All Right! MAX - Hoofdstuk 2 - Texas oefentoetsen & antwoorden

verwoestinguitgevenpuinschuilplaatsafschrikmiddelbevooroordeeldhet stukgaan(hulp)middel fragrance(gevangenis)strafcontributionorbittriggerJuvenileDespitecomplexion  fireavailableforecastmissionsupplyprisonerrecordrequire mirrorsensitivetoiletriesrinse offirritationitchwrinklespores It's a fact that a number of US states voted for it.Few would deny that these people are guilty.I think everybody realises that it is inhumane.On the whole, drug programmes seem to be effective.As a rule, I don’t use my phone while cycling.The problem will most likely solve itself.It isn’t as bad as all that.There are worse things in the world. Mr Taylor’s wife (persoon, enkelvoud)my sister’s (persoon, enkelvoud)The city of Los Angeles (geografische lokatie)Carlos’s glasses (persoon, enkelvoud, die eindigt op -s)The policeman’s leg (persoon, enkelvoud)The thieves’ hiding place (persoon, meervoud, die eindigt op -s)Toelichting:The possessive: ’s, ’ and … of … Je gebruikt de possessive om bezit aan te geven, of om aan te geven dat iets bij iets anders hoort. Je gebruikt ’s achter zelfstandige naamwoorden (personen, dieren) in het enkelvoud.        Voorbeeld: My bird’s cage.achter zelfstandige naamwoorden (personen, dieren) in het meervoud die niet op -s eindigen. Voorbeeld: The women’s clothes. achter eigennamen, óók als die op -s eindigen. Voorbeeld: Sam’s / Chris’s room. als je het hebt over winkels. Je kunt dan woorden als shop en firm weglaten. Voorbeeld: I’m getting some bread at the baker’s (shop). Je zet ’ achter zelfstandige naamwoorden in het meervoud die wel op -s eindigen. Voorbeeld: Listen to your teachers’ advice. Soms kun je bij de possessive ’s / ’ het zelfstandig naamwoord weglaten om herhaling te voorkomen. Voorbeeld: This bike is my brother’s (bike). Je gebruikt … of …als je het hebt over dingen. Voorbeeld: They parked at the front of the house. als je het hebt over geografische locaties. Voorbeeld: We are from the state of Texas.  however (tegenstelling - echter)because of (reden / oorzaak – vanwege)until (tijd – totdat)if (voorwaarde)(Al)though (tegenstelling – (al)hoewel)Yet (tegenstelling – (en) toch)Toelichting:Conjunctions zijn voegwoorden. Ze hebben allemaal een eigen functie.Voorbeelden:FunctieConjunctionVertalingVoorbeeld (logisch) gevolgSoDusHe overslept, so he was late.So thatZodatCan you stop singing, so that I can focus. KeuzeOrOfWould you like coffee or tea?OpsommingAndEnI like chocolate and vanilla ice cream.Reden / oorzaakAsAangezienAs we’re hungry, we’re going to lunch.BecauseWant; omdatHe is singing, because he’s happy.Because ofVanwegeHe is absent, because of his illness. SinceAangezienSince it’s raining, let’s stay in and watch a movie.Tegenstelling(Al)though(al)hoewelAlthough he’s not feeling well, he came to work.ButMaarI like David, but I don’t like his brother.DespiteOndanksDespite waking up late, he was at the office on time.HoweverEchterI’m out of eggs, however, I can still make a nice breakfast.Yet(en) tochHe has a lot of money, yet he never buys anything.TijdUntiltotdatI’ll run, until I’m tired.BeforeVoordatI always read before going to bed.AfterNadatShe did voluntary work in a hospital after she graduated.WhenToenI was sleeping when he telephoned.WhileTerwijlThey met while they were in college.VoorwaardeIfAlsI’ll give you cookies, if you do the dishes. Had the ceremony already begun (gebeurd voor iets anders in het verleden – past perfect) / arrived (verleden – past simple)moved (verleden – past simple) / had lived (gebeurd voor iets anders in het verleden – past perfect)have been married (in het verleden begonnen, duurt nog voort – present perfect) / met (verleden – past simple)had never eaten (gebeurd voor iets anders in het verleden – past perfect) / brought (verleden – past simple)have just had (kort geleden gebeurd – present perfect) / have drunk (in het verleden begonnen, duurt nog voort – present perfect)Toelichting: Past simple vs present perfect vs past perfect De past simple, present perfect en past perfect zijn drie manieren om over het verleden te praten. De past simple en de past perfect worden vaak samen gebruikt. Voor datgene in de zin dat het eerst gebeurde, gebruik je de past perfect. Voor datgene in de zin dat daarna gebeurde, gebruik je de past simple. Voorbeeld: Before I went to bed, I had showered. Hieronder staan de verschillen tussen de drie tijden nog eens op een rijtje: Past simplePresent perfectPast perfectwerkwoord + -(e)d of eigen vormhas / have + voltooid deelwoordhad + voltooid deelwoordbij dingen die in het verleden zijn gebeurd en geëindigdbij dingen die in het verleden zijn begonnen en nog steeds voortduren bij dingen die in het verleden zijn gebeurd, wanneer precies is niet bekend of niet belangrijk bij dingen die kortgeleden zijn gebeurd (just, already)bij dingen die zijn gebeurd vóór een bepaald moment of vóór een andere gebeurtenis in het verledenHe lived there when he was young.I have lived in Rotterdam all my life.It has rained.I have already heard the news.We had already left, when he arrived. were sung (last night - past simple passive)am expected (almost every day - present simple passive)Were the burglars caught (last night – past simple passive)is sold (present simple passive)was discontinued (last year – past simple passive)are not done (present simple passive)Toelichting:The passiveJe gebruikt de passive (lijdende vorm) als niet belangrijk of bekend is wíé de handeling verricht. De nadruk ligt dus op wát er gebeurt in plaats van op wíe het doet. De passive bestaat uit een vorm van to be + voltooid deelwoord. Soms staat er een zinsdeel met by achter, maar vaak ook niet. Voorbeeld: This book was written by Jane Smith. In de present simple passive gebruik je am / is / are + voltooid deelwoord.Voorbeeld: I am often distracted by my phone. In de past simple passive gebruik je was / were + voltooid deelwoord.- Voorbeeld: I was invited by my friends.  Let op: Dit is een voorbeelduitwerking. Jouw geschreven stukje kan er dus heel anders uit zien dan onderstaand voorbeeld. Je kunt dit op verschillende manieren schrijven.My role model is my older sister, Maria. She is 28 years old and always looks neat, confident and happy. Maria has long, brown hair and bright green eyes. She is tall and slim, and she always wears stylish clothes. Her favorite colors are blue and white, and she loves wearing dresses, jackets and jewellery.Maria works as a teacher, and she is very hardworking. She wakes up early every day, eats healthy food, and exercises regularly. She always helps me with my homework and gives me good advice when I feel sad.I admire Maria because she is strong and independent. She cares a lot about her family and friends and is always ready to help others. I would like to be like her, because she knows how to balance her work and personal life. She makes people feel happy and confident, and I want to do the same.150 wordsTips:Het is lastig om je eigen tekst na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je tekst voor je wil nakijken. Let in ieder geval goed op het volgende in de tekst:Het omvat alle punten van de opdracht, Er zitten geen spelfouten in, De stijl van de tekst is informeel en lijkt op spreektaal,De toon is licht en vriendelijk,Er is veel afwisseling: bijna alle zinnen beginnen anders.Let op: Je mag uitroeptekens gebruiken, maar gebruik ze niet te veel.