Toets Maatschappijleer

Dilemma 3.0 - Hoofdstuk 3 - Verzorgingsstaat oefentoetsen & antwoorden

3e editie

Deze oefentoets behandelt o.m. de volgende onderwerpen: politieke stromingen over de verzorgingsstaat, oorzaken voor het ontstaan van de verzorgingsstaat, functies van de verzorgingsstaat, uitgangspunten van de verzorgingsstaat, het stelsel van sociale zekerheid, functies van het onderwijs, sociale ongelijkheid in relatie tot onderwijs, verschillende typen verzorgingsstaten en de toekomst van de verzorgingsstaat.

Dilemma 3.0
Toets Maatschappijleer
Dilemma 3.0
Online maken
Toets afdrukken
Het gaat om de volgende begrippen:VolksverzekeringenWelfare triangleLoondervingsfunctieSociale ongelijkheid Het gaat om de volgende functies:VerzekeringsfunctieVerbindingsfunctieVerzorgingsfucntieVerheffingsfunctie BijstandsuitkeringWerkloosheidsuitkering1. minimumbehoeftefunctie1. loondervingsfunctie2. sociaal minimum2. uitkering die gerelateerd is aan het laatste loon3. meer verdienen = meer bijdragen3. meer bijdragen = meer ontvangenToelichting: Een bijstandsuitkering heeft minimumbehoeftefunctie, omdat deze ervoor moet zorgen dat de ontvanger een inkomen heeft op het niveau van het sociaal minimum. Mensen met een hoger inkomen betalen meer belasting of premie (meer verdienen = meer bijdragen), maar ontvangen geen hogere uitkering. Zij zijn dus solidair met mensen met een lager inkomen.Een werkloosheidsuitkering heeft een loondervingsfunctie. De bedoeling is dat mensen in hun inkomen worden voorzien, daarom is de uitkering gerelateerd aan het laatste loon, toen de ontvanger nog werk had. Er is een evenredigheid tussen de betaalde premie en de hoogte van de te ontvangen uitkering, oftewel meer bijdragen = meer ontvangen.  SociaaldemocratenDeze ideologie streeft naar gelijkheid en vindt wel dat de zwakkeren beschermd moeten worden door een sterke overheid. De overheid kan de verzorgingsstaat betalen veel belastingen te vragen aan de rijke burgers en bedrijven. 2. ChristendemocratenDeze ideologie is voor particulier initiatief en pleiten voor naastenliefde. Mensen hebben elkaar nodig in de samenleving met het gezin als hoeksteen. LiberalismeDeze ideologie gelooft in marktwerking en weinig bemoeienis van de overheid, de inkomens die vanzelf tot stand komen vinden ze rechtvaardig. Door te veel belasting te heffen en uitkeringen hoog te maken, wordt de marktwerking verstoord, omdat mensen dan te weinig prikkel ervaren om te gaan werken. Individualisering is het proces waardoor mensen meer als individu in de samenleving komen te staan en traditionele verbanden minder hecht worden. Hierdoor voelen mensen minder verantwoordelijkheid voor anderen, waardoor ze minder bereid zijn om bij te dragen aan de inkomens en zorg van minderbedeelden. / Hierdoor komt de verbindingsfunctie onder druk te staan, doordat mensen minder verantwoordelijkheid voor anderen voelen.Globalisering is het proces waarbij afstanden relatief zijn geworden door met name informatie- en communicatietechnologie. Economische processen zijn (mede) hierdoor internationaler geworden. Dit kan ertoe leiden dat de overheid een zo gunstig mogelijk investeringsklimaat wil realiseren door middel van lage belastingen en premies voor internationale bedrijven. Er komt dan minder geld binnen om de verzorgingsstaat te betalen. Werkwijze:Kies bij elke zin het juiste begrip, ieder begrip komt één keer voor.Geef van ieder begrip een omschrijving.Gebruik daarnaast informatie uit de zin die je gekozen hebt.Koppel de omschrijving en de informatie uit de zin aan elkaar. De relevante stukken van de omschrijving van het begrip zijn onderstreept.Antwoord:Bij deze zin hoort interdependentie. Hiermee wordt wederzijdse afhankelijkheid tussen mensen aangeduid. Deze wederzijdse afhankelijkheid is in onze samenleving heel groot, omdat er sprake is van een verregaande arbeidsdeling. Deze verregaande arbeidsdeling is terug te zien in deze zin, omdat er blijkbaar bijna 440 verschillende beroepen zijn in Nederland, dat zijn er heel veel.Bij deze zin hoort het collectieve-actieprobleem. Daarbij leiden individuele keuzes tot collectief ongewenste gevolgen. Omdat iedereen bang is dat anderen profiteren van collectieve oplossingen, is samenwerking moeilijk, dit wordt ook wel het freeriderprobleem genoemd. Dit kan opgelost worden door samenwerking af te dwingen met overheidswetgeving. Dit is te herkennen in het voorbeeld, omdat de overheid mensen mensen dwingt allemaal samen te betalen voor de zorg, in dit geval door middel van een zorgverzekering.  Bij deze zin hoort externe effecten. Dit betekent dat iemands gedrag (negatieve) gevolgen heeft voor anderen. Eén voorbeeld hiervan is dat als je een besmettelijke ziekte hebt, je deze kunt verspreiden. Dit is terug te zien in de zin over corona, omdat mensen verzocht worden thuis te blijven om zo de besmettelijke ziekte corona niet over te dragen.  Werkwijze:Geef een omschrijving van de begrippen sociale voorzieningen en sociale verzekeringen en ga daarbij ook in op het verschil in wijze van financieren en wie er gebruik van kan maken. Haal informatie uit de tekst waaruit dit verschil naar voren komt. Koppel tot slot de theorie over sociale verzekeringen en sociale voorzieningen aan de informatie uit de tekst en aan de constatering dat jongeren sneller in de bijstand belanden dan ouderen.    Antwoord:  Er zijn twee soorten sociale verzekeringen, namelijk werknemersverzekeringen en volksverzekeringen. Deze worden betaald uit premies die werkgevers en werknemers betalen. Werknemersverzekeringen zijn alleen voor werknemers en volksverzekeringen zijn voor iedereen. Sociale voorzieningen moeten ervoor zorgen dat niemand onder een minimum zakt en zijn dus voor iedereen, ze worden betaald uit de belastingen. In het artikel is te lezen dat jongeren nog weinig WW-rechten hebben opgebouwd en dus sneller geen recht meer hebben op een werkloosheidsuitkering, waardoor zij vaker in de bijstand terecht komen. Geredeneerd vanuit de verschillen tussen sociale verzekeringen en voorzieningen, is het dus logisch dat jongeren sneller in de bijstand komen. Omdat jongeren nog weinig jaren premie hebben afgedragen voor de WW - dit is een werknemersverzekering – kunnen ze er slechts kort gebruik van maken. Werknemersverzekeringen zijn namelijk alleen voor degenen die er premie voor hebben afgedragen. Deze jongeren zijn dan al snel aangewezen op sociale voorzieningen die er voor iedereen zijn om op die manier niet onder een minimum te zakken, dus komen ze in de bijstand.  Werkwijze:Geef de omschrijving van het begrip sociale ongelijkheid.Bepaal welke informatie uit de tekst wijst op het verkleinen van sociale ongelijkheid.Koppel de omschrijving van sociale ongelijkheid en de informatie uit de tekst aan elkaar. Antwoord:  Sociale ongelijkheid is de ongelijke verdeling van levenskansen tussen mensen. Het gaat daarbij om de ongelijke verdeling van onder andere macht, kennis en inkomen. In de tekst is te lezen dat door deze wet meer kinderen een vervolgopleiding gingen doen / leerlingen meer mogelijkheden hadden om door te stromen naar andere opleidingen / leerlingen de kans kregen om op te stromen van bijvoorbeeld mavo, naar havo, naar vwo of van mbo naar hbo. Dit vermindert de sociale ongelijkheid, omdat kennis hierdoor minder ongelijk verdeeld is, ook kinderen uit lagere sociale milieus gingen dus langer naar school / kregen meer kans om door te stromen naar andere of hogere opleidingen.  Werkwijze:Bedenk goed welke twee functies gestimuleerd worden door de Wet op het Onderwijs en geef van allebei een omschrijving.Haal bij elke functie bijpassende informatie uit het artikel.Leg uit hoe uit de informatie uit het artikel blijkt dat de wet bijdraagt aan beide functies.Antwoord: De eerste functie die gestimuleerd wordt is de verheffingsfunctie. De verheffingsfunctie houdt in dat mensen de kans krijgen om zich te ontplooien. In het artikel is te lezen dat kinderen dankzij deze wet langer naar school gaan en dus meer en vaker doorleren / dat kinderen makkelijker kunnen doorstromen naar een hoger onderwijsniveau.Dit zorgt er dus voor dat meer kinderen zich konden ontplooien dan daarvoor, ze gingen nu immers langer naar school / konden nu makkelijker meer opleidingen na elkaar doen. De tweede functie die gestimuleerd wordt is de verbindingsfunctie. De verbindingsfunctie gaat over het creëren van sociale cohesie tussen mensen en tussen groepen mensen. Uit de tekst blijkt dat het makkelijker wordt om naar hogere onderwijsniveaus door te stromen / blijkt dat leerlingen in de brugklas een gelijke basis kregen aangeleerd voordat ze verder gingen leren.Hieruit volgt dat leerlingen uit de lagere sociale milieus, die normaal niet gingen doorleren, nu ook vaker gingen doorleren, waardoor er meer verbinding ontstond tussen de lagere en hogere sociale milieus. Werkwijze:Bedenk goed welke twee typen verzorgingsstaten passen bij Nederland en geef de naam en het kenmerk dat hier van belang is.Haal voor elk type verzorgingsstaat bijpassende informatie uit de grafiek. Koppel tot slot elk van de twee typen verzorgingsstaat aan de informatie uit de grafiek. Antwoord: Het eerste type verzorgingsstaat dat te herkennen is, is de conservatief-corporatistische verzorgingsstaat. In dit type verzorgingsstaat neemt het traditionele gezin een belangrijk plaats in / zijn mensen vooral afhankelijk van hun directe omgeving of het maatschappelijk middenveld.Hier past de situatie van 2024 bij, waar ouders dus relatief weinig terugkrijgen van de kosten die ze maken voor kinderopvang. Dit past in dit type verzorgingsstaat, omdat er wordt uitgegaan van het traditionele kostwinnaarsgezin, waarin de man werkt en de vrouw voor de kinderen zorgt. Er is dan geen kinderopvang nodig en het hoeft dus goedkoop gemaakt te worden. / Dit past in dit type verzorgingsstaat, omdat mensen voor hulp vooral afhankelijk zijn van hun directe omgeving en het maatschappelijk middenveld. In een dergelijke verzorgingsstaat wordt het niet gestimuleerd om je kinderen naar de kinderopvang te brengen, omdat je terug kunt vallen op je netwerk voor het opvangen van de kinderen. Het is dan dus niet nodig om de kinderopvang zo goedkoop mogelijk te maken.Het tweede type verzorgingsstaat dat hier te herkennen is, is de sociaaldemocratische verzorgingsstaat. Hier wordt de onafhankelijkheid van het individu van anderen belangrijk gevonden. / Hier wordt naar volledige werkgelegenheid voor mannen en vrouwen gestreefd. De ontwikkeling die te zien is in de grafiek, waarbij de teruggave voor kinderopvang in 2025 al hoger is en het de bedoeling is dat de teruggave in 2027 96% is, past hier goed bij. Dit past bij de naduk op de onafhankelijkheid van het individu van anderen. Met zo’n hoge teruggave van de kosten van kinderopvang kunnen immers alle ouders kinderopvang betalen en zijn zij niet afhankelijk van hun netwerk. / Dit past bij het streven naar volledige werkgelegenheid, omdat een hoge teruggave van de kosten van de kinderopvang bijdraagt aan de arbeidsparticipatie van met name vrouwen. 

Deze toets bestellen?

Voordeligst
Lidmaatschap ToetsMij
€ 12,99/mnd
  • Snel nog even wat toetsen oefenen? Kies dan onze meest flexibele optie.
  • Je kunt maandelijks opzeggen.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
3 maanden ToetsMij
€ 12,99
€ 10,99/mnd
  • Voordelig en flexibel. Ideaal als je maar een paar maanden toetsen hoeft te gebruiken.
  • Betaal per kwartaal en bespaar hiermee 2 euro per maand.
  • Toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard
1 jaar ToetsMij
€ 12,99
€ 7,50/mnd
  • Favoriete keuze van meer dan 70% van de gebruikers.
  • Betaal slechts 90 euro per jaar en bespaar hiermee 65 euro.
  • Geniet van een volledig jaar toegang tot alle vakken bij ToetsMij.
Kies dit abonnement

Wat krijg je bij een abonnement?

  • Toegang tot alle vakken
  • 20 kwalitatieve oefentoetsen per maand
  • Antwoorden, uitwerkingen en toelichtingen
  • Geen stress voor het maken van toetsen
Eenvoudig en veilig betalen met iDEAL of creditcard

Dit zeggen leerlingen en ouders

10

Cijfers omhoog

Onze zoon had in februari zeker 12 minpunten. Hij is gestart met oefenen via Toets mij en heeft een geweldige eindsprint getrokken en afgelopen week bijna het onmogelijke waargemaakt. Er zijn nog maar 2 minpunten over en nog niet alle toetsen zijn terug. Het heeft onze zoon enorm geholpen, omdat er breed getoetst wordt en de vraagstelling, zoals van hem begrepen, overeenkomt met de toets. Als je de oefentoetsen goed kunt maken, beheers je de stof echt goed!

AP
9.0

Fijn dat leerlingen alvast een keer een toets kunnen oefenen die eruit ziet zoals op school.

Wij hebben sinds kort Toetsmij, omdat onze dochter het erg lastig heeft met Wiskunde. Op deze manier kan ze het hoofdstuk oefenen met een toets die qua vraagstelling overeenkomt met de toetsen op school. Nu kan ze dit dus eerst oefenen voordat ze de echte toets moet doen. Als docent Engels die werkt met Of Course en All Right kan ik bevestigen dat de toetsen grotendeels overeenkomen met de vraagwijze van de methode zelf. Dat is dus heel fijn voor leerlingen om te oefenen. We hadden heel even een dingetje met het nakijken, want de uitwerkingen werden niet goed weergegeven. Even een mailtje en binnen een dag reactie en ICT ging meteen aan de slag met het herstellen van de uitwerkingen. Super contact, goede dienstverlening! Aanrader!

Lelani van den Berg
10

Zéér tevreden!!

Lid geworden voor mijn zoon in leerjaar 1 van (toen 13) inmiddels 15. Hij zit nu in leerjaar 3 HAVO. Elk boek is makkelijk te vinden en alsmede mailt met een probleem omdat hij Duits krijgt uit een boek van leerjaar 2 word dit zelfs op zondag binnen een half uur opgelost en toegevoegd aan ons account! Zo’n toffe service zie je niet vaak meer! Dus wij zijn zéér tevreden. Sinds we het nu weer gebruiken (tijdje niet gebruikt) scoort hij weer voldoendes en zelf voor wiskunde een 8.8!

Linda Ockers

Zoek in meer dan 10.000 toetsen

Echte toetsvragen, precies aansluitend op jouw lesmethode en leerjaar. Voor klas 1 t/m 6 van vmbo-t t/m gymnasium.

Ik zit in het
en doe
ik wil beter worden in