Toets Nederlands

Op Niveau 3e ed LRN-line deel A+B - Hoofdstuk 7 - Taalverzorging 3 oefentoetsen & antwoorden

LRN-line

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:

- grammatica (voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepaling, hoofd- en bijzin, bedrijvende en lijdende vorm, woordsoorten: koppelwerkwoord, hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord)

- spelling (los en aan elkaar schrijven, meervouden)

- formuleren (signaalwoorden, vast voorzetsel, bedrijvende vorm, beeldspraak)

- taalbewustzijn (taalverandering, leenwoorden en etymologie)

Op Niveau 3e ed LRN-line deel A+B
Toets Nederlands
Op Niveau 3e ed LRN-line deel A+B
Online maken
Toets afdrukken
Hij denkt vaak aan zijn familie.Onderwerp (ond): HijWerkwoordelijk gezegde (wwg): denktBijwoordelijke bepaling (bwb): vaakVoorzetselvoorwerp (vzv): aan zijn familieWij wachten op het antwoord van de docent.Onderwerp (ond): WijWerkwoordelijk gezegde (wwg): wachtenBijwoordelijke bepaling (bwb): Voorzetselvoorwerp (vzv): op het antwoord van de docentDe kinderen verheugen zich op het schoolreisje.Onderwerp (ond): De kinderenWerkwoordelijk gezegde (wwg): verheugen zichBijwoordelijke bepaling (bwb): --Voorzetselvoorwerp (vzv): op het schoolreisjeToelichting: Het voorzetselvoorwerp heeft een vaste band met het werkwoord. Het voorzetsel ‘zit vast’ aan dat werkwoord en kan niet weggelaten worden zonder de betekenis van de zin te veranderen.Voorbeeld: Hij rekent op zijn broer.Hier is ‘op zijn broer’ het voorzetselvoorwerp, omdat ‘op’ hoort bij het werkwoord ‘rekenen’ Een bijwoordelijke bepaling geeft extra informatie over het gezegde (meestal tijd, plaats, reden, etc.) en is niet vast verbonden met het werkwoord.Voorbeeld: Hij staat bij het stoplicht.Hier is ‘bij het stoplicht’ een bijwoordelijke bepaling van plaats en geeft het alleen maar extra informatie over waar hij staat, zonder een vaste band met ‘staan’.Leertip: Je kunt een voorzetselvoorwerp vaak vervangen door een zin met ‘er + voorzetsel’: eraan, erop, ervoor. Vzv of bwb?Vaste voorzetselZe wachtte op haar vriendin bij de bushalte. vzvwachten opNa de regenbui gingen we weer naar buiten. bwbHij denkt vaak aan zijn jeugd. vzvdenken aanTijdens de vergadering maakte hij aantekeningen. bwbDe hond liep achter de kat aan. bwbZe verheugde zich op de vakantie. vzvzich verheugen opMet veel moeite tilde hij de doos op. bwbZe vertrouwt op haar intuïtie.vzvvertrouwen opOnder de tafel lag een verloren pen. bwbHij discussieerde over het voorstel met zijn collega's. vzvdiscussiëren overToelichting: Het voorzetselvoorwerp: heeft een vaste band met het werkwoord. Het voorzetsel ‘zit vast’ aan dat werkwoord en kan niet weggelaten worden zonder de betekenis van de zin te veranderen.Voorbeeld: Hij rekent op zijn broer. -> Hier is ‘op zijn broer’ het voorzetselvoorwerp, omdat ‘op’ hoort bij het werkwoord ‘rekenen’ kan niet worden weggelaten zonder de zin ongrammaticaal of betekenisloos te maken.Voorbeeld: Zij denkt aan haar examen. -> Het voorzetsel ‘aan’ is essentieel voor de zin; zonder dit voorzetsel klopt de zin niet meer.Een bijwoordelijke bepaling: geeft extra informatie over het gezegde (meestal tijd, plaats, reden, etc.) en is niet vast verbonden met het werkwoord.Voorbeeld: Hij staat bij het stoplicht. -> Hier is ‘bij het stoplicht’ een bijwoordelijke bepaling van plaats en geeft het alleen maar extra informatie over waar hij staat, zonder een vaste band met ‘staan’.kan vaak worden weggelaten zonder dat de zin zijn kernbetekenis verliest.Voorbeeld: ‘Hij fietst snel naar school.’ -> ‘Naar school’ is een bijwoordelijke bepaling van plaats. Zonder dit zinsdeel blijft de kernbetekenis van de zin intact: ‘Hij fietst snel.’  Hoofdzin Bijzin Hoofdzin Bijzin Hoofdzin Hoofdzin Hoofdzin  Hoofdzin  Bijzin Hoofdzin Toelichting:Een enkelvoudige zin heeft één persoonsvorm en meestal ook één onderwerp. De zin bestaat uit een hoofdzin zonder bijzinnen.Voorbeeld: De hond blaft.Persoonsvorm: blaftOnderwerp: De hondEen samengestelde zin bestaat uit meerdere zinnen die verbonden zijn door een onderschikkend of nevenschikkend voegwoord. Dit kan zowel hoofdzinnen als bijzinnen bevatten.Nevenschikkend voegwoord verbindt hoofdzinnen van gelijke waarde, zoals ‘en’, ‘maar’, of ‘want’.Voorbeeld: De hond blaft, en de kat slaapt.Hoofdzinnen: De hond blaft (hoofdzin 1) en de kat slaapt (hoofdzin 2)Persoonsvormen: blaft, slaaptVoegwoord: en (nevenschikkend)Een onderschikkend voegwoord verbindt een hoofdzin met een bijzin, zoals ‘omdat’, ‘hoewel’, of ‘dat’.Voorbeeld: Ik ga naar huis omdat het regent.Hoofdzin: Ik ga naar huisBijzin: omdat het regentPersoonsvormen: ga, regentVoegwoord: omdat (onderschikkend) Bedrijvende vormLijdende vormBedrijvende vormLijdende vormLijdende vormLijdende vormToelichting: In de bedrijvende vorm (actieve vorm) voert het onderwerp van de zin de handeling uit. De nadruk ligt op wie of wat iets doet.Voorbeeld: De hond bijt de man. -> Hier voert de hond (het onderwerp) de handeling uit.In de lijdende vorm (passieve vorm) ondergaat het onderwerp de handeling in plaats van deze uit te voeren. De nadruk ligt op wat er gebeurt met het onderwerp, niet op wie of wat de handeling uitvoert. Vaak wordt de lijdende vorm gevormd met de hulpwerkwoorden ‘worden’ of ‘zijn’.Voorbeeld: De man wordt door de hond gebeten. -> Hier ondergaat de man (het onderwerp) de handeling die door de hond wordt uitgevoerd. De agenten hielpen de toeristen na de beroving.De vervanger van onze docent gaf dat huiswerk op.De hovenier zaagde plotseling de boom achter ons huis om.De gemeente pleegt dinsdag onderhoud aan het pand.Toelichting:Actieve (bedrijvende) zinnenDe nadruk ligt op het onderwerp van de zin, dat de actie uitvoert.Actieve zinnen zijn over het algemeen directer, levendiger en gemakkelijker te begrijpen.Ze hebben meestal een eenvoudigere structuur en zijn vaak korter dan passieve zinnen.Voorbeelden actieve zin:Tegenwoordige tijd (OTT): De kat vangt de muis.Verleden tijd (OVT): De kat ving de muis.Voltooide tijd (VTT): De kat heeft de muis gevangen.Voltooide verleden tijd (VVT): De kat had de muis gevangen.Passieve (lijdende) zinnenDe nadruk ligt op het lijdend voorwerp, dat de actie ondergaat.Passieve zinnen zijn vaak omslachtiger, minder direct en bevatten meer woorden.Ze kunnen soms nodig zijn om bijvoorbeeld de aandacht te vestigen op het lijdend voorwerp of als de handelende persoon niet bekend of minder belangrijk is.Voorbeelden passieve zin:Tegenwoordige tijd (OTT): De muis wordt gevangen door de kat.Verleden tijd (OVT): De muis werd gevangen door de kat.Voltooide tijd (VTT): De muis is gevangen door de kat.Voltooide verleden tijd (VVT): De muis was gevangen door de kat. Heeft = hww, gevoerd = zwwheeft= hww, willen = hww, worden = kwwStallen = zww, hebben= hww, verrast =zwwIs = hww, geworden = kwwLijkt = kww, voorkomen = zww, had =hww, kunnen = hww, worden = hww.Toelichting:Een zelfstandig werkwoord is het werkwoord aangeeft wat er in de zin gebeurt:  een handeling, gebeurtenis of toestand. Het kan op zichzelf staan in een zin.Voorbeeld: Zij leest een boek.Zelfstandig werkwoord: leestEen koppelwerkwoord verbindt het onderwerp van een zin aan een eigenschap of toestand. Het koppelwerkwoord geeft zelf geen handeling aan, maar geeft informatie over het onderwerp.De belangrijkste koppelwerkwoorden zijn: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, en voorkomen.Voorbeeld: Zij blijft vrolijk.Onderwerp: ZijKoppelww: blijftBijvoeglijk naamwoord: vrolijkVoorbeeld: De man is dokter.Onderwerp: De manKoppelww: isZelfstandig naamwoord: dokterEen hulpwerkwoord ondersteunt het hoofdwerkwoord van een zin en geeft extra informatie over de handeling.Voorbeeld: Zij heeft een boek gelezen.Onderwerp: ZijHulpww: heeftHoofdww: gelezenHandeling: lezenVoorbeeld: De leraar zal streng zijn.Onderwerp: De leraarHulpww: zalHoofdww: zijnBijvoeglijk naamwoord: streng Gelijkekansenbeleid Een samengesteld woord waarin het eerste deel een woordgroep is van een bijvoeglijk naamwoord (of telwoord) wordt in de regel ook helemaal aaneengeschreven. Bij klinkerbotsing komt er een streepje.Thuiskwam Twee delen van een splitsbaar werkwoord die in dezelfde volgorde naast elkaar staan als in de infinitief.Warmedrankenautomaat (Een samengesteld woord waarin het eerste deel een woordgroep is van een bijvoeglijk naamwoord (of telwoord) wordt in de regel ook helemaal aaneengeschreven. Bij klinkerbotsing komt er een streepje.Dertigduizend Getallen met honderd en duizend.Achttien miljoen (getallen met honderd en duizend: vijftienduizend; maar: zes miljoenToelichting:In het Nederlands schrijven we zoveel mogelijk aan elkaar. Een meerledige samenstelling is een woord dat bestaat uit meerdere delen, die samen een nieuw woord vormen met een specifieke betekenis. Bijvoorbeeld:Binnenstebuiten - Het woord bestaat uit  ‘binnen’ en ‘buiten’. Achterbank - Het woord ‘achterbank’ bestaat uit ‘achter’ en ‘bank’. Keukenkastje - Het woord ‘keukenkastje’ bestaat uit ‘keuken’ en ‘kastje’.Hoogtevrees - Het woord ‘hoogtevrees’ bestaat uit ‘hoogte’ en ‘vrees’.Doellijntechnologie - Het woord ‘doellijntechnologie’ bestaat uit ‘doellijn’ en ‘technologie’. Maar ook het kan nog langer:Autoverzekeringmaatschappij - Deze samenstelling bestaat uit de woorden ‘auto’, ‘verzekering’ en ‘maatschappij’.Kinderboerderijdierenverzorger - Deze samenstelling bestaat uit de woorden ‘kinderboerderij’, ‘dieren’ en ‘verzorger’.Wetenschapsfictieavonturenfilm - Deze samenstelling bestaat uit de woorden ‘wetenschapsfictie’, ‘avonturen’ en ‘film’.Luchthavenbagageafhandelingsdienst - Deze samenstelling bestaat uit de woorden ‘luchthaven’, ‘bagage’, ‘afhandeling’ en ‘dienst’.Klimaatveranderingbewustwordingscampagne - Deze samenstelling bestaat uit de woorden ‘klimaatverandering’, ‘bewustwording’ en ‘campagne’.Fietsventielinpakpapiertje - Deze samenstelling bestaat uit de woorden ‘fiets’, ‘ventiel’ en ‘inpakpapiertje’. Hoewel het een goed geschreven Nederlands woord is, zul je het niet gauw tegenkomen ;-) . Leertip: Voor de duidelijkheid mag je bij samenstellingen streepjes zetten. Dus: lelijke-kersttruiendag mag ook. Beide broertjes zitten op voetballen.BeideOp de rommelmarkt kocht mijn moeder een kopere ketel.koperenHij greep die kans met beide handen aan.beideSommigen leerlingen gaan tussen de middag thuis eten. SommigeAl draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.goudenSommigen hebben ook altijd geluk.SommigenOnze les valt uit, maar de andere gaan gewoon door.anderenEr zijn nog enkele plekken vrij in de bus.enkeleMijn ouders zijn niet de enigen die naar de ouderavond komenenigeVele juichten toen de kroonprinses op het bordes kwam.velenEr werden vele fouten gemaakt, waardoor het feest.veleEnkelen feestgangers gingen al vroeg naar huis.EnkeleToelichting: Als een bijvoeglijk naamwoord iets vertelt over het materiaal waarvan iets gemaakt is, is dat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord. Deze woorden eindigen bijna altijd op -en (bijvoorbeeld: koperen, gouden, wollen). Wanneer moet je woorden als alle, beide, sommige, andere, vele, enkele, enige … met of zonder -n schrijven? Dit zijn de regels:Als het woord voor een zelfstandig naamwoord staat, schrijf je -e (vb: Sommige leerlingen kunnen er niet meer tegen)Als het woord los in de zin staat EN het gaat over mensen, dan schrijf je -en (bijv. De meesten waren op tijd op school, maar sommigen kwamen pas na de bel binnen.)Verwijst een woord niet naar mensen, dan krijgt het geen extra -n (Bijv. Van de biggetjes hebben enkele hun staartje nog. Bij de meeste is dat echter direct na de geboorte afgeknipt). Als het woord zelfstandig in een zin staat, maar je vindt in dezelfde zin een woord dat je er zó achter kunt zetten, dan schrijf je - ook bij mensen - géén -n (Bijv. Van die duizenden bezoekers gaven de meeste (bezoekers) helemaal geen geld uit).  SignaalwoordTekstverbandEchtertegenstellingBovendienopsommingBijvoorbeeldvoorbeeldEnerzijdstegenstellingAnderzijdstegenstellingommiddel-doelDaaromredenTen eersteopsommingTen tweedeopsommingOmdatoorzaak-gevolgAls gevolg daarvanoorzaak-gevolgSamenvattendconclusieTer illustratievoorbeeldDaarnaastopsommingOndankstegenstellingOmmiddel-doelDaaromredenTot slotconclusie In onderstaande uitwerking zie je het voorzetsel dat je moet invullen en daarbij het werkwoord waar het voorzetsel aan ‘vast’ zit. Je kunt bij het werkwoord dus geen ander voorzetsel gebruiken. Op – ingaan opVan – afstand doen van Naar – gissen naarIn – inzage hebben inVoor – bestemd zijn voorOp – gemunt hebben op iets of iemandMet – geen genoegen nemen metOp – hopen opBij – dwepen bijOp – gek zijn opOver – zich ergeren over ietsBij – beklagen bijOver – beschikken overTegen of jegens– argwaan koesteren tegen/jegens iemandToe – toewensenBij – baat vinden bij ietsOp – in antwoord opVan – op de hoogte zijn van Van – ter hoogte vanIn – inzicht hebben inOp – een beroep doen op iemandMet – eens worden met iemand (let op: eens worden over iets)aan – iemand aan iets herinnerenvan – ter gelegenheid vanop – geabonneerd zijn op ietsvan – gebruik maken van ietsin – behagen scheppen in ietstot – iemand tot iets bewegen Keuze uit:Een jonge atleet is vorige week door twee topsporters gered uit een benarde positie.Het voorval werd gefilmd door SitaHet filmpje werd door de sportschool op social media gezet.Keuze uit:Topsporters redden jonge atleetDe topsporters tilden de zware stang net op tijd op.Bij de bankdrukbanken zag ze de jonge atleetBinnen een paar uur hadden al meer dan 10.000 mensen de video gezien Vergelijking met ‘als’vergelijking zonder ‘als’metafoorHij was zo stil als een muis.XHet water is ijskoudXJe gedraagt je als een kleuterXDe man was een wandelende encyclopedie.XZe liep zo elegant als een zwaanXDe jongen had de kracht van een leeuw.XVerliefdheid voelt als een buik met gesmolten suiker. - Tommy Wieringa, Joe SpeedbootXToelichting:Beeldspraak voegt creatieve en expressieve elementen toe aan het schrijven, waardoor je een levendige voorstelling kan maken van wat er wordt beschreven. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van vergelijkingen en metaforen, om op die manier ideeën, gevoelens of eigenschappen concreet voor te stellen.Er zijn drie soorten beeldspraak.Vergelijking met als: Dit type beeldspraak maakt gebruik van het woord ‘als’ om een vergelijking te maken tussen twee verschillende dingen. Het maakt gebruik van de formule ‘iets is als iets anders’.Voorbeeld: Haar glimlach is als een zonnestraal. -> Hier wordt de glimlach vergeleken met een zonnestraal, waarbij wordt benadrukt dat het net zo helder en vrolijk is.Vergelijking zonder als: In tegenstelling tot de vergelijking met als, maakt dit type beeldspraak directe vergelijkingen zonder het woord ‘als’. Het stelt simpelweg dat twee dingen hetzelfde zijn.Voorbeeld: Zijn woorden zijn messcherp. -> Hiermee wordt aangegeven dat iemands woorden net zo scherp zijn als een mes en mogelijk schadelijk kunnen zijn.Metafoor: Een metafoor is een vorm van beeldspraak waarbij een woord of een stukje van een zin wordt gebruikt om een ander woord te vervangen. Het gaat verder dan een vergelijking, omdat het het ene idee direct aan het andere koppelt.Voorbeeld: Ze is een levende encyclopedie. -> Hier wordt iemand omschreven als een encyclopedie, waarmee bedoeld wordt dat ze veel kennis en informatie bezit. ZinLeenwoordOorspronkelijk: Engels/Frans/DuitsPascal verzond een e-mail naar zijn manager om de meeting te bevestigen.e-mailmeetingEngelsEngelsBij restaurant ‘De vliegende Vis’ serveren ze een heerlijk buffet met diverse visgerechten.buffetFransDie aardige man heeft een date met een charmante dame. datecharmanteEngelsFransIn de vakantie bezochten we een prachtig chateau in Frankrijk.chateauFransOp het mbo volgen de studenten lessen op een handige laptop en software die ze van school hebben gekregen.laptopsoftwareEngelsEngelsDe vrolijke ober liet ons het menu van de dag zien. obermenuDuitsFransNa de yoga voel ik me helemaal zen en ontspannen. yogazenEngelsEngelsBij de kinderboerderij is een speeltuin met een glijbaan. glijbaanDuits‘s Zomers dragen we vaak T-shirts en shorts in zomerse kleuren.T-shirtsshortsEngelsEngelsAndré Rieu speelt met zijn orkest een prachtige symfonie op het Vrijthof in Maastricht. symfonieFrans Goed gespeld.Goed gespeld Een Frans woord dat gebruikelijk is geworden in het Nederlands, verliest zijn accenttekens op de a, o en uParttimer part en timer zijn twee woorden die je aan elkaar schrijft. Vandaar de dubbele t. Denk aan part = deel en time(r) = tijd.DecolletéEen Frans woord dat gebruikelijk is geworden in het Nederlands, verliest zijn accenttekens op de a, o en u, maar behoudt het accentteken op de é.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in