De Wereld Van MAX 2.0 deel A+B - Hoofdstuk 3 - Arm en rijk oefentoetsen & antwoorden

Bij welvaart gaat het om de mate waarin mensen in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Je kan dat meten door naar het (gemiddelde) inkomen van mensen te kijken.Bij welzijn gaat het niet alleen over inkomen, maar ook over de levensomstandigheden van mensenToelichting:Uit het antwoord moet blijken dat bij welvaart gaat om het (gemiddelde) inkomen van mensen en welzijn naar inkomen en levensomstandigheden van mensen kijkt. De score op de Human Development Index (HDI) maakt gebruik van meerdere ontwikkelingskenmerken: inkomen per hoofd, de levensverwachting,twee indicatoren van onderwijs: het gemiddeld aantal jaren onderwijs dat volwassenen hebben gehadhet gemiddeld aantal jaren onderwijs dat een kind naar verwachting zal krijgen. Toelichting:Bestudeer goed de begrippen welvaart, welzijn en lees nog eens na welke gegevens bij de Human Development Index (HDI) worden gebruikt. Het gaat erom dat je goed begrijpt welke gegevens verzameld worden om aan te geven of een land arm of rijk is. De score van de Human Development Index (HDI) loopt tussen 0 en 1. Hoe hoger het getal, hoe hoger de welvaart en welzijn van een land.  Landen kun je opdelen in centrum, semiperiferie en periferie. Toelichting:In dit hoofdstuk leer je over arme en rijke landen in de wereld. De indeling van landen in centrum, semiperiferie en periferie zegt iets over de ontwikkeling van deze landen. Door de sterke positie die China heeft in de wereldeconomie zou je verwachten dat het valt onder de categorie centrumlanden. Er wonen echter veel Chinezen in armoede, waardoor China valt onder de categorie semi-periferie.Toelichting:Er bestaan tussen de semi-periferie landen grote verschillen. Denk daarbij aan de landen Brazilië, India en Zuid-Afrika.  De primaire, secundaire en tertiaire sector.  Noodhulp is tijdelijke hulp die ervoor zorgt dat mensen snel weer verder kunnen met hun leven. Ontwikkelingshulp heeft als doel om de levensomstandigheden blijvend te verbeteren. Toelichting:Kijk goed naar de betekenis van de twee begrippen noodhulp en ontwikkelingshulp. Bij nood gaat het om een levensbedreigende situatie. Bij ontwikkeling gaat het om iets te laten ontstaan.  Lokaal schaalniveau.Toelichting:Lokaal schaalniveau is aan de orde wanneer je op plaatselijk niveau kijkt naar een plek of klein gebied zoals een gemeente, stad, wijk of straat. Door droogte in het binnenland van Spanje kunnen boeren moeilijker concurreren met andere regio´s. Jongeren trekken daarom naar andere regio ́s op zoek naar werk en betere levensomstandigheden. Ook zijn de kustgebieden voor jongeren aantrekkelijker, omdat het toerisme ervoor zorgt dat er in deze gebieden meer werk te vinden is. Hierdoor zie je dat er in het binnenland van Spanje sprake is van perifere regio´s in vergelijking met de kustgebieden van Spanje. Toelichting:Bestudeer nog eens de theorie in je boel nog eens en stel daarbij de aardrijkskundige vragen: waar komt dit voor en waarom juist daar? In dit geval: waarom is er in het binnenland van Spanje sprake van perifere regio´s. Waarom juist daar?  Spanje. Toelichting:Peru werd in de 16e eeuw een Spaanse kolonie die Spanje moest voorzien van grondstoffen. Welzijn (dit zegt iets over de kwaliteit van leven van mensen. Beter onderwijs draagt bij aan betere levensomstandigheden van mensen). Welzijn (goed ontwikkelde infrastructuur draagt bij aan de kwaliteit van het leven, namelijk makkelijker naar school kunnen gaan). Welvaart (het gaat hier om inkomen). Welzijn (bij toegang tot schoon drinkwater gaat het om de kwaliteit van leven). Welvaart (het gaat hier om inkomen). Niger. Toelichting:Frankrijk, Japan  en de Verenigde Staten zijn landen met een relatief hoog inkomen in vergelijking met het land Niger. Land B is waarschijnlijk economisch verder ontwikkeld. Dit komt doordat een groter percentage van de beroepsbevolking in de dienstensector werkt, wat kenmerkend is voor meer ontwikkelde economieën. Bovendien is het percentage mensen dat in de landbouw werkt veel lager in Land B, wat ook wijst op een hoger ontwikkelingsniveau.Het hoge percentage mensen dat in de landbouw werkt in Land A suggereert dat het land minder ontwikkeld is. In minder ontwikkelde landen is de landbouw vaak de belangrijkste bron van werkgelegenheid, terwijl in meer ontwikkelde landen een groter deel van de beroepsbevolking werkzaam is in de industrie en dienstensectoren. De informele sector. De persoon op de foto verleent een dienst als kapper op straat, wat typisch is voor de informele sector. Dit werk is vaak helemaal buiten het zicht van de overheid. Toelichting:Je weet dat de beroepsbevolking bestaat uit de primaire, secundaire en tertiaire sector. De tertiaire sector is de dienstverlenende sector. Die bestaat uit een deel van banen die officieel geregistreerd zijn (formele sector) en een deel uit banen die niet officieel geregistreerd zijn (informele sector). Voorbeelden:Het kan mensen helpen een eigen bedrijfje te starten of uit te breiden, wat hun inkomen verhoogt en hun economische situatie verbetert.Het kan mensen in staat stellen om essentiële zaken aan te schaffen, zoals landbouwgereedschap of voorraad voor een winkel, wat hen helpt om winst te maken en hun levensstandaard te verbeteren. Dit is een voorbeeld van ontwikkelingshulp. Ontwikkelingshulp richt zich op het bieden van directe hulp aan mensen in nood, zoals medische zorg na een ramp. In dit geval wordt er directe medische hulp verleend aan aardbevingsslachtoffers, wat geen structurele verbetering op lange termijn inhoudt. In centrumlanden is de dienstensector de grootste sector van de beroepsbevolking. De landbouwsector en industriesector zijn minder groot bij de West-Europese landen. Dat is terug te zien in de bron. Toelichting:Denk aan de regel: als de welvaart toeneemt, gaat een groter deel van de beroepsbevolking in de dienstensector werken. In centrumlanden is de dienstensector de grootste sector van de beroepsbevolking. Vroeger verwerkten centrumlanden cacaobonen tot cacaoboter en cacaopoeder. Uit de bron (tekstbron en kaartje) blijkt dat centrumlanden, zoals de Verenigde Staten, nog steeds de cacaobonen, die uit (semi)perifere landen komen, verwerken tot eindproducten. Toelichting:Denk aan traditionele centrum-periferiemodel verhoudingen. Daarbij geldt:(semi)periferie landen leveren grondstoffen,centrumlanden verwerken grondstoffen.  In het kaartje is centrum-periferiepatroon terug te lezen. In de centrumlanden, zoals Nederland en Canada, is te zien dat het bosgebied relatief weinig verandert (of toeneemt) en dat in de periferielanden, zoals Indonesië, het bosgebied juist afneemt.  Aan de hand van de Human Development Index worden veel gegevens verzameld om nauwkeurig vast te stellen hoe ontwikkeld een land is. De Human Development Index gebruikt daarvoor de indicatoren inkomen per hoofd, de levensverwachting en twee indicatoren van onderwijs: gemiddeld jaren onderwijs dat volwassenen hebben gehad en het gemiddelde aantal jaren onderwijs dat een kind naar verwachting zal krijgen. Hoger. Hoe hoger het getal, hoe hoger de welvaart en welzijn in een land. Deze maatregelen worden genomen op lokaal schaalniveau. De aanleg van fietspaden is specifiek gericht op een stad en heeft directe invloed op de lokale infrastructuur en bewoners. Sam en Maria. Toelichting: Sams stelling is juist, omdat semiperifere landen zowel kenmerken hebben van ontwikkelde landen (centrum) als van ontwikkelingslanden (periferie). Maria’s stelling is juist, omdat perifere landen vaak afhankelijk zijn van centrumlanden voor technologie en kapitaal, en ze hebben vaak een minder ontwikkelde economie.