Toets Geschiedenis

Forum - Hoofdstuk B8 - Burgers & stoommachines oefentoetsen & antwoorden

1e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: democratisering, politieke stromingen, industrie en de sociale kwestie, Nederlandse staatsinrichting, belangrijke historische personen uit de 19e eeuw.

Forum
Toets Geschiedenis
Forum
Online maken
Toets afdrukken
Plaatsvervanger van de koning in een provincie. Toen zeven provincies in Nederland de koning hadden afgezet, werd de stadhouder een belangrijke politieke leider die als voornaamste taak had om het leger aan te voeren. (B8A) Mensen die oude dingen willen behouden en voortzetten, noem je conservatief. Na de democratische revolutie waren conservatieven degenen die koningen en edelen wilden behouden en geen democratie wilden invoeren. (B8A)Vergadering van door het volk gekozen vertegenwoordigers. Hetzelfde als een volksvertegenwoordiging (oftewel de mensen die in de politiek spreken namens het volk. In Nederland zijn dit de 1e en 2e kamer samen, dus de Staten-Generaal). (B8A)Beweging die opkomt voor de rechten van vrouwen. (B8B)Proberen iets beter of goedkoper aan te bieden dan een ander die hetzelfde aanbiedt. (B8C)De slechte situatie wat betreft woning, werk, gezondheid, loon (enz.) van arbeiders in de negentiende eeuw. (B8C) Werkwijze:Bij een chronologievraag is het handig om eerst alle jaartallen te noteren die je al weet. Dit zorgt voor orde in je hoofd en misschien kun je een moeilijke gebeurtenis vervolgens tussen twee al bekende jaartallen plaatsen.Merk je dat je moeite hebt met het beantwoorden van chronologievragen op je toetsen? Maak nadat je de stof hebt geleerd nog een tijdbalk en noteer daarop alle belangrijkste gebeurtenissen die je hebt geleerd.Antwoord: De juiste chronologische volgorde is:d (1815)b (1839)a (1848) c (1874) Werkwijze:Bij deze vraag is het belangrijk om niet alleen het begrip te herkennen, maar ook een gedetailleerde uitleg te geven. Zoals de vraag is opgedeeld in twee onderdelen, deel je ook je antwoord op.Antwoord: De politieke strijd waarin de protestanten en katholieken samenwerkten werd de schoolstrijd genoemd. Dit hield in dat de protestanten en katholieken graag wilden dat ook bijzondere (gelovige) scholen op overheidssteun konden rekenen. Dit doel werd behaald in 1917. Tip: Probeer je aan te wennen om een deel van de vraag te herhalen in je antwoord. Voorbeeld: in plaats van het antwoord te formuleren als “De schoolstrijd” herhaal je een stukje van de vraag en noteer je het antwoord als volgt: “De politieke strijd waarin de protestanten en katholieken samenwerkten werd de schoolstrijd genoemd”. Werkwijze:Je benoemt bij vraag a. allereerst wat de sociale kwestie inhoudt en welke problemen hierbij hoorden. Bij onderdeel b duiken wij wat meer de diepte in. Het kan zijn dat je uit het boek per partij al specifiek hebt geleerd wat hun standpunt op de sociale kwestie was. Maar zelfs als je dit niet weet is de vraag te beantwoorden. Hiervoor is het wel belangrijk dat je de verschillende stromingen uit B8 kent en globaal hun standpunten kent. Antwoord: Op het gebied van werkomstandigheden, bijvoorbeeld dat de lonen erg laag waren, de dagen lang en het werk gevaarlijk. Op het gebied van woonomstandigheden, bijvoorbeeld slechte hygiëne, kleine armoedige huisjes en ziektes in fabriekssteden. Socialisten willen graag de arbeidsomstandigheden verbeteren en de sociale kwestie oplossen door overheidssteun (sociaaldemocraten) of zelfs revolutie (communisten).Christendemocraten richtten christelijke vakbonden op waarin de arbeiders zich konden verenigen zodat de sociale kwestie opgelost kon worden. Zij deden dit deels omdat ze bang waren hun kiezers te verliezen aan het socialisme. Toelichting: Socialisten vinden gelijkheid en gelijke rechten belangrijk. Hun  aanhangers komen vooral uit de arbeidersklasse. Zij zullen dus graag de arbeidsomstandigheden willen verbeteren en algemeen kiesrecht, zodat ook de armen konden stemmen (sociaaldemocraten). De extremere socialisten wilden een revolutie en een dictatuur (communisten).  Werkwijze:Probeer tussen 3 begrippen een setje te maken en na te gaan wat deze begrippen met elkaar te maken hebben. Zo valt er eentje buiten de boot. In je uitleg benoem je waarom de 3 goed bij elkaar passen en waarom het overige begrip hier minder goed bij past. Bij een vraag als deze is een goede argumentatie minimaal even belangrijk als het juiste woord kiezen. Soms kun je een ander antwoord hebben dan de docent van tevoren had bedacht, maar met een goede uitleg een punt verdienen!Antwoord: Willem I past er niet goed tussen. In het jaar 1848 herschreef Thorbecke de grondwet. Op dat moment was Willem II de koning van NederlandRegering. De eerste kamer en tweede kamer horen bij de Nederlandse volksvertegenwoordiging. Samen noem je de kamers ook wel het parlement. De regering legt wel verantwoording af aan de volksvertegenwoordiging, maar hoort hier niet bij.Liberalen. De nieuwe Nederlandse grondwet van 1815 had weer een conservatieve insteek. Net zoals vroeger werd er een koning aangesteld en werd er rekening gehouden met de voorrechten van edelen. De liberalen waren hier absoluut op tegen en horen dus niet in het rijtje thuis. Werkwijze:Voor 1848 en 1917 geef je aan welke democratische veranderingen in deze twee bekende jaren plaatsvonden in de politiek. Daarnaast is het handig om het kiesrecht van beide jaartallen te vergelijken met nu. Wat zijn de verschillen?Antwoord:  1848In 1848 kreeg Nederland een nieuwe grondwet. Hierin kwamen veel democratische ideeën voor. De ministers werden verantwoordelijk voor het beleid en niet meer de koning. Ook kon het parlement de regering controleren, kon een deel van de bevolking stemmen en verloor de koning zijn macht.In 1848 ontbreekt er nog veel op het gebied van kiesrecht. Alleen mannen boven een bepaalde inkomensgrens konden stemmen en meedoen aan de politiek. Vrouwen waren nog volledig uitgesloten van de politiek. 1917In 1917 werd de grondwet opnieuw aangepast. Deze keer kwam er algemeen mannenkiesrecht. Het algemeen mannenkiesrecht betekende dat alle volwassen mannen in Nederland het recht kregen om te stemmen, ongeacht hun inkomen. In 1917 krijgen weliswaar alle mannen kiesrecht, maar de vrouwen moeten hier nog 2 jaar langer op wachten. Werkwijze:Noteer als eerste wat de begrippen democratie en constitutionele monarchie inhouden. Democratie= een politiek systeem waarin de macht bij het volk ligt. In een democratie hebben burgers het recht om te stemmen.Constitutionele monarchie= een vorm van monarchie waarin de macht van de monarch (koning of koningin) is beperkt door een grondwetBedenk vervolgens voor jezelf welke onderdelen van Nederland vandaag de dag passen bij democratie en constitutionele monarchie. Antwoord: Nederland is vandaag de dag een democratie, omdat het volk kan stemmen op de volksvertegenwoordiging en het parlement de regering controleert. Nederland is vandaag de dag ook een constitutionele monarchie omdat wij een koning als staatshoofd hebben, die nog steeds een van de verre nakomelingen is van Willem I van Oranje. Deze twee manieren van besturen kunnen naast elkaar bestaan omdat in de Nederlandse grondwet (constitutie) staat dat de koning geen echte macht meer heeft.  Werkwijze:Bekijk als eerste welke onderdelen uit de bron je herkent. Zonder te denken aan antwoorden, welke beeldelementen springen er uit?Bedenk vervolgens welke politieke stromingen/bewegingen je kent en probeer er een te koppelen aan de beeldelementen die je hebt genoteerd.Antwoord: De bron past het beste bij de stroming van het nationalisme. Op de bron zie je namelijk mensen demonstreren voor de Duitse eenwording. Vereniging van de Duitse gebieden is iets wat Duitse nationalisten graag wilden bereiken. OFIk zie de vlag van Duitsland op de bron. Dit past bij nationalisme omdat zij hier ook erg fanatiek voor hun volk zijn en daarnaast willen dat hun volk een eigen staat heeft. Tip: Beantwoord een moeilijke bronvraag in 3 stappen:Wat zie ik? Wat betekent dit? Wat wil de maker van de bron hier mee zeggen/wat is zijn mening? Werkwijze:Een van de begrippen is vrij snel in te vullen en af te lezen uit de prent: Algemeen kiesrecht. Voor het tweede begrip is het wederom belangrijk langs te gaan bij de politieke stromingen en te beredeneren welke politieke partij zou pleiten voor het algemeen kiesrecht. Dit zijn de sociaaldemocraten. Hun aanhang bestaat immers voornamelijk uit de arbeidersklasse. Socialisten is een iets minder antwoord omdat het breder is, maar nog steeds goed.Antwoord: De bron past bij de begrippen:Algemeen kiesrecht (§8B)Sociaaldemocraten/Socialisten (§8C) Werkwijze:Allereerst is het belangrijk de begrippen liberaal en propaganda te kennen en te benoemen: De liberalen streefden naar een minder machtige overheid. Zij wilden graag de macht van de koning inperken en gebruikte propaganda om zoveel mogelijk mensen te overtuigen (§B8A). Vervolgens ga je op zoek naar 2 bronelementen (onderdelen uit de bron) die overeenkomen met deze betekenis. In deel b van de vraag is het belangrijk te herkennen wat het doel van liberalen was en waarom het bovengenoemde doel van de liberalen in 1848 al was behaald. (§B8A).  Antwoord: Bron 3 is een goed voorbeeld van liberale propaganda omdat liberalen tegen de macht van de koning waren en op deze prent de koning spottend wordt afgebeeld. Het is bedoeld om mensen te overtuigen van hun ideeën en is dus een vorm van propaganda.OFLiberalen waren voor meer politieke vrijheden (liberté🡪liberaal) en op de prent zie ik iemand met een vlag waarop staat “leven de vrijheid”. Het is bedoeld om mensen te overtuigen van hun ideeën en is dus een vorm van propaganda.Deze prenten verschenen een stuk meer voor 1848 dan erna omdat in 1848 veel van de liberale doelen waren bereikt door de grondwetsherziening. De macht van de koning is toen drastisch ingeperkt.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in