Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: Feodalisme, christendom, Islam, Karel de Grote, Kaliefen en Emirs, belangrijke historische figuren en gebeurtenissen, diplomatieke en culturele uitwisselingen, geschiedenis nu.
Toets Geschiedenis
Forum
Online maken
Toets afdrukken
Land dat geregeerd wordt door een koning of koningin (§3A).Gewapende ruiter. In de Middeleeuwen meestal een edelman. (§3B).In een islamitisch land: machthebber die zegt opvolger te zijn van de profeet Mohammed (§3C).Een land besturen met volgelingen die trouw zweren aan een vorst/koning en daarvoor in ruil een stuk land in leen krijgen. Hetzelfde als feodalisme (§3B).Groot gebouw of gebouwencomplex waarin monniken en nonnen leven. Een klooster had ook grondbezit (§3A).Aanvoerder van een stam in een islamitisch land, vaak een vorst die onder leiding van een kalief regeerde over zijn volk. Hetzelfde als een hertog (§3C).Deel van een koninkrijk, een soort provincie die door een graaf werd bestuurd (§3A).Iemand met een bepaalde boodschap, die zijn regering of zijn bedrijf naar een ander land stuurt, om te praten over een verdrag of een nieuwe overeenkomst te regelen; een ambassadeur (§3C). Werkwijze:Het boek richt zich erg op de verschillende machthebbers uit de vroege middeleeuwen. Bij deze vraag wordt je gevraagd deze leiders en de informatie die je over hen hebt gelezen te reproduceren. Leerwerk dus!Antwoord: Heerser uit de christelijke wereld:Karel de Grote (768-814). Waarom belangrijk: Hij breidde het Frankische Rijk uit en werd in 800 door de paus tot keizer gekroond. Dit maakte hem tot een belangrijke leider in de christelijke wereld en een symbool van het heropleven van het Romeinse Rijk (§3AB).Heerser uit de islamitische wereld:Haroen al-Rashid (786-809).Waarom belangrijk: Hij regeerde het Arabische Rijk vanuit Bagdad tijdens de Islamitische Gouden Eeuw. Onder zijn bewind bloeiden wetenschap en cultuur, en werd Bagdad een centrum van kennis en diplomatie (§3C). Werkwijze:Bij een chronologie-vraag is het handig om eerst alle jaartallen te noteren die je al weet. Dit zorgt voor orde in je hoofd en misschien kun je een moeilijke gebeurtenis vervolgens tussen twee al bekende jaartallen plaatsen.Merk je dat je moeite hebt met het beantwoorden van chronologie-vragen op je toetsen? Maak nadat je de stof hebt geleerd een tijdbalk en noteer daarop de belangrijkste gebeurtenissen die je hebt geleerd.Antwoord: De juiste chronologische volgorde is: D-C-F-B-A-Ed. Clovis wordt gedoopt tot christen (496) (§3A). c. De Slag bij Poitiers tussen Karel Martel en Abd al-Rahman (732) (§3A).f. Karel de Grote wordt tot keizer gekroond door de paus (800) (§3A). b. Haroen al-Rashid stuurt geschenken naar Karel de Grote (circa 800) (§3C). a. Het Verdrag van Verdun verdeelt het rijk van Karel de Grote (843) (§3A). e. De emir van Cordoba roept zichzelf uit tot kalief (929) (§3C). Werkwijze:Vraag 4 vraagt je om het verleden echt te begrijpen door een belangrijk stelsel uit die tijd uit te leggen. Ook is het belangrijk de oorzaken van de ondergang van dit systeem te kunnen toepassen.Tip: Probeer je aan te wennen om een deel van de vragen te herhalen in je antwoord. Probeer het antwoord te formulerenAntwoord: Onder Karel de Grote werkte het feodale stelsel door land uit te lenen aan trouwe volgelingen zoals graven en ridders. De graven bestuurden provincies en spraken recht namens de koning, terwijl ridders vochten in ruil voor land en opbrengsten. Na het Verdrag van Verdun in 843 werd het rijk verdeeld onder zijn kleinzonen, wat leidde tot feodale versnippering. De volgelingen begonnen het geleende land als hun eigen bezit te beschouwen en bouwden sterke burchten. Hierdoor verloor de koning steeds meer macht en werd het feodale stelsel uiteindelijk onwerkbaar door de toenemende onafhankelijkheid van lokale heren. Werkwijze:Probeer tussen 3 begrippen een setje te maken en na te gaan wat deze begrippen met elkaar te maken hebben. Zo valt er eentje buiten de boot. In je uitleg benoem je waarom de 3 goed bij elkaar passen en waarom het overige begrip hier minder goed bij past. Bij een vraag als deze is een goede argumentatie minimaal even belangrijk als het juiste woord kiezen. Soms kun je een ander antwoord hebben dan de docent van tevoren had bedacht, maar met een goede uitleg een punt verdienen!Antwoord: Abd al-Rahman hoort er niet bij. Clovis, Karel Martel en Karel de Grote zijn Frankische leiders, terwijl Abd al-Rahman een Arabische leider is.Het Romeinse Rijk hoort er niet bij. Het was het enige rijk dat geen zelfstandig rijk meer was tijdens de tijd van het Byzantijnse Rijk, Frankische Rijk en Arabische Rijk, omdat het West-Romeinse Rijk al gevallen was.Paus hoort er niet bij, omdat hij de leider van de kerk is. Terwijl koning, graaf en hertog titels van wereldlijke macht zijn. Werkwijze:Vraag 6 is een vraag die van je vraagt om historische vaardigheden toe te passen. Voor het verklaren van een motief (een beweegreden van een persoon om iets te doen) moet je je kunnen verplaatsen in het verleden. Antwoord:Clovis bekeerde zich tot het christendom om de steun van de christelijke bevolking en kerk te verkrijgen in het Frankische Rijk, wat zijn macht en invloed in het voormalige Romeinse gebied versterkte. Het Romeinse Rijk was namelijk Christelijk en Noord-Frankrijk dus ook. Werkwijze:Vraag 7 vraagt je om historische vaardigheden te beheersen. In het bijzonder moet je met de begrippen verandering (dingen worden anders) en continuïteit (dingen blijven grotendeels hetzelfde) om kunnen gaan.Bij het nakijken zijn er redelijk wat antwoorden goed te rekenen, het is aan jou om te beargumenteren dat jouw antwoord echt continuïteit of verandering laat zien.Antwoord: Meerdere antwoorden kunnen goed zijn, bijvoorbeeld:Verandering:Na de val van het Romeinse Rijk namen Germaanse vorsten, zoals het Frankische Rijk, de macht over van een Romeinse keizer.Onder Germaanse heersers, zoals Clovis en Karel de Grote, werd het christendom verspreid in Europa door andere volken te dwingen zich te bekeren, zo nodig met geweld. De opkomst van de islam als grote macht in de wereld.Continuïteit:Karel de Grote hield vast aan het opschrijven van wetten en liet gezanten reizen door het rijk om te controleren of het volk zich hieraan hield, net zoals de Romeinen dat deden. De christelijke kerk bleef belangrijk en had veel invloed, net zoals in het Romeinse Rijk.Zoals de Romeinen diplomatieke relaties onderhielden met verschillende volken, onderhield Karel de Grote banden en contacten met andere grote rijken, zoals het Byzantijnse en Arabische Rijk. Werkwijze:Benoem allereerst hoe het rijk van Karel bestuurd werd (§3B).Probeer vanuit de werking van deze bestuursvorm vervolgens te verklaren waarom het voor Karel handig zou zijn om rond te reizen en op veel verschillende plekken (in de paltsen) te wonen.Antwoord: Karel de Grote bouwde paltsen en bezocht deze vaak om persoonlijk toezicht te houden op zijn grote rijk. Dit was door het feodalisme ontzettend veel opgedeeld. Door rond te reizen, kon hij controleren of zijn regels werden gevolgd en problemen direct oplossen, wat hielp om zijn macht en bestuur effectief te houden. Werkwijze:Bij vraag 9 wordt er van je gevraagd om begrippen uit de tekst te koppelen aan de afbeelding. Op de afbeelding kun je een van de 3 rijken uit B3 terugzien.Antwoord: Arabisch Rijk. Een van de volgende begrippen:KaliefMoslimIslamEmirs/gouverneurs Werkwijze:Bij vraag 10 wordt er van je gevraagd om de eed/belofte van trouw te begrijpen. In §3B wordt hierover verteld. Wat werd er afgesproken bij het zweren van trouw? Wat waren de voordelen voor beide partijen?Antwoord: Bij een eed van trouw beloofde een edelman loyaal te zijn aan Karel de Grote. Dit hield in dat de edelman Karel zou steunen met militaire diensten en advies, en de wetten en bevelen van Karel zou uitvoeren. In ruil daarvoor kreeg de edelman land en bescherming van Karel.Deze eed van trouw was voor Karel erg belangrijk omdat het de basis vormde voor het feodalisme. Door deze persoonlijke trouw kon Karel zijn grote rijk besturen. De edelen zorgden voor lokaal bestuur en militaire steun, waardoor Karel zijn controle over het rijk kon behouden en orde kon handhaven.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.