Thema's Maatschappijleer Release 6.0 - Hoofdstuk 4 - Politiek oefentoetsen & antwoorden

PolitiekEen democratie waarin volksvertegenwoordigers namens de bevolking keuzes maken.Een volksstemming over een belangrijk onderwerp. Algemeen belang.Overheid Goede antwoorden zijn twee van de volgende: stemrecht, recht van amendement, recht van initiatief. AToelichting: Onze koning heeft officieel vrijwel geen macht. Hij mag zich immers niet bemoeien met politieke kwesties.Nederland is immers een democratie, de koning is niet gekozen. Het zou dus ondemocratisch zijn als de koning veel politieke invloed had. Afspraken waarbij alle partijen een beetje toegeven (om in het midden uit te komen). Het dagelijks bestuur dat besluiten neemtGekozen volksvertegenwoordigers die het bestuur controleertGemeenteburgemeester en wethoudersgemeenteraadRijksoverheidkabinetparlement LiberalismeChristen-democratie Sociaal-democratie DenkChristenunieSPVVDSGPToelichting:Vul eerst degene in die je zeker weet.Blijven er nog twee over dan mag je gokken. Echter, probeer toch altijd een educated guess te maken, let goed op de informatie die in de uitspraken staat.  Bij een referendum stemt het volk zelf op een wet, dus direct. En het parlement stemt op wetten namens het volk, dus is het indirect.Toelichting: Beide punten moeten in je antwoord staan om je antwoord goed te kunnen rekenen.  Mogelijke goede antwoorden zijn:Omdat de overheid niet te veel moet ingrijpen.Omdat de overheid niet te duur moet worden.Omdat mensen zelf verantwoordelijkheid moeten nemen.Toelichting: Andere antwoorden kunnen ook goed zijn maar let goed op of je daadwerkelijk iets zegt wat aansluit bij het rechtse gedachtegoed.  parlementEerste Kamer de Tweede KamerregeringTweede KamerministersambtenarenEerste Kamer coalitieregeerakkoordoppositie controlerende machtwetgevende machtcontrolerende machtcontrolerende machtToelichting:In de tweede zin staat “parlementaire enquête" Met het enquêterecht mag de Tweede Kamer een onderzoek uitvoeren om te controleren of de overheid wel goed heeft gehandeld.In de eerste zin staat "initiatiefwet". Leden van de Tweede Kamer mogen met het ‘recht van initiatief’ zelf een wet voorstellen aan de Tweede Kamer.In de titel staat “motie van afkeuring”. Met het motierecht mogen Tweede Kamerleden een uitspraak doen over een minister, in dit geval met de vraag om af te treden.In de laatste zin, staat dat een partij Kamervragen stelt. Hiermee kunnen Kamerleden ministers vragen stellen over een wet of iets in de samenleving. populismesociaal-democratieliberalismeliberalismechristen-democratiesociaal-democratieToelichting: Populistische partijen zeggen dat zij de wil van het volk vertegenwoordigen.Sociaaldemocraten wil dat de overheid ervoor zorgt dat iedereen dezelfde kansen krijgt.Liberalen willen dat criminaliteit hard wordt aangepakt. En liberalen komen op voor ondernemers.In het liberalisme is eigen verantwoordelijkheid belangrijk en moet de overheid niet te veel geld uitgeven. De christendemocraten gaan uit van de waarde naastenliefde en samenwerking. Als mensen respect voor elkaar hebben, kunnen ze beter voor elkaar zorgen (in plaats van bedrijven of de overheid).Bij sociaaldemocratie staat solidariteit centraal, dat betekent dat kwetsbare mensen beschermd moeten worden. Een vluchteling uit Iran is kwetsbaar en heeft hulp nodig van mensen die het beter hebben.