Praktische Economie MAX 2022 M8 Conjuctuur en economisch beleid
- Hoofdstuk 3 - Conjuctuur en monetair beleid
oefentoetsen & antwoorden
MAX
Klas 4-5|Havo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: taken centrale banken, depositogarantiestelsel, dekkingsgraad, monetaire inflatie, niet-monetaire inflatie, output gap, rentebeleid, enkelvoudig mandaat en duaal mandaat,
Toets Economie
Praktische Economie MAX 2022 M8 Conjuctuur en economisch beleid
Online maken
Toets afdrukken
De Europese centrale bank en de Nederlandsche Bank zijn onafhankelijk van de overheid. Dat blijkt uit dat hun bestuurders worden benoemd en niet gekozen. Centrale banken hoeven dus geen verantwoording af te leggen aan het parlement.Toezicht op de monetaire infrastructuur.Een centrale bank is er verantwoordelijk voor dat de monetaire infrastructuur goed functioneert. De financiële instellingen zorgen voor het aanleggen en onderhouden van de infrastructuur, de centrale bank houdt er toezicht op. Dit betekent onder andere dat de centrale bank financiële instellingen kan dwingen om aanpassingen door te voeren in het betalingssysteem.Toezicht op aanbieders van financiële producten.De centrale bank kan bankvergunningen afgeven, maar kan deze vergunning ook weer intrekken. Om een bankvergunning te krijgen moet je aan strenge regels voldoen, zoals beschikken over voldoende eigen vermogen en een verleden van onberispelijk gedrag, maar ook de bedrijfsvoering moet goedgekeurd worden: de centrale bank ziet erop toe dat financiële instellingen niet te grote risico’s nemen.Het depositogarantiestelsel houdt in dat spaargelden tot een maximumbedrag (in Nederland € 100.000) gegarandeerd zijn, mocht bij een bank meer spaargeld worden opgevraagd dan de bank op korte termijn kan leveren (bankrun). De centrale bank zorgt ervoor dat spaarders hun ingelegde spaargeld terugkrijgen. De kosten van het depositogarantiestelsel worden gedragen door de andere handelsbanken.De dekkingsgraad is de kapitaalomvang van een pensioenfonds als percentage van alle huidige en toekomstige pensioenverplichtingen. Met andere woorden: de dekkingsgraad geeft aan of een pensioenfonds voldoende geld in kas heeft om aan zijn verplichtingen te voldoen. De dekkingsgraad wordt uitgedrukt in een percentage. Als de dekkingsgraad te laag is, moet een pensioenfonds maatregelen nemen om zijn financiële situatie te verbeteren. De Nederlandsche Bank moet deze maatregelen goedkeuren en controleren of ze worden uitgevoerd.Toezicht op het chartale geld houdt in het in omloop brengen van het chartale geld en toezicht houden op de kwaliteit van bankbiljetten. Bij een stijgende output gap neemt de inflatie toe en bij een dalende output gap neemt de inflatie af. Als er op een markt meer gevraagd wordt dan er wordt aangeboden en het aanbod niet snel aan de toegenomen vraag kan voldoen, stijgen, vooral op korte termijn, de prijzen.Opmerking: in de praktijk gaat dit niet precies op. Dat komt doordat inflatie ook ontstaat door veranderingen in de maatschappelijke geldhoeveelheid.Het verschil tussen monetaire inflatie en niet-monetaire inflatie:De Europese Centrale Bank heeft als hoofdtaak het bewaken van de interne waarde van de munt. De ECB streeft naar een inflatie van 2%. Bij een te lage inflatie zal de ECB de maatschappelijke geldhoeveelheid laten groeien. De inflatie die hierdoor ontstaat wordt monetaire inflatie genoemd. Niet-monetaire inflatie ontstaat door de hoge productiekosten die worden doorberekent in de prijs van veel producten en hoge bestedingen die de productiecapaciteit overtreffen. De ECB heeft besloten om de rente aan te passen, omdat wij in bovenstaande situatie te maken hebben met een langdurige hoge inflatie die ver boven de 2% ligt.Nadelen van de renteverhoging door de ECB.Een renteverhoging is nadelig voor landen met hoge schulden. Over die schulden moeten zij dan een hogere rente betalen.Door een hogere rente wordt er minder geleend en meer gespaard, waardoor de bestedingen afnemen en de economische groei minder wordt.Door een renteverhoging stijgt ook de rente op hypothecaire leningen. Over een hypothecaire schuld moet meer rente worden betaald.
Nominaal en reëel bbp in Nederland 2019 - 2022Jaar Nominaal bbp(× € miljard)Inflatie(in %)Cumulatieve inflatie(in %)Reële groei bbp ten opzichte van 2019 (in %)2019813***2020796,51,31,3-3,292021870,52,742,892022958,51014,43,06Bron: cbsBerekeningen:Cumulatieve inflatie is de inflatie inclusief de inflatie van voorgaande jaren.2021: 1,013 x 1,027 = 1,040351. Dus de cumulatieve inflatie is 4%.2022: 1,013 x 1,027 x 1,10 = 1,1443861. Dus de cumulatieve inflatie is 14,4%.Reële groei BBP 2020 is het indexcijfer nominale BBP / indexcijfer cumulatieve inflatie x 100 -100.Indexcijfer nominale BBP is 796,5 / 813 x 100 = 97,97.Indexcijfer cumulatieve inflatie is 100 + 1,3 = 101,3.Reële groei BBP 2020 is 97,97 / 101,3 x 100 - 100 = -3,28%.Reële groei BBP 2021 is het indexcijfer nominale BBP / indexcijfer cumulatieve inflatie x 100 – 100.Indexcijfer nominale BBP is 870,5 / 813 x 100 = 107,07.Indexcijfer cumulatieve inflatie is 100 + 4 = 104.Reële groei BBP 2021 is 107,07 / 104 x 100 – 100 = 2,95%.Reële groei BBP 2022 is het indexcijfer nominale BBP / indexcijfer cumulatieve inflatie x 100 - 100.Indexcijfer nominale BBP is 958,5 / 813 x 100 = 117,9.indexcijfer cumulatieve inflatie is 100 + 14,4 = 114,4.Reële groei BBP 2022 is 117,9 / 114,4 x 100 – 100 = 3,06%.De koopkracht in 2022 is hoger dan in 2020. De reële groei van het BBP in 2020 ten opzichte van 2019 is -3,29%; de reële groei van het BBP in 2022 ten opzichte van 2019 is 3,06%. Kortom: in reële termen is het BBP in 2022 meer gegroeid ten opzichte van 2019 dan in 2020. Door een lagere kredietverlening neemt de kans op deflatie toe, want door minder leningen nemen de bestedingen af, waardoor de productie afneemt. Hierdoor raakt de productiecapaciteit onderbezet en zal er deflatie kunnen ontstaan.
Let op: het noemen van lage bestedingen en daardoor een onderbezette productiecapaciteit is essentieel voor een goed antwoord.Deflatie kan leiden tot een economische recessie, omdat bij dalende prijzen consumenten kunnen denken dat prijzen in de (nabije) toekomst nog verder dalen, waardoor ze (grote) aankopen gaan uitstellen. Hierdoor neemt de vraag af, waardoor de productie afneemt en de economie kan gaan krimpen.In de gegeven conjuncturele situatie zal de ECB de rente verlagen, omdat de ECB door een renteverlaging de kredietverlening en daarmee de bestedingen zal stimuleren, waardoor de deflatie wordt voorkomen.Met een effectieve ondergrens van de nominale rente wordt bedoeld dat de nominale rente niet (ver) onder nul kan zakken. Als nominale rentes op bijvoorbeeld spaarrekeningen of staatsobligaties te negatief worden, houden mensen hun vermogen in kasgeld aan (want dat geeft een rente van 0 procent) en komen banken in de problemen omdat zij veel minder liquiditeiten hebben ter dekking van door hen te verlenen kredieten. Omdat het aanhouden van veel kasgeld onpraktisch en kostbaar is, kan de centrale bank de nominale beleidsrente wel iets onder nul laten zakken. Dat is de effectieve ondergrens van de nominale rente. Het effect van een renteverlaging op de bestedingsinflatie in het eurogebied is dat bij een lagere rente er minder wordt gespaard / meer wordt geleend waardoor de bestedingen stijgen en er overbesteding kan ontstaan.Een oplopende inflatie leidt tot een afname van de werkgelegenheid, omdat oplopende inflatie tot hogere looneisen en hogere loonkosten (per product) leidt, waardoor ondernemers arbeid gaan vervangen door machines.Het gevolg van oplopende inflatie voor de groei van de kapitaalgoederenvoorraad is dat door een afname van de bereidheid van consumenten om te sparen, er minder vermogen beschikbaar komt om te investeren en zal de groei van de kapitaalgoederenvoorraad afnemen.Het gevolg van oplopende inflatie voor het reële inkomen van ouderen is een afname van de koopkracht van niet-waardevaste pensioenuitkeringen doordat deze niet aangepast worden aan de gestegen prijzenHet beperken van de inflatie is de belangrijkste doelstelling van de ECB, omdat de ECB een enkelvoudig mandaat heeft, waarin zij alleen de inflatie moet beteugelen en geen duaal mandaat, waarbij zij ook moet zorgen voor economische groei.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.