All Right! MAX
- Hoofdstuk 4 - The Caribbean
oefentoetsen & antwoorden
MAX
Klas 3|Vwo/gym
Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen:
Vocabulary,
Expressions,
Writing,
Grammar
Singular and plural
Direct and indirect speech
Some, any, something, anything …
Past simple vs present perfect vs past perfect
Toets Engels
All Right! MAX
Online maken
Toets afdrukken
samenstellingnoodlottig(laten) onderlopentrilling / aardschoklicht ontvlambaarverrukkelijkbedorven nieuwsgierigheid momentarilydormantpristinecuredgulliblehesitaterenewablecargoDe woorden die overblijven zijn: submarine, salvage, amid. tenderthroughouttortoise(bell) peppergeneratetastelessinhabitedtropicalDe woorden die overblijven zijn: toename, aanbranden, getij. vastincredibleoccurphenomenonshoredelicaterandomrecover I would like to complain about the service.My sincerest apologies, sir.How do you propose to solve this?What alternatives are available?The least you could do is offer us a discount.Yes, I think I’d be happy with that.Would you believe that an old ship was discovered?I thought: no way. This can’t be happening. a. sheep were (meervoud is hetzelfde als enkelvoud)b. pair of sunglasses (na a gebruik je pair)c. deer (meervoud is hetzelfde als enkelvoud)d. their bikes / their bicycles (onderwerp (The boys) is meervoud, voorwerp dus ook meervoud)e. years (meervoud in combinatie met een getal)f. pairs of jeans (na een telwoord gebruik je pair(s))g. This crossroads (enkelvoud en meervoud zijn hetzelfde)h. Chinese are (nationaliteit die eindigt op -ese)Toelichting:Singular and plural Er zijn enkele zelfstandige naamwoorden die in het Nederlands enkelvoud zijn, maar in het Engels meervoud.De woorden police (politie), cattle (vee), wages (loon), surroundings (omgeving), savings (spaargeld), stairs (trap) en contents (inhoud). Deze woorden worden ook gevolgd door een werkwoord in het meervoud. Voorbeeld: The police are chasing the thieves. Voorwerpen die uit twee gelijke helften bestaan, zoals glasses (bril), trousers (lange broek), shorts (korte broek) en scissors (schaar).Voorbeeld: My trousers are wet.Let op! Na a en na een telwoord gebruik je pair(s) of. Voorbeeld: I need a clean pair of trousers.Bij combinaties met getallen.Voorbeeld: It costs 10 dollars. I’m 15 years old. Als het onderwerp meervoud is, staat het object vaak ook in het meervoud.Voorbeeld: The men and their wives were dancing.Sommige Engelse woorden hebben in het enkelvoud en in het meervoud dezelfde vorm.Woorden die eindigen op -ese voor nationaliteiten. Voorbeeld: a Japanese – many Japanese Heel soms komt dit ook voor bij nationaliteiten die niet op -ese eindigen. Voorbeeld: a Swiss - the Swiss Sommige namen van dieren. Voorbeeld: a fish – many fishEen aantal woorden dat op -s eindigt. Voorbeeld: a species – many speciesEen aantal voertuigen dat op -craft eindigt: an aircraft – many aircraftZie boek voor meer voorbeelden. saidwas getting (direct speech - present continuous, indirect speech - past continuous)the next day / the following daysaidhad bought / 'd bought (direct speech – past simple, indirect speech – past perfect)the day before / the previous dayaskedhad seen his keys / 'd seen his keys (direct speech – present perfect, indirect speech – past perfect)saidwanted (direct speech – present simple, indirect speech – past simple)that nightaskedneeded (direct speech – present simple, indirect speech – past simple)saidhad slept / 'd slept (direct speech – past simple, indirect speech – past perfect)the night before / the previous nightToelichting: Direct and indirect speech Om letterlijk weer te geven wat iemand zegt of heeft gezegd, gebruik je de direct speech. Om te beschrijven wat iemand heeft gezegd, gebruik je de indirect speech. Let bij de indirect speech op de volgende dingen:gebruik de juiste verleden tijdbegin met to say of to askverander ook andere aanwijzingen, indien nodigVoorbeeld:Direct speechIndirect speechPresent simple: I spend a lot of time here.Past simple: Sam said that he spent a lot of time there.Present continuous: I am studying.Past continuous: Sam said that he was studying.Past simple: I helped your friend yesterday.Past perfect: Sam said that he had helped my friend the day before.Present perfect: Have you ever heard such nonsense?Past perfect: Sam asked if we had ever heard such nonsense.Zie boek voor meer voorbeelden. a. something (bevestigende zin – iets)b. any (ontkennende zin)c. somewhere (bevestigende zin – ergens)d. Somebody / Someone (bevestigende zin – iemand)e. anything (ontkennende zin – iets)f. some (vraag waarop je ‘ja’ als antwoord verwacht)g. anybody / anyone (ontkennende zin – iemand)h. anywhere (ontkennende zin – ergens)Toelichting:Some, any, something, anythingSome gebruik je in bevestigende zinnen. Voorbeeld: I have some good news.Some kan ook gebruikt worden in vragen waarop je ‘ja’ als antwoord verwacht, of als je iemand iets aanbiedt. Voorbeeld: Can I have some help, please?Any gebruik je in ontkennende zinnen en in alle andere vragen. Voorbeeld: We don’t have any news. Do you have any news? Let op: zinnen met ontkennende woorden, zoals never, without, hardly, zijn ook ontkennende zinnen. Hier gebruik je dus ook any. Voorbeeld: I managed without any help.Some en any kun je combineren met bijvoorbeeld -thing, -body, -one en -where. Dan betekenen ze ‘iets’, ‘iemand’ of ‘ergens’. De regels zijn hetzelfde. Zie boek voor meer voorbeelden. Did you enjoy (in het verleden (last night), past simple vragend)bags (onderwerp meervoud (we), dus voorwerp ook meervoud)have / ‘ve never seen (in het verleden begonnen en duurt nog voort (never before), present perfect)had already been (in combinatie met de past simple (thought), past perfect bevestigend) heard (gebeurde na iets anders in het verleden (tickets had been sold out), past simple bevestigend)had been (gebeurde voor iets anders (before I heard), past perfect bevestigend)Euros (meervoud in combinatie met getallen)has just told (exacte tijd is niet bekend of niet belangrijk (just), present perfect)Toelichting:Past simple vs present perfect vs past perfect We kunnen de past simple, present perfect en past perfect gebruiken om over het verleden te praten. De past simple maak je door -(e)d achter regelmatige werkwoorden te plaatsen. Onregelmatige werkwoorden dien je uit het hoofd te leren (zie pagina 285). Je gebruikt de past simple voor dingen die in het verleden hebben plaats gevonden. Ze zijn al geëindigd. Bijvoorbeeld: We lived in London in 2023. We did not live in London in 2023. Did we live in London in 2023?De present perfect maak je als volgt: has / have + voltooid deelwoord. Het voltooid deelwoord van regelmatige werkwoorden is hetzelfde als de past simple-vorm, namelijk werkwoord + -(e)d. Onregelmatige werkwoorden dien je uit het hoofd te leren (zie pagina 285). Je gebruikt de present perfect: voor dingen die in het verleden zijn begonnen en nog steeds voortduren. Voorbeeld: We have lived in London fort wo years now. We have not lived in London for two years now. Have we lived in London for two years now?voor dingen die in het verleden zijn gebeurd en waarvan de exacte tijd niet bekend of niet belangrijk is. Vaak staat er dan just of already in de zin. Voorbeeld: Jim has bought a book. Jim has not bought a book. Has Jim bought a book? De past perfect maak je als volgt: had + voltooid deelwoord. Het wordt gebruikt voor dingen die zijn gebeurd vóór een bepaald moment of een andere gebeurtenis in het verleden. Het wordt vaak samen met de past simple gebruikt. Voor datgene in de zin dat als eerst gebeurde, gebruik je de past perfect. Voor datgene in de zin dat daarna gebeurde, gebruik je de past simple.Voorbeeld: I had showered, before I went to bed. I had not showered, before I went to bed. Had I showered, before I went to bed?Zie boek voor meer voorbeelden.Singular and plural: zie onder vraag 6. Let op: Dit is een voorbeelduitwerking. Jouw geschreven stukje kan er dus heel anders uit zien dan onderstaand voorbeeld. Je kunt dit op verschillende manieren schrijven.Last week, our class had an exciting school assignment outside the classroom. We went to the local history museum to learn about our town's past. The trip took place on Tuesday morning, and we went there by bus with our teacher and some parents who helped as chaperones.At the museum, we had to complete a worksheet. It included questions about the exhibits, like old tools, clothes, and photos from the 1800s. We worked in small groups, so I was with my best friends, Lisa and Tom. To find the answers, we walked around, read the information signs, and even talked to a museum guide.The goal of the assignment was to understand how people lived in the past and how our town has changed over time. I learned a lot and found it interesting to compare life back then to now.I would definitely recommend this assignment to other students. It was fun, educational, and a nice change from sitting in the classroom. Plus, it was great to work together as a team and see something new!178 wordsTips:Het is lastig om je eigen tekst na te kijken. Vraag daarom aan je (bijles-)docent of die je tekst voor je wil nakijken. Let in ieder geval goed op het volgende in de tekst:Het omvat alle punten van de opdracht, Er zitten geen spelfouten in, De stijl van de tekst is informeel en lijkt op spreektaal,De toon is licht en vriendelijk,Er is veel afwisseling: bijna alle zinnen beginnen anders.Let op: Je mag uitroeptekens gebruiken, maar gebruik ze niet te veel.
Deze toets bestellen?
Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.