- Taalbewustzijn (voor- en achtervoegsel, mensentaal versus dierentaal).
Toets Nederlands
Op Niveau 3e ed LRN-line
Online maken
Toets afdrukken
ZinEnkel-voudig Samen-gesteldhoofd-zinhoofdzin + hoofdzinbijzin + hoofdzinhoofdzin + bijzinxxxxxxxxxxToelichting: Als het gaat om een enkelvoudige zin, dan is deze zin altijd een hoofdzin en heb je geen bijzin. In een hoofdzin staat de persoonsvorm helemaal vooraan of direct na het eerste zinsdeel. In een bijzin staat de persoonsvorm niet vooraan, maar juist achteraan (helemaal achteraan of als een van de laatste woorden). danst = zwwzullen = hww, vertrekken = zww schrijft = zwwlijkt = kwwheeft = hww, gelezen = zww is = kww Toelichting:Een zelfstandig werkwoord (zww) is het werkwoord aangeeft wat er in de zin gebeurt: een handeling, gebeurtenis of toestand. Het kan op zichzelf staan in een zin.Voorbeeldzin: Zij leest een boek.Zelfstandig werkwoord: leestEen hulpwerkwoord (hww) ondersteunt (helpt) het zelfstandig werkwoord en geeft extra informatie over bijvoorbeeld tijd, maar het heeft zelf geen zelfstandige betekenis in de zin.Voorbeeldzin: Zij heeft een boek gelezen.Hulpwerkwoord: heeftZelfstandig werkwoord: gelezenEen koppelwerkwoord (kww) verbindt het onderwerp van de zin met een eigenschap of toestand, Dit kan zowel een bijvoeglijk naamwoord als een zelfstandig naamwoord zijn. Het drukt geen handeling uit.Voorbeeldzin: Zij is blij. Tom en Lisa besloten een vakantie naar de Waddeneilanden te boeken, omdat ze de natuur wilden verkennen. Terwijl ze op de veerboot naar Texel zaten, genoten ze van het uitzicht op de zee. Hoewel het weer aanvankelijk somber was, brak de zon door toen ze aankwamen. Ze huurden fietsen en begonnen aan hun avontuur over het eiland.De eerste dag verkenden ze de duinen terwijl ze foto's maakten van de wilde bloemen. Omdat ze honger kregen, stopten ze bij een lokale taverne voor een lunch van verse vis. Na de lunch fietsten ze verder naar een vogelreservaat, waar ze zeldzame vogels konden observeren. Tom en Lisa voelden zich helemaal ontspannen, terwijl ze naar het geluid van de golven luisterden.'s Avonds gingen ze naar het strand omdat ze de zonsondergang wilden zien. Nadat de zon was ondergegaan, liepen ze terug naar hun accommodatie, moe maar voldaan. Het was een perfecte dag, aangezien ze zowel rust als avontuur hadden gevonden. Beroepsopleiding - be-roeps-op-lei-dingCommunicatie - com-mu-ni-ca-tieToepassing - toe-pas-singWerkgever - werk-ge-verVerantwoordelijkheid - ver-ant-woor-de-lijk-heidImplementatie - im-ple-men-ta-tieUitvoering - uit-voe-ringInformatieverstrekking - in-for-ma-tie-ver-strek-kingSamenwerking - sa-men-wer-kingOrganisatie - or-ga-ni-sa-tieToelichting:Past een woord niet helemaal op een regel? Dan kun je het afbreken tussen twee lettergrepen. Daartussen schrijf je een afbreekstreepje (-).Let op:Breek samenstellingen af tussen de woorddelen.Breek niet af voor of na een lettergreep van één letter.Laat speciale tekens en extra letters in verkleinwoorden weg bij het afbreken.Zorg dat het woord niet verkeerd kan worden gelezen.Als je twijfelt, kun je het best het hele woord op een nieuwe regel zetten. Hele wwZinjuiste vervoeginghebbenmelkenDe boer ____ eerst zijn gras gemaaid en daarna ____ hij zijn koeien.De boer had eerst zijn gras gemaaid en daarna molk hij zijn koeien.betalenDe klant _______ de rekening niet, hoewel het werk tot volle tevredenheid was uitgevoerd.De klant betaalde de rekening niet, hoewel het werk tot volle tevredenheid was uitgevoerd.wordenhebben_____je zusje nu niet meer wakker, nu ze een nieuw bed gekregen _____?Wordt je zusje nu niet meer wakker, nu ze een nieuw bed gekregen heeft?uitbrekenvluchtenToen er brand ____, _____ de bewoners naar buiten.Toen er brand uitbrak, vluchtten de bewoners naar buiten.golvenDoor de harde wind ____het bootje gevaarlijk.Door de harde wind golft het bootje gevaarlijk.vriezenAfgelopen winter ____het dat het kraakte.Afgelopen winter vroor het dat het kraakte.zijnIk ____ altijd heel voorzichtig, hoor!Ik ben altijd heel voorzichtig, hoor!zijnVroeger ___ ik altijd heel voorzichtig.Vroeger was ik altijd heel voorzichtig.zijnWij zijn altijd heel voorzichtig ____Wij zijn altijd heel voorzichtig geweest.afleggenHij heeft de hele weg te voet ____Hij heeft de hele weg te voet afgelegd.horenverhuizenIk heb ____ dat je volgende week ____.Ik heb gehoord dat je volgende week verhuist.oplaaienDe ruzie tussen de broers is weer _____De ruzie tussen de broers is weer opgelaaid.foppenschaterlachenToen de meisjes in de gaten hadden dat ze ____ waren, ____ze.Toen de meisjes in de gaten hadden dat ze gefopt waren, schaterlachten ze.ijzelenfietsenHet ____ vorige week, maar toch ____de jongens naar school.Het ijzelde vorige week, maar toch fietsten de jongens naar school.keffenDat hondje ____ vroeger altijd de hele dag.Dat hondje kefte vroeger altijd de hele dag.overredenDe politicus ___ vorige week de minister zijn voorstel in te trekken.De politicus overreedde vorige week de minister zijn voorstel in te trekken.schrobbenHeb jij vandaag de vloer ____?Heb jij vandaag de vloer geschrobd?ontstekenDe wond was lelijk _____De wond was lelijk ontstoken.Toelichting:Bij werkwoorden op -d (persoonsvorm tegenwoordige tijd) kun je de gewone regels voor ik-vorm en ik-vorm + t toepassen!Tip! Vervang de persoonsvorm door het werkwoord lopen, je hoort dan of je een t moet schrijven. Let op: dit kan alleen in de tegenwoordige tijd, niet in de verleden tijd. Ik word nooit uitgenodigd. (Ik loop ...)Hij wordt nooit uitgenodigd. (Hij loopt ...)Word jij wel uitgenodigd? (Loop jij ...?)Bij zwakke werkwoorden op -t of -d (persoonsvorm verleden tijd) kun je gewoon de regel 'ik-vorm + te(n) of ik-vorm + de(n)' toepassen:begeleiden - zij begeleiddepraten - hij praattesporten - wij sporttenBij werkwoorden met stam op -z of -v extra opletten bij de verleden tijd en dus ook bij het voltooid deelwoord. Je kunt dan het 'trucje' van 't kofschip gebruiken.zweven - hij zweefde - hij heeft gezweefdreizen - hij reisde - hij heeft gereisdverhuizen - hij verhuisde - hij is verhuisd't kofschip● stam van het werkwoord op t, k, f, s (of x), ch of p → schrijf ik-vorm + te(n)● stam van het werkwoord op andere letters → schrijf ik-vorm + de(n)Kijk bij het trucje van 't kofschip naar de stam van het werkwoord en NIET naar de ik-vorm. De stam = heel werkwoord zonder -en Schrijf het meervoud op van onderstaande woorden.kroket -> kroketten (Je plakt - en achter het woord en voegt een medeklinker toe vanwege de korte klank bij “ket-”)tarief → tarieven (Je plakt -en achter het woord en de f verandert in een v vanwege de uitspraak)slimmerik → slimmeriken (Bij woorden eindigend op -ik, -es, -et, -el plak je -en achter het woord zonder dubbele medeklinker als de klemtoon valt op de eerste of middelste lettergreep)krokodil → krokodillen (Je plakt - en achter het woord en voegt een medeklinker toe vanwege de korte klank bij “dil-”)operatie → operaties (Je plakt -s achter het woord als deze eindigt op een medeklinker of -e.)melodie → melodieën (Je plakt -ën achter woorden die eindigen op -ie en waarbij de klemtoon ook op de laatste lettergreep valt.)fee → feeën (Je plakt -ën achter woorden die eindigen op -ee. )typograaf → typografen (langere woorden op -aaf en -oof houden (vaak) de ‘f’ in het meervoud. )horloge → horloges (Je plakt -s achter het woord als deze eindigt op een medeklinker of -e.) rug + zakrugzakvrachtwagen + chauffeurvrachtwagenchauffeurexamen + roosterexamenroostermaximum + snelheidmaximumsnelheidrode + koolrodekooltv + programmatv-programmasuper + leuksuperleukRabobank + rekeningRabobankrekeningTweede + Kamer + lidTweede KamerlidZuid + oost + NederlandZuidoost-Nederlandverder + gaanverdergaaner + van + uit + gaanervan uitgaan Sommigen vonden het feest geweldig, maar anderen waren minder enthousiast.Velen kwamen naar de bijeenkomst om te luisteren naar de spreker.De meeste studenten hebben hun huiswerk op tijd ingeleverd.De vele bloemen in de tuin bloeiden prachtig.Beide opties zijn aantrekkelijk, maar ik kan maar één kiezen.Sommige supporters hebben besloten om thuis te blijven vanwege het slechte weer.Vele mensen genieten van een wandeling in het park op zondag.De meeste aanwezigen waren het eens met de voorgestelde veranderingen.Enkelen zien de voordelen niet en blijven standpunt.Beide teams hebben hard gewerkt om de finale te bereiken.Toelichting: Met of zonder n bij sommige/andere/meeste/vele/etc.Je voegt een -n toe als hetnaar een personen verwijstzelfstandig wordt gebruikt.In alle andere gevallen voeg je geen -n toe. Zelfstandig wil zeggen:dat er geen zelfstandig naamwoord achter sommige/andere/meeste/vele/etc. staatdat er in zin of de zin ervoor ook geen zelfstandig naamwoord staat dat verwijst naar sommige/andere/meeste/vele/etc. VoorbeeldMet of zonder nToelichtingDe meeste(n) fatbikes zijn nu al uit de winkels verwijderd.De meeste fatbikes zijn nu al uit de winkels verwijderd.Meeste wordt gevolgd door een ‘fatbikes’ = znHet is dus niet zelfstandig gebruikt. Meeste verwijst niet naar personen.De andere(n) gingen door naar het volgende feestje. De anderen gingen door naar het volgende feestje. Anderen wordt niet gevolgd door een zn.Anderen verwijst naar personen. Het is dus zelfstandig gebruikt.Sommige ouders kwamen naar de ouderavond, maar vele(n) waren er niet.Sommige ouders kwamen naar de ouderavond, maar vele waren er niet.Vele wordt niet gevolgd door een zn.Vele kan worden aangevuld met het zn ‘ouders’.Het verwijst naar personen maar het is niet zelfstandig gebruikt.Alleen als het voldoet aan de eerste twee voorwaarden (én het gaat om mensen én het is zelfstandig gebruikt) moet je een -n toevoegen.Deze regel geldt ook voor: enkele(n), weinige(n), enige(n), eerste(n), etc.Uitzondering: alle(n) en beide(n).Hiervoor geldt dat je beiden of allen schrijft als je weet dat het naar personen verwijst, ook als het niet in de zin of in de vorige zin staat. Bijvoorbeeld:De twee leerlingen vroegen beiden of ze de toets mochten inhalen (= afwijkende regel: verwijst naar personen (leerlingen), maar is niet zelfstandig gebruikt. Toch krijgt beiden een -n)Beiden vroegen of ze de toets mochten inhalen (= standaardregel: én verwijst naar personen én is zelfstandig gebruikt) SignaalwoordTekstverbandzoalsopsommingomdatredendaarentegentegenstellingbijvoorbeeldvoorbeeldbovendienopsommingom tedoel-middelomdoel-middelechtertegenstellingaangezienoorzaak-gevolgaan de andere kanttegenstellingten slotteconclusiehierdooroorzaak-gevolghoewelconclusiekortomconclusie In onderstaande uitwerking zie je het voorzetsel dat je moet invullen en daarbij het werkwoord waar het voorzetsel aan ‘vast’ zit. Je kunt bij het werkwoord dus geen ander voorzetsel gebruiken. Op – ingaan opVan – afstand doen van Naar – gissen naarIn – inzage hebben inVoor – bestemd zijn voorOp – gemunt hebben op iets of iemandMet – geen genoegen nemen metOp – hopen opBij – dwepen bijOp – gek zijn opOver – zich ergeren over ietsBij – beklagen bijOver – beschikken overTegen of jegens– argwaan koesteren tegen/jegens iemandToe – toewensenBij – baat vinden bij ietsOp – in antwoord opVan – op de hoogte zijn van Van – ter hoogte vanIn – inzicht hebben inOp – een beroep doen op iemandMet – eens worden met iemand (let op: eens worden over iets)aan – iemand aan iets herinnerenvan – ter gelegenheid vanop – geabonneerd zijn op ietsvan – gebruik maken van ietsin – behagen scheppen in ietstot – iemand tot iets bewegen Pim is net zo groot als Freek. (stellende trap)Kim is groter dan Babette. (vergrotende trap)Mijn zusje is ouder dan ik. (vergrotende trap)Toelichting:Gebruik dan na:de vergrotende trap: meer dan, kleiner dan, mooier danander, andere en anders: het is anders dan ik dachtGebruik als na:net zo en even: net zo groot als, even mooi alsniet zo: niet zo groot alstwee keer, drie keer, vier keer zo: vier keer zo groot alsLeertip:Zodra het woordje ‘zo’ in de zin staat, gebruik je bij de vergelijking ‘als’. GraagLieverLiefstBraafBraverBraafstVerVerderVerstGoedBeterBestBoeiendBoeienderBoeiendst De dikgedrukte en onderstreepte woorden vormen samen de dubbele ontkenning. Daaronder staan de verbeterde zinnen.Het diploma moet het vinden van een baan gemakkelijker maken en voorkomen dat de jongens niet in het criminele circuit belanden.Oplossing 1: Het diploma moet het vinden van een baan gemakkelijker maken en voorkomen dat de jongens in het criminele circuit belanden.Oplossing 2: Het diploma moet het vinden van een baan gemakkelijker maken en ervoor zorgen dat de jongens niet in het criminele circuit belanden.Ik verbied je morgen niet na tienen thuis te komen.Oplossing 1: Ik verbied je morgen na tienen thuis te komen.Oplossing 2: Ik zeg je dat je morgen niet na tienen thuis mag komen Oplossing 3: Je mag morgen niet na tienen thuis te komen.Niemand mag niet zijn kraam op de markt opbreken.Oplossing 1: Niemand mag zijn kraam op de markt opbreken.Oplossing 2: De kramen op de markt mogen niet worden opgebroken. platenspeler = samenstelling van platen en spelermbo-eisen = samenstelling van mbo en eisenzeeën = geen samenstelling, meervoud van zeeeindbestemming = samenstelling van eind en bestemmingna-apen = samenstelling van na en apenbeangstigen = geen samenstellingbeëindigen = geen samenstellingknieoperatie = samenstelling van knie en operatie
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.