Toets Wiskunde

Moderne Wiskunde 13e ed deel B - Hoofdstuk 11A - Vergelijkingen en ongelijkheden oefentoetsen & antwoorden

13e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: Vergelijkingen en ongelijkheden.


Moderne Wiskunde 13e ed deel B
Toets Wiskunde
Moderne Wiskunde 13e ed deel B
Online maken
Toets afdrukken
We willen de waarden tussen $-5$ en $7$ in ongelijkheidsnotatie en intervalnotatie aangeven. Het rondje bij $-5$ is open, dus $-5$ doet zelf niet mee.Het rondje bij $7$ is open, dus $7$ doet zelf mee.Ongelijkheidsnotatie:Schrijf $x$ tussen $-5$ en $7$.$-5<x\leq 7$Bij -5 gebruiken we alleen kleiner dan, want -5 doet zelf niet mee.Bij 7 gebruiken we kleiner/gelijk aan, want 7 doet zelf mee.Intervalnotatie. $\langle -5,7]$Gebruik een driehoekig haakje als de grens niet mee doet, en een vierkanten haakje als de grens wel meedoet. Antwoord: Ongelijkheidsnotatie: $-5<x\leq 7$, intervalnotatie: $\langle -5,7]$We willen de waarden kleiner dan $-2$ aangeven in de ongelijkheidsnotatie en de intervalnotatie.Het rondje bij $-2$ is dicht, dus $-2$ doet zelf mee, we schrijven kleiner/gelijk aan.Ongelijkheidsnotatie:$x\leq -2$Intervalnotatie:$\langle \leftarrow, -2]$Alle getallen onder -2 dus een pijl naar links, -2 doet zelf mee dus een vierkanten haakje.Antwoord: Ongelijkheidsnotatie: $x\leq -2$, intervalnotatie: $\langle \leftarrow, -2]$ Stap 1: Isoleer de breuk.$\frac{20}{3x-7}\red{-8}=-2$. Door de $-8$ aan de linkerkant is de breuk niet geïsoleerd. Tel bij beide kanten $8$ op, om de breuk te isoleren.$\frac{20}{3x-7}-8\red{+8}=-2\red{+8}$$\frac{20}{3x-7}=-2$Stap 2: Vermenigvuldig links en rechts met de noemer van de breuk.$\frac{20}{3x-7}\cdot (3x-7)=-2\cdot (3x-7)$ (denk aan de haakjes!)Als je een breuk vermenigvuldigd met zijn eigen noemer valt de noemer weg.$20=-2(3x-7)$Stap 3: Los de vergelijking op.Werk de haakjes uit.$20=-6x+14$Alle getallen met $x$ erin naar links.Beide kanten $+6x$$20+6x=14$Losse getallen naar rechts.Beide kanten $-20$$6x=-6$Delen door het getal voor de $x$.$x=-1$Antwoord: $x=-1$Stap 1: Isoleer de breuk.$x=\frac{6}{x-4}\red{+3}$. Door de $+3$ aan de rechterkant is de breuk niet geïsoleerd. Trek van beide kanten $3$ af, om de breuk te isoleren.$x\red{-3}=\frac{6}{x-4}+3\red{-3}$$x-3=\frac{6}{x-4}$Stap 2: Vermenigvuldig links en rechts met de noemer van de breuk.$(x-3)(x-4)=\frac{6}{x-4}\cdot (x-4)$ (denk aan de haakjes!)Als je een breuk vermenigvuldigd met zijn eigen noemer valt de noemer weg.$(x-3)(x-4)=6$Stap 3: Los de vergelijking op.Werk de haakjes uit.$x^2-4x-3x+12=6$$x^2-7x+12=6$Herleid op 0.$x^2-7x+6=0$Ontbind in factoren.$(x-6)(x-1)=0$$x-6=0$ of $x-1=0$$x=6$ of $x=1$$x=6$ of $x=1$Antwoord: $x=1$ of $x=6$ Stap 1: Isoleer de macht.Werk eerst het losse getal naar de andere kant. $6\cdot 4^{x-7}\red{+3}=99$, $+3$ is een los getal, we trekken van beide kanten 3 af om de macht te isoleren.$6\cdot 4^{x-7}+3\red{-3}=99\red{-3}$$6\cdot 4^{x-7}=96$Deel beide kanten door 6 om de macht te isoleren.$4^{x-7}=16$Stap 2: Schrijf ook de rechterkant als macht van 4.$16=4^2$ dus we kunnen schrijven: $4^{x-7}=4^2$Stap 3: Nu aan beide kanten van de $=$ een macht met hetzelfde grondtal staan, kunnen we een bordje op de exponent, $x-7$ leggen.$x-7=2$$x=9$ (beide kanten $+7$)Antwoord: $x=9$Stap 1: Isoleer de macht.Werk eerst het losse getal naar de andere kant. $3^{2b+1}\red{-4400}=4373$, $-4400$ is een los getal bij de macht, we tellen bij beide kanten 4400 op om de macht te isoleren.$3^{2b+1}-4400\red{+4400}=-4373\red{+4400}$$3^{2b+1}=27$Stap 2: Schrijf ook de rechterkant als macht van 3.$3^3=27$ dus we kunnen schrijven: $3^{2b+1}=3^3$Stap 3: Nu aan beide kanten van de $=$ een macht met hetzelfde grondtal staan, kunnen we een bordje op de exponent, $2b+1$ leggen.$2b+1=3$$2b=2$ (beide kanten $-1$)$b=1$ (delen door het getal voor de letter)Antwoord: $b=1$ Stap 1: De wortel isoleren.De wortel moet alleen aan één kant van de $=$ staan.$\sqrt{3x-11}=4$ (beide kanten $+5$)Stap 2: Leg een bordje onder de wortel.$\sqrt{16}=4$ dus $3x-11=16$Stap 3: Los de vergelijking op.$3x=27$ (beide kanten $+11$)$x=9$ (beide kanten delen door 3)Antwoord: $x=9$Stap 1: De wortel isoleren.De wortel moet alleen aan één kant van de $=$ staan.$-2\sqrt{x}=-30$ (beide kanten $-19$)$\sqrt{x}=15$ (beide kanten delen door $-2$)Stap 2: Leg een bordje onder de wortel.$\sqrt{225}=15$ dus $x=225$Antwoord: $x=225$ Stap 1: Los op $f(x)=g(x)$$5x^2+5x-60=-5x-45$Herleid op 0.$5x^2+5x-60+5x+45=0$$5x^2+10x-15=0$Deel door 5.$x^2+2x-3=0$Ontbind in factoren.$(x+3)(x-1)=0$$x+3=0$ of $x-1=0$$x=-3$ of $x=1$Stap 2: Bereken de $y$-coördinaten van de snijpunten.Vul $x=-3$ in in één van de twee formules.$g(-3)=-5\cdot -3-45$$=15-45=-30$$(-3,-30)$Controle:$f(-3)=5(-3)^2+5\cdot -3-60$$f(-3)=5\cdot 9-15-60$$=45-15-60=-30$ klopt!Vul $x=1$ in in één van de twee formules.$g(1)=-5\cdot 1-45$$=-5-45=-50$$(1,-50)$Controle:$f(1)=5(1)^2+5\cdot -3-60$$f(1)=5\cdot 1+5-60$$=5+5-60=-50$ klopt!Antwoord:$(-3,-30)$ en $(1,-50)$ Los eerst op $f(x)=0$In de figuur zien we dat de grafiek de $x$-as snijdt bij $x=-3$ en $x=7$Los de ongelijkheid op.$f(x)\geq 0$ oftewel, waar ligt de grafiek boven de $x$-as, en waar snijdt de grafiek de $x$-as.Voor het snijpunt $x=-3$ ligt de grafiek boven de $x$-as, en na het snijpunt $x=7$ ligt de grafiek boven de $x$-as.De snijpunten met de $x$-as doen mee.In de ongelijkheidsnotatie schrijven we: $x\leq -3$ of $x\geq 7$In de intervalnotatie schrijven we: $\langle \leftarrow, -3] \cup [7, \rightarrow \rangle$Antwoord: $f(x)\geq 0$ geeft ongelijkheidsnotatie: $x\leq -3$ of $x\geq 7$. Intervalnotatie: $\langle \leftarrow, -3] \cup [7, \rightarrow \rangle$ Stap 1: Isoleer eerst de macht.2x5=−1162x^5=-1162x5=−116 (beide kanten +4+4+4)x5=−58x^5=-58x5=−58 (beide kanten delen door 2) Stap 2: Om tot de macht 5 weg te werken nemen we de 5de machtswortel.x=−585x=\sqrt[5]{-58}x=5−58​ (het is een oneven macht dus we hebben maar 1 oplossing)x≈−2,25x\approx -2,25x≈−2,25Antwoord: Exact: x=−585x=\sqrt[5]{-58}x=5−58​ Op twee decimalen: x≈−2,25x\approx -2,25x≈−2,25Stap 1: Isoleer de macht.3x4=183x^4=183x4=18 (beide kanten +8+8+8)x4=6x^4=6x4=6 (beide kanten :3:3:3) Stap 2: Werk de macht weg.We kunnen tot de macht 4 wegwerken met de 4e machtswortel.4 is even, dus we hebben twee oplossingen.x=64x=\sqrt[4]{6}x=46​ of x=−64x=-\sqrt[4]{6}x=−46​ Stap 3: Bereken xxx.x≈1,57x\approx 1,57x≈1,57 of x≈−1,57x\approx -1,57x≈−1,57 Antwoord: Exact: x=64x=\sqrt[4]{6}x=46​ of x=−64x=-\sqrt[4]{6}x=−46​ Op twee decimalen: x≈1,57x\approx 1,57x≈1,57 of x≈−1,57x\approx -1,57x≈−1,57 Stap 1: Stel een vergelijking op om $w$ te berekenen als $K=38$. $28+\frac{1660}{w+3}=38$Stap 2:Isoleer de breuk.$\red{28}+\frac{1660}{w+3}=38$. Door de $28$ aan de linkerkant is de breuk niet geïsoleerd. Trek van beide kanten $28$ af, om de breuk te isoleren.$28\red{-28}+\frac{1660}{w+3}=38\red{-28}$$\frac{1660}{w+3}=10$Stap 3: Vermenigvuldig links en rechts met de noemer van de breuk.$\frac{1660}{w+3}\cdot (w+3)=10(w+3)$ (denk aan de haakjes!)Als je een breuk vermenigvuldigd met zijn eigen noemer valt de noemer weg.$1660=10(w+3)$Stap 4: Los de vergelijking op.Werk de haakjes uit.$1660=10w+30$Alle getallen met $w$ erin naar links.Beide kanten $-10w$$1660-10w=30$Losse getallen naar rechts.Beide kanten $-1660$$-10w=-1630$Delen door het getal voor de $w$.$w=163$ (let op: negatief delen door negatief is positief)Antwoord:  Het woonoppervlak van Ali is 163 vierkante meter.  GGG is in centimeters, zet dus eerst 1,70 m om naar centimeters.1,70 m = 170 cm Stap 1: Stel een vergelijking op. Vul voor G=170G=170G=170 in.50+900L=17050+\sqrt{900L}=17050+900L​=170 Stap 2: Isoleer de wortel.De wortel moet alleen aan één kant van de === staan900L=120\sqrt{900L}=120900L​=120 (beide kanten −50-50−50) Stap 3: Leg een bordje onder de wortel.14400=120\sqrt{14400}=12014400​=120 (kwadrateer wat achter de === staat om te bepalen wat op het bordje moet staan)Dus 900L=14400900L=14400900L=14400Stap 4: Los de vergelijking op.Deel beide kanten door het getal dat voor de letter staat.L=14400:900=16L=14400:900=16L=14400:900=16Antwoord: 16 jaar oud.Stap 1: Stel een vergelijking op. Vul voor G=140G=140G=140 in.50+900L=14050+\sqrt{900L}=14050+900L​=140 Stap 2: Isoleer de wortel.De wortel moet alleen aan één kant van de === staan900L=90\sqrt{900L}=90900L​=90 (beide kanten −50-50−50) Stap 3: Leg een bordje onder de wortel.8100=90\sqrt{8100}=908100​=90 (kwadrateer wat achter de === staat om te bepalen wat op het bordje moet staan)Dus 900L=8100900L=8100900L=8100 Stap 4: Los de vergelijking op.Deel beide kanten door het getal dat voor de letter staat.L=8100:900=9L=8100:900=9L=8100:900=9 Antwoord: 9 jaar oud. Stap 1: Los op $f(x)=g(x)$$4x^2-3x+6=x+9$Herleid op 0.$4x^2-4x-3=0$Stap 2: Ontbinden in factoren lukt niet, dus we gebruiken de ABC-formule.$a=4$, $b=-4$ en $c=-3$$D=b^2-4ac$$D=(-4)^2-4\cdot 4\cdot -3$$D=16+48=64$$x=\frac{-b-\sqrt{D}}{2a}$ of $x=\frac{-b+\sqrt{D}}{2a}$$x=\frac{- -4-\sqrt{64}}{2\cdot 4}$ of $x=\frac{- -4+\sqrt{64}}{2\cdot 4}$$x=\frac{4-8}{8}$ of $x=\frac{4+8}{8}$$x=-\frac{4}{8}$ of $x=\frac{12}{8}$$x=-\frac{1}{2}$ of $x=1\frac{1}{2}$Stap 3: Bereken de $y$-coördinaten van de snijpunten.Vul de $x$-coördinaat in één van de twee formules in.$f(-\frac{1}{2})=4\cdot (-\frac{1}{2})^2-3\cdot -\frac{1}{2}+6$$=4\cdot \frac{1}{4}+\frac{3}{2}+6$$=1+\frac{3}{2}+6$$=8\frac{1}{2}$$(-\frac{1}{2},8\frac{1}{2})$Vul de $x$-coördinaat ter controle ook in in $g$.$g(-\frac{1}{2})=-\frac{1}{2}+9=8\frac{1}{2}$ Klopt!Vul de andere $x$-coördinaat in één van de twee formules in.$f(1\frac{1}{2})=4\cdot (1\frac{1}{2})^2-3\cdot 1\frac{1}{2}+6$$=4\cdot \frac{9}{4}-\frac{9}{2}+6$$=9-4\frac{1}{2}+6$$=10\frac{1}{2}$$(1\frac{1}{2},10\frac{1}{2})$Vul de $x$-coördinaat ter controle ook in in $g$.$g(1\frac{1}{2})=1\frac{1}{2}+9=10\frac{1}{2}$ Klopt!Antwoord: $(-\frac{1}{2},8\frac{1}{2})$ en $(1\frac{1}{2},10\frac{1}{2})$ Tussen fff en ggg staat het groter dan teken, dus de vraag is: wanneer ligt fff boven ggg? Stap 1: Zoek de snijpunten.f(x)=g(x)f(x)=g(x)f(x)=g(x) als x=−5x=-5x=−5 en x=1x=1x=1 Stap 2: Kijk wanneer fff (groen) boven ggg (blauw) ligt.Voor het snijpunt x=−5x=-5x=−5 ligt fff boven ggg. Na het snijpunt x=1x=1x=1 ligt fff boven ggg.De getallenlijn die hierbij hoort:In de ongelijkheidsnotatie schrijven we: x<−5x<-5x<−5 of x>1x>1x>1In de intervalnotatie schrijven we: ⟨←,−5⟩∪⟨1,→⟩\langle \leftarrow, -5\rangle \cup \langle 1, \rightarrow \rangle⟨←,−5⟩∪⟨1,→⟩ Antwoord:f(x)>g(x)f(x)>g(x)f(x)>g(x) geeft ongelijkheidsnotatie: x<−5x<-5x<−5 of x>1x>1x>1Intervalnotatie: ⟨←,−5⟩∪⟨1,→⟩\langle \leftarrow, -5\rangle \cup \langle 1, \rightarrow \rangle⟨←,−5⟩∪⟨1,→⟩Tussen fff en ggg staat het kleiner dan/gelijk aan teken, dus de vraag is: wanneer ligt fff onder ggg en wanneer is fff gelijk aan ggg? Stap 1: Zoek de snijpunten.f(x)=g(x)f(x)=g(x)f(x)=g(x) als x=−5x=-5x=−5 en x=1x=1x=1 Stap 2: Kijk wanneer fff (groen) onder ggg (blauw) ligt.Tussen snijpunt x=−5x=-5x=−5 en het snijpunt x=1x=1x=1 ligt fff onder ggg.De snijpunten doen zelf mee omdat de vraag is kleiner dan/gelijk aan.De getallenlijn die hierbij hoort:In de ongelijkheidsnotatie schrijven we: −5≤x≤1-5\leq x\leq 1−5≤x≤1In de intervalnotatie schrijven we: [−5,1][-5,1][−5,1] Antwoord: f(x)≤g(x)f(x)\leq g(x)f(x)≤g(x) geeft ongelijkheidsnotatie: −5≤x≤1 -5\leq x\leq 1 −5≤x≤1 Intervalnotatie: [−5,1][-5,1][−5,1] We moeten de ongelijkheid $-x^2+2x+3\geq 7-3x$ oplossen.Stap 1: We lossen eerst de gelijkheid $-x^2+2x+3=7-3x$ op.Herleid eerst op 0 en los de vergelijking op.$-x^2+2x+3-7+3x=0$ (beide kanten $-7+3x$)$-x^2+5x-4=0$$x^2-5x+4=0$ (deel de vergelijking door $-1$)$(x-4)(x-1)=0$ (ontbind in factoren)$x-4=0$ of $x-1=0$$x=4$ of $x=1$ Stap 2: Schets de grafieken. De lijn $y=7-3x$ is een dalende lijn ($rc=-3$) die de $y$-as snijdt in $y=7$.$y=-x^2+2x+3$ is een bergparabool ($a=-1$). De grafieken snijden elkaar in $x=4$ en $x=1$Stap 3:Los de ongelijkheid op.$-x^2+2x+3\geq 7-3x$, oftewel, waar is de parabool groter of gelijk aan de lijn. De parabool is groter dan de lijn voor alle punten tussen $x=1$ en $x=4$. Door het gelijk aan teken zijn ook de snijpunten zelf een oplossing.$[1,4]$, een vierkante haak, de grenzen doen mee door het gelijk aan teken.Antwoord: $-x^2+2x+3\geq 7-3x$ geeft $[1,4]$ We willen weten voor welke $z$ de inhoud 450 $cm^3$ is, oftewel $I=450$Stap 1: Stel een vergelijking op.$0,063z^3=450$Stap 2: Los de vergelijking op.$z^3= 7142,85…$ (beide kanten $:0,063$)$z=\sqrt[3]{7142,85…}$ Gebruik ‘ans’ in je rekenmachine zodat je niet tussendoor afrondWe hebben maar 1 oplossing omdat 3 oneven is.$z=19,258…$$z\approx 19,26$Antwoord: De zijden zijn ongeveer 19,26 cm lang.

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in