Het roll-back principe: Bij subductie wordt door de zwaartekracht het knikpunt van de onderduikende plaat verder in de richting van de continentale plaat getrokken.De plaat waar onder gedoken wordt, wordt meegetrokken en daardoor uitgerekt. Hierdoor ontstaan bekkens / lager gelegen delen als de Tyrreense zee.Toelichting:Begin je antwoord eerst bij het uitleggen van het roll-backprincipe. Dan kan je dat in ieder geval niet vergeten en daar krijg je in deze vraag sowieso een van de scorepunten voor. Bij het roll-backprincipe weet je dat subductie door middel van zwaartekracht steeds verticaler en sneller wordt. Als gevolg hiervan rekt de overschuivende plaat uit. Dit uitrekken gaat echter niet zonder gevolgen en zorgt voor scheuren waarlangs de plaat naar beneden zakt. Dit zakkende gedeelte kennen wij als de Tyrreense Zee. Dit gedeelte van de plaat is zo laag komen te liggen dat deze is volgelopen met water. In de Tethyszee / vroegere Middellandse Zee werden koralen / zeedieren / dieren met een kalkrijk skelet afgezet. Bij de nadering van Afrika en Europa werd de Tethyszee / (vroegere) Middellandse Zee dichtgeknepen.De sedimenten uit de Tethyszee / (vroegere) Middellandse Zee werden over de Euraziatische plaat geschoven en vormden een (plooiings)gebergte, onder andere bestaande uit de fossielen / kalkresten van de (inmiddels overleden) zeedieren.Toelichting:Bij deze vraag wordt je kennis getest over de subductiezone / convergentiezone in de Middellandse Zee. De bodem bij deze subductiezone kan natuurlijk niet zomaar verdwijnen en is terug te vinden in de hooggebergtes in Midden- en Zuid-Europa. Je hebt geleerd dat deze gebergtes voor een gedeelte uit kalksteen bestaan. In 5 vwo heb je geleerd dat kalksteen alleen kan ontstaan in zeeën. Deze kennis gecombineerd zou je tot de conclusie moeten brengen dat de Alpen voor een gedeelte uit oude zeebodem bestaan. Natuurlijke reden: Algerije heeft een droger klimaat dan Italië, waardoor de vegetatie (plant) kwetsbaarder is. Schade aan de vegetatie kan bodemerosie in gang zetten, waardoor de vegetatie zich moeilijker kan herstellen en het landschap meer gaat lijken op een woestijn (verwoestijning);Menselijke reden: Algerije heeft een minder sterk ontwikkelde economie (mens) dan Italië, waardoor geld voor maatregelen om verwoestijning te voorkomen in mindere mate beschikbaar is.Toelichting:Knip de vraag in twee stukjes zoals ook in de vraag staat beschreven. Ga eerst aan de slag met de natuurlijke reden voor dit verschil. Veel geofactoren (die met de mens te maken hebben) vallen al af bij deze reden. Vaak zijn het meerdere natuurlijke factoren die samen tot een logische oorzaak-gevolgrelatie leiden zoals in dit geval: vegetatie, bodem en klimaat. Bij het tweede gedeelte gebruik je juist wel de geofactoren die met de mens te maken hebben, zoals in dit geval geld of welvaart. De periode september-oktober is helemaal aan het eind van de droge zomer. De bossen zijn dan dus helemaal uitgedroogd en vatten (in combinatie met een stevige wind) makkelijk vlam.Toelichting:Voordat je de vraag beantwoord, kijk je eerst naar de gegeven atlaskaart. Deze gaat over het klimaat en nog specifieker over neerslag. In Portugal valt op dat de zomermaanden extreem droog zijn ten opzichte van de overige maanden. September is de eerste maand waarin weer iets meer neerslag valt. Dit zet je op het spoor dat bossen het meest kwetsbaar zijn voor branden nadat de droge periode is afgelopen. Het noorden van Israël staat ’s winters onder invloed van depressies / lagedrukgebieden die van west naar oost over de Middellandse Zee trekken. Het zuiden ligt daarentegen voortdurend onder invloed van (subtropische) hogedrukgebieden.Toelichting:In de theorie heb je geleerd hoe je droogte (en neerslag) kunt verklaren. Deze vraag is het best te beantwoorden door de geleerde theorie toe te passen op de praktische situatie in dit geval Israël. Afhankelijk van welke theorie je begint, kom je vanzelf op het goede antwoord. Een fout antwoord is in ieder geval dat het zuiden van Israël aan een koude zeestroom ligt en het noorden aan een koude zeestroom. Dit is weliswaar een goede reden om de verschillen in neerslag binnen een (groot) land te verklaren, maar Israël is relatief klein en het hele land ligt aan dezelfde zee die vergelijkbaar is qua temperatuur. Daarnaast zou je nog een antwoord kunnen formuleren op basis van aanlandige en/of aflandige windrichtingen. Ook dit is onjuist. In heel Israël is de overheersende windrichting hetzelfde waardoor daar geen verschil in zit. Een laatste veelgemaakte fout zal zijn de ligging van een gebergte en het feit dat het noorden onder invloed van stuwingsregens is en het zuiden niet. Dit is best een logisch antwoord, maar de aanwezigheid van een (hoog)gebergte in centraal Israël ontbreekt. Dan blijft dus alleen de theorie qua ligging van hoge- en lagedrukgebieden over en die redenering is de enige juiste. Een negatieve waterbalans ontstaat als de verdamping op jaarbasis de hoeveelheid neerslag overstijgt. In Israël verdwijnt (op natuurlijke wijze) meer water dan dat er (op natuurlijke wijze / door middel van neerslag) bijkomt Goede oplossingen voor de negatieve waterbalans zijn: De inzet van vormen van duurzaam watergebruik, zoals druppelirrigatie of de import van water, bijvoorbeeld via ontzilting van zeewater of indirect door voedsel te gaan importeren waardoor er minder drinkwater verdwijnt om de landbouwgewassen te irrigeren.Toelichting:In het eerste gedeelte van de vraag wordt gevraagd om een begrip toe te passen op een gebied, in dit geval Israël. De toepassing van het begrip verandert echter niet door de regio waarin je het begrip toepast. In het tweede gedeelte moet je aan de slag met het bedenken van goede oplossingen om de negatieve waterbalans tegen te gaan. Het is onmogelijk om de neerslag te laten toenemen in een gebied. Een ander fout antwoord is het oppompen van fossiel water (uit een aquifer). Dit kan natuurlijk wel, maar is slechts voor korte tijd zinvol omdat deze aquifer niet wordt aangevuld. Na verloop van tijd zit de bevolking dan weer zonder drinkwater. Bedenk dus goed of je oplossing ook voor de lange termijn houdbaar is. Het vulkaantype is een caldera(vulkaan). De wegzakkende korst zakt schuin weg / subduceert onder / bij Kreta. Het duurt enige tijd voordat de onderduikende plaat op een diepte is gekomen waar het heet genoeg is dat er afsmelting plaatsvindt. Pas als er sprake is van afsmelting wordt magma gevormd. Het magma stijgt op, breekt door de aardkorst en zorgt dan dus pas achter de plaatgrens voor actief vulkanisme. Toelichting:Het juiste vulkaantype kun je zien aan de enorme oppervlakte van de vulkaan. Deze vulkaan beslaat zelfs een heel eiland. Een andere hint in de kaart is het kratermeer in het midden van de vulkaan. Dit is het gedeelte van de vulkaan die is ingestort en vervolgens volgelopen met water. Ook een typisch kenmerk van een caldera(vulkaan).Bij de tweede stap gaat het erom dat je op een juiste en volledige wijze het subductieproces beschrijft. Het is zonde om hier punten te laten liggen omdat het een leerbaar concept is wat op elke plek op aarde min of meer dezelfde basisprincipes heeft. Bedenk goed dat er direct bij plaatgrenzen geen actief vulkanisme is. Het subductieproces heeft tijd nodig om tot magma vorming te komen. Het is belangrijk dat je dit beschrijft in dit antwoord. Ook het afmaken van het antwoord waarbij het magma opstijgt en door de aardkorst heen breekt is essentieel om te benoemen, omdat dit de laatste stap is tot het verklaren van actief vulkanisme. In alle genoemde landen is het westelijk deel van het land natter / ontvangt meer neerslag dan het oostelijk deel. De oorzaak voor dit patroon is (naast de westelijke stroming) de aanwezigheid van reliëf / gebergtes. Hierdoor ontstaan stuwingsregens aan de (loefzijde) westkant en is de (lijzijde) oostkant droger.Toelichting:Het patroon beschrijven doe je volledig op basis van de genoemde atlaskaart. Je beschrijft het verschijnsel (neerslag) wat je op de kaart ziet. Al snel ontstaat dan het patroon dat de westelijke gebieden van elk land natter zijn dan de oostelijke gebieden.Een oorzaak benoemen voor dit patroon is wat lastiger. Wel krijg je als hint mee dat het vanuit de fysisch-geografische dimensie moet zijn. Je hebt geleerd dat dit dus moet af te leiden zijn vanuit de natuur. Bovendien is windrichting al gegeven als oorzaak, dus deze valt af. Vaak zie je bij dit soort vragen dat de ligging van de diverse gebergtes alleen een juist antwoord kan zijn omdat er anders niet zulke sterke verschillen ontstaan op relatief korte afstand binnen hetzelfde land. De wind wordt door het smalle Rhônedal / door het dal tussen twee bergketens gedwongen, daardoor krijgt de wind een versnelling / kan de wind geen kant op. Toelichting:Voor deze vraag heb je wel enig inzicht nodig, maar met behulp van de juiste gegevens en een goede analyse van het gegeven kaartmateriaal moet je een heel eind kunnen komen. In de inleidende tekst wordt iets gezegd over de driehoek van steden Montpellier-Orange-Marseille. Het is handig om deze steden alvast op te zoeken op de atlaskaart, aangezien ze niet staan aangegeven op de bron die bij de vraag wordt geleverd. Vervolgens valt je op dat de driehoek van steden precies omgeven wordt door het Rhonedal / twee bergketens. De wind tussen deze bergketens kan geen kant op en moet dus door het smalle dal waaien. Minder plek voor dezelfde hoeveelheid lucht betekent automatisch dat de wind dus een versnelling krijgt en in dit dal dus harder zal waaien dan wanneer er geen bergen aanwezig waren geweest. De Etna en Vesuvius zijn veel actiever qua vulkanische activiteit dan Stromboli. De gebieden rondom de Etna en Vesuvius zijn veel dichter bevolkt dan Stromboli, wat een (dunbevolkt) eiland is. Toelichting:Wanneer er sprake is van meer vulkanische activiteit zal er dus vaker sprake zijn van een uitbarsting. Om te zorgen dat er bij deze uitbarstingen zo min mogelijk slachtoffers en schade zijn zal het hazard management beter ontwikkeld zijn bij uitbarstingen die regelmatig voorkomen en waar meer bevolking beïnvloed kan worden door een mogelijke uitbarsting. In de omgeving van La Coruña valt de meeste neerslag. Bij La Coruña botst vochtige, aanlandige wind op het kustgebergte. Hierdoor valt er meer neerslag dan in de andere gebieden.Toelichting:Je kunt voor het antwoord in ieder geval de neerslagkaart gebruiken van Spanje en Portugal. Echter, zal je voor het geven van de juiste regio niet alle scorepunten krijgen. Hiervoor ga je op zoek naar de juiste reden voor de hoeveelheid neerslag. Opnieuw kun je kiezen voor meerdere antwoorden, waarvan er maar één de juiste uitwerking is. Bij vraag 5 over Israël heb je dit ook gedaan, alleen nu is de uitwerking anders. Een fout antwoord is in ieder geval een verschil in temperatuur van het zeewater. Niet alle regio’s liggen überhaupt aan zee. Het antwoord dat je op vraag 5 hebt gegeven is ook niet nog een keer toepasbaar op deze regio. Alle regio’s staan onder invloed van hetzelfde drukgebied. Het gaat hier echt om de ligging ten opzichte van een gebergte in combinatie met de windrichting (die van zee komt). De combinatie van beide factoren maakt dat het extra nat is in de regio La Coruña. Juist: in het gebied rond Zaragoza komt de meeste irrigatie voor en is de verzilting het grootst.Juist: in het gebied bij Granada is de bodemerosie sterk en is het meeste reliëf. Onjuist, in het gebied rond La Coruña is de neerslag het hoogst en is er geen bodemerosie.NB. De regio Valladolid wordt in het juiste antwoord dus niet gebruikt.Toelichting:De inleiding op deze vraag bevat erg veel informatie. Het is ten eerste belangrijk dat je de juiste informatie uit de vraag haalt voordat je de vraag gaat beantwoorden. Het is aan te raden om regel voor regel te werken. Ga dus eerst de eerste regel over irrigatie onderzoeken, dan over reliëf en dan over neerslag. Ga geen dingen tegelijkertijd doen, omdat je anders de regio’s niet goed met elkaar kunt vergelijken. De sectoren zijn de landbouwsector en de toeristische sector. De landbouwsector zorgt er ten eerste voor dat veel bestrijdingsmiddelen en pesticiden uiteindelijk in de zee stromen. De toeristische sector zorgt ook voor vervuiling. Enerzijds door het afvalwater wat toeristen produceren. Dit stroomt vaak direct in de Middellandse Zee. Ook een goed argument is: Daarnaast laten veel strandtoeristen ook veel afval achter op het strand. Dit afval belandt in zee waardoor het water vervuilt. Toelichting:Landbouw in het Middellands Zeegebied is alleen mogelijk als er gebruik wordt gemaakt van bestrijdingsmiddelen en bijvoorbeeld kunstmest, omdat het klimaat eigenlijk niet geschikt is voor landbouw.Deze bestrijdingsmiddelen en kunstmest worden weliswaar niet direct in zee geloosd, maar belanden daar toch als gevolg van neerslag waardoor het uiteindelijk in de zee stroomt. Ook het afval(water) van toeristen komt niet direct in het zeewater terecht, maar na verloop van tijd eindigt het daar toch.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.