Forum
- Hoofdstuk E2 deel 2 - Verlichting: theorie & praktijk deel II
oefentoetsen & antwoorden
1e editie
Klas 4-5-6|Vwo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: de Franse Revolutie, de conservatieve reactie, politieke stromingen, ideeën in de praktijk en ‘een verlichte wereld’.
Toets Geschiedenis
Forum
Online maken
Toets afdrukken
Vereniging van arbeiders, zodat er onderhandeld kon worden met werkgevers over betere lonen en werkomstandigheden. Als pressiemiddel kon er met stakingen worden gedreigd. Een bestuursvorm waarbij de koning zich ook moet houden aan de grondwet.Poging van de oude adellijke/vorstelijke huizen om na het verslaan van Napoleon terug te gaan naar de oude standensamenlevingen in Europa. Werkwijze:Vaak kan je bij chronologie vragen nadenken over in welke paragraaf de stof stond. Zo kan je, ondanks dat je misschien niet de exacte jaartallen weet, toch een inschatting maken met wat de volgorde kan zijn. In dit geval is dat niet mogelijk, aangezien alle jaartallen uit dezelfde paragraaf komen.Probeer te bedenken welke oorzaken leiden tot welke gevolgen. Verder is het eigenlijk gewoon een kennisvraag, aangezien je de tijden van deze gebeurtenissen uit je hoofd kan leren.Antwoord.C - B - D - A - E Werkwijze:Ga eerst in op de twee gevolgen van de industrialisatie. Houd hierbij rekening dat het eigenlijk al over Nederland moet gaan. Aangezien de vervolgvraag ingaat op de sociale kwestie in Nederland, moeten de twee problemen die geschetst worden aansluiten bij de situatie in Nederland. Anders kan je de twee delen van de vraag niet verbinden. Antwoord:Door de industrialisatie trokken veel mensen naar de stad. Er was een enorm huizentekort, wat ertoe leidde dat er slechte woonomstandigheden waren. Het werken in de fabrieken was schadelijk voor de gezondheid en vaak gevaarlijk. Deze twee gevolgen hebben bijgedragen aan het debat over de sociale kwestie. Het debat dat op gang kwam ging over hoe de kwestie moest worden opgelost. Aan de ene kant kwam er meer weerstand tegen de slechte woon-en-werkomstandigheden vanuit een gevoel van compassie, maar er was ook angst voor een grootschalige revolutie. Vandaar dat het op de agenda kwam te staan van de politiek. Werkwijze:Er staat in de vraag al aangegeven wat er is veranderd. Je moet alleen uitleggen waarom revolutionairen het er deels mee eens waren en deel mee oneens.Probeer bij jezelf te bedenken wat de doelen waren voor de revolutionairen en hoe zich dit verhoud met de betekenis van ‘’constitutionele monarchie’’. Ga systematisch te werk!Antwoord:Enerzijds waren revolutionairen tevreden, want de koning was nu gebonden aan een grondwet, oftewel het absolutisme werd ingedamd. Dat was het doel van veel revolutionairen. Ook waren zij tevreden dat het aantal stemgerechtigden voor het parlement werd uitgebreid. De stemgerechtigden werden bepaald op basis van census. Dit zorgde ervoor dat de welvarende revolutionairen, de burgerij, tevreden waren met de veranderingen. De armere revolutionairen wilden meer veranderingen. Zij wilden namelijk de koning volledig weg en een republiek uitroepen. Werkwijze:Bij deze vraag moet je systematisch te werk gaan. Leg eerst uit wat de eerste stroming inhoudt, om vervolgens de tweede stroming toe te lichten. Daarna kan je de tegenstrijdigheid van de stromingen aankaarten. Het kost je te veel tijd om de stromingen telkens in volledigheid te beschrijven, dus richt je op de punten waarbij de verschillen tussen de twee gevraagde stromingen het duidelijkst naar voren komen.Antwoord:Liberalisme pleit juist voor vrijheid. In de 18e eeuw gaat dit vooral over vrijheid voor de welgestelden. Deze vrijheid zorgt voor een groeiende kloof tussen arm en rijk. De overheid moet een terughoudende rol spelen in de samenleving. Het socialisme staat voor gelijkheid tussen de burgers van een samenleving. Zij willen juist de kloof tussen arm en rijk dichten. Het socialisme doet dit het liefst via overheidsingrijpen. De twee stromingen botsen niet alleen met elkaar over de rol van de overheid, maar ook over het vraagstuk of er verschil in welvaart kan/mag zijn tussen mensen in eenzelfde samenleving. Werkwijze: Je kan bij deze vraag het beste beginnen met uitleggen wat het doel is van het opschrijven van deze verhalen door de gebroeders Grimm. Vervolgens moet je uitleggen waarom de Duitse Staat daar belang bij had. Het mooiste is als je in je antwoord het begrip nationalisme kan verwerken, aangezien de Duitse staat actief bezig was het gevoel van nationalisme te verspreiden.Antwoord:In de 19e eeuw bestond Duitsland uit vele losse gebieden. Er zijn verschillende pogingen geweest om van Duitsland een eenheid te maken. Hiervoor was echter een gevoel van nationalisme noodzakelijk onder de bevolking. Als zij zich met elkaar verbonden zouden voelen, dan zouden zij openstaan tot een eenwording van Duitsland. Er werden actieve pogingen ondernomen om een gevoel van saamhorigheid te creëren onder de bevolking. Een onderdeel hiervan is het creëren van een gezamenlijke geschiedenis. Hier spelen de verhalen van de gebroeders Grimm een rol in. Als iedereen dezelfde jeugdverhalen kent, dan voelen zij zich meer met elkaar verbonden. Vandaar dat de steeds meer opkomende Duitse staat belang had bij het opschrijven van deze verhalen. Werkwijze:Bedenk eerst wat de positie van de vrouw was in de 19e eeuw. Lees vervolgens de vraag nogmaals goed. Normaliter mag je bij een stelling voor of tegen argumenteren. Maar hier wordt expliciet gevraagd om het eens te zijn met de stelling. Bouw je antwoord zorgvuldig op en ga in op de burgerrechten van vrouwen (of het gebrek daaraan) in de 19e eeuw.Antwoord:Je kan hier meerdere voorbeelden geven, zoals onderstaande:Vrouwen hadden minder burgerrechten, of kregen deze niet wanneer deze werden ingevoerd.Volgens de wet waren vrouwen ondergeschikt aan de man.Volgens de wet waren vrouwen handelingsonbekwaam, waardoor alleenstaande moeders bijvoorbeeld geen ondersteuning kregen.Vrouwen mochten niet of nauwelijks onderwijs volgen.Vrouwen moesten zich schikken naar een leven binnenshuis. Werkwijze:Een goede eerste stap is om uit te leggen wat er bij het Congres van Wenen is afgesproken. Daar kan je vervolgens het begrip Restauratie aan koppelen. Door dit meteen in het begin te doen is de kans kleiner dat je dit deel van de vraag vergeet. Dat zou zonde zijn aangezien dat punten zou kosten. Als laatste moet je dan de koppeling maken met de vrolijke staatshoofden van de bron. Antwoord:Nadat Napoleon was verslagen werd er bij het Congres van Wenen afgesproken dat zoveel mogelijk oude vorstenhuizen terug zouden komen. Ze wilden Europa weer terug hebben zoals het was voor Napoleon. Deze poging om Europa weer terug te draaien wordt ook wel restauratie genoemd. De staatshoofden, vaak zelf koningen, zijn hier ontzettend blij mee omdat hun machtspositie hetzelfde blijft, of weer terug gaat naar zoals het voor Napoleon was. Doordat dit in heel Europa werd ingevoerd was de kans ook kleiner dat er nieuwe opstanden zouden uitbreken, tenminste dat dachten ze. Werkwijze:vraag a is een kennisvraag. Je moet het begrip conservatisme uitleggen en vertellen hoe zij denken over het aanbrengen van veranderingen in de samenleving. Bij vraag b heb je de kennis van vraag a nodig. Als je weet dat conservatieven niet graag veranderingen aanbrengen in de samenleving, dan kan je beter uitleggen waarom de hoogste lagen zich hiertoe voelen aangetrokken (zij willen geen verandering, want met hen gaat het fantastisch). Zorg ervoor dat je een deel van de bron gebruikt om jouw antwoord te onderbouwen.Antwoord.Conservatieven willen geen abrupte veranderingen in de samenleving, want daar komt chaos van. Als er al verandering komt dan moet dat aansluiten bij de tradities. De conservatieve partij stelde geen haast bij het maken van wetgeving, aangezien zij weinig wilden veranderen. Ze zijn voorzichtig met wetgeving en dat ziet de hogere laag wel zitten, want die hebben vooral wat te verliezen. Dat zie je bijvoorbeeld uit de zin: ‘’Omdat zij (de hoge standen) elke vorm van wetgeving nogal onwelkom vinden, omdat ze deze de neiging heeft een toestand te verstoren waarmee zij tevreden zijn’’. Werkwijze:Bedenk eerst goed wat het economische liberalisme ook alweer is. Bekijk of je daarvan kenmerken in deze bron terug kan vinden. Onderbouw vervolgens jouw antwoord met een bronelement!Antwoord:De maker van deze bron, Albert Hahn, is waarschijnlijk fel tegen het economische liberalisme. Als je naar de bron kijkt dan zie je een fabriekseigenaar die met een zweep kinderen de poort van zijn fabriek binnen laat gaan. Dit laat zien dat de maker van deze spotprent het economische liberalisme eigenlijk uitbuiting vindt.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.