Toets Aardrijkskunde

BuiteNLand 5e ed/FLEX - Hoofdstuk 4 - Ongelijkheid oefentoetsen & antwoorden

5e editie

Deze oefentoets behandelt onder meer de volgende onderwerpen: Welvaart, welzijn, armoedegrens, BBP, BRP, beroepsbevolking, centrum, semi-periferie, periferie, alfabetiseringsgraad, formele- en informele sector, HDI, koopkracht, levensverwachting, ruimtelijke- en sociale ongelijkheid, sloppenwijk, globalisering, halffabricaten, grondstoffen, lagelonenlanden, multinational, achterland, infrastructuur, mainport, vestigingsplaatsfactoren, relatieve armoede, welvaartsziekten, werkloosheid.

BuiteNLand 5e ed/FLEX
Toets Aardrijkskunde
BuiteNLand 5e ed/FLEX
Online maken
Toets afdrukken
Multinationale onderneming (oftewel: multinational.)  1 Landbouw (of primaire sector )2 Industrie (of secundaire sector)3 Diensten (of tertiaire sector)Toelichting: Letterlijk betekent de primaire-, secundaire- en tertiaire sector: eerste, tweede en derde sector:De primaire sector verwijst naar alle sectoren waarin grondstoffen worden geleverd, zoals de landbouw, mijnbouw en visserij. De secundaire sector is de sector waarin van grondstoffen producten worden gemaakt (industrie, bouw, ambachten). In de tertiaire sector worden diensten aangeboden en producten verkocht of aangeprezen, denk aan de supermarkt, reclamebureaus, leraren, brandweer, politie, makelaars, advocaten, winkeleigenaren, banken, piloten, enzovoort. Een groot bedrijf dat in meerdere landen vestigingen heeft.Toelichting: Een multinational is een multinationale onderneming. Wat betekent dit dan precies? Multi = meerdere. Nationaal = landelijk schaalniveau. Onderneming = (groot) bedrijf. Het is dus een groot bedrijf dat in meerdere landen gevestigd is. Dit zijn vrijwel alle grote bedrijven zoals Philips, Shell, Unilever, Coca-Cola, McDonalds, Zara, H&M enzovoort. Lage-inkomenslanden (periferie)Lage-middeninkomenslanden (semiperiferie)Hoge-middeninkomenslanden (semiperiferie)Hoge-inkomenslanden (centrum) Verenigde Naties & Human Development IndexHet welzijn / de levensomstandigheden van een landWelzijnsindexLevensverwachting, alfabetiseringsgraad en koopkracht Sociale ongelijkheid laat ongelijkheid tussen groepen mensen zien, bijvoorbeeld de rijke directeuren tegenover de armere loonarbeiders. Bij ruimtelijke ongelijkheid kijk je letterlijk naar de regio’s/plaatsen. Is de ene regio rijker dan de andere? Toelichting: Zo is in Nederland bijvoorbeeld de Randstad gemiddeld gezien welvarender dan de rest van Nederland. In andere landen (zoals bijvoorbeeld Brazilië) is dit verschil in sociale en ruimtelijke ongelijkheid nog veel groter. Hier ligt het gemiddelde inkomen lager.Toelichting: Aan de randen is de werkgelegenheid lager. Schiphol en de Rotterdamse haven. Uitwerking: Dit is tegenwoordig veel makkelijker omdat (2 van onderstaande 4 redenen noemen):De technologische ontwikkelingen (informatietechnologie) zijn verbeterd: we hebben nu internet waarmee de hele wereld verbonden is. Hierdoor kan je met één muisklik producten aan de andere kant van de wereld bestellen.Handelsbelemmeringen verdwenen zijn. Er komen meer open grenzen en open handel (vrijhandel). Zo heeft China vanaf 1990 hun grenzen geopend voor internationale (wereldwijde) handel.Het aantal MNO’s sterk is gegroeid. Zij zijn nu wereldwijd gevestigd, waaronder in China (waardoor je nu heel makkelijk producten van China bij dat bedrijf kunt bestellen en in Nederland kunt laten leveren).De transporttechnologieën zijn verbeterd. Grote schepen of vliegtuigen verplaatsen nu het hele jaar door goederen van de ene kant van de wereld naar de andere kant van de wereld. Afstand is dus geen probleem meer. Vier van de volgende redenen:De gunstige ligging van Nederland aan de rand van een rijk continent (Europa)De goede bereikbaarheid van Nederland (zowel over water met de mainport Rotterdam als door de lucht met de mainport Schiphol als over (spoor)wegen.Nederland is lid van de EUNederland is een veilig en betrouwbaar land (geen oorlog of conflicten)Nederlandse handel is (door de geringe grootte van ons land) altijd al gericht geweest op het buitenland, dus heeft daar ervaring mee en is er daardoor goed in.Een hoogopgeleide bevolking die vaak ook meerdere talen spreekt. Hierdoor kunnen bedrijven/multinationals genoeg goed opgeleid personeel vinden voor hun bedrijf.Relatief lage belastingen in Nederland voor buitenlandse bedrijven. Hierdoor is het voor een bedrijf aantrekkelijker om zich in Nederland te gaan vestigen in plaats van bijvoorbeeld Spanje. Inkomen/opleiding/beroep, gezondheid, sociale netwerken en taal/communicatieAls je meer contacten hebt, kan je beter op weg geholpen worden, beter ondersteund worden en krijg je makkelijker toegang tot (goede) opleidingen/banen. Formele sector (officieel geregistreerd werk bij een werkgever inclusief loon en belasting)Informele sector (de overheid weet hier niet van, je betaalt geen belasting)Informele sector (dit gebeurt vaak in armere landen, waarbij ze dan hopen op een klein zakcentje. Ook hier weet de overheid officieel niets van en hierover komt dus geen belastinggeld binnen)Formele sector (officieel geregistreerd werk bij een werkgever inclusief loon en belasting) Globalisering is het steeds verder verspreiden van goederen, contacten en ideeën over de wereld / Globalisering is een proces waarbij gebieden wereldwijd steeds meer met elkaar te maken krijgen / steeds meer verbonden raken met elkaar.Voorbeeld 1: Vroeger kon je in Nederland geen mango’s of kokosnoten kopen. Tegenwoordig gaan deze producten makkelijk de hele wereld over, zodat vanuit tropische landen deze producten naar Nederland kunnen komen.Voorbeeld 2: Het zangprogramma ‘The Voice’ is bedacht door John de Mol in Nederland. Dit idee bleek zo’n succes dat het in sneltreinvaart de hele wereld veroverde. Tegenwoordig is het in meer dan 100 landen te zien. Ook dit is (culturele) globalisering.  Secundaire- / Industriesector. Het maken van meubels is een ambacht. Je maakt van een grondstof een product, namelijk van hout een meubel.Tertiaire- / dienstensector. Een leraar levert een dienst, namelijk het geven van onderwijs.Tertiaire- / dienstensector. Een kassamedewerker levert een dienst, namelijk zorgen dat jij je boodschappen kan afrekenen.Primaire- / landbouwsector. Een visser levert de ‘grondstof’ vis op. Vooral arbeidsintensieve bedrijven. Dit zijn bedrijven waar voor het maken van het product veel arbeid nodig is. Arbeid is duur in centrumlanden (hoge lonen), dus verplaatsen ze de arbeid naar lagelonenlanden, waar de lonen laag zijn (in de periferie). De informele sector. Het gaat hier om niet-geregistreerd werk, dus zijn mensen niet verzekerd, krijgen ze geen vast loon, hebben ze geen vast contract, kunnen ze elk moment zonder werk komen te zitten, enzovoort. Toch is dit in arme landen vaak de enige mogelijkheid om een inkomen bij elkaar te scharrelen, vandaar de naam scharreleconomie. Het wordt ook wel vluchtsector genoemd, omdat werklozen vaak naar dit soort baantjes/werk ‘vluchten’ als laatste kans op een inkomen. Werk 🡪 In een rijk land werken de meeste mensen in de formele sector, met veel banen in de dienstensector. In arme landen werken veel mensen in de informele sector. Dit zijn slechtere, minder goedbetaalde baantjes.Gezondheid 🡪In een rijk land is de gezondheidszorg beter geregeld, met meer artsen en meer ziekenhuizen. Hier zijn vooral welvaartsziekten: ziektes die mensen oplopen omdat ze door hun welvaart te veel vet en zoet eten kopen.In arme landen is de gezondheidszorg slechter, omdat er niet genoeg betaalbare) medicijnen zijn en te weinig dokters en ziekenhuizen.Onderwijs 🡪 In een rijk land heeft vrijwel iedereen toegang tot onderwijs, met als gevolg dat het analfabetisme heel laag is. (Bijna) iedereen kan hier namelijk lezen en schrijven (de alfabetiseringsgraad is hoog)In een arm land kan niet iedereen naar school (school is te ver weg of te duur), met als gevolg dat het analfabetisme hoger is. Dit betekent dat een bepaald percentage van de bevolking niet kan lezen en schrijven (de alfabetiseringsgraad is laag). Door de gunstige ligging van Nederland aan de Noordzee (druk bevaren zee) en ten opzichte van de rest van Europa en het grote dichtbevolkte achterland dat Nederland heeft. Plus het feit dat dit achterland ook nog eens zo goed bereikbaar is vanwege de zeer goede infrastructuur en de vele transportbedrijven die Nederland heeft.Toelichting: Bedenk eerst wat logistiek betekent. Dan weet je dat logistiek gaat over de verdeling van goederen, onder andere naar ons achterland. Het achterland is het gebied dat voor de aan- en afvoer van goederen afhankelijk is van een haven. Zo zijn bijvoorbeeld België, Frankrijk en Duitsland gedeeltelijk afhankelijk van de Nederlandse Rotterdamse haven (via de Maas en de Rijn).Behalve goede waterwegverbindingen zijn ook de spoorwegen en snelwegen (=infrastructuur) in Nederland erg goed. Het transport is dus van hoog niveau, waardoor de logistiek snel verloopt. Daarnaast wonen er ook nog eens erg veel mensen in ons achterland (hoge bevolkingsdichtheid in Duitsland en België, dus veel klanten, dus veel producten die verplaatst en geleverd moeten worden). Kortom, Nederland is logistiek gezien een erg goed en geschikt land. Nederland is een klein en dichtbevolkt land waar weinig ruimte over is (oorzaak), waardoor er geen ruimte meer is om veel nieuwe infrastructuur aan te leggen en er dus steeds meer files komen te staan (gevolg). BBP/inwoner (=Bruto Binnenlands Product / aantal inwoners).Voor de armoedegrens (Als je minder te besteden hebt leef je onder de armoedegrens).Hoe rijker een land, hoe meer mensen in de dienstensector werken (Canada), terwijl hoe armer een land, hoe meer mensen in de landbouw werken (Somalië).Levensverwachting (want meer ondervoeding, betekent een slechtere gezondheid en dus grote kans op een lagere levensverwachting). Onjuist, want je ziet geen verschillen tussen groepen mensen op deze kaart. Je ziet alleen verschillen tussen regio’s/gebieden in Nederland. In dat geval heb je het over regionale ongelijkheid, en niet over sociale ongelijkheid.Juist, want als je goed kijkt zie je dat de donkere regio’s alle regio’s met een (grote) stad zijn, zoals Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Rotterdam, Eindhoven, Groningen, Nijmegen, Arnhem, Maastricht, enzovoort. Een donkere kleur betekent dat 14% of meer van de inwoners een lager inkomen heeft dan het gemiddelde inkomen (zie legenda van de kaart). Op het platteland is de kleur juist meer wit/lichtgrijs. Sloppenwijk (ook wel krottenwijk, slum of zelfbouwwijk genoemd) Je ziet dat ze bij een vuilstortplaats wonen/dat er veel afval ligt  Je ziet ook dat de huizen van slechte bouwmaterialen zijn gemaakt.  A & C = GrondstofB & D & F = HalffabricaatE = eindproductToelichting: Een grondstof staat aan het begin van een productieproces. Een halffabricaat is een bewerkte grondstof, en daarmee een onderdeel van een eindproduct. In het stroomschema betekent dit dus dat er een pijl vóór en een pijl ná zit. Dit geeft aan dat het product niet af is, maar een halffabricaat. Is het product af, dan is het een eindproduct.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in