Toets Maatschappijleer

Seneca Maatschappijleer 5e ed - Hoofdstuk 3 - Verzorgingsstaat oefentoetsen & antwoorden

5e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: verzorgingsstaat, sociale wetten, vergrijzing, participatiesamenleving, welzijnsdilemma, bestaanszekerheid, gedeelde verantwoordelijkheid, eigen verantwoordelijkheid.

Seneca Maatschappijleer 5e ed
Toets Maatschappijleer
Seneca Maatschappijleer 5e ed
Online maken
Toets afdrukken
Dit is de juiste combinatie van ontwikkeling en periode in de juiste volgorde:A. Het kinderwetje van Van Houten werd ingevoerd om kinderarbeid tegen te gaan. → 3. Het jaar 1874 en 2. De Industriële revolutie (18e en 19e eeuw)B. De overheid helpt burgers niet. Arme burgers zijn o.a. afhankelijk van geestelijken (de kerk). → 1. De MiddeleeuwenC. Het grootste deel van de wetten van de verzorgingsstaat wordt ingevoerd. → 4. De 20e eeuwD. Doordat mensen van het platteland naar de steden verhuisden, ontstond er een tekort aan huizen in de steden. De overheid maakte nieuwe wetten om mensen te helpen. → 2. De Industriële revolutie (18e en 19e eeuw)E. De overheid verhoogt de pensioenleeftijd, omdat de verzorgingsstaat te veel geld kost. → 5. Het jaar 2013F. Er was grote ongelijkheid in de steden tussen arme en rijke mensen, waardoor er grote rellen kwamen. De overheid voerde sociale wetten in om het leven van armen beter te maken. → 2. De Industriële revolutie (18e en 19e eeuw) Mensen leven steeds langer, ze worden steeds ouder. Ook worden er minder kinderen geboren. Een groter deel van de bevolking is dus ouder. Oudere mensen hebben meer zorg nodig, dus de kosten voor zorg zullen stijgen. Bovendien ontstaat er een personeelstekort: er zijn steeds meer jonge mensen nodig om voor al die oudere mensen te zorgen, maar er zijn dus juist steeds minder jonge mensen omdat er minder kinderen worden geboren. Tenslotte kosten ook alle pensioenen die aan alle oudere mensen moeten worden uitbetaald veel geld.  De verzorgingsstaat betekent dat de overheid burgers helpt om te voorzien in levensbehoeften (zoals voldoende geld om eten te kopen of het krijgen van zorg). De genoemde wetten helpen zwangeren en ouderen door geld voor hen ter beschikking te stellen, terwijl ze zwanger zijn / gaan bevallen (en tijdelijk niet kunnen werken) of oud zijn (en niet werken omdat ze met pensioen zijn). Aantekening: Uiteraard betalen alle inwoners via belastingen mee aan het geld dat de overheid nodig heeft om bovenstaande uitkeringen te kunnen overmaken. Bij deze tekst past de term participatiesamenleving het beste. Er is steeds minder geld om alle uitkeringen te betalen die bij de verzorgingsstaat horen. Daarom bezuinigt de overheid tegenwoordig op deze uitkeringen en vraagt de overheid aan burgers om elkaar meer te helpen. Dit helpen wordt ook wel participeren genoemd, vandaar de term participatiesamenleving.  Als we het hebben over het welzijnsdilemma dan doelen we op hoeveel verschil er mag zijn tussen mensen als het bijvoorbeeld gaat om hoeveel geld ze hebben om de dingen mee te kopen die ze nodig hebben. De overheid heeft daar via belastingen grote invloed op: vinden we dat rijkere mensen meer belasting moeten betalen, en dat we met dat geld (bijvoorbeeld) een bibliotheekpas en een zorgverzekering goedkoper kunnen maken voor armere mensen? Of vinden we dat juist geen goed idee? Dit soort vragen horen bij het welzijnsdilemma. Uit bron 1 blijkt dat armere mensen in sommige gemeenten subsidies voor bepaalde dingen ontvangen (bijvoorbeeld voor een nieuw kunstgebit) terwijl dit soort subsidies in andere gemeenten niet bestaan. De gemeenten verschillen dus van mening over hoe geld verdeeld moet worden en in welke mate mensen moeten worden geholpen met belastinggeld. Dit is een voorbeeld van het welzijnsdilemma. In Bron 1 staat het volgende: “Volgens de commissie moet de overheid ervoor zorgen dat mensen genoeg inkomen hebben en dat ze weten waar ze hulp kunnen vragen.” Dit betekent dat de Commissie bestaanszekerheid een belangrijk thema vindt. Bestaanszekerheid betekent namelijk dat de overheid ervoor zorgt dat alle inwoners voldoende geld of mogelijkheden hebben om bepaalde basisbehoeften te kunnen krijgen (bijvoorbeeld goede zorg of genoeg eten en drinken). De Commissie focus dus niet zo zeer op eigen verantwoordelijkheid, want dat betekent dat de burger zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen leven, en dat die verantwoordelijkheid niet (of zeer beperkt) bij de overheid ligt.  In eerste instantie lijkt het “activeringsbeleid” (het beleid dat je moet werken als je kan, je moet zoeken naar een baan, en een baan moet accepteren ook al is het geen perfect passende baan) aan te sluiten bij gedeelde verantwoordelijkheid. Het is namelijk nog steeds mogelijk om een uitkering / financiële ondersteuning van de gemeente te krijgen, maar alleen als je eerst heel hard naar een baan hebt gezocht of blijft zoeken. Je hebt dus zelf een verantwoordelijkheid (het zoeken en aannemen van een baan) en de overheid heeft een verantwoordelijkheid (jou financieel ondersteunen als het niet lukt om te werken of een baan te vinden). Gedeelde verantwoordelijkheid is dus een goed antwoord. De Commissie zegt echter dat het “activeringsbeleid” ten onrechte van sommige mensen vraagt dat zij gaan werken, terwijl ze dat eigenlijk niet kunnen omdat ze bijvoorbeeld ziek zijn of omdat ze andere problemen hebben. Als dit inderdaad zo is dan past eigen verantwoordelijkheid beter bij dit beleid. De focus ligt dan namelijk meer op de verantwoordelijkheid om voor jezelf te zorgen, zelfs als dat heel moeilijk (of onmogelijk) is. De overheid ziet dan geen grote rol voor zichzelf om daarin te helpen. Eigen verantwoordelijkheid kan (met de juiste uitleg) dus ook een goed antwoord zijn. Als het beleid van “activering” gebaseerd is op de gedachte van gedeelde verantwoordelijkheid dan past het het best bij een politiek midden gedachtegoed. Als het beleid meer gebaseerd is op eigen verantwoordelijkheid dan past het beter bij een rechts gedachtegoed. Zie ook het antwoord bij vraag d.  Deze uitspraak is waar. In artikel 20, lid 1, van de Grondwet staat dat de overheid zich bezig moet houden met de bestaanszekerheid en de welvaart van de bevolking. En in artikel 20, lid 3, staat zelfs dat alle Nederlanders die zelf niet meer in hun bestaan (basale behoeften) kunnen voorzien recht hebben op bijstand (financieel of op een andere manier) van de overheid. Deze uitspraak is onwaar. In artikel 22, lid 1, van de Grondwet staat weliswaar dat de overheid actie moet ondernemen om ervoor te zorgen dat mensen een betere gezondheid krijgen, maar dit is slechts een inspanningsverplichting. Alle sociale grondrechten zijn inspanningsverplichtingen: de overheid moet haar best ervoor doen, maar er kan niet van de overheid worden gevraagd om een specifiek resultaat te bereiken. De overheid zal dus wel degelijk iets moeten doen om de gezondheid van de mensen rondom de Tata Steel fabriek te verbeteren, maar de Grondwet zegt niet of dat specifiek de sluiting van de fabriek of andere maatregelen moeten zijn. De overheid moet wel haar best doen en een goede oplossing proberen te vinden.  Deze uitspraak is onwaar. In artikel 23, lid 2, staat specifiek dat het onderwijs vrij is, de overheid heeft daar geen diepgaande invloed op (al stelt de overheid via de exameneisen en het kwaliteitstoezicht wel randvoorwaarden). Aanvullende informatie: Daarnaast staat in artikel 23, lid 3, specifiek dat godsdienst en levensovertuiging in het openbaar onderwijs moeten worden gerespecteerd (eerbiedigd). Dit gaat dus specifiek over openbare scholen die geen religieuze signatuur hebben.Deze uitspraak is onwaar. In artikel 23, lid 2, staat dat de overheid toezicht moet houden op bijvoorbeeld docenten (of zij wel bekwaam zijn voor het vak). Als er desondanks slecht onderwijs wordt gegeven, dan moet de overheid haar best doen om dit te verbeteren. Dit is een inspanningsverplichting, zoals bij alle sociale grondrechten (zie ook het antwoord bij vraag b), en dus kan de overheid geen straf krijgen zolang ze wel haar best blijft doen (en dat kan aantonen). 

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in