Toets Nederlands

Op Niveau 3e ed LRN-line deel A+B - Hoofdstuk 2 - Taalverzorging 1 oefentoetsen & antwoorden

LRN-line

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:

  • Grammatica: bijvoeglijke bepaling (zinsdelen), voegwoord, wederkerend voornaamwoord, wederkerig voornaamwoord (woordsoorten)  

  • Spelling: gebiedende wijs, hoofdletters en kleine letters, 

  • Formuleren: hoofdletters en leestekens gebruiken, verwijswoorden, signaalwoorden voor opsomming, tegenstelling en reden, wederkerend voornaamwoord

  • Taalbewustzijn: homoniemen, homofonen, synoniemen, antoniemen, regionale taalvariatie.

Op Niveau 3e ed LRN-line deel A+B
Toets Nederlands
Op Niveau 3e ed LRN-line deel A+B
Online maken
Toets afdrukken
Onjuist. Een bijvoeglijke bepaling is geen zinsdeel, maar een deel van een ander zinsdeel. Toelichting: De bijvoeglijke bepaling noemt een bijzonderheid, een kenmerk of een eigenschap van een zelfstandig naamwoord in een zinsdeel. De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter het zelfstandig naamwoord staan. Als de bijvoeglijke bepaling achter het zelfstandig naamwoord staat, begint hij met een voorzetsel. grote  → poortmetalen → poortvan 3,5 meter → breedtelichtroze → autoperfecte → trouwautoLeertip! De bijvoeglijke bepaling is ALTIJD een bepaling bij een zelfstandig naamwoord. Jij verzet je tegen de veranderingJij = pers. vnw.Je = wederkerend vnwWij schudden elkaar de handWij = pers. vnw Elkaar = wederkerig vnw. Zij heeft zich erg vergist in hem.Zij = pers.vnw.Zich =wederkerend vnwHem = pers. Vnw.Toelichting: Persoonlijke voornaamwoorden noemen (meestal) personen zonder ze bij naam te noemen. Ze staan ook weleens in plaats van een dier of ding in de zin.Een wederkerig voornaamwoord en een wederkerend voornaamwoord lijken op elkaar.- Een wederkerig voornaamwoord verwijst naar een wederzijdse actie tussen twee of meer personen. Voorbeelden:We omarmden elkaar na een lange scheiding.We is onderwerp (meervoud), elkaar is wederkerig voornaamwoord.De vrienden begroeten elkaar hartelijk.De vrienden is onderwerp (meervoud), elkaar is wederkerig voornaamwoord.- Een wederkerend voornaamwoord verwijst naar het onderwerp van de zin. Het geeft aan dat de persoon de handeling op zichzelf toepast. Voorbeelden:Ik wast me elke ochtend.Ik is onderwerp (enkelvoud), me is wederkerend voornaamwoord.Ze maakte zich klaar voor het feest.Ze is onderwerp (enkelvoud), zich is wederkerend voornaamwoord.In beide gevallen kaatst de actie terug naar het onderwerp in de zin. Als = onderschikkend voegwoordOmdat = onderschikkend voegwoordDat = onderschikkend voegwoordAls = onderschikkend voegwoordWanneer = onderschikkend voegwoordWant = nevenschikkend voegwoordToelichting: Nevenschikkende voegwoorden verbinden gelijkwaardige delen. Dit zijn delen die je onafhankelijk van elkaar kunt gebruiken zonder dat je de woordvolgorde van de delen van de zin verandert (hoofdzinnen). Nevenschikkende voegwoorden zijn: en, want, maar, dus en of.Onderschikkende voegwoorden verbinden ongelijkwaardige zinnen. Je kunt een van de delen niet onafhankelijk van het andere deel gebruiken zonder de woordvolgorde van de zin te veranderen (hoofdzinnen en bijzinnen). Als een zin begint met een cijfer: 4 kinderen gaan naar school.Als de zin begint met een woord dat begint met een apostrof: ’s Morgens loopt mijn wekker al heel vroeg af. (Het tweede woord krijgt dan een hoofdletter). soms heb je veel huiswerk.Soms heb je veel huiswerk.meneer de winter, mevrouw de winter- van damme en hun dochter lotte de winterMeneer De Winter, mevrouw De Winter- van Damme en hun dochter Lotte de Winterde bijbelde Bijbeleen renaulteen Renault58 procent van de kandidaten slaagt in één keer.58 procent van de kandidaten slaagt in één keer.jeugdboek ‘de verboden kamer’Jeugdboek ‘De verboden kamer’een magnumeen Magnum’t werd een bijzonder warme dag! ’t Werd een bijzonder warme dag! het christendomhet christendompasenPasenmoederdagMoederdagnieuwjaarsdagnieuwjaarsdagkoningsdagKoningsdagnederlandse spoorwegenNederlandse Spoorwegenfranse kaasFranse kaasmoslimmoslimde koning van noorwegende koning van Noorwegenkoning arthurkoning Arthuratlantische oceaanAtlantische Oceaanwoensdagwoensdagpaleis op de damPaleis op de DamdecemberdecembernederlandsNederlandsToelichting: De volgende woorden krijgen een hoofdletter: Voor- en achternamen van personen krijgen altijd een hoofdletter, ook als iemand een dubbele achternaam heeft. (bijv. Marja de Winter-Jansen) Organisaties, merken en titels schrijf je met een hoofdletter. bijv. Adidas en NikeAardrijkskundige namen: Namen van werelddelen, landen, streken, provincies, bergen, zeeën, steden, dorpen, rivieren, volkeren, dialecten, talen enz. bijvoorbeeld: de Mount Everest ligt in de Himalaya.Feestdagen, historische gebeurtenissen en religieuze woorden. bijv. Pasen, Kerstmis, Tweede Wereldoorlog, MariaLet op:samenstellingen met deze feestdagen krijgen geen hoofdletter (paasfeest, nieuwjaarsdag). Voor geloven, groepen gelovigen en afleidingen gebruik je ook kleine letters (christendom, rooms-katholiek, boeddhisten, islamitisch, protestants)Je schrijft bij achternamen de tussenvoegsels met een hoofdletter, als de voornaam of voorletter er niet bij staat bijvoorbeeld: mevrouw Van der Meer, Lisa van der Meer. WerkwoordpersoonsvormKijkenKijkSchuddenSchudLopenLoopRijdenRijdPakkenPakToevoegenVoeg … toeGeven GeefZittenZitUitleggenLeg … uitWordenWordToelichting: De gebiedende wijs wordt gebruikt om bevelen, verzoeken, instructies, adviezen of suggesties uit te drukken.Het persoonlijk voornaamwoord wordt weggelaten. Voorbeelden:Loop naar school. (Loop! wordt gebruikt in plaats van "Jij loopt naar school.")Doe de deur dicht. (Doe! wordt gebruikt in plaats van "Jij doet de deur dicht.")De persoonsvorm is meestal het eerste woord in de zin. Je schrijft de persoonsvorm in de ik-vorm. De vraag is of het allemaal wel waar is.“Nu regent het alweer”, mompelde  hij.Bij de biologische supermarkt kocht ik: een kilo aardappelen, een pondje  ruiven, tien kiwi’s en een doosje aardbeien.Dat je zoiets gelooft, begrijp ik niet.Hij schreeuwde: “ We hebben het gehaald!”Mijn nichtje heeft een interessant beroep: levensmiddelentechnoloog.Vind jij spelling moeilijk?Hij  zei  boos: “Ik ga naar huis!”De directeur belde dat ze te laat was; ze stond namelijk in de file. Ze waste zich grondig na de lange wandeling.Hij vroeg zich af of hij de juiste beslissing had genomen.De vrienden hielpen elkaar onderling met het voorbereiden van het examen.We moeten ons goed voorbereiden op de presentatie.Jullie zullen jezelf vast vermaken op het feest.Het koppeltje stuurde elkaar elke dag berichtjes.Ik herinner me niet veel van die dag.De kat likte zich schoon in de zon.Tijdens de vergadering luisterden de collega's aandachtig naar elkaars ideeën.Toelichting: Een wederkerig voornaamwoord en een wederkerend voornaamwoord lijken op elkaar.Een wederkerig voornaamwoord verwijst naar een wederzijdse actie tussen twee of meer personen. Voorbeelden:We omarmden elkaar na een lange scheiding.We is onderwerp (meervoud), elkaar is wederkerig voornaamwoord.De vrienden begroeten elkaar hartelijk.De vrienden is onderwerp (meervoud), elkaar is wederkerig voornaamwoord.Een wederkerend voornaamwoord verwijst naar het onderwerp van de zin. Het geeft aan dat de persoon de handeling op zichzelf toepast. Voorbeelden:Ik wast me elke ochtend.Ik is onderwerp (enkelvoud), me is wederkerend voornaamwoord.Ze maakte zich klaar voor het feest.Ze is onderwerp (enkelvoud), zich is wederkerend voornaamwoord.In beide gevallen kaatst de actie terug naar het onderwerp in de zin. Signaalwoorden helpen je te ontdekken welk verband er in een zin of tussen zinnen bestaat en ze maken de tekst begrijpelijker.Verwijswoorden zijn woorden die verwijzen naar iets, iemand, tijd of plaats. Ze zorgen ervoor dat je een tekst goed kunt snappen.Toelichting:Een signaalwoord zorgt ervoor dat je de tekst makkelijker kunt lezen en ook snapt wat er bedoeld wordt. Je hebt signaalwoorden die ervoor zorgen dat je weet dat het een tegenstelling is (maar, toch, tenzij) of dat je begrijpt waar iets is gebeurd (hier, daar, waarin).Zonder signaalwoorden is de tekst minder goed te begrijpen.Voorbeeld:Zonder signaalwoord: Ik haalde een 3 voor mijn toets. Ik had niet geleerd.Met signaalwoord: Ik haalde een 3 voor mijn toets, omdat ik niet had geleerd.Verwijswoorden verwijzen naar een ander woord of andere woorden in de tekst.Verwijswoorden zorgen ervoor dat je een woord of meerdere woorden (woordgroep) niet steeds hoeft te herhalen. Verwijswoorden zorgen ervoor dat de tekst prettiger te lezen is.Voorbeeld: Zonder verwijswoord: De studenten krijgen een nieuw rooster. De studenten hebben hierdoor een middag vrij in de week, maar de studenten moeten op donderdag wel langer naar school. Met verwijswoorden: De studenten krijgen een nieuw rooster. Ze hebben hierdoor een middag vrij in de week, ze moeten op donderdag wel langer naar school. Het is lastiger lezen (veel hele korte zinnen) en je ziet de verbanden in de tekst niet.Vandaag hebben we een jubileum, want onze school bestaat 50 jaar. De leraren hebben de lokalen mooi versierd en de leerlingen hebben meegeholpen. Vanmiddag is er feest, daarom gaan de lessen niet door. Alle medewerkers en vrijwilligers krijgen een bedankje en alle ouders zijn uitgenodigd. Kortom, het wordt een gezellige middag. Heb je de looping van dat/dit vliegtuig gezien?De fiets die ik had geverfd, is gestolen.De interviewer stelde vragen aan de voetballer, maar die snapte er weinig van.Het bedrijf, dat de snoepjes produceert, gaat uitbreiden.Er zit een fout in het systeem en die kan ik niet herstellen. Toelichting:Het-woordenAlle het-woorden zijn onzijdig.Naar het-woorden kun je verwijzen met dit of dat. Bijvoorbeeld: Dit haar is bruin, dat haar is blond. Dit is dichtbij, dat is ver(der) weg. De-woordenDe-woorden zijn mannelijk of vrouwelijk. Naar de-woorden kun je verwijzen met deze of die. Bijvoorbeeld: Deze auto is nieuw. Die auto daar is het oude model. Tip! Wil je weten of een woord mannelijk (m), vrouwelijk (v) of onzijdig (o) is? Kijk dan op www.woordenlijst.org Een woord met meerdere betekenissen heet een homoniem. Denk bijvoorbeeld aan het woord ‘bank’. Je hebt een bank om op te liggen en een bank om geld op te storten.Soms klinken twee woorden hetzelfde, maar schrijf je ze verschillend en hebben ze ook verschillende betekenissen. Zulke woorden zijn homofonen. Bijvoorbeeld ligt en licht, als in ergens liggen en een lamp. We geven hieronder voorbeelden van mogelijke antwoorden. Er zijn verschillende zinnen mogelijk. Controleer of je de juiste betekenis van het woord in je zin hebt opgenomen.Voorbeeldzin 1: Ik kom op maandag aan in Spanje (Betekenis: arriveren)Voorbeeldzin 2: Door al dat snoepen ben ik flink wat kilo’s aangekomen (Betekenis gewichtstoename)Voorbeeldzin 1: Ik maak die haan af als deze blijft kraaien om 6 uur ‘s ochtends (Betekenis: vermoorden)Voorbeeldzin 2: Vandaag maak ik mijn huiswerk af, zodat ik in het weekend niets hoef te doen. (Betekenis: afronden)Voorbeeldzin 1: In sprookjes komen vaak fantasiefiguren zoals elfjes voor. (Betekenis: Sprookjesfiguur)Voorbeeldzin 2: Om elf uur heb ik een afspraak bij de tandarts (Betekenis: Tijd)Voorbeeldzin 1: Mijn zusje lijkt heel erg op mijn moeder (Betekenis: Gelijkenis vertonen)Voorbeeldzin 2: In Mexico vinden ze vaak lijken langs de weg (Betekenis: Lichaam van een overleden persoon).Voorbeeldzin 1: Ik ga morgen op pad om een nieuwe jurk uit te zoeken. (Betekenis: erop uitgaan)Voorbeeldzin 2: Bij onze vijver zit vaak een dikke, brullende pad. (Betekenis: dier)Toelichting: Een homoniem is een woord dat hetzelfde klinkt als een ander woord, maar een andere betekenis heeft. Homoniemen kunnen dezelfde spelling hebben of een verschillende spelling. Bijvoorbeeld: ‘bank’ (een financiële instelling) en ‘bank’ (een zitmeubel) zijn homoniemen met dezelfde spelling, terwijl ‘hond’ en ‘hont’ (oud-Nederlandse oppervlaktemaat) homoniemen zijn met een verschillende spelling.De bank waar je geld kunt storten en opnemen is gesloten. (financiële instelling)Ik zat op de bank in de huiskamer. (zitmeubel) LinksRechtsLeesbaarOnleesbaarActiefPassief/inactiefDikDunAanwezig AfwezigFormeel Informeel  Toelichting: Een antoniem is een woord dat een tegenovergestelde betekenis heeft ten opzichte van een ander woord.Voorbeelden:Goed - SlechtLicht - DonkerKort - LangBoven - OnderLuid - StilWarm - KoudBinnen - BuitenVroeg - LaatVooruit - AchteruitGroot - KleinVoorvoegsels worden aan woorden toegevoegd om hun betekenis te veranderen of te versterken. Soms kan een voorvoegsel een tegenovergestelde betekenis geven aan het woord waar het aan vast zit, waardoor er antoniemen ontstaan. Voorbeelden:Mogelijk - OnmogelijkGeluk - OngelukZichtbaar - OnzichtbaarRegulier - OnregelmatigBekwaam - OnbekwaamJuist - OnjuistTevreden - OntevredenMogelijk - OnmogelijkVerstaan – OnverstaanbaarDenk ook aan: aan- en afwezig, formeel en informeel, sociaal en asociaal, legaal en illegaal.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in