Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:
De Verlichting
Verlicht Absolutisme
Plantages en Slavernij
Democratische revoluties
Toets Geschiedenis
Forum
Online maken
Toets afdrukken
Stroming voor het afschaffen van de slavernij.Terugslag.Periode van onstuimigheid na de Franse Revolutie.Een bestuursvorm waarbij een vorst alle macht heeft, maar deze macht gebruikt om voor het volk te zorgen.Bestuursvorm waarbij regeerders regeren namens het volk. Werkwijze:Dit lijkt erg ingewikkeld, maar het is een kennisvraag. Ga gestructureerd te werk door bijvoorbeeld eerst een stuk van de vraag te herhalen.Geef eerst aan welke filosoof je kiest om vervolgens zijn of haar idee te beschrijven. Geef als laatste aan waarom het typisch bij de verlichting past.Antwoord:Bij het onderdeel ‘’Verlichting en Economie’’ ligt Adam Smith voor de hand als filosoof. Door rationeel naar de geldende regels te kijken kwam hij tot de conclusie dat er te veel regels waren die de groei van de handel en economie tegenhouden. Als mensen worden vrijgelaten, vertrouwt Smith erop dat ze rationeel genoeg waren om hun eigen belangen na te streven. Dit vertrouwen op rationaliteit is typerend voor verlichte denkers. Bij het onderdeel ‘’Verlichting en Religie’’ ligt Spinoza voor de hand. Hij was van mening dat godsdienstige overtuigingen vaak rationeel gezien niet konden worden uitgelegd. Dit schreef hij al in de 17e eeuw, maar veel mensen durfden het niet aan om de godsdienstige overtuigingen los te laten. Werkwijze:Groot-Brittannië was zelf een van de grootste slavenhandelaren in de 17e/18e en begin 19e eeuw. Bedenk wat er is veranderd waardoor ze hier ineens tegen waren.Bedenk ook welke stroming invloed heeft gehad op de visie op slavernij, benoem deze ook!Herhaal een stukje van de vraag in jouw antwoord!Antwoord:De Britse regering protesteerde hiertegen, aangezien de abolitionistische beweging ervoor had gezorgd dat de slavenhandel was afgeschaft. Vandaar dat er erg werd neergekeken op het kopen van slaven in Afrika door de Britse Regering. Werkwijze:Er staat in de vraag al aangegeven wat er is veranderd. Je moet alleen uitleggen waarom revolutionairen het er deels mee eens waren en deel mee oneens.Probeer bij jezelf te bedenken wat de doelen waren voor de revolutionairen en hoe zich dit verhoudt met de betekenis van ‘’constitutionele monarchie’’. Ga systematisch te werk!Antwoord:Enerzijds waren revolutionairen tevreden, want de koning was nu gebonden aan een grondwet, oftewel het absolutisme werd ingedamd. Dat was het doel van veel revolutionairen. Ook waren ze tevreden dat het aantal stemgerechtigden voor het parlement werd uitgebreid. De stemgerechtigden werden bepaald op basis van census. Dit zorgde ervoor dat de welvarende revolutionairen, de burgerij, tevreden waren met de veranderingen. De armere revolutionairen wilden meer veranderingen. Zij wilden namelijk de koning volledig weg en een republiek uitroepen. Werkwijze: Het eerste deel van deze vraag lijkt lastig, maar het is eigenlijk een kennisvraag. In de geschiedenis is er eens gesproken over een sociaal contract. Wie heeft dit geschreven en wat werd er mee bedoeld? Het tweede deel van dit antwoord (wat ermee wordt bedoeld) is belangrijk. Je moet eerst goed uitleggen wat het sociale contract inhoudt, anders kun je nooit goed beargumenteren waarom vernieuwing als noodzakelijk wordt gezien door deze partij.Antwoord:De verwijzing naar het ‘’oude’’ sociale contract is een verwijzing naar de theorieën van Locke en Rousseau. Men staat een deel van de macht af aan de overheid en in ruil daarvoor moet de overheid hun leven, bezit en vrijheid beschermen en bij conflicten als neutrale rechter optreden. De nieuwe politieke partij zal waarschijnlijk vinden dat de overheid haar taken niet goed meer uitvoert, wat terug te zien is in het vertrouwen van de bevolking in de overheid. Het vertrouwen in de Nederlandse overheid is al jaren erg laag, dus waarschijnlijk wil deze partij proberen dat vertrouwen te herstellen, vandaar het ‘’nieuwe’’ sociale contract. Werkwijze:Bedenk eerst wat je allemaal over Napoleon weetGa vervolgens na waarom men positief naar Napoleon zou kijken, bedenk hierbij ook welke normen en waarden we vandaag de dag belangrijk vinden.Ga vervolgens na welke negatieve dingen Napoleon allemaal heeft gedaan.Behandel beide onderdelen van de vraag stap voor stap.Antwoord:Fransen kijken vandaag de dag nog positief naar Napoleon, aangezien hij veel veranderingen heeft doorgevoerd waardoor er meer gelijkheid kwam in de samenleving. Zo heeft hij bijvoorbeeld de standenmaatschappij afgeschaft. Fransen kijken negatief naar Napoleon, aangezien hij zichzelf tot keizer (dictator) kroont en heel Europa in een enorme oorlog sleept. Uitwerking:Bedenk voordat je de bron leest welke verlichte waarden je kent! Als je deze weet kun je veel gerichter naar de bron kijken.Ga overzichtelijk te werk. De vraag kent twee delen, beantwoord deze ook los van elkaar.Het laatste deel van de vraag wilt eigenlijk dat je een conclusie geeft. Schrijf eerst heel kort wat ‘’verlicht denken’’ is en vervolgens waarom de bron erbij past.Antwoord:Een eerste verlichte waarde die je in de bron kan tegenkomen is dat mensen meer voor zichzelf moeten gaan nadenken. Kant beschrijft dat ‘’overal wordt de vrijheid beknot’’. Je moet niet altijd maar luisteren naar de belastingontvanger of de geestelijkeDe tweede verlichte waarde is dat mensen meer vrijheden moeten krijgen. Het publiek kan zichzelf niet verlichten, dat gebeurt alleen wanneer men mensen de vrijheid verleent. Het betoog is typerend voor het verlichte denken, aangezien het de omslag in mentaliteit weergeeft. Je moet niet luisteren naar gezagsdragers en blind doen wat ze zeggen. Je moet zelf de wereld ervaren en op basis daarvan zelf conclusies trekken. Werkwijze:Bedenk hier eerst wat de standpunten van Montesquieu en Rousseau waren en benoem deze, ga vervolgens in op waarom Lodewijk XV dit afwijst.De vraag kent twee delen, dus beantwoorden we ook de standpunten van Montesquieu en Rousseau los van elkaar. Verwijs duidelijk naar de bron!Antwoord:Montesquieu is voor een scheiding van de machten. Als we naar de bron kijken dan zie je dat Lodewijk XV duidelijk aangeeft dat hij de wetgevende macht moet hebben, zonder dat hij die met iemand deelt. Hetzelfde geldt voor de rechtsprekende macht, die danken hun bestaansrecht aan Lodewijk XV.Wat betreft de ideeën van Rousseau gaat Lodewijk XV in tegen het idee van een sociaal contract. Lodewijk XV geeft aan dat de belangen van de natie onlosmakelijk verbonden zijn met die van hemzelf. Oftewel het belang van de vorst staat voorop, terwijl volgens Rousseau het belang van het volk de hoogste prioriteit van een vorst moet zijn. Werkwijze:Een goede eerste stap is om uit te leggen wat er bij het Congres van Wenen is afgesproken. Daar kun je vervolgens het begrip Restauratie aan koppelen. Door dit meteen in het begin te doen is de kans kleiner dat je dit deel van de vraag vergeet. Dat zou zonde zijn aangezien dat punten zou kosten. Als laatste moet je dan de koppeling maken met de vrolijke staatshoofden van de bron. Antwoord:Nadat Napoleon was verslagen werd er bij het Congres van Wenen afgesproken dat zoveel mogelijk oude vorstenhuizen terug zouden komen. Ze wilden Europa weer terughebben zoals het was voor Napoleon. Deze poging om Europa weer terug te draaien wordt ook wel restauratie genoemd. De staatshoofden, vaak zelf koningen, zijn hier ontzettend blij mee omdat hun machtspositie hetzelfde blijft, of weer teruggaat naar zoals het voor Napoleon was. Doordat dit in heel Europa werd ingevoerd was de kans ook kleiner dat er nieuwe opstanden zouden uitbreken, tenminste dat dachten ze. Werkwijze:Bij het eerste deel van de vraag kun je kort en bondig zijn. Er is namelijk een term die wordt gegeven aan dit soort vorsten. Het tweede deel B is wat ingewikkelder, maar als je systematisch te werk gaat, kun je daar ook je antwoord goed onderbouwen. De term die wordt gebruikt om de vorst te beschrijven heeft namelijk twee delen. Je moet elk deel uitleggen en koppelen aan de bron.Antwoord:Een verlicht despoot. Als je kijkt naar de bron dan zie je dat Frederik II van Pruisen de boerenbevolking nog steeds zaken kan opdragen (ofwel bevelen). Dit past typisch bij zijn functie als despoot/monarch. Toch is de despoot verlicht. Bij de verlichting kwam het idee op dat de koning voor het volk moest zorgen en Frederik deed dat hier door men te dwingen aardappels te verbouwen. Hij doet dit niet voor eigen gewin, maar om de bevolking te behoeden van een hongersnood. Hij zorgde dus voor zijn volk en kwam dicht bij het volk.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.