De Wereld Van MAX 2.0 deel A+B - Hoofdstuk 1 - Bevolking oefentoetsen & antwoorden

B) Centrumlanden.Toelichting:Centrumlanden zijn de meest welvarende landen, zoals de Verenigde Staten, Nederland en Australië. Voorbeelden van landen in de periferie zijn bijvoorbeeld Bangladesh, Niger en Afghanistan. Bekijk vervolgens goed naar de kaart en bekijk goed wat je opvalt; waar is de verstedelijking het grootst? Periferie of centrumlanden? a. Dunbevolkt gebied: hier is de bevolkingsdichtheid laag. Dichtbevolkt gebied: hier is de bevolkingsdichtheid hoog. b. Op de foto is hoogbouw zichtbaar dat aantoont dat in Den Haag de bevolkingsdichtheid relatief hoog is. Toelichting: Bevolkingsdichtheid is het aantal inwoners per vierkante kilometer. Ligging bij waterKlimaatHoogteverschillen in het landschapVruchtbaarheid van bodemsToelichting:Bedenk bij dit soort vragen altijd dat we bij aardrijkskunde altijd willen weten: waar gebeurt iets? En waarom gebeurt dat op die plek? In dit geval: hoe komt het dat de bevolkingsspreiding ongelijk verdeeld is over de wereld? A1B2C4D3Toelichting:Lees de theorie over het demografisch transitiemodel nog eens na. Wees je ervan bewust dat het demografisch transitiemodel de overgang is van een hoog geboorte- en sterftecijfer, naar een laag geboortecijfer en laag sterftecijfer. Een transitie is een overgang. Maar een paar landen zitten in fase 5 van het demografisch transitiemodel, zoals Japan en Duitsland. PushfactorPullfactorPushfactorToelichting:Bekijk goed of de omschrijvingen iets zeggen waarom iemand uit een gebied wil migreren (push) of aangetrokken worden tot het gebied om naartoe te migreren (pull) B: natuurlijke factoren.Toelichting: Bestudeer goed de kenmerkende verschillen tussen een politieke, natuurlijke, sociaal-culturele of economische factor. Arbeidsmigranten. Toelichting: Arbeidsmigranten komen naar Nederland om te werken omdat hier de werkgelegenheid hoog is. Nederland heeft dus een economische pullfactor. VergrijzingVergroening Verklarende vraagBeschrijvende vraagWaarderende vraagOplossingsgerichte vraagVoorspellende vraag A. Duitsland: urnmodel B. Indonesië: torenmodel C. Niger: piramidemodel Toelichting:Kijk goed naar de vorm van de bevolkingspiramide. Daaruit kan je opmaken of het gaat om een relatief jonge bevolking of een relatief oude, vergrijsde bevolking. Voorbeelden van problemen van bevolkingskrimp: Als gevolg van de bevolkingskrimp zullen winkels en scholen verdwijnen. Er zullen daarom minder voorzieningen zijn. Ook de bereikbaarheid van gebieden waar bevolkingskrimp plaatsvindt gaat achteruit, omdat het vaak niet meer rendabel is om bijvoorbeeld een busverbinding in stand te houden.  Vergrijzing vindt voornamelijk plaats in de provincies Zeeland, Drenthe en Limburg. Voorbeelden van gevolgen van vergrijzing:gevolgen voor de ruimtelijke inrichting van Nederland: gemiddeld is de huidige generatie ouderen een stuk actiever en welvarender dan de vorige generaties er komt daarom meer vraag naar fietspaden, beweegtuinen en ontmoetingsplekken voor ouderen.de woningmarkt verandert door vergrijzing. Ouderen leven langer en blijven vaker zelfstandig wonen in hun woningen. vergrijzing gaat samen met lage geboortecijfers, omdat er naar verhouding minder jonge mensen zijn die kinderen krijgen. Toelichting:Zorg dat je bij dit soort vragen goed de legenda afleest. In dit geval lees je af dat de donkergroen gekleurde legenda staat voor hoogste percentage bejaarden.Kijk vervolgens goed in de kaart in welke gebieden (provincies) je dit percentage tegenkomt. Drie van de volgende problemen:luchtvervuiling.ontstaan van files.overvolle metro’s.een tekort aan schoon drinkwater.gebrekkige riolering.overschot aan afval.