Of Course! MAX - Unit 2 - The Shape of Things to Come oefentoetsen & antwoorden

ImperativeBuilt-inRecommendationLaw firmExpendituresPaleInvolvementSettlementsRepeat a yearAt stakePasswordUncharted StoreUnwieldyArsonSeminarLong shotExistingMaintain Receipt - Receipt is een bonnetje bij een winkel, een prescription is een recept wat je krijgt van de huisarts.Counsel - Counsel is advies, een council is een verkozen groep die iets leidt (zoals een organisatie).E.g. - E.g. betekent ‘bijvoorbeeld’, terwijl i.e. wordt gebruikt om iets te verhelderen/toelichten.Practice - In het Brits Engels is het zelfstandig naamwoord met een C (gewoonte, gebruik) en het werkwoord met een S (oefenen).Uninterested - Uninterested betekent ‘niet geïnteresseerd,' terwijl disinterested onpartijdig of onafhankelijk betekent. His wallet has been lost by my friend (for the second time now).Present perfect (has lost) wordt present perfect + 3e vorm (has been lost).The lost puppy was adopted by the two girls (who found it).Past simple (adopted) wordt past simple + 3e vorm (was adopted).That game has been being played by them (for three hours now).Present perfect continuous (have been playing) wordt present perfect continuous + 3e vorm (has been being played). Noot: Deze vorm is grammaticaal de juiste, maar wordt in spreektaal niet of nauwelijks gebruikt vanwege de verwarrende verwoording. Controleer bij je docent of hij/zij het gebruikelijkere ‘has been played’ ook goed telt!He is going to be left by her (in the morning).Going to-future (is going to leave) wordt going to-future + 3e vorm (is going to be left)English grammar is explained by her very well.Present simple (explains) wordt present simple + 3e vorm (is explained).A new laptop will be purchased by her (at the start of the new semester).Will-future (will purchase) wordt will-future + 3e vorm (will be purchased)Dinner was being cooked by my mother (when her phone fell off the counter).Past continuous (was cooking) wordt past continuous + 3e vorm (was being cooked)James had been being trained by Frank (before they hired Amy).Past perfect continuous (had been training) wordt past perfect continuous + 3e vorm (had been being trained). Noot: Deze vorm is grammaticaal de juiste, maar wordt in spreektaal niet of nauwelijks gebruikt vanwege de verwarrende verwoording. Controleer bij je docent of hij/zij het gebruikelijkere ‘had been trained’ ook goed telt! Toelichting:De passive is een constructie waarbij het onderwerp van een zin wordt veranderd in het lijdend voorwerp, en vice versa. De passive is een constructie, niet een werkwoordstijd. Dit betekent dan ook dat de passive kan bestaan in elke werkwoordstijd.Om van een actieve zin een passieve zin te maken, moet je dan ook eerst goed kijken naar de ww-tijd van de actieve zin. De meest gemaakte fout is namelijk dat er één passive zin wordt opgeschreven, maar niet dé passive zin die past bij de genoemde actieve zin. Kijk maar eens naar de antwoorden hierboven. Als je van een actieve naar een passieve zin gaat wissel je dus het onderwerp en het lijdend voorwerp van de zin, en het werkwoord wordt een vorm van to be + het voltooid deelwoord van het originele werkwoord. Dus: broke (past simple van to break) wordt was (past simple van to be) plus broken (voltooid deelwoord van to break) = was broken. Bij elke bovenstaande zin wordt de tijdsvorm van de originele zin nog eens benoemd, zodat je goed kan zien hoe de passive tot stand is gekomen. Deze zelfde tijdsvorm vind je namelijk telkens terug in de vorm van to be. De gedeeltes tussen haakjes mogen eventueel weggelaten worden, het gaat immers om het omzetten van werkwoord, onderwerp en lijdend voorwerp. It has been known that he is interested in that job.She will be (kept) informed by the police.Als je ‘kept’ gebruikt in deze zin is ‘informed’ eigenlijk geen onderdeel van de passive, maar gebruik je alleen ‘informed’ dan is dit je ‘3e vorm.’It was thought that because of this, they would speak to the queen.Multiple new players were bought / had been bought.Lately, a lot more stuff has been stolen here. Toelichting:In de vorige opdracht stond al veel uitleg over de passive. Bij vertalen is het belangrijk om te zorgen dat je vertaling een goede passive bevat die zo goed mogelijk past bij het origineel. Houdt dus de structuur goed vast: vorm van to be + 3e vorm en let goed op de tijd die in de Nederlandse zin wordt gebruikt (heden, verleden, toekomst). Deze passive-vormen zijn in de antwoorden dan ook telkens onderstreept. Wants me toWould you like toWould likeWants us to / wanted us toWould he likeWanted the photographer to Toelichting:Bij auxiliaries (hulpwerkwoorden) is het belangrijk om te beseffen dat deze in het Nederlands vaak erg verschillende betekenissen kunnen hebben. Denk bijvoorbeeld aan het woord ‘willen.’ Soms betekent dit ‘moeten’ (Ik wil dat je nu je kamer opruimt!) en soms betekent het ‘niet erg vinden’ (Ik wil je best even helpen.). In het Engels betekent dat soms dat je een ander hulpwerkwoord moet gebruiken, terwijl je in het Nederlands twee keer hetzelfde woord zou gebruiken (I want you to clean your room! versus I don’t mind helping you.). Dit is vooral een kwestie van leren: Bekijk heel goed je grammaticaoverzicht (reference book p. 77 - 79) om te leren welke Engelse auxiliaries horen bij welke Nederlandse toepassing. In deze specifieke paragraaf gaat het over het verschil tussen ‘want to’ en ‘would like.’ Let hierbij op dat ‘Would like’ gaat om een vriendelijk verzoek, en ‘want to’ om een opdracht of bevel.Let op: Soms zijn er meerdere opties mogelijk! WhoseTheseThoseAnyoneThatYourSomethingHisWhereWhomanyone Toelichting:Pronouns zijn in het Nederlands ‘voornaamwoorden.’ Er zijn veel verschillende opties die je tot nu toe hebt leren kennen in je schoolcarrière: demonstrative, interrogative, relative, indefinite, possesive en er zijn er zelfs nog meer. Ieder heeft zijn eigen functie:Demonstrative (aanwijzend): this, that, these, those. Gebruik je om iets aan te wijzen, ergens naar te verwijzen.Interrogative (vragend): Who(m), whose, what. Gebruik je om een vraag te formuleren.Relative (aanwijzend): who, whose, which, whom, that, where. Gebruik je om terug te refereren naar een eerder woord of zinsdeel.Indefinite (onbepaald): some en any. Wordt gebruikt om ‘iets’ te vervangen, vaak in combinatie met -body, -one, -where of -thing.Possessive (bezittelijk): my, mine, your, yours, his, etc. Wordt gebruikt om bezit aan te geven.Er is hier niet genoeg ruimte om alle uitzonderingen van al deze opties te bespreken, maar zorg dat je je grammaticaboek nog even doorkijkt voor de belangrijkste regels. In deze opdracht zijn uiteraard heel veel goede antwoorden mogelijk. Onderstaande zijn dus voorbeelden van goede antwoorden. De gerund is hierin onderstreept.Diving / fishing / meetingDancing, singing / swimming, going to the gym. / playing the piano, playing the ukulele.Helping you move / coming over to your house / leaving the house a little laterTrying to get some more sleep / seeing a doctor as soon as possible / taking some more cough medicine.Running my own business / living in a large house / travelling all over the world.Toelichting:Een gerund is wanneer een werkwoord wordt gebruikt als zelfstandig naamwoord. Er zijn verschillende situaties waarin dit gedaan wordt (zie ook je grammatica handleiding), maar de meest voorkomende zijn wanneer een werkwoord als onderwerp wordt gebruikt, of wanneer het wordt gebruikt in combinatie met een werkwoord zoals ‘to like, to dislike, to prefer, etc.’ Dus werkwoorden die een bepaald (positief of negatief) oordeel geven. Een gerund eindigt altijd op -ing (running, walking, fighting)Let op: Niet elk woord dat eindigt op -ing is een gerund. Het kan in veel gevallen ook een werkwoordsvorm zijn, bijvoorbeeld de present continuous (I am walking). Veel van deze antwoorden zijn voorbeelden, er kunnen dus meerdere antwoorden goed zijn:I’m worried about / I’m really concerned aboutIn a case like this / in a situation like this / in this sort of situationWhat if we / Why don’t weIn my opinion / I think / To meThat’s great! / That’s wonderful!You really should / We’d better Toelichting:Bedenk bij expressions altijd goed dat er voor elke vraag meerdere antwoorden mogelijk zijn, maar dat er vooral door de context van de opdrachten bepaalde mogelijkheden die het boek geeft ook niet altijd kunnen. Controleer bij het leren goed wat de verschillen zijn tussen de opties die het boek geeft.Let op - Veel van deze antwoorden zijn voorbeelden, er kunnen dus meerdere antwoorden goed zijn!