Deze oefentoets behandelt het volgende onderwerp: Leesvaardigheid.
Tip 1: print deze toets, zodat je deze op papier kunt maken. Zo kun je de belangrijkste woorden en zinnen in de teksten markeren. Dat maakt het makkelijker om het juiste antwoord te vinden; dit is ook de manier waarop je werkt bij het echte examen. Gebruik alleen een woordenboek als het echt nodig is – woorden opzoeken kost tijd.
Tip 2: Laat je niet afschrikken door een moeilijkere tekst - vaak kun je toch de vragen beantwoorden!
Toets Frans
Frans Leesvaardigheid
Online maken
Toets afdrukken
Werkwijze:Deze tekst heeft maar één vraag. Lees eerst de vraag voor je de tekst gaatlezen. Zo kun je meteen op een gerichte manier lezen, terwijl je de vraag in jeachterhoofd houdt.Check of je de betekenis weet van de volgende woorden en zinsdelen uit de tekst:près de la mer: dichtbij de zeejette: gooitbouteille: flestrouve: vindtenvoie: verstuurtvendredi: vrijdagboîte aux lettres: brievenbusdemande: vraagtaide: hulpAntwoord: A is goed. In de tekst staat op Julie op een dag een fles in de zee gooit met een brief erin. Na twee weken wordt deze gevonden door Emma, die in Engeland woont.Toelichting: B is fout. In de tekst wordt juist gezegd dat ze geen Engels spreekt, en daarom heeft ze hulp nodig van haar vader om de reactie van Emma te kunnen lezen.C is fout. Er wordt niet gezegd dat haar vader haar helpt bij het schrijven van de brieven. De rol van de vader is dat hij de brief van de Engelse Emma (de reactie op de flessenpost) heeft gevonden in de brievenbus, en dat hij Julie helpt de Engelse brief te vertalen. Werkwijze:Deze tekst heeft maar één vraag. Lees eerst de vraag voor je de tekst gaatlezen. Zo kun je meteen op een gerichte manier lezen, terwijl je de vraag in jeachterhoofd houdt.Schrijf nauwkeurig het antwoord op, volgens de eisen in de vraag.Check of je de betekenis weet van de volgende woorden en zinsdelen uit de tekst:une barbe: een baardpendant: tijdensAllemagne: Duitslandrousse: roodharigespère: hooptgagner: winnenAntwoord: 1 = wel, 2 = wel, 3 = niet.Toelichting: 1 (de lengte) heeft wel bijgedragen aan de overwinning. In de tekst wordt letterlijk gezegd dat de lengte (la longueur) van zijn baard ook heeft bijgedragen aan de overwinning. De baard van Nikolas is 60 cm, die van de 2e plek 49 cm.2 (de kleur) heeft wel bijgedragen aan de overwinning. De kleur van de baard is uniek, namelijk rood, terwijl de concurrenten allemaal een bruine of witte baard hebben.3 (de vorm) heeft niet bijgedragen aan de overwinning. Dit wordt niet genoemd in de tekst. Werkwijze:Lees eerst de vraag voor je de tekst gaat lezen. Zo kun je meteen op een gerichte manier lezen, terwijl je de vraag in je achterhoofd houdt.In de vraag wordt aangegeven dat je naar de eerste alinea moet kijken. Lees dan ook alleen deze alinea.Check of je de betekenis weet van de volgende woorden en zinsdelen uit de eerste alinea:ont eu: hebben gehadpremières: eerstearbitre: scheidsrechterplus tard: laterdevenir: wordenveut: wiljouer au foot: voetballenmais: maarpréférer: liever hebbenAntwoord: A is goed. In de eerste zin staat dat Alexandre en Delphine hun eerste ervaring als voetbalscheidsrechter hebben opgedaan. Toelichting: B is fout. Over Alexandre wordt in de laatste zin wel gezegd dat hij liever scheidsrechter wil zijn dan voetballer. Eerder wordt ook al genoemd dat hij later professioneel scheidsrechter wil worden. Maar Delphine wil doorgaan met voetballen. Omdat niet over beide kinderen wordt gezegd dat ze liever scheidsrechter willen zijn, is het antwoord fout. C is fout. Alexandre wil later namelijk professioneel scheidsrechter worden. Over Delphine wordt niet gezegd of ze een professional wil worden. Werkwijze:Lees eerst de vraag voor je de tekst gaat lezen. Zo kun je meteen op een gerichte manier lezen, terwijl je de vraag in je achterhoofd houdt.In de vraag wordt aangegeven dat je naar de tweede alinea moet kijken. Lees dan ook alleen deze alinea.Check of je de betekenis weet van de volgende woorden en zinsdelen uit de tweede alinea:sans: zondervraiment: echtun jour: op een dagdemande: vraagtil faut: je moetdoit: moetse déplacer vite: zich snel verplaatsenle terrain: het voetbalveldAntwoord: A is goed. Alexandre geeft aan dat je een goede conditie moet hebben om schiedsrechter te zijn. Een scheidsrechter moet zich namelijk snel verplaatsen en op het hele veld aanwezig zijn. Daarom loopt hij vaak hard.Toelichting: B is fout. Dit wordt niet genoemd in de tekst.C is fout. Dit wordt niet genoemd in de tekst. Alexandre heeft zelf wel eerst op voetbal gezeten, maar dit heeft niets te maken met het zijn van een goede scheidsrechter, hij vond het voetballen juist niet echt leuk. Werkwijze:Lees eerst de vraag voor je de tekst gaat lezen. Zo kun je meteen op een gerichte manier lezen, terwijl je de vraag in je achterhoofd houdt.In de vraag wordt aangegeven dat je naar de derde alinea moet kijken. Lees dan ook alleen deze alinea.Check of je de betekenis weet van de volgende woorden en zinsdelen uit de derde alinea:l’école primaire: basisschooldéjà: alréglé: opgelost / geregelddisputes: ruziesentre: tussenprendre une décision: een beslissing nemenAntwoord: C is goed. Alexandre heeft op de basisschool al veel ruzies tussen jongens van verschillende klassen opgelost. Het is een tweede natuur (zijn karakter) voor hem om mensen de regels te laten opvolgen en snel de juiste beslissing te nemen. Toelichting: A is fout. Hij loste juist ruzies op tussen andere kinderen. Er wordt niets gezegd over dat hij zelf niet goed overweg kon met andere kinderen.B is fout. Leraren worden niet genoemd in de tekst. Werkwijze:Lees eerst de vraag voor je de tekst gaat lezen. Zo kun je meteen op een gerichte manier lezen, terwijl je de vraag in je achterhoofd houdt.In de vraag wordt aangegeven dat je naar de derde alinea moet kijken. Lees dan ook alleen deze alinea.Check of je de betekenis weet van de volgende woorden en zinsdelen uit de derde alinea:jeunes: jongejoueurs de foot: voetballersmême: zelfsplus difficiles: moeilijkertoujours: (nog) altijdAntwoord: B is goed. In de tekst staat dat de jonge voetballers en zelfs de ouders de beslissingen van Alexandre respecteren, maar dat de trainers moeilijker zijn.Toelichting: A is fout. In de tekst staat dat zelfs de ouders de beslissingen van Alexandre respecteren.C is fout. In de tekst staat dat de jonge voetballers de beslissingen van Alexandre respecteren. Werkwijze:Lees eerst de vraag voor je de tekst gaat lezen. Zo kun je meteen op een gerichte manier lezen, terwijl je de vraag in je achterhoofd houdt.In de vraag wordt aangegeven dat je naar de vierde alinea moet kijken. Lees dan ook alleen deze alinea.Check of je de betekenis weet van de volgende woorden en zinsdelen uit de vierde alinea:depuis: sindscette année: dit jaara commencé: is begonnen mettrop: tetimide: verlegenje préfère: ik heb lievermaintenant: nucomprends: begrijpmieux: beterAntwoord: B is goed. Ze zegt dat ze de eerste minuten nog te verlegen was, en dat ze het moeilijk vond om beslissingen te nemen.Toelichting: A is fout. Ze zit sinds vier jaar op voetbal.C is fout. Ze zegt dat graag haar club wil helpen door scheidsrechter te zijn, maar dat ze liever zelf voetbalspeler is. Werkwijze:Lees eerst de vraag voor je de tekst gaat lezen. Zo kun je meteen op een gerichte manier lezen, terwijl je de vraag in je achterhoofd houdt.In de vraag wordt aangegeven dat je naar de eerste alinea moet kijken. Lees dan ook alleen deze alinea.Er worden veel jaartallen genoemd. Bestudeer deze zorgvuldig om het juiste antwoord te kiezen.Check of je de betekenis weet van de volgende woorden en zinsdelen uit de eerste alinea:incroyable: ongelofelijkmaîtresse: baasjene peut pas le croire: kan het niet gelovenpresque: bijnaretrouvé: teruggevondenaujourd’hui: vandaag (nu)échappé: ontsnaptpuce: chipAntwoord: A is goed. De hond Baloo is in 2011 zoekgeraakt nadat hij ontsnapte uit het huis. In 2012 heeft men de hond gevangen en naar een asiel gebracht. Toelichting: B is fout. Omdat de hond geen tattoo of chip had, konden ze hem niet identificeren en zijn baasje niet vinden.C is fout. Baloo is nu 13 jaar, nadat hij na bijna 10 jaar weer is teruggevonden. Op het moment van de verdwijning was hij dus een stuk jonger. Werkwijze:Lees eerst de vraag voor je de tekst gaat lezen. Zo kun je meteen op een gerichte manier lezen, terwijl je de vraag in je achterhoofd houdt.In de vraag wordt aangegeven dat je naar de tweede alinea moet kijken. Lees dan ook alleen deze alinea.Check of je de betekenis weet van de volgende woorden en zinsdelen uit de tweede alinea:la sœur: de zusa vu: heeft gezienaller chercher: ophalenreconnue: herkendcaressé: geaaidcontent: blijraconter: vertellenAntwoord: A is goed. De zus van het baasje van Baloo zag de hond op een foto van de Facebookpagina van het asiel.Toelichting: B is fout. Het was niet een vriend van het baasje die heeft geholpen, maar de zus.C is fout. De krant heeft niet geholpen bij het vinden van Baloo. Toen de hond eenmaal gevonden was na bijna tien jaar, heeft het baasje dit verhaal gedeeld in een artikel in de krant Le Parisien. Werkwijze:Lees eerst de vraag voor je de tekst gaat lezen. Zo kun je meteen op een gerichte manier lezen, terwijl je de vraag in je achterhoofd houdt.Je moet een specifieke vraag beantwoorden. Het is dus voldoende om scannend te lezen. Zoek vooral naar woorden die je bekend voorkomen, bijvoorbeeld uit het Nederlands of het Frans. Je hoeft niet alles in detail te lezen en te begrijpen.Check of je de betekenis weet van de volgende woorden en zinsdelen uit de tekst:passionnant: boeiend / spannendennuyeux: saai / vervelendla plupart: de meerderheidsurtout: vooralles jeunes: de jongerenamusant: leukobliger: verplichtendétester: een hekel hebben aanparfois: somssi: alsle sujet: het onderwerpAntwoord: B is goed. De ouders van Sarah verplichten haar om naar musea te gaan, maar ze vindt het echt vreselijk. Ze heeft er een hekel aan en vindt het saai. Ze houdt er dus echt niet van om naar musea te gaan.Toelichting: A is fout. Sonia vindt de meeste musea wel cool, vooral als er interessante activiteiten zijn voor jongeren. Dat is leuk volgens haar. Zij is dus positiever dan Sarah.C is fout. Biscotto vindt het soms leuk om naar musea te gaan, en soms saai. Het hangt af van het onderwerp: als het onderwerp cool is, kan het heel boeiend zijn! Maar als het onderwerp niet interessant is, kan het ook vreselijk zijn. Omdat hij een gemixte mening heeft, is hij niet het minst enthousiast, dat is Sarah, want zij is alleen maar negatief over een museumbezoek.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.