Toets Engels

New Interface LRN-line deel A+B - Hoofdstuk 2 - Creativity oefentoetsen & antwoorden

LRN-line

Onderwerpen: Vocabulary, present perfect vs present simple, gerund, present simple vs. present continuous, should have/could have/would have

New Interface LRN-line deel A+B
Toets Engels
New Interface LRN-line deel A+B
Online maken
Toets afdrukken
a) bereikbaarb) bereid zijn omc) bewerken / redigerend) romane) bepaaldf) gooien / werpeng) ruimh) gevoeli) bronj) onderwerpk) ouderwets / achterhaaldl) eigenschapm) scherpten) discussieo) zullen vast en zekerp) naar … toe a) targetb) quantityc) keep in mindd) invariablye) ensuref) appreciateg) tendencyh) untidyi) disguisej) inventivek) reveall) pronouncem) resemblen) vasto) exceedp) striking a) De present perfect gebruik je wanneer een actie in het verleden is begonnen en nu nog bezig is. De present simple gebruik je wanneer een actie altijd/regelmatig/nooit of een feit is. b) Een gerund is een werkwoord dat je gebruikt als een zelfstandig naamwoord. Er zijn een aantal werkwoorden die aangeven dat het om een gerund gaat zoals: enjoy, (don’t) mind, (can’t) stand, finish, imagine, feel like, suggest, practise, miss, avoid.c) De present continuous gebruik je wanneer een actie op dit moment bezig is, de present simple wanneer iets altijd/regelmatig/nooit of een feit is. a) have helpedHet onderwerp is my friends, dus je gebruikt have. Help is een regelmatig werkwoord, dus om daar de past participle van te maken plak je er -(e)d achter.b) have already plantedHet onderwerp is we, dus je gebruikt have. Plant is een regelmatig werkwoord, dus om daar de past participle van te maken plak je er -(e)d achter. Tussen het hulpwerkwoord en hoofdwerkwoord voeg je de adverb toe (already).c) haven’t decidedHet onderwerp is Harry and James, dat is meervoud, dus je gebruikt have. Decide is een regelmatig werkwoord, dus om daar de past participle van te maken plak je er -(e)d achter. Omdat de zin negatief is plak je not achter have.d) has caughtHet onderwerp is the policeman, dat is een he, dus je gebruikt has. Catch is een onregelmatig werkwoord, dus om daar de past participle van te maken gebruik je het 3e rijtje.e) Have you heardHet onderwerp is you, dus je gebruikt have. Hear is een onregelmatig werkwoord, dus om daar de past participle van te maken gebruik je het 3e rijtje. Omdat de zin een vraagzin is begin je met het hulpwerkwoord (have), daarna het onderwerp en dan je vervoegde werkwoord.f) Has never seenHet onderwerp is Emily, dat is een she, dus je gebruikt has. Seen is een onregelmatig werkwoord, dus om daar de past participle van te maken gebruik je het 3e rijtje. Tussen het hulpwerkwoord en hoofdwerkwoord voeg je de adverb toe (never).g) Have you dyedHet onderwerp is you, dus je gebruikt have. Dye is een regelmatig werkwoord, dus om daar de past participle van te maken plak je er -(e)d achter. Omdat de zin een vraagzin is begin je met het hulpwerkwoord (have), daarna het onderwerp en dan je vervoegde werkwoord. a) have livedIn deze zin is een actie bezig die in het verleden is begonnen en nu nog bezig is. Het signaalwoord in deze zin is since, wat letterlijk vertaald sinds betekent. Als er een actie is die in het verleden is begonnen en tot nu duurt gebruik je de present perfect. Hoe je die maakt: have/has + ww + ed of 3e rijtje.b) wearsEen actie in de tegenwoordige tijd dat altijd/nooit/regelmatig/feit is. Je kiest dan voor de present simple. Doordat het onderwerp ‘she’ is komt er een s achter het werkwoord.c) risesEen actie in de tegenwoordige tijd dat altijd/nooit/regelmatig/feit is. Je kiest dan voor de present simple. Doordat het onderwerp ‘the sun (it)’ is komt er een s achter het werkwoord.d) has beenAls je het hebt over ervaringen, dan gebruik je ook de present perfect, die ervaringen heb je in het verleden opgedaan en draag je nu nog met je mee, een actie die dus in het verleden begonnen is en nu nog bezig is. Het onderwerp is nu she, dus je gebruikt dan has.e) have knownJe hebt iemand in het verleden leren kennen, die ken je nog steeds. Dit is dus een actie die in het verleden begonnen is en nog steeds bezig is. Het onderwerp is we, dus je gebruikt have.f) hasn’t brushedIn het verleden poetste hij zijn tanden niet, nu heeft hij die nog steeds niet gepoetst, een actie die dus in het verleden is begonnen (het iets niet doen) en nu nog bezig is (nog steeds niet gedaan). Het signaalwoord is yet. Het onderwerp is he, dus gebruik je has + not.g) walksEen actie in de tegenwoordige tijd dat altijd/nooit/regelmatig/feit is. Je kiest dan voor de present simple. Doordat het onderwerp ‘Grayson (he)’ is komt er een s achter het werkwoord. a) feel like goingb) decided to studyc) chose to buyd) enjoy readinge) expected to seeLook at the table. When you use one of these verbs, they are typically followed by either a gerund or an infinitive. Followed by a gerundFollowed by an infinitiveenjoy, (don’t) mind, (can’t) stand, finish, imagine, feel like, suggest, practise, miss, avoidhope, promise, learn, expect, decide, afford, offer, choose, wantA gerund is a verb acting as a noun, the verb ends in -ing.Voorbeeld:I imagine dancing on TV, dancing is the gerund.een infinitief is het hele werkwoord.Voobeeld:I expect to see a cat. to see is het infinitief. a) is playingHet signaalwoord in de zin is: right now. Daarom gebruik je de present continuous. Het onderwerp is: he. De vorm van to be (am/are/is) wordt dus is. Daarna voeg je het werkwoord + -ing toe.b) don’t goHet signaalwoord in de zin is: often. Daarom gebruik je de present simple. Het onderwerp is: I. De zin is negatief, daarom plaats je voor het werkwoord don’t. Aan het hoofdwerkwoord verandert niks.c) arrivesHet signaalwoord in de zin is: usually. Daarom gebruik je de present simple. Het onderwerp is: Amy. Je gaat dus het werkwoord vervoegen omdat het onderwerp een zij is. Je plakt dus een -s achter het werkwoord.d) Is she workingHet signaalwoord in de zin is: at the moment. Daarom gebruik je de present continuous. Het onderwerp is: she. De vorm van to be (am/are/is) wordt dus is. Daarna voeg je het werkwoord + -ing toe. Omdat het een vraagzin is plaats je de vorm van to be aan het begin van de zin, daarna het onderwerp en dan het hoofdwerkwoord.e) driveHet signaalwoord in de zin is: every monday. Daarom gebruik je de present simple. Het onderwerp is: I. Je plaatst het hele werkwoord in de zin.f) is rainingHet signaalwoord in de zin is: Don’t forget your umbrella. Daarom gebruik je de present continuous. Het onderwerp is: it. De vorm van to be (am/are/is) wordt dus is. Daarna voeg je het werkwoord + -ing toe.g) is sleepingHet signaalwoord in de zin is: Sshh. Daarom gebruik je de present continuous. Het onderwerp is: she. De vorm van to be (am/are/is) wordt dus is. Daarna voeg je het werkwoord + -ing toe.h) Do you usually drinkHet signaalwoord in de zin is: usually. Daarom gebruik je de present simple. Het onderwerp is: you. Je hebt nu te maken met een vraagzin. Je plaatst dan do aan het begin van de zin, daarna het onderwerp, en dan de adverb of frequency met het werkwoord daarachter.i) isn’t drinkingHet signaalwoord in de zin is: -, maar het is duidelijk dat het gebeurt. Daarom gebruik je de present continuous. Het onderwerp is: she. De vorm van to be (am/are/is) wordt dus is, de zin is negatief daarom plak je er not achter. Daarna voeg je het werkwoord + -ing toe.j) am not goingHet signaalwoord in de zin is: right now. Daarom gebruik je de present continuous. Het onderwerp is: I. De vorm van to be (am/are/is) wordt dus am, de zin is negatief daarom plak je er not achter. Daarna voeg je het werkwoord + -ing toe.  a) mustJe gebruikt must als je iets zeker weet. Uit de zin kun je halen dat iets zeker is, daarom kies je hier voor must.b) can’tJe gebruikt can’t als iets echt niet kan, de jas is te groot voor iemand, dus dat is onmogelijk.c) mightJe weet iets niet zeker, dus je gebruikt might.d) can’tJe gebruikt can’t als iets echt niet kan, de docent ziet eruit als een eerste klasser, dus diegene kan nooit je docent zijn. Daarom gebruik je can’te) mightJe weet iets niet zeker, dus je gebruikt might.f) couldJe gebruikt could als je niet zeker weet of iets kan.g) could/may/might Je weet het niet zeker, maar het zou kunnen. Daarom gebruik je might have been. Als je could/may hebt ingevuld, is dat ook goed.h) mustJe weet iets zeker, daarom gebruik je must.i) can’tJe weet zeker dat iets niet kan, daarom gebruik je couldn’t/can’t.j) could/may/mightJe weet het niet zeker, maar het zou kunnen. Daarom gebruik je might. Als je could/may hebt ingevuld, dat is ook correct. k) must Je weet iets zeker, daarom gebruik je must. a) would have comebij een past willingness gebruik je would have + past participle. Je had namelijk iets anders willen doen in het verleden, je praat achteraf.b) could have studiedbij een past possibility gebruik je could have + past participle. Er was namelijk iets dat had kunnen gebeuren.c) should have gonebij een past advice/regret gebruik je should have + past participle. Je had iets moeten doen (dat is verstandig).d) couldn’t have beenbij een negative past posibility gebruik je de negatieve vorm van could (= couldn’t). Iets had niet kunnen gebeuren. 1) B - Indeed. Je kiest voor indeed omdat het een bevestiging is. Het is inderdaad duurder, maar… (zie de blauwe zinnen hieronder).2) C - a waste. Je kan uit de tekst halen dat dit product niet gebruikt wordt voor menselijke consumpties, alleen de maiskorrels zelf worden gebruikt, maar de cobs en husks zijn dus a waste product (zie geel)3) B - diet. Door het dieet dat panda’s hebben wist de onderzoeker dat ze de producten kunnen verteren, dit is dus het beste antwoord (zie de groene zinnen hieronder).4) A - encouraging. Het is bemoedigend dat we afvalproducten kunnen omzetten in biofuel. Dit antwoord past er het beste bij (zie de paarse zinnen hieronder). Panda Poop Power GIANT PANDAS are well known for being rather different from other bears. Having a diet composed almost entirely of bamboo is one of the things that sets them apart. It is also what attracted the interest of Ashli Brown of Mississippi State University, in a search for more efficient ways to make biofuel. Most of the nutrients found in bamboo are locked away in tough substances known as cellulose and lignin. Liberating those nutrients is an energy-intensive process that involves high temperatures and extreme pressures. ___10___, it is the cost of doing so that makes producing biofuel out of cellulose- and lignin-rich materials, like discarded corn (maize) cobs and husks, less financially viable than generating biofuel directly from more readily digestible corn kernels. The kernels, however, can be used to feed people whereas the cobs and husks cannot. So a process that is able efficiently to turn what is ___11___ product into fuel could have great potential. Given their ___12___, Dr Brown knew that giant pandas had to have microbes in their gut that were strong enough to break cellulose and lignin down. If it was possible to identify those microbes and find the enzymes within them they might be used to improve biofuel production. So, Dr Brown and her colleagues got to work analysing piles of panda faeces to find the microbes that are particularly adept at breaking down the bamboo material. The team identified 17 microbes with the ability to digest cellulose and six that looked like good candidates for digesting lignin. These microbes were then tested in the laboratory and they were found to be capable of transforming 65.4% of the tough materials they were given into the sorts of energy-rich sugars that are readily fermented into bioethanol or biodiesel. Considering that most cellulose- and lignin-based materials end up as compost, or worse, in landfills, the ability to convert such a large percentage of them into potential biofuel products is ___13___. Dr Brown, though, is quick to point out that optimising the performance of the enzymes employed by the microbes so that they can be used commercially is going to be a long and hard job. But still a job that could be well worth the effort. 

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in