LRN-line Wonen in Nederland (2024 en 2025)
Online maken
Toets afdrukken
Bodemdaling = de bodem daalt, ook wel; verlaging van de hoogte van het maaiveld, zeebodem om rivierbodem. Rijkswaterstaat = Overheidsorgaan die het beleid uitvoert als het gaat over veiligheid, leefbaarheid en de bereikbaarheid van Nederland. Wordt gedaan onder het ministerie van Infrastructuur en Milieu.Kustprocessen = Menselijke en natuurlijke factoren veranderen de kustlijn voortdurend.Springtij = Situatie van getij (eb en vloed) waarin het water extra hoog staat. Dit als gevolg van het samenvallen van de aantrekkingskracht van de zon en de maan. Bolwerkvorming = Het proces waarbij het gebied aan (of dicht bij) zee wordt bebouwd. Bebouwing gaat ten koste van de flexibiliteit van de kust.Tweede Deltacommissie = Commissie die de overheid moet adviseren als het gaat over de zeespiegelstijging, afvoer van rivieren en andere ontwikkelingen. De Tweede Deltacommissie denkt ook na over duurzame oplossingen.Stroomstelsel = De hoofdrivier met al zijn zijrivieren en de vertakkingen daarvan; maken deel uit van hetzelfde stroomgebiedVerval = hoogteverschil tussen twee verschillende plaatsen langs een rivier. Debiet = De hoeveelheid water (in m3 per seconde) die op een bepaald punt door een rivier stroomt. Piekafvoer = Een korte en snel opkomende en grote extra waterafvoer (hoogwater) van een rivier. Komt gemiddeld één per jaar voor. Ruimte voor de rivier = Overheidsmaatregelen om het Nederlandse rivierengebied niet alleen veiliger maar ook aantrekkelijker en leefbaarder te maken.Dijkverlegging = Dijken worden landinwaarts verplaatst. Grotere waterafvoer hierdoor mogelijkVasthouden = Binnen de drietrapsstrategie heb je vasthouden, bergen en afvoeren. Bij vasthouden, ook wel retentie genoemd, wordt overtollig water in een gebied vastgehouden. De aanleiding voor de invoering van de Deltawet was de watersnoodramp in 1953. Het Deltaproject ging van start.Het voornaamste doel van de Deltawet was het vergroten van de veiligheid. Dit werd gedaan door het bouwen van de Deltawerken.Twee van de volgende bijkomende voordelen van de Deltawerken:De afgesloten zeegaten werden zoetwaterbekkensEr kon in de drinkwaterbehoefte worden voorzienDoor de zoetwatervoorraad kon de landbouw in droge perioden uit de problemen blijvenToenemende verzilting van de landbouwgronden kon worden tegengegaanNieuwe verbindingen van dammen en dijken zorgden voor een betere bereikbaarheid van Zuid-Holland en Zeeuwse eilanden. De scheepvaart kon profiteren van verminderde verschillende tussen hoog- en laagwaterDe scheepvaart kon profiteren van de nieuwe vaarwegen.  Toelichting:De watersnoodramp op 31 januari 1953 was een noordwesterstorm die zorgde voor extreem hoogwater in de zuidwestelijke delta. De vloedstroom en wind hadden het water uit de Noordzee hoog opgestuwd en in de loop van de nacht braken de dijken door. Er komen in het gebied meer dan 1800 mensen om. Dit heeft ervoor gezorgd dat er door het rijk een Deltacommissie kwam. Die heeft de Deltawet ingevoerd en de bouw van het Deltaproject kon beginnen.Het voornaamste doel was om zo’n ramp te voorkomen en om de veiligheid in Nederland te vergroten. De voordelen die ontstonden bij de aanleg van de Deltawerken waren met name een zoetwatervoorziening (handig voor de mensen en voor de boeren) en daarnaast kon de scheepvaart profiteren van de aanleg van de Deltawerken.  Waddenkust In het noorden van Nederland Te herkennen aan zeegaten en eilanden. Aanslibbing is groter dan de afslag. Er is veel biodiversiteit. Toelichting: Deze kust is uniek in de wereld en staat ook op het Unesco Werelderfgoed. Er is een grote biodiversiteit. Bij laagwater vallen grote delen droog en kun je hier wadlopen. Bij hoogwater overstromen deze gebieden. De gesloten duinenkustDen Helder tot Hoek van Holland.Het bestaat uit strandwallen en duinen. Jonge duinen vormen als zeewering de grens met de Noordzee. Toelichting: De gesloten duinenkust bestaat uit duinen en strandwallen. De duinen zijn door de wind gevormde zandheuvels aan de landzijde van het strand. Er is een verschil tussen oude en jonge duinen. EstuariumkustHet zuiden van Nederland. Estuarium is een riviermonding met trechtervorm. Zoetwater en zoutwater vermengen zich. Een estuariumkust staat onder invloed van eb en vloed. Toelichting: De Nieuwe Waterweg is de overgang van de gesloten duinenkust naar de estuarium kust. Het gaat hier om de monding van de Rijn, Maas en de Schelde. Het bestaat uit zeearmen en (vroegere) eilanden in het mondingsgebied. Zoet en zout water komen in een estuarium samen. Tip: Je zou bij deze opdracht Alcarta kaart 64A kunnen gebruiken. Daar zijn de kustsoorten en kusttypen te zien met de bijbehorende locaties.  Mogelijke antwoorden zijn:Zomerbedverdieping: het zomerbed kan worden uitgegraven om meer water te kunnen afvoeren (duur en helpt maar voor korte tijd) Kribverlaging: de kribben die in de rivier zijn worden verlaagd, hierdoor kan het water sneller worden afgevoerd. Nevengeul aanleggen: een kleinere geul die vlak bij de hoofdgeul loopt. Bij laagwater voert deze (bijna) geen water af maar bij hoogwater kan hier extra water doorheen stromen zodat de waterstand in de hoofdrivier wordt verlaagd. Zo’n nevengeul kan ook in de uiterwaard worden aangelegd. Uiterwaardvergraving: Ligt tussen de zomerdijk en de winterdijk. Kan geheel of gedeeltelijk worden afgegraven. Door de uiterwaard te vergraven kan er meer water in het winterbed (en er dus ook meer water worden afgevoerd.Dijkverzwaring: de dijk wordt verstevigd. Dit kan gebeuren door de dijk te verbreden, te verhogen of zwaarder te maken.Dijkverlegging: de dijk wordt landinwaarts verplaatst. Op deze manier is er meer waterafvoer mogelijk (ook wel rivierbed verbreding genoemd).Retentiebekken: een tijdelijke opslagplaats waar een teveel aan water kan worden vastgehouden.Noodoverloopgebied: Een gebied (polder) die onder water gezet kan worden op het moment dat het nodig is. Extreem hoge waterstand in een rivier kan hierdoor worden verlaagdObstakelverwijdering: de obstakels in en rondom de rivier (denk aan bruggen/snelwegen of juist begroeiing) wordt uit het rivierbed gehaald zodat het de waterafvoer niet meer gaat belemmerenToelichting:De maatregelen van het project Ruimte voor de Rivier zijn hierboven besproken. Mocht je nou geen maatregel kunnen bedenken, dan staat er in de vraag dat je Alcarta kunt gebruiken. Ga dan naar de inhoudsopgave en zoek naar ‘Nederland- Rivieren - Ruimte voor de Rivier’. Je komt dan uit op Alcarta kaart 67D. Hier staan een groot aantal maatregelen genoemd die langs de grote rivieren van Nederland plaatsvinden (of hebben gevonden). Mocht je ter verduidelijking van je uitleg een tekening hebben gemaakt, dan kan die tekening er voor iedereen die deze opgave maakt anders uit zien. Bekijk de onderstaande afbeelding en check voor jezelf of je tekening overeenkomt met een van de tekeningen die hieronder staan weergegeven.Tip: Door een tekening te maken bij een beschrijving, of zoals in dit geval  een eventuele tekening van verschillende maatregelen, ga je niet alleen met tekst aan de slag, maar ook visueel aan het werk. Door dingen voor jezelf te tekenen wordt de kans groot dat je bepaalde (moeilijke) onderwerpen ook beter op kan slaan in je hoofd... Dus, bij het leren is het handig om een tekening of schets te maken! Probeer het eens. Bron: Rijkswaterstaat Uitspraak 1: juist Uitspraak 2: onjuist Uitspraak 3: juist Toelichting: De eerste uitspraak is juist omdat er vanuit het IPCC wordt voorspeld dat de zeespiegel tussen de 26 en 82 centimeter kan stijgen. Dat is dus een maximale zeespiegelstijging van 1 meter. In bron 2 is dit ook te zien. In de legenda staat dat de bruinachtige kleur de deltascenario’s weergeeft. Je ziet op de Y-as (verticale as) dat deze niet boven de 1 meter uit komt. De tweede uitspraak is onjuist. Je ziet in bron 2 dat RCP8,5 tussen 2050 en 2100 bijna 2,2 meter stijgt → van 0,5 meter in 2050 tot 3,2 meter in 2100. Dat is een verschil van 2,7 meter. Omdat stelling 2 over millimeters gaat, moet je dit even omrekenen → 2,7 meter is 2700 millimeter. De periode is vijftig jaar (van 2050 tot 2100). 2700 mm : 50 jaar = 54 millimeter per jaar. De uitspraak is dus onjuist. Uitspraak 3 is juist omdat er bij het smelten van zee-ijs geen water bij komt. Het ijs heeft een bepaald gewicht en dat drukt op het water. Doordat het ijs smelt komt er alleen water bij in een andere vorm maar draagt dit minder bij aan de zeespiegelstijging. Landijs daarentegen ligt op land en zal dus meer water toevoegen aan de zee op het moment dat dit gaat smelten. Zeewater zet uit en het gevolg is dat de zeespiegel gaat stijgen.  De absolute zeespiegelstijging houdt in dat het gemiddelde peil van eb en vloed (ten opzichte van een vast punt) omhoog gaat. De relatieve zeespiegelstijging is de combinatie van absolute zeespiegelstijging, samen met de daling van het land. In Nederland is er sprake van bodemdaling/ de ondergrond van Nederland zakt. Toelichting:Het verschil tussen absolute en relatieve zeespiegelstijging moet je weten omdat het voor Nederland belangrijk is om te weten welke invloed klimaatverandering heeft op onze leefomgeving. De kust (en het kustgebied) moet ons beschermen tegen het zeewater. Op het moment dat de zeespiegel gaat stijgen (absolute zeespiegelstijging) en er sprake is van bodemdaling (samen de relatieve zeespiegelstijging), moeten er ander soort maatregelen genomen worden per gebied. Verzilting houdt in dat het zoutgehalte in de bodem, in het grondwater of in het oppervlaktewater toeneemt. In de zomer voeren rivieren minder zoet water af (oorzaak) waardoor bij vloed het zoute zeewater de riviermondingen kan binnendringenToelichting:Verzilting vindt met name plaats in de laaggelegen kustgebieden. De verzilting kan hier optreden via het grondwater.Verzilting kan op veel manieren optreden.Een aantal oorzaken zijn:in de zomer voeren rivieren minder zoet water aanin de droge perioden wordt er veel zoet (grond)water gebruikt voor beregeningin de zomer verdampt er veel zoet waterEen aantal gevolgen zijn: het (zoute) zeewater kan ondergronds binnendringener is te weinig tegendruk van zoet grondwater waardoor er verzilting op kan tredenzout water kan de rivieren binnendringen  Deze opgave komt voor een gedeelte uit het examen vwo 2022-2. De hoeveelheid neerslag die in het gehele stroomgebied van de Rijn valt, komt uiteindelijk in Nederland terecht. De problemen die omringende landen naar een ander gebied verplaatsen (afwentelen), hebben dus gevolgen voor Nederland. Een internationale aanpak is dus noodzakelijk. Toelichting:Elke maatregel die in het stroomgebied van de Rijn wordt genomen heeft uiteindelijk invloed op de waterafvoer in Nederland. Bochten afsnijden van de rivier, verharden van het oppervlak of verkleinen van uiterwaarden, overtollig regenwater of vervuild water, zijn maatregelen die allemaal invloed hebben op de hoeveelheid en de kwaliteit van het rivierwater in Nederland.De drietrapsstrategieDe drie stappen zijn: vasthouden, bergen en afvoerenVasthouden = neerslag wordt opgeslagen op de plek waar het valtBergen = als het water niet kan worden vastgehouden, dan moet en geborgen in plekken die daarvoor aangewezen zijn meren/plassen/bekkens)Afvoeren = water wordt via rivieren en kanalen naar een ander gebied gebracht.Toelichting: De drietrapsstrategie is de aanpak volgens het Nationaal Waterplan die moet voorkomen dat waterkundige problemen van het ene gebied naar het andere gebied worden afgewenteld.Vasthouden, bergen en afvoeren zijn de drie fasen die worden beschreven in deze strategie1. Bij vasthouden wordt het het water opgeslagen waar het valt; dit is het vasthouden van het water.2. Het bergen zou je kunnen zien als ‘opbergen’. Op deze manier wordt het water naar een meer of plas gebracht, waar het wordt geborgen. 3. De laatste stap is het water afvoeren. Dan wordt het van de ene plek naar een andere plek gebracht en afgevoerd (richting zee). 

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in