Pincode 7e ed/FLEX Katern 3 Marktvormen en marktfalen - Hoofdstuk 1 - Marktvormen oefentoetsen & antwoorden

Kenmerken volkomen concurrentie:Veel vragers en aanbieders.Homogene producten.Vrije toetreding.Transparante markt.Iedere aanbieder heeft dezelfde kosten en technologie.Met hoeveelheidsaanpasser wordt bedoeld dat een aanbieder de prijs niet kan beïnvloeden. De prijs wordt bepaald door de markt (vraag en aanbod). Het enige wat de aanbieder wel kan beïnvloeden is de geproduceerde hoeveelheid. Daarom wordt een aanbieder op een markt van volkomen concurrentie een hoeveelheidsaanpasser genoemd. Prijsstarheid houdt in dat ondernemers hun verkoopprijzen van de producten niet veranderen bij (kleine) wijzigingen in de productiekosten. Dit komt vooral voor bij oligopolisten, omdat een prijsverhoging toetreding van andere ondernemingen uitlokt en dat gaat ten koste van de winst en bij prijsverlaging zullen de andere oligopolisten hun prijs ook verlagen wat ook ten koste gaat van de winst.Productdifferentiatie houdt in dat producenten zich van elkaar onderscheiden met producten die door kwaliteit en kenmerken van producten, marketing en dienstverlening verschillen.Bij een kartel maken bedrijven afspraken over prijsvorming, verdeling van de markt en dergelijke. Kartels zijn wettelijk verboden.Een fusie is dat twee voorheen zelfstandige bedrijven op basis van gelijkheid worden samengevoegd.Bij een overname koopt een bedrijf een ander bedrijf en het gekochte bedrijf valt onder controle van de koper. Toelichting: de rode lijn is de MO-lijn. De lijn begint op de verticale as bij 80 (evenals de GO-lijn) en eindigt op de horizontale as bij 6 (de helft van 12 waar de GO-lijn eindigt; dit is altijd zo!).De winst is maximaal bij MO = MK. Deze twee lijnen snijden elkaar bij een hoeveelheid van 4,5 miljoen visuien.De prijs bij een hoeveelheid van 4,5 miljoen visuien is af te lezen van de GO-lijn, want de GO = p. Dus de prijs bij maximale winst is 50 cent.De omzet is maximaal bij een MO van 0, dus bij een hoeveelheid van 6. De prijs (GO) bij een hoeveelheid van 6 is 40  cent.Waar de GO-lijn de GTK-lijn snijdt, is er sprake van een break-evenpunt. Dus bij een prijs van 35 cent.Toelichting: het verschil tussen de prijs (50 cent) en de GTK (ongeveer 36 cent) is de winst per stuk. De totale maximale winst is de winst per stuk x de hoeveelheid bij maximale winst (4,5 miljoen). De uitkomst van die berekening is gelijk aan het oppervlak van de gele rechthoek.Let op: een veel gemaakt fout is dat vanaf het snijpunt van de MO en de MK lijn, een lijn wordt getrokken naar de verticale as. Je moet eerst vanaf het snijpunt van de MO en de MK lijn naar boven naar de GO-lijn. Toelichting: de consumenten die bereid zijn € 250 te betalen, betreft een groep van 300 personen. Samen met de groep van consumenten die bereid zijn € 400 te betalen komt het totaal op 500 personen uit. Dit is gelijk aan het aantal personen die in eerste instantie het product voor € 250 konden kopen (zie vraag a).Door prijsdiscriminatie zal een ondernemer aan verschillende afnemers verschillende prijzen vragen. Hiermee vergroot de ondernemer het producentensurplus en de winst. Dit gaat ten koste van het consumentensurplus. Het consumentensurplus wordt afgeroomd.  Nederlandse uitgaansgelegenheden vallen onder de marktvorm monopolistische concurrentie.Er is sprake van veel aanbieders.Nederlandse uitgaansgelegenheden hebben invloed gehad op de verkoopprijs / er is sprake van heterogene producten. Oligopolie hoort er niet bij. Bij een oligopolie is er slechts een beperkt aantal aanbieders. Bij de andere twee marktvormen die genoemd zijn in het rijtje zijn er veel aanbieders en passen daarom bij dit begrip.Of:Veel aanbieders hoort er niet bij. Veel aanbieders is een kenmerk van een marktvorm. De andere drie woorden zijn marktvormen en passen daarom dus bij elkaar.Heterogene producten horen er niet bij. De marktvormen monopolie en volkomen concurrentie bieden homogene producten aan. Deze drie woorden passen dus bij elkaar.Volkomen concurrentie hoort er niet bij. Bij een monopolist is er sprake van onvolkomen concurrentie en de monopolist is een prijszetter: hij kiest de prijs waarbij de winst maximaal is. Deze drie woorden passen dus bij elkaar. Eerst moet de evenwichtsprijs worden uitgerekend door de qa gelijk te stellen aan de qv.qa = qv8.600p – 50.000 = -6.400p + 100.0008.600p + 6.400p = 100.000 + 50.00015.000p = 150.000 p = 10Bij het invullen van p = 10 in de aanbod- of de vraagfunctie krijg je een q van         36.000.De marktomzet is € 10 x 36.000 = € 360.000De maximale winst wordt uitgerekend door het verschil uit te rekenen tussen de totale opbrengst (p x q) en de totale kosten (GTK x q).TO = € 10 x 36 = € 360TK = € 7 x 36 = € 252TW = TO – TK = € 360 - € 252 = € 108De maximale omzet van deze aanbieder is € 10 x 45 producten = € 450.Aan de MK-lijn kun je zien dat de variabele kosten niet-proportioneel variabel zijn, omdat bij proportioneel variabele kosten de MK-lijn horizontaal loopt. pqTOMOTKMK€ 700300€ 210.000*€   90.000€ 300€ 600400€ 240.000€ 300€ 120.000€ 300€ 500500€ 250.000€ 100€ 150.000€ 300€ 400600€ 240.000-€ 100€ 180.000€ 300€ 300700€ 210.000-€ 300€ 210.000€ 300€ 200800€ 160.000-€ 500€ 240.000€ 300€ 100900€   90.000-€ 700€ 270.000€ 300Toelichting:Kolom q: de p invullen in de collectieve vraagfunctie qv = –p + 1000.Kolom TO: p x q.Kolom MO: verschil TO gedeeld door verschil q.Bijvoorbeeld: (€ 240.000 - € 210.000) / (400 – 300) = 300.Kolom TK: de q invullen in de TK-functie TK = 300q.Kolom MK: verschil TK gedeeld door verschil q.Bijvoorbeeld: (€ 120.000 - € 90.000) / (400 – 300) = 300.Bij q = 400. Dan geldt MO = MK.pqq van concurrentq van BikerTO van BikerMO van BikerTK van BikerMK van Biker€ 700300200100€   70.000*€   30.000€ 300€ 600400200200€ 120.000€  500€   60.000€ 300€ 500500200300€ 150.000€  300€   90.000€ 300€ 400600200400€ 160.000€  100€ 120.000€ 300€ 300700200500€ 150.000-€ 100€ 150.000€ 300€ 200800200600€ 120.000-€ 300€ 180.000€ 300€ 100900200700€   70.000-€ 500€ 210.000€ 300Toelichting:Kolom q: de p invullen in de collectieve vraagfunctie qv = –p + 1000.Kolom q van Biker: q – q van concurrent.Kolom TO van Biker: p x q van Biker.Kolom MO van Biker: verschil TO van Biker gedeeld door verschil q van Biker.Bijvoorbeeld: (€ 120.000 - € 70.000) / (200 – 100) = 500.Kolom TK van Biker: de q van Biker invullen in de TK-functie TK = 300q.Kolom MK van Biker: verschil TK van Biker gedeeld door verschil q van Biker.Bijvoorbeeld: (€ 60.000 - € 30.000) / (200 – 100) = 300.De winst voor toetreding van de concurrent is € 240.000 - € 120.000 = € 120.000  De winst na toetreding van de concurrent is € 150.000 - € 90.000 = € 60.000.Dit komt zowel door een prijsdaling als daling afzet.Let op: dit komt door de concurrent is fout. Het gaat om de directe (financiële) oorzaken van de winstdaling. Na toetreding van Budgetboot op de markt van veerdiensten naar Schierland is er sprake van oligopolie.Voorbeelden van een juiste verklaring zijn:Er is sprake van een beperkt aantal (twee) aanbieders.Toetreding tot deze markt is moeilijk.De winst is maximaal bij een hoeveelheid van 210 (x1.000) stuks. De prijs waarbij de winst maximaal is berekend door q is 210 in te vullen in de formule voor de vraaglijn p = -0,12q + 62,4 = -0,12 x 210 + 62,4 = € 37,20. Drogisterijen zijn actief op een markt van monopolistische concurrentie Voorbeelden van een juist kenmerk zijn:Bij drogisterijen is er sprake van een heterogeen assortiment, heterogene dienstverlening, geringe transparantie (niet iedereen beschikt over alle relevante informatie).Bij een hoeveelheid van 3,6 miljoen verpakkingen wordt maximale winst behaald. Om vervolgens de prijs per verpakking uit te rekenen moet 3,6 worden ingevuld in de prijsafzetfunctie p = -25q + 230.De prijs per verpakking is -25 × 3,6 + 230 = € 140.Alleen de GVK hoeft gedekt te worden, dus p = € 50 en q = 5 miljoen verpakkingen (aflezen uit de grafiek).Dus de omzet (p x q) is € 50 x 5 miljoen = € 250 miljoen.Eén van de onderstaande voorwaarden:De ondernemer moet beschikken over voldoende marktmacht.De marktsegmenten moeten van elkaar te scheiden zijn.