Talent MAX deel B
- Onderdeel Spelling -
oefentoetsen & antwoorden
MAX (2021)
Klas 1|Vmbo-kgt
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: persoonsvorm tegenwoordige tijd en verleden tijd, verleden tijd zwakke werkwoorden, meervoud zelfstandig naamwoord, voltooid deelwoord, bijvoeglijk naamwoord, trappen van vergelijking.
Toets Nederlands
Talent MAX deel B
Online maken
Toets afdrukken
PV TTPV VTheeftzijnvindenheeftiswillenweigerdenegeerdelaaddehieldvondverklaardenToelichtingDe eerste stap om te bepalen of je met een persoonsvorm te maken hebt, is door de tijdproef te doen: je zet de zin in een andere tijd. Het werkwoord dat verandert, is dan de persoonsvorm. Voorbeeld: De Amerikaanse vrouw heeft (had) maandag de flessen uit een winkel in Californië meegenomen en weigerde (weigert) ervoor te betalen. Vervolgens zie je door de vervoeging en tijdsaanduiding of het verleden tijd of tegenwoordige tijd is. Besteed → te herkennen aan be-, omdat de vorm werd erbij staat en het aan het einde van de zin staat.Verkocht → te herkennen aan ver- en omdat de vorm werden erbij staat.Uitgegeven → te herkennen aan ge- en omdat de vorm werden erbij staat.Gedaan → te herkennen aan -ge en omdat de vorm werden erbij staat.Gedaan → te herkennen aan -ge en omdat de vorm werden erbij staat.
Toelichting:Je herkent een voltooid deelwoord aan de volgende zaken:De inhoud van de zin: de situatie is al gebeurd (voltooid). Er staat vaak een vorm erbij van hebben, zijn of worden, zoals heeft of werd. Een voltooid deelwoord staat vaak (dus niet altijd) aan het einde van een zin. Het begint vaak met ge-,maar ook met be-, ver-, ont-, er- of her-. Stoffelijk bijv. naamwoordVoltooid deelwoord als bijv. naamwoordglazen (glas)lederen (leer)stenen (steen)zijden (zijde)plasticgebruiktegetekendebewolkteverdachtegemaakteToelichting:Je moet herkennen dat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord iets zegt over waarvan het zelfstandig naamwoord gemaakt is (glas, plastic, steen, etc.) en schrijf je met -en (behalve plastic). De bijvoeglijk naamwoorden die gebaseerd zijn op het voltooid deelwoord eindigen eigenlijk altijd op een -e én schrijf je zo kort mogelijk op (let hierbij wel op de uitspraak). De stam is het hele werkwoord -en. De ik-vorm is de vervoeging van het hele werkwoord, tegenwoordige tijd enkelvoud (pv-tt-ev). Ik… Soms zijn de stam en de ik-vorm hetzelfde, bijvoorbeeld bij het werkwoord fietsen. Ik-vorm = ik fiets. Soms zijn de stam en de ik-vorm verschillend. Bij bijvoorbeeld het werkwoord lopen is de stam = lop - en = lop. De ik-vorm = ik loop.
Toevoeging: De stam heb je nodig om de uitgang van de verleden tijd te bepalen. Dit kan met ‘t sexy fokschaap:Is de laatste letter van de stam een letter die hierin voorkomt, dan schrijf je +teVervolgens plak je de uitgang +te(n) of +de(n) achter de ik-vorm.Bijvoorbeeld: ik fiets - ik fietste. Als je dit goed kunt uitleggen, dan snap je de regel van ‘t sexy fokschaap bij zwakke werkwoorden.Je start met de stam: verhuiz (-en).De -z zit niet in ‘t sexy fokschaap, dus geldt: +de(n). Vervolgens gebruik je de ik-vorm: verhuis en plak je daarachter +de(n). Bijvoorbeeld:De vrouw raadt het goede antwoord in de quiz.Gisteren raadde de vrouw het goede antwoord in de quiz.
Toelichting:In je antwoord moet naar voren komen dat de werkwoordsvorm raadt ik-vorm+t is, dus tegenwoordige tijd. In de zin met raadde moet een tijdsaanduiding komen die de verleden tijd aangeeft en een persoon in enkelvoud. In de tweede zin staat de tijdsaanduiding gisteren De vrouw is enkelvoud. Bijvoorbeeld:Ik pakte vanmorgen een appel van de fruitschaal.De kinderen pakten allemaal een zakje chips uit de mand tijdens de vorige pauze.
Toelichting:In je antwoord moet naar voren komen dat pakte om enkelvoud verleden tijd gaat en pakten om meervoud verleden tijd gaat. In jouw zinnen moet dus een verschil in hoeveelheid personen zijn en een tijdsaanduiding verleden tijd zitten. In de eerste zin is de persoon enkelvoud: ik en de tijdsaanduiding is vanmorgen. In de tweede zin zijn de personen meervoud: kinderen en de tijdsaanduiding is tijdens de vorige pauze. Bijvoorbeeld:De docent verandert het leerwerk voor de toets.De docent heeft het leerwerk veranderd voor de toets.
Toelichting:In jouw antwoord moet het verschil in werkwoordsvorm naar voren komen. Verandert is ik-vorm+t in tegenwoordige tijd. Veranderd is een voltooid deelwoord. In de eerste zin is er sprake van ik-vorm+t omdat de docent enkelvoud is. De zin is in tegenwoordige tijd.In de tweede zin zie je een vorm van hebben (heeft) en weet je daarom dat je te maken hebt met een voltooid deelwoord.
Tip:Gebruik de regel van ‘t sexy fokschaap ook bij een voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden:Je start met de stam: veranderDe -r zit niet in ‘t sexy fokschaap, dus geldt: +d. Vervolgens gebruik je de ik-vorm: verander en plak je daarachter +d: veranderd. Wachtte. Je hebt te maken met enkelvoud, omdat de scheidsrechter één persoon is. Het is verleden tijd omdat de rest van de zin ook al gebeurd is: waren gelopen. Stam = wacht → -t zit in ‘t sexy fokschaap. Dus ik-vorm wacht +te = wachtte.Verbaasde. Je hebt te maken met enkelvoud, omdat me één persoon is. De tijdsaanduiding is afgelopen weekend, dus verleden tijd. Stam = verbaz → -z zit niet in ‘t sexy fokschaap. Dus ik-vorm verbaas + de = verbaasde.Mixten. Je hebt te maken met meervoud, omdat kokkinnen meerdere personen zijn, dus -n achter de uitgang. Het is verleden tijd: gisteren. Stam = mix → -x zit in ‘t sexy fokschaap. Dus ik-vorm mix + ten = mixten. Fee → feeën. Het is een regel dat een zelfstandig naamwoord dat eindigt op -ee in de meervoudsvorm +ën krijgt.Verhaal → verhalen. De meervoudsvorm is +en en je schrijft maar één -a omdat de klank al lang is. Serie → series. De enkelvoudsvorm eindigt op -ie dus dan krijgt het in de meervoudsvorm +s. Geen ‘s omdat het niet eindigt op een enkele klinker.Theorie → theorieën. De klemtoon ligt op de laatste lettergreep en de enkelvoudsvorm eindigt op -ie, daarom krijg je +ën. Idee → ideeën. Het is een regel dat een zelfstandig naamwoord dat eindigt op -ee in de meervoudsvorm +ën krijgt.
Toelichting: Zelfstandig naamwoorden zijn woorden waar je de lidwoorden de, het of een voor kunt zetten. GesorteerdStam = sorter → -r zit niet ‘t sexy fokschaap, dus: gesorteerdVerbrandStam = verbrand → d zit niet ‘t sexy fokschaap, maar je schrijft geen extra -d, dus je laat het werkwoord zoals het is. BetonnenDit is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord, dus -en. VoltooideJe hebt hier te maken met een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord, dus gebruik ‘t sexy fokschaap.Stam = voltooi → -i zit niet in ‘t sexy fokschaap dus +de.VerbrandeJe hebt hier te maken met een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord, dus gebruik ‘t sexy fokschaap.Stam = verbrand → -d zit niet in ‘t sexy fokschaap dus +de = verbrandde*. MAAR je schrijft het bijvoeglijk naamwoord altijd zo kort mogelijk op (met behoud van uitspraak), dus dat betekent in dit geval dat je maar één -d schrijft. mooi - als - stellende trap.Zaken zijn gelijkwaardig, dus gebruik je de stellende trap. Dan gebruik je als.duurste - overtreffende trap.Dit restaurant overtreft alle andere restaurants. Bij de overtreffende trap geldt: +st(e).kouder - dan - vergrotende trap.Zaken zijn niet gelijkwaardig, de winter is kouder dan de herfst. Bij de vergrotende trap gebruik je dan en geldt: +er.snelste - overtreffende trap.Deze renner overtreft alle andere teamleden. Bij de overtreffende trap geldt: +st(e).moeilijker - dan - vergrotende trap.Zaken zijn niet gelijkwaardig, zijn huiswerk is heftiger dan die van de rest.Bij de vergrotende trap gebruik je dan en geldt: +er.langer - dan - vergrotende trap.Zaken zijn niet gelijkwaardig, zij is langer dan de ik-persoon. Bij de vergrotende trap gebruik je dan en geldt: +er.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.