Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: De oorzaken en het verloop van de Eerste Wereldoorlog, het aflopen en de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog, Adolf Hitler aan de macht, de Tweede Wereldoorlog, de bezetting van Nederland en totale oorlog.
Achter de opgave staat steeds tussen haakjes bij welke paragraaf deze hoort.
Toets Geschiedenis
Forum
Online maken
Toets afdrukken
Lange, diepe geul die wordt gegraven voor en door soldaten om daarin beschermd te zijn tegen kogels van een aanvallend leger. Streven naar een onafhankelijk eigen land voor het eigen volk met een eigen regering. Later ook gebruikt voor: trots zijn op je eigen land en volk. Bom die gebruikmaakt van atoom-energie waardoor een enorme explosie wordt veroorzaakt die een groot gebied totaal kan verwoesten. Ernstige verstoring van de normale toestand. Bijvoorbeeld een economische crisis waardoor bedrijven in de problemen komen en mensen werkloos worden. Stemming onder een groep mensen, volk of leger om zich niet zo snel klein te laten krijgen. Geweld gebruiken om anderen daarmee zó bang te maken, dat ze niets meer durven te doen of juist ergens toe gedwongen worden. Een stad of gebied in je macht houden, meestal met militairen. Controle op alles wat gedrukt wordt, of via film, radio en televisie bekendgemaakt, zodat er alleen dingen bekend worden die de regering goed vindt. Ander nieuws wordt verboden. Werkwijze:Bij een chronologie-vraag is het handig om eerst alle jaartallen te noteren die je al weet. Dit zorgt voor orde in je hoofd en misschien kun je een moeilijke gebeurtenis vervolgens tussen twee al bekende jaartallen plaatsen.Merk je dat je moeite hebt met het beantwoorden van chronologie-vragen op je toetsen? Maak nadat je de stof hebt geleerd een tijdbalk en noteer daarop de belangrijkste gebeurtenissen die je hebt geleerd.Antwoord: De juiste chronologische volgorde is:c (Jaren 1900) (§9A)d (1917) (§9A)b (1933) (§9B)a (1941) (§9B)e (1944/1945) (§9D) Werkwijze:Bij deze vraag is het belangrijk om het verschil te kennen tussen lange termijn-oorzaken en een directe aanleiding. Lange termijn-oorzaken kunnen al jaren spelen voor de start van een conflictDe directe aanleiding is vaak een concrete gebeurtenis die het conflict inleidt.Antwoord: -Één lange-termijn-oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is het nationalisme, door dit idee dachten mensen dat hun land onoverwinnelijk was en wilden zij anderen verslaan.-Een andere lange-termijn-oorzaak betreft de bewapeningswedloop tussen verschillende Europese landen. Hier gingen landen met elkaar de strijd aan om de meeste wapens of oorlogsschepen te produceren. Dit leidde tot spanning.-Een derde oorzaak voor de Eerste Wereldoorlog betreft spanningen rondom het veroveren van koloniën in Afrika. Hierdoor kwamen de relaties tussen de landen op scherp te staan. -Ten slotte kan ook het netwerk aan bondgenootschappen genoemd worden als oorzaak van de oorlog. Het vormen van bondgenootschappen door andere landen zorgde ervoor dat Duitsland zich ingesloten voelde en genoodzaakt was zelf ook allianties te sluiten. Ook hierdoor nam de spanning toe.De directe aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog is de moord op de Oostenrijk-Hongaarse kroonprins. Vanaf hier escaleerde een lokaal conflict tot een grote oorlog.Tip: Probeer je aan te wennen om een deel van de vraag te herhalen in je antwoord. Voorbeeld: in plaats van het antwoord te formuleren als “Nationalisme”, vermeld je het als volgt: een lange termijn-oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is het nationalisme, door dit idee dachten mensen dat hun land onoverwinnelijk was en wilden zij anderen verslaan. Werkwijze:Deel a. van de vraag is een stukje kennis. Als je het rijtje bepalingen hebt geleerd, kun je ze op een rijtje zetten.Bij deel b. en c. komt historisch redeneren kijken. Je moet hier je kennis van B9 omzetten in historische argumenten voor of tegen de bepalingen in het Verdrag van Versailles. Je argumenten zijn hier belangrijker dan of je voor of tegen het verdrag bent.Antwoord: In het Vredesverdrag van Versailles staan een aantal belangrijke sancties (straffen) voor Duitsland beschreven:-Duitsland raakte veel van haar gebied kwijt aan andere landen. Bovendien raakte het zijn koloniën kwijt.-Duitsland moest enorme herstelbetalingen doen om tegemoet te komen aan de oorlogsschade in Frankrijk en België.-Duitsland mocht nooit meer een groot leger opbouwen.-Duitsland kreeg de morele schuld voor de Eerste Wereldoorlog.De heftigheid van de straffen laat zien dat sommige van de overwinnaars vooral nog erg boos waren op Duitsland en wraak wilden nemen. Het maakte hun hierdoor niet veel uit wat de gevolgen van de straffen voor Duitsland konden zijn.Bijvoorbeeld: Ik vind de straffen onterecht en dat het verdrag te zwaar is tegen Duitsland. Duitsland was namelijk niet het enige land dat betrokken was bij de verschillende oorzaken van de oorlog. Frankrijk en Engeland maakten zich hier evengoed schuldig aan (argument 1). Daarnaast waren de straffen buitenproportioneel streng en bedoeld om wraak te nemen. Met de kennis van nu weten wij dat dit heeft geleid tot veel frustratie onder het Duitse volk en uiteindelijk zelfs de machtsovername van Hitler en de Tweede Wereldoorlog (argument 2).OFBijvoorbeeld: De straffen waren terecht. Duitsland was in Frankrijk en België de agressor. Zij hebben ontzettend veel schade toegebracht aan deze landen en de gevechten vonden niet plaats op Duitslands eigen bodem. Hierdoor is het terecht dat zij hard werden gestraft (Argument 1). Daarnaast leek Duitsland ook wel erg gretig voor een conflict, aangezien zij betrokken waren bij alle genoemde oorzaken (Argument 2). Werkwijze:Probeer tussen 3 begrippen een setje te maken en na te gaan wat deze begrippen met elkaar te maken hebben. Zo valt er eentje buiten de boot. In je uitleg benoem je waarom de 3 goed bij elkaar passen en waarom het overige begrip hier minder goed bij past. Bij een vraag als deze is een goede argumentatie minimaal even belangrijk als het juiste woord kiezen. Soms kun je een ander antwoord hebben dan de docent van tevoren had bedacht, maar met een goede uitleg een punt verdienen!Antwoord: Zowel Jozef Stalin, Franklin Roosevelt als Winston Churchill waren leiders van landen die hoorden bij de Geallieerden. Zij stonden allemaal aan dezelfde kant. Adolf Hitler hoort hier niet bij omdat hij bij de tegenstanders van deze leiders hoort.Atlantisch Handvest, Verenigde Naties en vrede passen goed bij elkaar omdat zij gaan over diplomatie en vreedzame oplossingen. Oorlogsmisdaden past juist slecht in dit rijtje. c. Censuur, propaganda en nationaalsocialisme passen goed bij elkaar omdat de nationaalsocialisten censuur en propaganda toepassen tijdens het bezetten van landen. Atoombommen hebben hier weinig mee te maken. Werkwijze:Bij deze vraag is het belangrijk je te verplaatsen in het verleden. Hoe zou jij de oorlog noemen als je leefde in die tijd? Antwoord: Tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden mensen geen weet van het feit dat er nog een tweede zou volgen. Ook heerste het idee dat deze “Grote oorlog” een definitieve oorlog zou zijn, die een einde zou maken aan alle oorlogen. Werkwijze:Bij vraag 7 is het van belang om in de Duitse bezetting verschillende fases te herkennen. Met een relatief vriendelijk begin en dat door verzet vanaf 1941 gemener werd met als climax de hongerwinter van 1944 op 1945.Ook is het belangrijk stil te staan bij het feit dat deze indeling nooit opging voor de Joodse Nederlanders. Zij konden rekenen op grootschalige discriminatie, deportatie en vernietiging.Antwoord: De Duitse bezetters wilden de Nederlandse bevolking overhalen zich vrijwillig bij het nationaalsocialisme aan te sluiten. Ook wilden ze dat Nederlandse mannen in Duitsland gingen werken. Hierdoor gedroegen de Duitse soldaten zich vrij netjes.Joodse Nederlanders werden vanaf het begin van de bezetting al extreem slecht behandeld. Er was grootschalige discriminiatie en later vervolging. Na verloop van tijd bleek dat maar weinig Nederlanders interesse hadden in collaboreren met de Duitsers. Hierdoor gingen de Duitsers steeds meer propaganda, censuur, terreur en dwang gebruiken bij hun bestuur van Nederland. Ook werden verzetsleden vaak zonder pardon doodgeschoten. Werkwijze:Bekijk eerst welke onderdelen uit de bron je herkent. Zonder te denken aan antwoorden, welke beeldelementen springen er uit?Bedenk vervolgens welke lange-termijn-oorzaken voor de Eerste Wereldoorlog je kent en probeer er één te koppelen aan de beeldelementen die je hebt genoteerd.Antwoord: De bron gaat over het begrip: (modern) imperialisme.Economische redenen: Europese landen wilden toegang krijgen tot (nieuwe) grondstoffen en wilden nieuwe afzetmarkten voor hun producten. Werkwijze:Bij vraag 9 is het belangrijk om stil te staan bij de bedoelingen die de rijkscommissaris heeft bij het schrijven van deze brief. Hij wil de Nederlandse scholen namelijk forceren om enkel positieve dingen over het nationaalsocialisme te schrijven. Daarnaast probeert hij negatieve informatie achter te houden. Aan het verspreiden van politieke reclame en het tegenhouden van informatie kan je vervolgens twee begrippen koppelen.Antwoord: De bron past bij de begrippen:Propaganda. De rijkscommissaris wil namelijk dat er positieve berichten over het nationaalsocialisme worden verspreid. Dit past bij propaganda: reclame maken voor een manier van denken of een politieke stroming, in de hoop daar meer aanhangers voor te winnen. Propaganda laat alleen de goede kanten van iets zien en spreekt soms niet de waarheid.Censuur. Door enkel positief te berichten over het nationaalsocialisme wil de rijkscommissaris informatie tegenhouden die in eindexamens wordt vermeld. Dit past bij censuur: controle over alles wat gedrukt wordt, of via film, radio en televisie bekendgemaakt wordt, zodat er alleen dingen gepubliceerd worden die de regering goed vindt. Ander nieuws wordt verboden. Werkwijze:Spotprent-vragen met een mening worden vaak als moeilijk ervaren. Wanneer je de spotprent opdeelt in 3 onderdelen wordt het vaak overzichtelijker. Beantwoord een moeilijke bron-vraag dus in 3 stappen:Wat zie ik? Wat betekent dit? Wat wil de maker van de bron hier mee zeggen/wat is zijn mening?Op deze manier ontcijfer je overzichtelijk de mening van de tekenaar en heb je ook direct de nodige bron/beeldelementen opgeschreven.Antwoord: Bij de appeasementpolitiek (Engelse woord voor sussen of kalmeren) wordt toegegeven aan de eisen van Hitler om hiermee een oorlog / inname van meer grondgebied door Duitsland te voorkomen.De maker heeft kritiek op de appeasementpolitiek omdat hij vindt dat de minder machtige staten niet worden beschermd tegen Hitler / dat Hitler zich niet zal laten tegenhouden om meer grondgebied voor Duitsland in te nemen. Dit is te zien aan de volgende beeldelementen:Hitler die andere landen in de zak stopt.De landen worden afgebeeld als (weerloze) kinderen die makkelijk door Hitler kunnen worden meegenomen.Hitler belooft dat er een vreedzame tijd aankomt, terwijl zijn acties iets anders zeggen.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.