Toets Wiskunde B

Getal en Ruimte wisB 12e ed deel 4 - Hoofdstuk 14 - Meetkunde toepassen oefentoetsen & antwoorden

12e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: Zwaartepunten, hoogtelijnen, bissectrices, raaklijnen, rakende cirkels, snijdende cirkels, parametervoorstelling van cirkels en bewegingsvergelijkingen. 

Examendomein: E

Getal en Ruimte wisB 12e ed deel 4
Toets Wiskunde B
Getal en Ruimte wisB 12e ed deel 4
Online maken
Toets afdrukken
Het middelpunt van de cirkel is $M(-7,3)$De straal van de cirkel is $\frac{1}{2}$De bijbehorende cirkelvergelijking is $c: (x+7)^2+(y-3)^2=\frac{1}{4}$Haakjes uitwerken geeft: $x^2+14x+49+y^2-6y+9-\frac{1}{4}=0$$x^2+y^2+14x-6y+57\frac{3}{4}=0$ Stap 1: We stellen eerst lijn $k$ op. Omdat deze lijn de bissectrice is van $\angle BAC$ moet de afstand van elk willekeurig punt op $k$ even ver van zijde $AB$ af liggen als van zijde $AC$. We stellen de lijnen door deze twee zijden op.$\vec{r_{AB}}=\vec{b}-\vec{a}=\begin{pmatrix}-4 \\ 7 \end{pmatrix} -\begin{pmatrix}2 \\ 3 \end{pmatrix}=\begin{pmatrix} -6 \\ 4 \end{pmatrix} \widehat{=} \begin{pmatrix}-3 \\ 2 \end{pmatrix}$De normaalvector staat loodrecht op de richtingsvector, dus $\vec{n_{AB}}=\begin{pmatrix}2 \\ 3 \end{pmatrix}$ en $AB: 2x+3y=c$ door $(2,3)$ geeft $AB: 2x+3y=13$$\vec{r_{AC}}=\vec{c}-\vec{a}=\begin{pmatrix}-6 \\ 15 \end{pmatrix} -\begin{pmatrix}2 \\ 3 \end{pmatrix}=\begin{pmatrix} -8 \\ 12 \end{pmatrix} \widehat{=} \begin{pmatrix}-2 \\ 3 \end{pmatrix}$De normaalvector staat loodrecht op de richtingsvector, dus $\vec{n_{AC}}=\begin{pmatrix}3 \\ 2 \end{pmatrix}$ en $AC: 3x+2y=12$ door $(2,3)$ geeft $AC: 3x+2y=12$Elk willekeurig punt $P(x,y)$ op $k$ ligt evenver van $AB$ af als van $AC$ dus: $d(P,AB)=d(P,AC)$.$d(P,AB)=d(P,AC)$$\frac{|2x+3y-13|}{\sqrt{2^2+3^2}}=\frac{|3x+2y-12|}{\sqrt{3^2+2^2}}$$\frac{|2x+3y-13|}{\sqrt{13}}=\frac{|3x+2y-12|}{\sqrt{13}}$$|2x+3y-13|=|3x+2y-12|$$2x+3y-13=3x+2y-12 \vee 2x+3y-13=-(3x+2y-12)$$2x+3y-13=3x+2y-12 \vee 2x+3y-13=-(3x+2y-12)$$x-y=-1 \vee x+y=5$In de afbeelding zien we een dalende lijn, dus de juiste lijn moet wel $x+y=5$ zijn, dus dit is $k$.Stap 2: Stel lijn $l$ op. $l$ loodrecht op $BC$ dus gebruik de richtingsvector van $BC$ als normaalvector van lijn $l$. $\vec{r_{BC}}=\vec{c}-\vec{b}=\begin{pmatrix}-6 \\ 15 \end{pmatrix} -\begin{pmatrix}-4 \\ 7 \end{pmatrix} =\begin{pmatrix}-1 \\ 4 \end{pmatrix}$$vec{n_l}=\begin{pmatrix}-1 \\ 4 \end{pmatrix}$ dus $l: -x+4y=c$De lijn $l$ gaat door het midden van lijnstuk $BC$, we zoeken dit midden: $M(\frac{1}{2}(-6+-4), \frac{1}{2}(15+7))=M(-5, 11)$$l: -x+4y=c$ door $M(-5, 11)$ geeft $5+44=49$ $l: -x+4y=49$Stap 3: Bereken punt $D$. $D$ is het snijpunt van lijn $k$ en $l$ dus we stellen deze aan elkaar gelijk. $\begin{cases} x+y=5 \\ -x+4y=49 \end{cases}$Optellen geeft $5y=54$$y=10\frac{4}{5}$$x+10\frac{4}{5}=5$ geeft $x=-5\frac{4}{5}$Conclusie: $D(-5\frac{4}{5}, 10\frac{4}{5})$ Uit het gegeven dat het middelpunt van de cirkel op de lijn $m: x-y=2$ ligt, kunnen we opmaken dat als $x_m=p$ geldt $p-y_m=2$ dus $y_m=p-2$. We kunnen de coördinaten van $M$ dus uitdrukken in $p$: $M(p, p-2)$Omdat de cirkel de lijn $k$ en $l$ raakt, weten we dat de afstand vanaf het middelpunt tot raaklijn $k$ gelijk moet zijn aan de afstand vanaf het middelpunt tot raaklijn $l$. Hiermee kunnen we de $x$-coördinaat van het middelpunt berekenen. Dat is nu onze enige onbekende. $d(M, k)=d(M,l)$ geeft $\frac{|2p-(p-2)-0|}{\sqrt{2^2+(-1)^2}}=\frac{p+2(p-2)-6}{\sqrt{1^2+2^2}}$$|2p-p+2|=|p+2p-4-6|$ (de noemers zijn al gelijk, dus als beide leden gelijk moeten zijn, moeten de tellers wel gelijk zijn)$|p+2|=|3p-10|$$p+2=-(3p-10) \vee p+2=3p-10$$p+2=-3p+10 \vee -2p=-12$$4p=8 \vee p=6$$p=2 \vee p=6$$p=2$ geeft $y_m=2-2=0$ $p=6$ geeft $y_m=6-2=4$$M_1(2,0)$ en $M_2(6,4)$Nu we de coördinaten van het middelpunt weten kunnen we de straal berekenen. Deze is gelijk aan de afstand van het middelpunt tot de raaklijn. $d(M_1,k)=\frac{|2\cdot 2-0-0|}{\sqrt{2^2+(-1)^2}}=\frac{4}{\sqrt{5}}=\frac{4}{5}\sqrt{5}$$d(M_2,k)=\frac{|2\cdot 6-4-0|}{\sqrt{2^2+(-1)^2}}=\frac{8}{\sqrt{5}}=\frac{8}{5}\sqrt{5}$Stel de cirkelvergelijking van $c_1$ op.$c_1: (x-2)^2+y^2=(\frac{4}{5}\sqrt{5})^2$$c_1: (x-2)^2+y^2=\frac{16}{25}\cdot 5$$c_1: (x-2)^2+y^2=3\frac{1}{5}$Stel de cirkelvergelijking van $c_2$ op.$c_2: (x-6)^2+(y-4)^2=(\frac{8}{5}\sqrt{5})^2$$c_2: (x-6)^2+(y-4)^2=\frac{64}{25}\cdot 5$$c_2: (x-6)^2+(y-4)^2=12\frac{4}{5}$Antwoord:  $c_1: (x-2)^2+y^2=3\frac{1}{5}$ en $c_2: (x-6)^2+(y-4)^2=12\frac{4}{5}$ Stap 1: Stel de parametervoorstelling van punt $P$ op. $x(t)=7+5\cos(t)$ en $y(t)=4+5\sin(t)$Stap 2: Druk $C$ uit in $t$ en bereken punt $D$. Druk vervolgens $E$ uit in $t$. $C$ is het midden van $AP$ dus $C(\frac{1}{2}(-9+7+5\cos(t)),\frac{1}{2}(-5+4+5\sin(t)))=C(-1+2\frac{1}{2}\cos(t), -\frac{1}{2}+2\frac{1}{2}\sin(t))$$D$ is het midden van $AB$ dus $D(\frac{1}{2}(-9+7),\frac{1}{2}(-5+-6))=D(-1, -5\frac{1}{2})$$E$ is het midden van $CD$ dus $E(\frac{1}{2}(-1+2\frac{1}{2}\cos(t)+-1),\frac{1}{2}(-\frac{1}{2}+2\frac{1}{2}\sin(t)+-5\frac{1}{2}))=E(-1+1\frac{1}{4}\cos(t), -3+1\frac{1}{4}\sin(t))$Conclusie: De cirkel die $E$ doorloopt is $c_2: (x+1)^2+(y+3)^2=\frac{25}{16}$ We maken eerst $t$ vrij in $x(t)$, deze substitueren we in $y(t)$.$x=t+3$$t=x-3$Substitutie van $t=x-3$ in $y(t)$ geeft:$y=(x-3)^2+(x-3)-6$$y=x^2-6x+9+x-3-6$$y=x^2-5x$Conclusie: Een vergelijking van baan $Q$ is $y=x^2-5x$Als de banen elkaar snijden zijn zowel de x-coördinaten als de y-coördinaten van de banen gelijk. Bereken voor welke $t$ de banen elkaar snijden.$x_Q(t)=x_P(t) \wedge y_Q(t)=y_P(t)$$-t^2+t+12=t+3 \wedge -t^2-t+18=t^2+t-6$$t^2=9 \wedge 2t^2+2t-24=0$$t=3 \vee t=-3 \wedge t^2+t-12=0$$t=3 \vee t=-3 \wedge t=-3 \vee t=4$Dus voor $t=-3$ bevinden $P$ en $Q$ zich op dezelfde plaats.  Werkwijze: Bepaal de coördinaten van de hoeken en deel het figuur op in rechthoeken en driehoeken. Bereken van deze rechthoeken en driehoeken de zwaartepunten en de massa en bereken het zwaartepunt van de figuur.Stap 1: Deel de figuur op in driehoeken en rechthoeken.  Stap 2: We gaan figuur voor figuur langs en berekenen het zwaartepunt en de Massa. $\triangle ABJ$: $x_Z=\frac{1}{3}(x_A+x_B+x_J)=\frac{1}{3}(3+6+6)=5$$y_Z=\frac{1}{3}(y_A+y_B+y_J)=\frac{1}{3}(5+2+5)=4$$Z_1(5,4)$Massa: $\frac{1}{2}\cdot z\cdot h=\frac{1}{2} \cdot (6-3)\cdot (5-2)=4\frac{1}{2}$Rechthoek $BCHJ$: $x_Z=\frac{1}{2}(x_B+x_C)=\frac{1}{2}(6+8)=7$$y_Z=\frac{1}{2}(y_C+y_H)=\frac{1}{2}(2+5)=3\frac{1}{2}$$Z_2(7;3\frac{1}{2})$Massa: $l\cdot b=2\cdot 3=6$$\triangle CDI$: $x_Z=\frac{1}{3}(x_C+x_D+x_I)=\frac{1}{3}(8+10+8)=8\frac{2}{3}$$y_Z=\frac{1}{3}(y_C+y_D+y_I)=\frac{1}{3}(2+6+6)=4\frac{2}{3}$$Z_3(8\frac{2}{3};4\frac{2}{3})$Massa: $\frac{1}{2}\cdot z\cdot h=\frac{1}{2} \cdot (10-8)\cdot (6-2)=4$$\triangle IDE$: $x_Z=\frac{1}{3}(x_I+x_D+x_E)=\frac{1}{3}(8+10+8)= 8\frac{2}{3}$$y_Z=\frac{1}{3}(y_I+y_D+y_E)=\frac{1}{3}(6+6+8)=6\frac{2}{3}$$Z_4(8\frac{2}{3}; 6\frac{2}{3})$Massa: $\frac{1}{2}\cdot z\cdot h=\frac{1}{2} \cdot (10-8)\cdot (8-6)=2$Rechthoek $GHEF$: $x_Z=\frac{1}{2}(x_G+x_H)=\frac{1}{2}(4+8)=6$$y_Z=\frac{1}{2}(y_H+y_E)=\frac{1}{2}(5+8)=6\frac{1}{2}$$Z_5(6; 6\frac{1}{2})$Massa: $l\cdot b=4 \cdot 3=12$$\triangle AGF$: $x_Z=\frac{1}{3}(x_A+x_G+x_F)=\frac{1}{3}(3+4+4)=3\frac{2}{3}$$y_Z=\frac{1}{3}(y_A+y_G+y_F)=\frac{1}{3}(5+5+8)=6$$Z_6(3\frac{2}{3}; 6)$Massa: $\frac{1}{2}\cdot z\cdot h=\frac{1}{2} \cdot (4-3)\cdot (8-5)=1\frac{1}{2}$Stap 3: Bereken het zwaartepunt van de hele figuur. De massa $m$ is de massa’s opgeteld: $m=4\frac{1}{2}+6+4+2+12+1\frac{1}{2}=30$$\vec{z} = \frac{4 \frac{1}{2}}{30} \begin{pmatrix} 5 \\ 4 \end{pmatrix} + \frac{6}{30} \begin{pmatrix}7 \\ 3 \frac{1}{2} \end{pmatrix}  + \frac{4}{30} \begin{pmatrix} 8\frac{2}{3} \\ 4 \frac{2}{3} \end{pmatrix} + \frac{2}{30} \begin{pmatrix} 8 \frac{2}{3} \\ 6 \frac{2}{3} \end{pmatrix}  + \frac{12}{30} \begin{pmatrix} 6 \\ 6 \frac{1}{2} \end{pmatrix} + \frac{ 1\frac{1}{2} }{30} \begin{pmatrix} 3\frac{2}{3} \\ 6 \end{pmatrix} = \begin{pmatrix} 6\frac{7}{15} \\ 5\frac{4}{15} \end{pmatrix}$Conclusie: Het zwaartepunt is $Z(6\frac{7}{15}, 5\frac{4}{15})$ We maken eerst een voorstelling/schets van de situatie.De middelpunten van de cirkels zijn de hoekpunten van een rechthoekige driehoek. Lees de middelpunten af uit de formules van de cirkels $A(0,0)$, $B(15,0)$ en $C(0,y)$.Noemen we de straal van $c_3$ $r$ dan geldt wegens Pythagoras in driehoek $\triangle ABC$: $AB^2+AC^2=BC^2$$AB=r_1+r_2=3+12=15$$BC=r_2+r=12+r$$AC=r_1+r=r+3$$15^2+(r+3)^2=(12+r)^2$$225+r^2+6r+9=144+24r+r^2$$18r=90$$r=5$Nu we de straal hebben kunnen we ook het middelpunt vinden. De y-coördinaat van het middelpunt van cirkel $c_3$ is namelijk gelijk aan de straal van $c_1$ en $c_2$ opgeteld: $y_M=c_1+c_2=3+5=8$Conclusie: $c_3: x^2+(y-8)^2=25$De eerste gemeenschappelijke raaklijn volgt uit dat de cirkels elkaar raken. Ze moeten dan wel een gemeenschappelijke raaklijn hebben. Omdat de straal van $c_1$ gelijk is aan 3 en het middelpunt $(0,0)$ is dit in $x=3$.De andere twee gemeenschappelijke raaklijnen zijn van de vorm $y=ax+b$ of $-ax+y=b$. De afstand van het middelpunt van de cirkel tot de raaklijn is gelijk aan de straal. Dus $d(M_1,l)=3$ en $d(M_2,l)=12$, $M_1(0,0)$ en $M_2(15,0)$.$\frac{|-a\cdot 0+0-b|}{\sqrt{(-a)^2+1^2}}=3$ en $\frac{|-a\cdot15+0-b|}{\sqrt{(-a)^2+1^2}}=12$$\frac{|-b|}{\sqrt{a^2+1}}=3$ en $\frac{|-15a-b|}{\sqrt{a^2+1}}=12$Als we de eerste vergelijking vermenigvuldigen met 4 en schrijven als $\frac{4\cdot|-b|}{\sqrt{a^2+1}}=12$kunnen we deze combineren met de tweede vergelijking. Dit geeft:$4\cdot |-b|=|-15a-b|$$-4b=-15a-b \vee 4b=-15a-b$$3b=15a \vee 5b=-15a$$b=5a \vee b=-3a$$b=5a$ substitueren in $\frac{|-b|}{\sqrt{a^2+1}}=3$ geeft $\frac{|-5a|}{\sqrt{a^2+1}}=3$$|-5a|cdot 1=\sqrt{a^2+1}\cdot 3$ (kruislings vermenigvuldigen)$25a^2=9(a^2+1)$ (kwadrateren)$16a^2=9$$a^2=\frac{9}{16}$$a=-\sqrt{\frac{9}{16}} \vee a=-\sqrt{\frac{9}{16}}$$a=-\frac{3}{4} \vee a=\frac{3}{4}$$b=-3a$ substitueren in $\frac{|-b|}{\sqrt{a^2+1}}=3$ geeft $\frac{|3a|}{\sqrt{a^2+1}}=3$$|3a|cdot 1=\sqrt{a^2+1}\cdot 3$ (kruislings vermenigvuldigen)$a^2=a^2+1$$0=1$ heeft geen oplossingen.Dus de raaklijnen zijn $\frac{3}{4}x+y=b$ en $-\frac{3}{4}x+y=b$. $a=\frac{3}{4}$ en $b=5a$ geeft $b=5\cdot \frac{3}{4}=\frac{15}{4}$$a=-\frac{3}{4}$ en $b=5a$ geeft $b=5\cdot -\frac{3}{4}=-\frac{15}{4}$Conclusie: de raaklijnen zijn $x=3, \frac{3}{4}x+y=-\frac{15}{4}$ en $-\frac{3}{4}x+y=\frac{15}{4}$. Stap 1: Stel lijn $l$ op. $l$ loodrecht op $k$ dus $r_k=n_l$. Geeft $l: x+y=c$Stap 2: Als een lijn en een cirkel geen punten gemeenschappelijk hebben dan geldt dat de afstand van het middelpunt tot de lijn langer is dan de straal van de cirkel.$d(M,l) = \frac{|2+3-c|}{\sqrt{1^2+1^2}}=\frac{|5-c|}{\sqrt{2}}$$d(M,l)>r$ geeft $\frac{|5-c|}{\sqrt{2}}>\sqrt{10}$$|5-c|>\sqrt{20}$$5-c>\sqrt{20} \vee 5-c<-\sqrt{20}$$c<5-\sqrt{20} \vee c>5+\sqrt{20}$Substitueer nu $x=-2+t$ en $y=p+t$ in de cirkelvergelijking. Gebruik dat voor raken geldt discriminant is nul.Stap 1: Substitueer $x=-2+t$ en $y=p+t$ in de cirkelvergelijking.$c_1: (x-2)^2+(y-3)^2=10$$(-2+t-2)^2+(p+t-3)^2=10$$t^2-8t+16+t^2+2(p-3)t+(p-3)^2=10$$2t^2-8t+2pt-6t+16+p^2-6p+9-10=0$$2t^2+(2p-14)t+p^2-6p+15=0$Stap 2: Stel de discriminant gelijk aan 0.$a=2$, $b=2p-14$ $c=p^2-6p+15$$D=b^2-4ac$$D=(2p-14)^2-4\cdot 2 \cdot (p^2-6p+15)$$D=4p^2-56p+196-(8p^2-48p+120)$$D=-4p^2-8p+76$$D=0$ geeft $-4p^2-8p+76=0$$p^2+2p-19=0$$p=\frac{-2-\sqrt{4+76}}{2}=-1-\frac{\sqrt{16}\sqrt{5}}{2}=-1-2\sqrt{5} \vee p=\frac{-2+\sqrt{4+76}}{2}=-1+2\sqrt{5}$Conclusie: De lijn raakt de cirkel voor $p=-1-2\sqrt{5}$ of $p=-1+2\sqrt{5}$

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in