All Right MAX
- Hoofdstuk 3 - Kenya
oefentoetsen & antwoorden
MAX
Klas 3|Havo
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:
Vocabulary,
Expressions,
Writing,
Grammar
The future
Adjectives and adverbs
Can, could, may, might, to be able toand to be allowed to
Have to, must andshould
Toets Engels
All Right MAX
Online maken
Toets afdrukken
onderhandelen (het) bestaanduurzaamaannemerSteigersecht / authentiekSamenstelling; compositiefuseren bankruptpatternhousingthriveporchstocksmatureDe woorden die overblijven zijn: utilities, solar, interior. furnishpopulationshedmonitordistractiondesiretribecontentDe woorden die overblijven zijn: choke, neiging, actualiteiten. Tell me a little bit about yourself.She lives in that small house just around the corner.I’m fairly certain that I’ve seen you before.As far as I know, he lives with his mother.I would always eat fast food after work.I’m absolutely convinced that this is the future!I’m pretty sure that the product will sell well.I have my doubts about your plan. a. Shall I help (spontaan aanbod – shall + hele werkwoord)b. are not buying / aren't buying / 're not buying / are not going to buy / 're not going to buy / aren't going to buy (iets dat gepland is en vrijwel zeker zal gebeuren / het plan was er voor het gesprek – present continuous / to be going to + hele werkwoord)c. starts (volgens schema – present simple)d. Will you get (verzoek – will + hele werkwoord)e. will be / 'll be (feiten / iets dat te verwachten is – will + hele werkwoord)f. am going to be / 'm going to be (voorspelling gebaseerd op aanwijzing – to be going to + hele werkwoord)Toelichting:The future Er zijn vier werkwoordstijden die je kunt gebruiken om over de toekomst te praten, namelijk to be going to, will / shall, de present simple en de present continuous. Hieronder staan de verschillende vormen in volgorde van waarschijnlijkheid: van zeker dat het gaat gebeuren tot heel onzeker dat het gaat gebeuren. Present simpleDit gebruik je voor dingen die volgens schema gaan gebeuren. Voorbeeld: The train departs at 9 a.m. Present continuous Dit gebruik je voor dingen die gepland zijn en vrijwel zeker gaan gebeuren. Je hebt er bijvoorbeeld al dingen voor geregeld. Voorbeeld: We are moving to Amsterdam this fall. To be going to + hele werkwoordDit gebruik je:- als het plan er al was vóór het gesprek. Voorbeeld: We’re going to bake a cake. - bij een voorspelling die is gebaseerd op een aanwijzing. Voorbeeld: He is going to fail his exam, because he didn’t study for it. 4. Will / shall + hele werkwoord Dit gebruik je: als het plan ontstaat tijdens het gesprek. Voorbeeld: If we graduate, we’ll go on a long vacation, OK?bij een voorspelling die gebaseerd is op een mening, of onzekerheid over de toekomst, in combinatie met bijvoorbeeld: I (don’t) think, probably of possibly. Voorbeeld: I don’t think Jim will be there on time.bij een spontaan aanbod, weigeringen, beloftes, voorstellen of verzoeken. Voorbeeld: I’ll get you a glass of water.bij feiten, of bij dingen die zo vaak gebeuren dat je ze eigenlijk altijd wel kunt verwachten (‘algemene waarheden’). Voorbeeld: Most trees will shed their leaves in autumn.Opmerking: shall wordt alleen gebruikt voor I en we.Zie boek voor meer voorbeelden. awfully (adverb, zegt iets van de adjective ‘late’)Fortunately (adverb, zegt iets over de rest van de zin)sure (adjective, zegt iets over de noun ‘Darin’)exciting (adjective, zegt iets over de noun ‘book’)continuously (adverb, zegt iets over de verb ‘asked’)beautiful (adjective, zegt iets over de noun ‘love song’)Toelichting: Adjectives and adverbs Een adjective (bijvoeglijk naamwoord) zegt iets over een noun (zelfstandig naamwoord). Voorbeeld: That is an amazing story. Een adverb kan iets zeggen over: een verb (werkwoord). Voorbeeld: The musician played beautifully. een adjective (bijvoeglijk naamwoord). Voorbeeld: This is an awfully long walk. een ander adverb (bijwoord). Voorbeeld: They talked very loudly. de hele zin. Voorbeeld: Amazingly, nobody was hurt in the accident. Een adverb kun je vaak maken door -ly achter een adjective te zetten. Let op: soms verandert er iets in de spelling, voorbeeld: accident – accidentally (zie boek voor meer voorbeelden).Er zijn ook onregelmatige adverbs. Leer deze uit je hoofd. Voorbeeld: good – well, fast – fast (zie boek voor meer voorbeelden). a. will never be able to run / 'll never be able to run / shall never be able to runb. might helpc. Were they allowed to comed. could have caught / could've caughte. May I askToelichting:Can, could, may, might, to be able to and to be allowed to Het Engels kent een aantal verschillende werkwoorden die je kunt gebruiken voor situaties waarin je in het Nederlands ‘(zou) kunnen’ of ‘(zou) mogen’ zou gebruiken, namelijk: can, could, may, might, to be able to en to be allowed to. (zou) kunnen Iets is mogelijk.Je kan dan can, could, may of might gebruiken.Can betekent dat het waarschijnlijk is. Het kan. Voorbeeld: It can rain a lot during fall.Could betekent dat het iets minder waarschijnlijk is. Het zou kunnen. Voorbeeld: It could become very cold tonight.May betekent dat het nog minder waarschijnlijk is. Het zou misschien kunnen. Voorbeeld: It may snow, if temperatures drop to around zero degrees.Might betekent dat het bijna onwaarschijnlijk is. Het zou heel misschien kunnen. Voorbeeld: We might run into each other at the annual fair, since we’re both going one of these days.Je hebt het vermogen, de vaardigheid of de mogelijkheid om iets te doen.Je kan dan can, could of to be able to gebruiken. - Can (kan) gebruik je alleen in de present simple. Voorbeeld: We can do that.- Could (zou kunnen / kon(den)) gebruik je voor iets wat je mogelijk zou kunnen, en soms als verleden tijd van can. Voorbeeld: We could do that.- To be able to (in staat zijn) kun je met alle werkwoordstijden gebruiken. Voorbeeld: We were able to do that. 2. (zou) mogen a. Je hebt toestemming om iets te doen. Je kan dan can, could, may of to be allowed to gebruiken. - Can (mogen / mag) gebruik je alleen in de present simple. Voorbeeld: My parents say I can stay till 5 p.m. - Could (mochten / mocht) gebruik je soms als verleden tijd van can. Voorbeeld: My parents said I could stay till 5 p.m. - May (mogen / mag) klinkt formeler dan can. Voorbeeld: You may leave now. - To be allowed to (toestemming hebben) kun je met alle werkwoordstijden gebruiken. Voorbeeld: Were you allowed to stay till 5 p.m.? Je stelt een beleefde vraag.Je gebruikt dan can, could, may of might, vaak in combinatie met please. May en might zijn formeler dan can en could. Could is beleefder dan can. Mag / mogen. Voorbeeld: Can / Could I have a cookie, please?Might is beleefder dan may. Zou(den) mogen. Voorbeeld: May / Might I borrow your pen, please? a. will have to inform her / 'll have to inform her (noodzakelijk)b. must be (logisch)c. should not eat / shouldn't eat (advies)d. have to leave (noodzakelijk)e. must show (regel)Toelichting:Have to, must and should Het Engels kent een aantal verschillende werkwoorden die je kunt gebruiken voor situaties waarin je in het Nederlands ‘(zou) moeten’ zou gebruiken, namelijk have to, must en should. Om aan te geven dat iets moet of noodzakelijk is, gebruik je have to of must. - Have to geeft vooral aan dat iets noodzakelijk is. Voorbeeld: I have to go now, or I’ll miss my bus.- Must is formeler en dwingender dan have to, en geeft vooral aan dat iets van iemand anders moet. Het wordt vaak gebruikt in regels, wetten of bevelen. Voorbeeld: You mustn’t park here, it’s forbidden. Om aan te geven dat iets logisch is, dat het niet anders kan, gebruik je must. - Let op: in dit geval kun je have to niet gebruiken! Voorbeeld: They must be tired after such a busy day. 3. Om advies te geven, of om aan te geven dat iets (eigenlijk) zou moeten, gebruik je should. Voorbeeld: You shouldn’t stay in the sun too long. Let op: Dit is een voorbeelduitwerking. Jouw geschreven stukje kan er dus heel anders uit zien dan onderstaand voorbeeld. Je kunt dit op verschillende manieren schrijven.Santorini, Greece, is a beautiful holiday destination in the Aegean Sea. It is famous for its white houses with blue roofs and amazing sunsets. The local people are friendly and welcoming. They love to share stories about their island and help visitors feel at home.The main language spoken in Santorini is Greek, but many people also speak English, especially in tourist areas. This makes it easy for travelers to communicate.The weather in Santorini is warm and sunny most of the year. Summers are hot, and the sea is perfect for swimming. Winters are mild, but it is still a lovely time to explore the island.The food in Santorini is delicious. You can try fresh seafood, Greek salads with feta cheese, and moussaka, a baked dish with eggplant and meat. Local wine is also popular, as the island has vineyards.You can see colorful flowers like bougainvillea and herbs like oregano on the island. If you love animals, you will enjoy the goats, donkeys, and many birds that can be seen there too. Santorini’s beauty, kind people, and tasty food make it a perfect place to visit.189 wordsTips:Het is lastig om je eigen tekst na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je tekst voor je wil nakijken. Let in ieder geval goed op het volgende in de tekst:Het omvat alle punten van de opdracht, Er zitten geen spelfouten in, De stijl van de tekst is informeel en lijkt op spreektaal,De toon is licht en vriendelijk,Er is veel afwisseling: bijna alle zinnen beginnen anders.Let op: Je mag uitroeptekens gebruiken, maar gebruik ze niet te veel.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.