Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:
Grieken & Romeinen: de Griekse stadstaat, de klassieke stijl, het Romeinse wereldrijk, Romeinen en Germanen, jodendom en christendom.
Toets Geschiedenis
Forum
Online maken
Toets afdrukken
Een denkwijze waarbij de focus ligt op kritisch en zelfstandig nadenken en eigen onderzoek doen. Een cultuur waarbij kenmerken van de Griekse-cultuur is overgenomen en aangepast door de Romeinen.Een godsdienst met maar een god.Een godsdienst met meerdere goden Volgelingen van Jezus die geloven dat hij de zoon van God is. Door in hem te geloven zou je het eeuwige leven krijgen. Werkwijze:Hier is het verstandig om eerst uit te leggen wat een monotheïstisch geloof is.Daarna draait het om de argumentatie. Het is makkelijker om te beargumenteren dat er wel sprake is van een monotheïstisch geloof. Al zijn er wel kanttekeningen bij te plaatsen.Antwoord:Bij een monotheïstisch geloof is er sprake van één god. Bij het christelijke geloof zijn er wel heiligen die vaak wonderen hebben verricht, sommige waarbij zij soms goddelijk kracht hebben gebruikt. Dit zou je kunnen vergelijken met de ‘’kleinere’’ Romeinse goden, of Romeinse halfgoden.Het verschil is echter dat in de leer van het christendom er duidelijk één god is. Andere goden worden actief geweerd, waardoor je wel kan spreken over een monotheïstisch geloof Werkwijze:Je moet hier een vergelijking maken. Het is daarom verstandig om zowel de Grieken als de Egyptenaren hun visie op bestuur uiteen te zetten. Daarna kan je namelijk eenvoudiger een conclusie schrijven.Antwoord:De Grieken keken naar hun bestuur alsof die de taak moest uitvoeren voor het algemene nut van de burgers. Het bestuur was er dus voor de bevolking.Bij oude beschavigen, zoals bij de Egyptenaren, was het de taak van het bestuur (priesters en godkoningen) om de wil van de goden uit te oefenen. De onderdanen moesten maar gehoorzamen.Bij de Grieken werden de onderdanen burgers, die zelf moesten nadenken over het bestuur. Er is dus een wezenlijk verschil tussen beide visies. Werkwijze:Je moet hier de Romeinse beschaving en visie op politiek bestuur koppelen aan twee vormen, namelijk de Griekse en de Egyptische. Gelukkig is er een duidelijk verschil in bestuur aanwezig bij de Romeinen. Beschrijf deze kort en koppel deze vervolgens aan de bovenstaande visies.Antwoord:De Romeinse Republiek past bij de Griekse visie op politiek, aangezien ook daar Romeinse burgers veel invloed hadden op het bestuur en het bestuur de wil vand de bevolking zo goed mogelijk moest uitvoeren. Het Romeinse Keizerrijk lijkt meer op de bestuursvisie van Egypte. In plaats van de Farao was er een keizer die vooral bezig was met het in stand houden van het rijk en berustte vooral op de kracht van het Romeinse leger. Werkwijze:Bij deze vraag moet je goed helder hebben wat een oorzaak en wat een gevolg is. Het lastige is dat sommige gebeurtenissen zowel een oorzaak als een gevolg kunnen zijn. Het ligt er maar net aan welke vraag je aan de gebeurtenis stelt.Het kan je helpen om het woord ‘’daardoor’’ te gebruiken. Bijvoorbeeld: De Romeinen breidden hun rijk uit, daardoor moeten zij uiteindelijk huursoldaten gebruiken om het te verdedigen. Dan is feit A een oorzaak van feit D (en is feit D dus een gevolg van feit A).Antwoord:Feit A is een oorzaak van feit C. Doordat de Romeinen hun gebied gingen uitbreiden, verspreidden zij hun cultuur (romanisering) rondom de middellandse zee. Feit C is een gevolg van feit B. De cultuur (denk aan architectuur) die wij nu nog steeds terugvinden, zoals theaters, viaducten, standbeelden etc. zijn veelal gemaakt in de hoogtijdagen van het Romeinse Rijk, gedurende de pax-romana. Door de economische bloei kon de cultuur ook floreren. Feit D is een gevolg van feit A. Doordat de Romeinen hun rijk uitbreiden werd het steeds moeilijker om de grenzen te verdedigen. Met name wanneer de welvaart van het Romeinse rijk afneemt zijn zij genoodzaakt om huursoldaten in te zetten om hun (te) grote rijk te verdedigen Werkwijze:Het is een verstandige eerste stap om te bedenken welke culturele onderdelen erg bekend zijn bij de Romeinen. Denk aan de architectuur, de beeldhouwkunst, het recht, maar ook het geloof. Bedenk goed welk geloof aanwezig was toen het Romeinse rijk viel.Antwoord:Het Romeinse rijk was ten tijde van haar val al een lange periode christelijk. Toen het Romeinse rijk ‘viel’ vervielen grote delen van haar cultuur, maar het christendom bleef bestaan. De christelijke bisschoppen spelen zelfs een sleutelrol in het bestuur van de voormalig Romeinse steden. Werkwijze:Ga overzichtelijk te werk. Je hoeft maar een overeenkomst en een verschil te benoemen. Kies voor het antwoord dat jij het beste kan beargumenteren.Schrijf niet meerdere antwoorden op, aangezien dit vaak alleen maar kan leiden tot puntenverlies.Antwoord:Een van de volgende overeenkomsten:In beide gevallen is er de mogelijkheid van inspraak door burgersEr is een kleine groep die wordt gekozen die het dagelijks bestuur uitoefenen.Er is sprake van een rechtsstaatEen van de volgende verschillen: Vrouwen hebben tegenwoordig meer inspraakHet burgerrecht is in Nederland algemeen goed (er worden dus geen groepen als slaven buitengesloten, die er tevens niet meer zijn) Werkwijze:Als je over Athene hebt gelezen dan weet je dat in onze huidige maatschappij Athene hoog in het vaandel staat om haar bestuurssysteem. Als je de vraag goed leest zie je dat er een alleenheerser was. Ga systematisch te werk in jouw antwoord en zorg voor structuur. Zo zorg je ervoor dat je niets overslaat en de volledige punten krijgtAntwoord:Het stadsbestuur liet de mannen afbeelden, omdat die door het doden van de alleenheerser een bijdrage hadden geleverd aan het begin van de Atheense democratie. Werkwijze:Als je de vraag goed leest dan merk je op dat je niet een idee van Aristoteles over burgerschap in Athene hoeft te noemen, maar een algemeen idee dat heerste in Athene over burgerschap ten tijde van Aristoteles. Je kan meerdere antwoorden geven. Zorg er wel voor dat je antwoorden duidelijk naar de eed verwijzen!Antwoord:Bij de eed komen een aantal punten naar voren. Je hoeft er maar één te benoemen. Hieronder staan drie antwoorden die je had kunnen geven. Het hebben van een democratie. Dit blijkt uit het volgende deel van de bron: ‘’.. en aan alles wat de meerderheid met inzich besluit’’.Het afkeuren van tirannie. Dit blijkt uit het volgende deel van de bron: ‘’.. wanneer iemand de wetten wil omverwerpen … zal ik dit niet toelaten’’.Het bestaan van een rechtsstaat. Dit blijkt uit het volgende deel van de bron: ‘’ik zal gehoorzamen aan de rechters en aan de bestaande wetten’’. Werkwijze:Zorg ervoor dat je de vraag, maar ook het onderschrift van de bron goed leest. Soms geeft dat net het beetje informatie dat je nodig hebt om de vraag volledig te beantwoorden.In dit geval geeft het je zeker een hint richting het juiste antwoord.Antwoord: Het amfitheater ligt in Nimes, Frankrijk. Onder de bron staat dat dezelfde soort amfitheaters ook zijn gevonden in het Midden-Oosten, Noord- Afrika en Europa. Al deze plaatsen moeten dus tot het Romeinse Rijk hebben behoord, anders zouden er geen Romeinse bouwwerken staan. De Romeinse cultuur (waaronder ook bouwwerken) werd namelijk verspreid in de gebieden die zij hadden veroverd.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.