Toets Economie

Pincode 7e ed/FLEX Katern 4 Ruilen over de tijd - Hoofdstuk 1 - Ruilen over de tijd oefentoetsen & antwoorden

7e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: levensloop, voorraadgrootheden, stroomgrootheden, vermogen, menselijk kapitaal, verdiencapaciteit, intertemporele substitutie, spaarmotieven, leenmotieven, hypothecaire lening, algemene prijs van tijd, individuele prijs van tijd, consumptief krediet, koopkracht, nominale rente en reële rente.

Pincode 7e ed/FLEX Katern 4 Ruilen over de tijd
Toets Economie
Pincode 7e ed/FLEX Katern 4 Ruilen over de tijd
Online maken
Toets afdrukken
Een voorraadgrootheid is een grootheid die op een bepaald moment wordt vastgelegd (bezittingen, schulden en eigen vermogen). De waarde van een stroomgrootheid wordt over een bepaalde periode bepaald (inkomsten en uitgaven).Voorraadgrootheid, de lening is een schuld.Stroomgrootheid, rente is inkomsten.Voorraadgrootheid, de studieschuld is een schuld.Voorraadgrootheid, het huis van het gezin is een bezit.Stroomgrootheid, boodschappen zijn uitgaven.Voorraadgrootheid, flessen wijn is en bezit. Het looninkomen is B en C. De consumptie tijdens het werkzame leven is C. Wat overblijft is A en D.A is consumptie vóór het werkzame leven. De consumptie wordt vervroegd.D is consumptie ná het werkzaam leven. De consumptie wordt uitgesteld.Sparen is ruilen in de tijd naar achteren (naar de toekomst); lenen is ruilen in de tijd naar voren (nu uitgeven wat je in de toekomst verdient). Redenen om te sparen zijn:Sparen uit voorzorgSparen voor en doelSparen voor de renteRedenen om te lenen zijn:Lenen om een tegenslag op te vangenLenen voor de aanschaf van (duurdere) consumptiegoederenLenen om een tijdelijk tekort op te vangen Alex zal kiezen voor mogelijkheid 1: nu kopen en straks betalen. Voor Alex is de individuele prijs van tijd, dus het ongemak van het uitstellen van de consumptie, hoger dan de algemene prijs van tijd, de rente die hij moet betalen door het product nu te kopen en straks te betalen.Let op: uit het antwoord moet duidelijk blijken dat je de betekenis weet van de algemene prijs van tijd en de individuele prijs van tijd.Rente van consumptief krediet is meestal hoger dan de rente van een hypothecaire lening , omdat er geen onderpand is bij een consumptief krediet en de geldgever een groter risico loopt dan bij een hypothecaire lening met een huis als onderpand.Als je geld voor een lange tijd uitleent is de kans dat je je geld niet terugkrijgt en je geld door inflatie minder waard wordt, groter dan wanneer je je geld voor een korte tijd uitleent. Als het risico van het uitlenen van geld groot is, wil je ter compensatie van het risico een hoge(re) rente ontvangen.Bij een laagconjunctuur zal het vertrouwen van consumenten in de economie afnemen. Consumenten zullen in een laagconjunctuur grote aankopen uitstellen. In een laagconjunctuur nemen de consumenten besparingen toe en worden er minder leningen afgesloten. Voorbeeld van een goed antwoord: Het geld dat Paul krijgt wil hij investeren in menselijk kapitaal. Houders van IOU’s krijgen in ruil een half uur van Pauls tijd. Als zij hun keuze laten afhangen van Pauls toenemende verdiencapaciteit zullen de IOU-houders de tijd van Paul zo laat mogelijk inzetten. Het eindbedrag op 31 december 2035 is € 600.000 x 1,0316 = € 962.823,86Let op: het jaar 2020 en 2035 tellen beide volledig mee. Het verschil tussen 1 januari 2020 en 31 december 2035 is 16 jaar, geen 15 jaar.De eindwaarde op 31 december 2035 is nu € 600.000 x 1,035 x 1,0211 = € 864.846,96.Het verschil met € 1 miljoen was € 1 miljoen - € 962.823,86 = € 37.176,15.Het verschil met € 1 miljoen is € 1 miljoen - € 864.846,96 = € 135.153,04.Het verschil is toegenomen met € 135.153,04 - € 37.176,15 = € 97.976,89.c.        JaarBeginbedragRenteAflossingEindbedrag1€ 10.000€ 50€ 2.000€ 8.0002€ 8.000€ 40€ 2.000€ 6.0003€ 6.000€ 30€ 2.000€ 4.0004€ 4.000€ 20€ 2.000€ 2.0005€ 2.000€ 10€ 2.000€ 0De totale rente over de studieschuld is € 50 + € 40 + € 30 + € 20 + € 10 = € 150. Toelichting: De aflossing per jaar is € 10.000 / 5 jaar = €  2.000Het eindbedrag van een jaar is het beginbedrag van hetzelfde jaar -  de aflossing.De rente per jaar is 0,5% van het beginbedrag van hetzelfde jaar. Simone heeft (€ 2.120 - € 20.000) / € 2.000 x 100% = 6% rente ontvangen.De verandering van de koopkracht van het spaargeld volgens de vuistregel is 6% - 8% = -2%.Bij de verandering berekening van de koopkracht van het spaargeld volgens de nauwkeurige formule, rekenen wij eerst het indexcijfer reële rente uit. Het indexcijfer reële rente is indexcijfer nominale rente / prijsindexcijfer x 100%. Dus 106 / 108 x 100 = 98,15. Vervolgens wordt de verandering van de koopkracht van het spaargeld berekend door van het indexcijfer reële rente 100% af te halen.Dus 98,15 – 100 = -1,85%.Het is achteraf bekeken niet handig geweest om de € 2.000 op een spaarrekening te zetten, want de koopkracht is gedaald.Ja, Tristan doet er verstandig aan om een lening af te sluiten. Het geleende geld wordt door inflatie minder waard. Het bedrag dat je aflost, daalt door inflatie reëel in waarde. Het geld dat je terugbetaalt heeft minder koopkracht dan het geld dat je oorspronkelijk leende.  Bij investeren in menselijk kapitaal is er sprake van intertemporele substitutie bij de werknemer omdat:●        De investering nu van tijd en geld in scholing (door de werknemer)●        kan later leiden tot extra opbrengsten door een hogere verdiencapaciteit.Opmerking: beide deel-antwoorden moeten worden genoemd voor een volledig antwoord.Werkgevers investeren steeds minder in menselijk kapitaal als werknemers steeds vaker van werkgever wisselen. De reden hiervoor is dat werkgevers onvoldoende profiteren van hun investering in scholing van hun werknemers, omdat werknemers weggaan voordat de werkgever zijn investering (via een hogere productie van de werknemer) heeft terugverdiend. De financiële stand van zaken op een bepaald moment neemt in de levensfase b - c af, maar minder snel dan in de levensfase a – b. De verklaring is dat:Frits in levensfase b - c moet lenen, omdat zijn looninkomen lager is dan zijn consumptieniveau, waardoor zijn financieel vermogen afneemt maar minder snel dan in levensfase a - b.In levensfase a - b moet Frits lenen voor zijn studie en hij heeft nog geen looninkomen.Let op: beide levensfasen moeten worden genoemd voor een volledig antwoord.De financiële stand van zaken op een bepaald moment neemt in de levensfase d - e toe en vervolgens in levensfase e - f af. De verklaring is dat:Frits in levensfase d - e een looninkomen heeft dat hoger is dan zijn consumptieniveau, zodat hij aan vermogensopbouw kan doen (sparen voor pensioen).In levensfase e - f stopt hij met werken (pensioen), heeft dan geen looninkomen meer en moet daarom interen op zijn vermogen om zijn gewenste consumptieniveau te handhaven.Let op: beide levensfasen moeten worden genoemd voor een volledig antwoord.   Grafiek 1 behoort bij een lineaire hypotheek en grafiek 2 behoort bij een annuïteitenhypotheek. Een lineaire hypotheek heeft een vast bedrag aan aflossing per jaar en de rente neemt lineair af. Bij een annuïteitenhypotheek wordt een vast bedrag per jaar betaald. Dit bedrag bestaat uit rente en aflossing. Door af te lossen wordt de schuld kleiner en neemt de te betalen rente ook af. Doordat de rente daalt, moet de aflossing met hetzelfde bedrag stijgen.JaarBeginbedragRenteAflossingEindbedragBrutojaarlastenBelastingvoordeelNettojaarlasten1€ 200.000€ 7.600€ 10.000€ 190.000€  17.600€ 3.040€ 14.5602€ 190.000€ 7.220€ 10.000€ 180.000€ 17.220€ 2.888€ 14.3323€ 180.000€ 6.840€ 10.000€ 170.000€ 16.840€ 2.736€ 14.1044€ 170.000€ 6.460€ 10.000€ 160.000€ 16.460€ 2.584€ 13.8765€ 160.000€ 6.080€ 10.000€ 150.000€ 16.080€ 2.432€ 13.648Toelichting: De aflossing per jaar is € 200.000 / 20 jaar = €  10.000Het eindbedrag van een jaar is het beginbedrag van hetzelfde jaar - de aflossing.De rente per jaar is 3,8% van het beginbedrag van hetzelfde jaar.De bruto jaarlasten zijn de rente en aflossing samen.Het belastingvoordeel is 40% van de rente.De netto jaarlasten zijn de bruto jaarlasten – het belastingvoordeel. De rente van het eerste jaar is 3,8% van € 200.000 = € 7.600.De aflossing van het eerste jaar is de jaarlijkse annuïteit – de rente van het eerste jaar: €  14.457 - € 7.600 = € 6.857.De bruto jaarlasten van het eerste jaar zijn de rente en de aflossing samen: € 7.600 - € 6.857 = € 14.457. Dit is gelijk aan de jaarlijkse annuïteit.Het belastingvoordeel is 40% van de rente: 40% van € 7.600 = € 3.040.De netto jaarlasten zijn de bruto jaarlasten (annuïteit) – het belastingvoordeel: € 14.457 - € 3.040 = 11.417.Opmerking: omdat de jaarlijkse annuïteit altijd gelijk is aan de bruto jaarlasten, had de berekening ook kunnen worden gemaakt zonder het uitrekenen van de aflossing in het eerste jaar.Bij een lineaire lening wordt in de eerste jaren meer afgelost waardoor de schuld sneller afneemt en dus ook de rentekosten.       De stijging in procenten van de CPI tussen 2016 en 2017 is het inflatiepercentage van 2017: (101,7 – 100,3) / 100,3 x 100 = 1,4%De CPI van 2017 + de inflatie van 2018 is de CPI van 2018: 101,7 x 1,017 = 103,4De stijging in procenten van de CPI tussen 2018 en 2019 is het inflatiepercentage van 2019: (106,1 – 103,4) / 103,4 x 100 = 2,6%De CPI van 2019 + de inflatie van 2020 is de CPI van 2020: 106,1 x 1,013 = 107,5De stijging in procenten van de CPI tussen 2020 en 2021 is het inflatiepercentage van 2021: (110,4 – 107,5) / 107,5 x 100 = 2,7%De CPI van 2021 + de inflatie van 2022 is de CPI van 2022: 110,4 x 1,10 = 121,4De prijsstijging van 2016 ten opzichte van 2015 is (105 – 100) / 100 x 100% = 5%.De prijsstijging van 2017 ten opzichte van 2016 is (113 – 105) / 100 x 100% = 7,6%.De prijsstijging van 2018 ten opzichte van 2017 is (123,2 – 113) / 100 x 100% = 9,0%.De prijsstijging van 2019 ten opzichte van 2018 is (131,7 – 123,2) / 100 x 100% = 6,9%.De prijsstijging van 2020 ten opzichte van 2019 is (141,9 – 131,7) / 100 x 100% = 7,7%.De prijsstijging van 2021 ten opzichte van 2020 is (163,4 – 141,9) / 100 x 100% = 15,2%.De prijsstijging van 2022 ten opzichte van 2021 is (185,6 – 163,4) / 100 x 100% = 13,6%.De consumentenprijs is gestegen met (CPI 2022 – CPI 2020) / CPI 2020 x 100.Dus (121,4 – 107,5) / 107,5 = 12,9%.De prijzen van woningen zijn gestegen met (prijsindex 2022 – prijsindex 2022) / prijsindex 2022 x 100.Dus (185,6 – 141,9) / 141,9 = 30,8%.Om vervolgens de verandering van de reële prijsstijging van bestaande koopwoningen in 2022 ten opzichte van 2020 uit te rekenen, rekenen wij eerst het indexcijfer reële prijsstijging uit.Dit is indexcijfer nominale prijsstijging / CPI x 100%. Dus 130,8 / 112,9 x 100 = 115,9.Door van dit antwoord 100% af te halen, hebben we de reële prijsstijging van bestaande koopwoningen in 2022 ten opzichte van 2020.Dus 115,9– 100 = 15,9.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in