Dilemma 3.0 - Hoofdstuk 4 - Pluriforme samenleving oefentoetsen & antwoorden

Het gaat om de volgende begrippen:PolarisatieStereotypePluriformiteitAssimilatie - persoonlijkheid is aangeboren en aangeleerd- cultuur is aangeleerd (door de groepen waar je deel van uitmaakt)- menselijke natuur is aangeboren (dit is universeel, want dit hebben alle mensen) Masculiene cultuur. Uitleg: de rollen van mannen en vrouwen zijn strikt gescheiden, alleen vrouwen zijn uitgesloten van onderwijs, mannen niet. Kleine machtsafstand. Uitleg: uit het feit dat er veel wordt gedemonstreerd door mensen, blijkt een kleine machtsafstand. Bij een grote machtsafstand zouden mensen gewoon doen wat er wordt verwacht en niet in opstand komen. Sociale cohesie is onderlinge verbondenheid en dat inwoners zich 'thuis' voelen. In dit stukje tekst lees je over een zwakke sociale cohesie. Er staat dat sommige mensen vinden dat niet iedereen erbij hoort en het verdient om van de verzorgingsstaat gebruik te maken. Emotionele identificatieUitleg: hierbij gaat het om het gevoel dat je met elkaar verbonden bent. Als mensen geaccepteerd worden als Marokkaans én Nederlands, zullen zij zich sneller met Nederland verbonden voelen.Functionele identificatieUitleg: dit vindt plaats wanneer iemand niet meer als lid van een (etnische) groep wordt gezien, maar als iemand met een bepaalde rol. Hier past dus bij dat je iemand met een etnische achtergrond niet op afkomst aankijkt, maar ziet als bijvoorbeeld voetbaltrainer.Normatieve identificatie.Uitleg: verbinding komt tot stand door aanpassing aan en van de norm. Er moet genoeg ruimte zijn om op democratische wijze conflicten over normen op te lossen. Hier past ook bij dat vanuit de Tweede Kamer geluiden te horen zijn die aansluiten bij normen van etnische groepen.  Werkwijze:Geef een omschrijving van socialisatie en socialiserende institutie.Haal bij elk begrip passende informatie uit de tekst.Koppel de omschrijving van de begrippen en de tekst aan elkaar en haal in je uitleg de waarde en een norm die volgens de tekst overgedragen moeten worden aan. Antwoord:  Socialisatie is het proces waarin mensen de waarden en normen en gewoonten van een groep aanleren en zich eigen maken. Een socialiserende institutie is een persoon of groep die waarden en normen overdraagt, zoals ouders, school, oveheid en vriendengroepen. In het artikel is te lezen dat het volgens Emanuels nodig is dat ouders antiracistisch opvoeden, wat wil zeggen dat ze actief aan de slag moeten met bewustwording. Er worden daarom ook tips gegeven van zaken waarmee ouders aan de slag kunnen. Er is dus sprake van een oproep tot socialisatie (opvoeding), waarbij ouders aan hun kinderen overdragen dat racisme niet goed is (waarde). De ouders zijn dus de socialiserende institutie. Een voorbeeld van een norm die ouders op hun kinderen kunnen overdragen om ze duidelijk te maken dat racisme niet goed is, is dat ze met respect over uiterlijk spreken en dat ze dus niet spleetogen mogen zeggen, maar wel amandelvormige ogen.  Werkwijze:Geef een omschrijving van de begrippen institutioneel en discriminatie. Haal informatie uit de tekst waaruit naar voren komt dat er sprake is van institutionele discriminatie. Koppel de omschrijvingen van de begrippen vervolgens aan de informatie uit de tekst.    Antwoord:  Discriminatie is het ongelijk behandelen van mensen op grond van kenmerken die op dat moment niet van belang zijn. Rascisme is het minderwaardig of ongelijk behandelen van een groep mensen op grond van ras. In het artikel is te lezen dat het algoritme zo was ingesteld dat studenten met een migratieachtergrond vaker gecontroleerd werden dan andere studenten. Zelfs wanneer er sprake was van een laag risico werden studenten met een migratieachtergrond twee keer zo vaak gecontroleerd als studenten zonder migratieachtergrond.  Er is hier sprake van discriminatie én racisme, omdat de studenten met een migratieachtergrond ongelijk behandeld werden, ze werden namelijk vaker gecontroleerd, op basis van een kenmerk dat niet van belang was, hun migratieachtergrond. Dit is het ongelijk behandelen van een groep mensen op grond van ras. Werkwijze:Geef de naam van de samenlevingsvorm die past bij de Apartheid en beschrijf de mate van contact en aanpassing die bij deze samenlevingsvorm past.Bepaal welke informatie uit de tekst wijst op deze samenlevingsvorm.Koppel de omschrijving van de samenlevingsvorm en de informatie uit de tekst aan elkaar. Antwoord:  De samenlevingsvorm die hierbij past, is segregatie. Bij segregatie is er geen tot weinig contact met andere groepen mensen en dan is aanpassing dus niet nodig. De eigen culturele identiteit wordt zoveel mogelijk behouden. In de tekst is het volgende te lezen: ‘dat het goed zou zijn als de verschillende volken apart zouden leven en in hun eigen gebied hun leefwijze en cultuur verder zouden ontwikkelen’. Er is hier dus sprake van segregatie, omdat er staat dat de groepen apart leven, dus er is dan geen of weinig contact en er is ook te lezen dat beide groepen hun leefwijze en cultuur verder ontwikkelen, dus er is ook geen sprake van aanpassing aan elkaar, de eigen culturele identiteiten worden behouden.  Werkwijze:Geef een omschrijving van de begrippen asielzoeker en vluchteling en ga daarbij duidelijk in op het verschil tussen deze twee.Beredeneer dan op basis van dit verschil waarom VluchtelingenWerk het een probleem vindt als asielzoekers niet of minder goed begeleid worden bij hun asielaanvraag bij de IND. Antwoord: Een asielzoeker is iemand die in een ander land om bescherming vraagt. Een vluchteling is iemand die in zijn land van herkomst gegronde vrees heeft voor vervolging vanwege ras, godsdienst, seksuele voorkeur, nationaliteit of politieke overtuiging. Alleen mensen die erkend zijn als vluchteling hebben recht op een verblijfsvergunning. VluchtelingWerk vindt het een probleem dat zij asielzoekers niet of minder goed kunnen begeleiden bij hun asielaanvraag bij de IND, omdat ze bang zijn dat mensen zonder deze begeleiding onvoldoende kunnen aantonen dat zij een vluchteling zijn. Als de IND beoordeelt dat iemand geen vluchteling is en slechts een asielzoeker, dan krijgt deze persoon immers geen verblijfvergunning. Werkwijze:Geef een omschrijving van nationalistische en kosmopolitische partijen.Haal informatie uit het artikel waaruit blijkt bij welke soort partij Faber is aangesloten.Koppel de informatie uit het artikel aan één van de soort partijen. Antwoord: In het artikel is te lezen dat Faber wil bezuinigen op VluchtelingenWerk. Deze houding past bij de standpunten van de PVV, omdat Faber er dus blijkbaar niet veel waarde aan hecht dat de asielzoekers op een goede manier begeleid worden bij hun verzoek om in Nederland te blijven. Dit sluit aan bij de gedachte dat nieuwkomers met hun subcultuur een gevaar zijn voor Nederland en hier geen plek moeten krijgen.