Toets Wiskunde

Moderne Wiskunde B 12e ed/FLEX deel 3 - Hoofdstuk 13 - Cirkels oefentoetsen & antwoorden

12e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: Middelpuntsvergelijking van een cirkel, kwadraatafsplitsen, snijpunt van een lijn en een cirkel, raaklijn aan cirkel, snijdende cirkels, cirkels en afstanden, ingeschreven en omgeschreven cirkel.

Examendomein: E

Moderne Wiskunde B 12e ed/FLEX deel 3
Toets Wiskunde
Moderne Wiskunde B 12e ed/FLEX deel 3
Online maken
Toets afdrukken
De standaardformule van een middelpuntsvergelijking is $(x-x_M)^2+(y-y_M)^2=r^2$ waarbij $x_M$ de x-coördinaat van het middelpunt is en $y_M$ de y-coördinaat van het middelpunt. In dit geval is dus $x_M=0$ en $y_M=-3$ geeft $M(0,-3)$ $r^2=5$ dus $r=\sqrt{5}$ Stap 1: Het middelpunt van de cirkel vinden we door het midden van lijnstuk $AB$ te zoeken. Gebruik $M(\frac{1}{2}((x_A+x_B),(y_A+y_B))$: $M(\frac{1}{2}((-12+-8),(7+1))= M(-10,4)$Stap 2: De straal vinden we door de afstand van het middelpunt tot een willekeurig punt op de cirkel te berekenen. We nemen $B$.$d(M,B)=\sqrt{(x_B-x_M)^2+(y_B-y_M)^2}=\sqrt{(-8--10)^2+(1-4)^2}=\sqrt{2^2+(-3)^2}=\sqrt{4+9}=\sqrt{13}=r$Stap 3: Stel de cirkelvergelijking op. $c: (x-x_M)^2+(y-y_M)^2=r^2$$c: (x+10)^2+(y-4)^2=13$Conclusie: $c: (x+10)^2+(y-4)^2=13$ We gaan kwadraat afsplitsen.$x^2+4x+y^2+2y+1=0$$(x+2)^2-4+(y+1)^2-1+1=0$Om het kwadraat af te splitsen kijken we eerst naar de term voor de losse $x$, voor $4x$ dus, dit is $4$, deze delen we door $2$, dit is $2$. Vervolgens schrijven we $(x+2)^2$. Als we nu de papegaaienbekmethode toepassen krijgen we $(x+2)^2=x^2+4x+4$ Terwijl we alleen $x^2+4x$ in onze originele formule hebben staan. Daarom trekken we er nog $4$ af en wordt het $(x+2)^2-4$. Hetzelfde doen we voor $y^2+2y$. We nemen het getal voor de losse $y$, $2$ dus, delen deze door $2$, maakt $1$. Dit geeft ons $(y+1)^2$, we rekenen nu $+1$ teveel en trekken dit er weer af geeft $(y+1)^2-1$.$(x+2)^2+(y+1)^2=4$Het middelpunt is $M(-2, -1)$ en de straal is $r=\sqrt{4}=2$.Bereken eerst de afstand tussen het punt $P$ en het middelpunt van de cirkel. Is deze afstand groter dan de straal, dan ligt punt $P$ buiten de cirkel. Is de afstand kleiner dan de straal, dan ligt punt $P$ binnen de cirkel.$d(P,M)=\sqrt{(-1- -2)^2+(-3- -1)^2}=\sqrt{5}$ De straal van de cirkel is 2: $\sqrt{5}>2$ dus het punt ligt buiten de cirkel. De lijn met de kortste afstand van de cirkel naar de lijn staat loodrecht op lijn $l$ en gaat door het middelpunt van de cirkel. Stap 1: Stel loodlijn $k$ op.De richtingscoëfficiënt van de lijn $k$ loodrecht op lijn $l$ krijgen we door gebruik te maken van de eigenschap $rc_l\cdot rc_k=-1$ voor lijnen die loodrecht op elkaar staan.$-\frac{1}{3}\cdot rc_k=-1$$rc_k=3$ Dus $k: y=3x+b$Door het middelpunt van de cirkel in te vullen verkrijgen we $b$:$-1=3\cdot -2 +b$$5=b$$k: y=3x+5$Stap 2: Bereken de coördinaten van lijn $l$ en zijn loodlijn $k$. $3x+5=-\frac{1}{3}x+1\frac{2}{3}$$3\frac{1}{3}x=-3\frac{1}{3}$$x=-1$$3\cdot -1+5=2$Het punt $Q(-1, 2)$ is nu het punt op de lijn $l$ die het dichtst bij de cirkel $c$ ligt.Stap 3: Om de afstand tussen $c$ en $l$ te berekenen, berekenen we eerst de afstand tussen het middelpunt van de cirkel en het punt $Q(-1,2)$$d(Q,M)=\sqrt{(-1- -2)^2+(2- -1)^2}=\sqrt{10}$ Stap 4: Vervolgens trekken we de straal van de afstand tussen het middelpunt en het punt op de lijn af en hebben we de afstand tussen de cirkel en de lijn.$d(l,c)=\sqrt{10}-2$ Werkwijze: Het middelpunt van de omgeschreven cirkel is het snijpunt van de middelloodlijnen van de zijden. Stap 1: Stel de middelloodlijn van twee zijden op en bereken het snijpunt. De derde middelloodlijn zal deze lijnen in hetzelfde punt snijden.Stel middelloodlijn $l$ van $AB$ op. $l$ loodrecht op $AB$ dus gebruik de richtingsvector van $AB$ als normaalvector van lijn $l$. $\vec{r_{AB}}=\vec{b}-\vec{a}=\begin{pmatrix}-4 \\ 7 \end{pmatrix} -\begin{pmatrix} 2 \\ 3 \end{pmatrix} =\begin{pmatrix}-6 \\ 4 \end{pmatrix}$$\vec{n_l}= \begin{pmatrix} -6 \\ 4 \end{pmatrix}$ dus $l: -6x+4y=c$De lijn $l$ gaat door het midden van lijnstuk $AB$, we zoeken dit midden: $M_1(\frac{1}{2}(2+-4), \frac{1}{2}(3+7))=M_1(-1, 5)$$l: -6x+4y=c$ door $M_1(-1, 5)$ geeft $6+20=26$ $l: -6x+4y=26$Stel middelloodlijn $k$ van $BC$ op. $k$ loodrecht op $BC$ dus gebruik de richtingsvector van $BC$ als normaalvector van lijn $k$. $\vec{r_{BC}}=\vec{c}-\vec{b}=\begin{pmatrix} -6 \\ 15 \end{pmatrix} - \begin{pmatrix} -4 \\ 7 \end{pmatrix}= \begin{pmatrix} -1 \\ 4 \end{pmatrix}$$\vec{n_k}= \begin{pmatrix}-1 \\ 4 \end{pmatrix}$ dus $k: -x+4y=c$De lijn $k$ gaat door het midden van lijnstuk $BC$, we zoeken dit midden: $M_2(\frac{1}{2}(-6+-4), \frac{1}{2}(15+7))=M_2(-5, 11)$$k: -x+4y=c$ door $M_2(-5, 11)$ geeft $5+44=49$ $k: -x+4y=49$Stap 3: Bereken punt $M$. $M$ is het snijpunt van lijn $k$ en $l$ dus we stellen deze aan elkaar gelijk. $\begin{cases} -6x+4y=26 \\ -x+4y=49 \end{cases}$Aftrekken geeft $-5x=-23$$x=4\frac{3}{5}$$-4\frac{3}{5}+4y=49$ geeft $4y=53\frac{3}{5}$ dus $y=13\frac{2}{5}$$M(4\frac{3}{5}, 13\frac{2}{5})$Stap 4: Voor de straal berekenen we de afstand van het middelpunt tot een willekeurig punt op de cirkel. $A, B$ en $C$ liggen alle drie op de cirkel, we berekenen de afstand van $A$ tot het middelpunt.$d(A,M)=\sqrt{(4\frac{3}{5}-2)^2+(13\frac{2}{5}-3)^2}=\sqrt{6\frac{19}{25}+108\frac{4}{25}}=\sqrt{114\frac{23}{25}}$Conclusie: $c: (x-4\frac{3}{5})^2+(y-13\frac{2}{5})^2=114\frac{23}{25}$ Werkwijze: Stel eerst lijn $l$ op. Bereken vervolgens het snijpunten van de lijn en de cirkel door substitutie. Stap 1: Stel lijn $l$ op. $l: y=ax+b$. Richtingscoëfficiënt $-1$ dus $a=-1$.$l: y=-x+b$ door $A(4,4)$, vul $A$ in.$4=-4+b$ geeft $b=8$$l: y=-x+8$Stap 2: Substitueer lijn $l$ in $c$. Vul op de plek van $y$ tussen haakjes $-x+8$ in.$x^2+(-x+8)^2-10x+16(-x+8)=56$$x^2+x^2-16x+64-10x-16x+128=56$$2x^2-42x+136=0$$x^2-21x+68=0$$(x-4)(x-17)=0$$x=4 \vee x=17$$A$ is $x=4$, dus $B$ is $x=17$Stap 3: Vul de x-coördinaat in in de lijn om de y-coördinaat van punt $B$ te vinden.$y=-17+8=-9$Conclusie: $B(17,-9)$. Werkwijze: Eerst stellen we de cirkelvergelijking van $c$ op. Vervolgens substituteren we lijn $m$ in de cirkelvergelijking om na te gaan wanneer de lijn de cirkel raakt. Stap 1: We stellen de cirkervergelijking van $c$ op.De straal van de cirkel is de afstand van het middelpunt van de cirkel tot een punt op de cirkel. Daarom berekenen we de afstand tussen $B$ en $M$. Omdat $B$ en $M$ op een horizontale lijn liggen berekenen we deze afstand door $x_B-x_M$ te doen. $10-6=4$. Geeft $r=4$.$c: (x-6)^2+(y-3)^2=16$Stap 2: We substitueren lijn $m$ in de cirkel om te bepalen wanneer de lijn de cirkel raakt. $m: \begin{pmatrix}x \\ y \end{pmatrix}=\begin{pmatrix}0 \\ 7 \end{pmatrix} +t\cdot \begin{pmatrix}1 \\ m \end{pmatrix}$Aangezien lijn $m$ door het punt $(0,7)$ gaat kunnen we deze als steunvector gebruiken. Substitutie van $x=t$ en $y=7+tm$ in $c: (x-6)^2+(y-3)^2=16$Omdat we weten dat lijn $m$ de cirkel raakt, moeten lijn $m$ en de cirkel wel een snijpunt hebben, namelijk het raakpunt. We kunnen dus de $x$ en y-coördinaat van de lijn invullen in de cirkel voor dit raakpunt.$(t-6)^2+(7+tm-3)^2=16$$(t-6)^2+(tm+4)^2=16$$t^2-12t+36+m^2t^2+8mt+16=16$$(m^2+1)t^2+(8m-12)t+36=0$Stap 3: Gebruik de discriminant om de richtingscoëfficiënt van de raaklijn te vinden. $D=0$ geeft $(8m-12)^2-4\cdot (m^2+1)\cdot 36=0$Een raaklijn en een cirkel hebben altijd maar één snijpunt (het raakpunt) dus de discriminant van deze vergelijking moet gelijk zijn aan $0$. Als de discriminant gelijk is aan nul hebben we namelijk één oplossing. $(8m-12)^2-4\cdot (m^2+1)\cdot 36=0$$64m^2-192m+144-(4m^2+4)\cdot 36=0$$64m^2-192m+144-144m^2-144=0$$-80m^2-192m=0$ (delen door -16)$5m^2+12m=0$$m(5m+12)=0$$m=0 \vee 5m+12=0$$m=0 \vee 5m=-12$$m=0 \vee m=-\frac{12}{5}$De raaklijn is niet horizontaal (zie figuur) dus moet $m=-\frac{12}{5}$ wel de oplossing zijn die we zoeken.Conclusie: $m: \begin{pmatrix}x \\ y \end{pmatrix}=\begin{pmatrix}0 \\ 7 \end{pmatrix}+t\cdot \begin{pmatrix}1 \\ \frac{12}{5} \end{pmatrix}$$m: \begin{pmatrix}x \\ y \end{pmatrix}=\begin{pmatrix} 0 \\ 7 \end{pmatrix} +t \cdot \begin{pmatrix}5 \\ 12\end{pmatrix}$ De eerste gemeenschappelijke raaklijn volgt uit dat de cirkels elkaar raken. Ze moeten dan wel een gemeenschappelijke raaklijn hebben. Omdat de straal van $c_1$ gelijk is aan 3 en het middelpunt $(0,0)$ is dit in $x=3$.De andere twee gemeenschappelijke raaklijnen zijn van de vorm $y=ax+b$ of $-ax+y=b$. De afstand van het middelpunt van de cirkel tot de raaklijn is gelijk aan de straal. Dus $d(M_1,l)=3$ en $d(M_2,l)=12$, $M_1(0,0)$ en $M_2(15,0)$.$\frac{|-a\cdot 0+0-b|}{\sqrt{(-a)^2+1^2}}=3$ en $\frac{|-a\cdot15+0-b|}{\sqrt{(-a)^2+1^2}}=12$$\frac{|-b|}{\sqrt{a^2+1}}=3$ en $\frac{|-15a-b|}{\sqrt{a^2+1}}=12$Als we de eerste vergelijking vermenigvuldigen met 4 en schrijven als $\frac{4\cdot|-b|}{\sqrt{a^2+1}}=12$kunnen we deze combineren met de tweede vergelijking. Dit geeft:$4\cdot |-b|=|-15a-b|$$-4b=-15a-b \vee 4b=-15a-b$$3b=15a \vee 5b=-15a$$b=5a \vee b=-3a$$b=5a$ substitueren in $\frac{|-b|}{\sqrt{a^2+1}}=3$ geeft $\frac{|-5a|}{\sqrt{a^2+1}}=3$$|-5a|cdot 1=\sqrt{a^2+1}\cdot 3$ (kruislings vermenigvuldigen)$25a^2=9(a^2+1)$ (kwadrateren)$16a^2=9$$a^2=\frac{9}{16}$$a=-\sqrt{\frac{9}{16}} \vee a=-\sqrt{\frac{9}{16}}$$a=-\frac{3}{4} \vee a=\frac{3}{4}$$b=-3a$ substitueren in $\frac{|-b|}{\sqrt{a^2+1}}=3$ geeft $\frac{|3a|}{\sqrt{a^2+1}}=3$$|3a|cdot 1=\sqrt{a^2+1}\cdot 3$ (kruislings vermenigvuldigen)$a^2=a^2+1$$0=1$ heeft geen oplossingen.Dus de raaklijnen zijn $\frac{3}{4}x+y=b$ en $-\frac{3}{4}x+y=b$. $a=\frac{3}{4}$ en $b=5a$ geeft $b=5\cdot \frac{3}{4}=\frac{15}{4}$$a=-\frac{3}{4}$ en $b=5a$ geeft $b=5\cdot -\frac{3}{4}=-\frac{15}{4}$Conclusie: de raaklijnen zijn $x=3, \frac{3}{4}x+y=-\frac{15}{4}$ en $-\frac{3}{4}x+y=\frac{15}{4}$. 

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in